gepubliceerd op 18 mei 2007
Besluit van de Vlaamse Regering tot aanduiding van de activiteiten waarvoor een individueel bodempreventie- en bodembeheersplan moet worden voorgelegd aan de OVAM
27 APRIL 2007. - Besluit van de Vlaamse Regering tot aanduiding van de activiteiten waarvoor een individueel bodempreventie- en bodembeheersplan moet worden voorgelegd aan de OVAM
De Vlaamse Regering, Gelet op het decreet van 22 februari 1995 betreffende de bodemsanering, inzonderheid op artikel 5bis, ingevoegd bij het decreet van 16 juni 2006;
Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 5 maart 1996 houdende vaststelling van het Vlaams reglement betreffende de bodemsanering, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse Regering van 19 december 1998, 9 februari 1999, 12 oktober 2001, 7 december 2001, 14 juni 2002, 28 november 2003, 5 december 2003, 9 januari 2004, 23 april 2004, 22 september 2006 en 15 december 2006;
Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de begroting, gegeven op 20 maart 2007;
Gelet op het advies nr. 42.604/3 van de Raad van State, gegeven op 11 april 2007, met toepassing van artikel 84, § 3, eerste lid, 1°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;
Op voorstel van de Vlaamse minister van Openbare Werken, Energie, Leefmilieu en Natuur;
Na beraadslaging, Besluit :
Artikel 1.Voor de volgende activiteit moet, overeenkomstig artikel 5bis van het decreet van 22 februari 1995 betreffende de bodemsanering, een individueel bodempreventie- en bodembeheersplan worden voorgelegd aan de OVAM : het chemisch reinigen, voorbehandelen en behandelen van textiel, alsmede textielveredeling in de inrichtingen zoals vermeld in rubriek 41.4 van bijlage I van het besluit van de Vlaamse Regering van 5 maart 1996 houdende vaststelling van het Vlaams reglement betreffende de bodemsanering, alsook het chemisch reinigen, vermeld in rubriek 59.8 van bijlage I van het besluit van de Vlaamse Regering van 5 maart 1996 houdende vaststelling van het Vlaams reglement betreffende de bodemsanering : « Alle industriële of commerciële activiteiten waarbij VOS worden gebruikt in een installatie voor het schoonmaken van kleren, meubelstoffen en soortgelijke consumptiegoederen, met uitzondering van het handmatig verwijderen van vlekken in de textiel- en de kledingindustrie ».
Art. 2.De Vlaamse minister, bevoegd voor het leefmilieu en het waterbeleid, is belast met de uitvoering van dit besluit.
Brussel, 27 april 2007.
De minister-president van de Vlaamse Regering, Y. LETERME De Vlaamse minister van Openbare Werken, Energie, Leefmilieu en Natuur, K PEETERS