Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Vlaamse Regering van 27 april 2007
gepubliceerd op 18 juni 2007

Besluit van de Vlaamse Regering tot oprichting en samenstelling van het toezichtcomité ter implementatie van het Vlaams Programma voor Plattelandsontwikkeling voor de periode 2007-2013

bron
vlaamse overheid
numac
2007035677
pub.
18/06/2007
prom.
27/04/2007
ELI
eli/besluit/2007/04/27/2007035677/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

27 APRIL 2007. - Besluit van de Vlaamse Regering tot oprichting en samenstelling van het toezichtcomité ter implementatie van het Vlaams Programma voor Plattelandsontwikkeling voor de periode 2007-2013


De Vlaamse Regering, Gelet op de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming van de instellingen, inzonderheid op artikel 20 en 87, § 1, gewijzigd bij de bijzondere wet van 16 juli 1993;

Gelet op het decreet van 3 maart 2004 inzake de subsidiëring van meer duurzame landbouwproductiemethoden en de erkenning van centra voor meer duurzame landbouw, gewijzigd bij het decreet van 22 april 2005;

Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 18 mei 2001 tot samenstelling van het comité van toezicht ter implementatie van het Vlaams programma voor Plattelandsontwikkeling, periode 2000-2006, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 15 juli 2005;

Overwegende dat artikel 77 van verordening (EG) nr. 1698/2005 van de Raad van 20 september 2005 inzake steun voor plattelandsontwikkeling uit het Europees Landbouwfonds voor Plattelandsontwikkeling (ELFPO) voorziet in de verplichting om binnen een termijn van ten hoogste drie maanden na de beschikking tot goedkeuring van het Programma voor Plattelandsontwikkeling een toezichtcomité op te richten;

Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 19 januari 2007;

Gelet op het advies 42.340/3 van de Raad van State, gegeven op 6 maart 2007, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1° van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;

Op voorstel van de Vlaamse minister van Institutionele Hervormingen, Landbouw, Zeevisserij en Plattelandsbeleid;

Na beraadslaging, Besluit :

Artikel 1.§ 1. Binnen het Vlaamse Gewest wordt een toezichtcomité opgericht, hierna het comité te noemen.

Het comité ressorteert onder de Vlaamse minister, bevoegd voor het landbouwbeleid, hierna de Vlaamse minister te noemen. § 2. Het comité heeft tot taak zich er in overeenstemming met artikel 78 van verordening (EG) nr. 1698/2005 van de Raad van 20 september 2005 inzake steun voor plattelandsontwikkeling uit het Europees Landbouwfonds voor Plattelandsontwikkeling (ELFPO) van te vergewissen dat het Vlaamse Programma voor Plattelandsontwikkeling doeltreffend wordt uitgevoerd.

