27 JUNI 2008. - Besluit van de Vlaamse Regering tot bepaling van de doelen voor het vormingspakket maatschappelijke oriëntatie binnen het primaire inburgeringstraject

De Vlaamse Regering, Gelet op artikel 13, § 3 van het decreet van 28 februari 2003 betreffende het Vlaamse inburgeringsbeleid, gewijzigd bij het decreet van 14 juli 2006;

Gelet op het akkoord van de Inspectie van Financiën, gegeven op 10 maart 2008;

Gelet op het advies van de Raad van State, gegeven op 3 juni 2008, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;

Op voorstel van de Vlaamse minister van Binnenlands Bestuur, Stedenbeleid, Wonen en Inburgering;

Na beraadslaging, Besluit :

Artikel 1.In dit besluit wordt verstaan onder : 1° decreet : het decreet van 28 februari 2003 betreffende het Vlaamse inburgeringsbeleid;2° minister : de Vlaamse minister, bevoegd voor het inburgeringsbeleid;3° inburgeraar : de natuurlijke persoon, vermeld in artikel 2, 6°, van het decreet;4° maatschappelijke oriëntatie : het vormingspakket binnen het primaire inburgeringstraject, vermeld in artikel 13, § 1, tweede lid, van het decreet. De mannelijke vorm verwijst in dit besluit zowel naar mannen als naar vrouwen.

Art. 2.§ 1. Maatschappelijke oriëntatie heeft tot doel de inburgeraar strategieën aan te reiken om zelfstandig de nodige informatie te vinden en te verwerken voor zijn persoonlijke behoeften.

De doelen voor maatschappelijke oriëntatie zijn vaardigheidsdoelen. De vaardigheidsdoelen worden vastgesteld in de bijlage die bij dit besluit is gevoegd. § 2. De doelen, vermeld in § 1, tweede lid, worden verworven binnen de volgende leeromgevingen : 1° stad en land;2° verblijfssituatie;3° gezin;4° werk;5° wonen;6° gezondheid;7° onderwijs;8° publieke dienstverlening;9° mobiliteit;10° consumptie;11° vrije tijd. Het onthaalbureau organiseert het vormingspakket maatschappelijke oriëntatie zodanig dat de inburgeraar de doelen, vermeld in § 1, tweede lid, verwerft binnen de leeromgevingen, vermeld in het eerste lid, die overeenstemmen met zijn behoeften.

Art. 3.Dit besluit treedt in werking op 1 januari 2009.

Art. 4.De Vlaamse minister, bevoegd voor het inburgeringsbeleid, is belast met de uitvoering van dit besluit.

Brussel, 27 juni 2008.

De minister-president van de Vlaamse Regering, K. PEETERS De Vlaamse minister van Binnenlands Bestuur, Stedenbeleid, Wonen en Inburgering, M. KEULEN

Bijlage. Vaardigheidsdoelen voor het vormingspakket maatschappelijke oriëntatie binnen het primaire inburgeringstraject

Artikel 1.Informatieverwervende, informatieverwerkende en probleemoplossende vaardigheden § 1. De inburgeraar is in staat om concrete praktijksituaties in verband met zijn persoonlijke context te verbeteren. Daarvoor kan hij juiste keuzes maken. 1° hij kan een concrete situatie verkennen (inzicht);2° hij kan informatie verwerven met betrekking tot zijn/haar concrete situatie.Hij kan daarvoor de juiste hulpbronnen gebruiken; 3° hij kan voor- en nadelen van verschillende oplossingswijzen inventariseren (inzicht;4° hij kan een gepaste en realistische oplossingswijze kiezen (keuze);5° hij kan bij de oplossingswijze een stappenplan ontwerpen (actie);6° hij kan zijn/haar keuze uitvoeren, beoordelen en bijsturen (actie). § 2. Om die vaardigheden te kunnen uitvoeren : 1° kent hij de nodige informatiebronnen en weet hij waar hij die kan vinden (kennis);2° staat hij open voor diversiteit (attitude) : a) hij staat open voor waarden en respecteert de normen in de Vlaamse/Belgische samenleving die anders zijn dan die welke gangbaar zijn in zijn land van herkomst;b) hij is bereid om begrip- en respectvol in interactie te treden met alle personen, ongeacht hun etnisch-culturele achtergrond, religieuze of levensbeschouwelijke overtuiging, gender, geaardheid, enzovoort;c) hij is bereid eigen gedrag en handelen en manier van communiceren in de context van de nieuwe omgeving te plaatsen.Hij is eveneens bereid om dat gedrag aan te passen als het in tegenspraak is met de wetgeving.

Art. 2.De vaardigheid "herkennen van diversiteit" § 1. De inburgeraar herkent waarden en normen in de Vlaamse/Belgische samenleving die anders zijn dan die welke gangbaar zijn in zijn land van herkomst. § 2. Om die vaardigheid te kunnen uitvoeren, staat hij open voor actief medeburgerschap (attitude) : 1° hij respecteert de rechten en plichten van de nieuwe samenleving en engageert zich op persoonlijk vlak;2° hij stelt zich solidair op ten aanzien van medeburgers. Gezien om gevoegd te worden bij het besluit van de Vlaamse Regering van 27 juni 2008 tot bepaling van de doelen voor het vormingspakket maatschappelijke oriëntatie binnen het primaire inburgeringstraject.

Brussel, 27 juni 2008.

De minister-president van de Vlaamse Regering, K. PEETERS De Vlaamse minister van Binnenlands Bestuur, Stedenbeleid, Wonen en Inburgering, M. KEULEN