Art. 2.§ 1. Het comité is samengesteld uit tweeëntwintig leden, onder voorzitterschap van de Vlaamse minister. De leden hebben de hoedanigheid van stemgerechtigd lid of raadgevend lid. § 2. De twaalf stemgerechtigde leden zijn : 1° de Vlaamse minister van Institutionele Hervormingen, Landbouw, Zeevisserij en Plattelandsbeleid;2° één kabinetsraadgever, voorgedragen door de Vlaamse minister van Institutionele Hervormingen, Landbouw, Zeevisserij en Plattelandsbeleid;3° één kabinetsraadgever, voorgedragen door de Vlaamse minister van Economie, Ondernemen, Wetenschap, Innovatie en Buitenlandse Handel;4° één kabinetsraadgever, voorgedragen door de Vlaamse minister van Werk, Onderwijs en Vorming;5° één kabinetsraadgever, voorgedragen door de Vlaamse minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin;6° één kabinetsraadgever, voorgedragen door de Vlaamse minister van Financiën, Begroting en Ruimtelijke Ordening;7° één kabinetsraadgever, voorgedragen door de Vlaamse minister van Cultuur, Jeugd, Sport en Brussel;8° één kabinetsraadgever, voorgedragen door de Vlaamse minister van Bestuurszaken, Buitenlands Beleid, Media en Toerisme;9° één kabinetsraadgever, voorgedragen door de Vlaamse minister van Openbare Werken, Energie, Leefmilieu en Natuur;10° één kabinetsraadgever, voorgedragen door de Vlaamse minister van Binnenlands Bestuur, Stedenbeleid, Wonen en Inburgering;11° één kabinetsraadgever, voorgedragen door de Vlaamse minister van Mobiliteit, Sociale Economie en Gelijke Kansen;12° de secretaris-generaal van het Departement Landbouw en Visserij, tevens de ondervoorzitter van het comité. § 3. De tien raadgevende leden zijn : 1° één vertegenwoordiger, voorgedragen door de Europese Commissie, directoraat-generaal Landbouw;2° één vertegenwoordiger, voorgedragen door de Milieu- en Natuurraad van Vlaanderen;3° één vertegenwoordiger, voorgedragen door de Sociaal-Economische Raad van Vlaanderen;4° één vertegenwoordiger, voorgedragen door de Vlaamse Land- en Tuinbouwraad, die vervangen zal worden door een vertegenwoordiger van de Strategische Adviesraad Landbouw en Visserij na de oprichting van deze raad;5° één vertegenwoordiger, voorgedragen door het Agentschap voor Natuur en Bos;6° één vertegenwoordiger, voorgedragen door de Vlaamse Landmaatschappij;7° één vertegenwoordiger, voorgedragen door de cel Gelijke Kansen Vlaanderen van de Diensten voor het Algemeen Regeringsbeleid;8° één vertegenwoordiger, voorgedragen door het Vlaams Betaalorgaan;9° één vertegenwoordiger, voorgedragen door de Vereniging van de Vlaamse Provincies vzw;10° één vertegenwoordiger, voorgedragen door de Vereniging van Vlaamse Steden en Gemeenten vzw; § 4. De Waalse minister, bevoegd voor het landbouwbeleid, kan op verzoek van de Vlaamse minister, bevoegd voor het landbouwbeleid, één vertegenwoordiger voordragen als bijkomend raadgevend lid. § 5. Het secretariaat wordt waargenomen door een personeelslid van het Departement Landbouw en Visserij, behorende tot de coördinerende cel Europees Plattelandsbeleid.

Art. 3.§ 1. De Vlaamse minister benoemt de stemgerechtigde en raadgevende leden op voordracht van de aangewezen organisaties, die hiervoor aan de Vlaamse minister per mandaat een lijst bezorgen waarop tweemaal zoveel kandidaten voorkomen als er mandaten zijn waarover zij beschikken. Voor elk lid wordt er door de Vlaamse minister een plaatsvervanger aangewezen die, bij afwezigheid van het lid, aan de werkzaamheden van het comité deelneemt en in zijn rechten treedt. Het lidmaatschap is onbezoldigd en er worden geen vergoedingen uitgekeerd. § 2. Het mandaat van de leden duurt tot 31 december 2013. Een lid dat voortijdig ophoudt zijn mandaat uit te oefenen, wordt vervangen door zijn plaatsvervanger, die zijn mandaat voltooit.

Het lidmaatschap van een lid eindigt evenwel op de datum waarop de organisatie die de voordracht deed, aan de Vlaamse minister meldt dat het betrokken lid niet langer haar vertegenwoordiger is. Tezelfdertijd wordt een nieuw lid voorgedragen. § 3. Het comité stelt een huishoudelijk reglement op dat aan de Vlaamse minister ter goedkeuring wordt voorgelegd. § 4. Het comité vergadert minstens eenmaal per jaar.

Art. 4.De volgende besluiten worden opgeheven : 1° het besluit van de Vlaamse Regering van 18 mei 2001 tot samenstelling van het comité van toezicht ter implementatie van het Vlaams programma voor Plattelandsontwikkeling, periode 2000-2006, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 15 juli 2005;2° het besluit van de Vlaamse Regering van 18 mei 2001 tot samenstelling van het managementcomité ter implementatie van het Vlaams Programma voor Plattelandsontwikkeling, periode 2000-2006, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 15 juli 2005.

Art. 5.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2007.

Art. 6.De Vlaamse minister, bevoegd voor het Landbouwbeleid, is belast met de uitvoering van dit besluit.

Brussel, 27 april 2007.

De Vlaamse minister van Institutionele Hervormingen, Landbouw, Zeevisserij en Plattelandsbeleid, Y. LETERME

^