Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Vlaamse Regering van 26 september 2003
gepubliceerd op 31 december 2003

Besluit van de Vlaamse regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse regering van 29 maart 2002 inzake de openbaredienstverplichtingen ter bevordering van het rationeel energiegebruik

bron
ministerie van de vlaamse gemeenschap
numac
2003036261
pub.
31/12/2003
prom.
26/09/2003
ELI
eli/besluit/2003/09/26/2003036261/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

26 SEPTEMBER 2003. - Besluit van de Vlaamse regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse regering van 29 maart 2002 inzake de openbaredienstverplichtingen ter bevordering van het rationeel energiegebruik


De Vlaamse regering, Gelet op het decreet van 17 juli 2000 houdende de organisatie van de elektriciteitsmarkt, inzonderheid op artikel 19, 1°;

Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 29 maart 2002 inzake de openbaredienstverplichtingen ter bevordering van het rationeel energiegebruik;

Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 14 maart 2003;

Gelet op het advies van de Milieu- en Natuurraad van Vlaanderen, gegeven op 8 mei 2003;

Gelet op het advies van de Sociaal Economische Raad voor Vlaanderen, gegeven op 14 mei 2003;

Gelet op het advies van de VREG, gegeven op 22 april 2003;

Gelet op de beraadslaging van de Vlaamse regering, op 13 juni 2003 betreffende de aanvraag om advies bij de Raad van State binnen een maand;

Gelet op het advies 35.660/1/V van de Raad van State, gegeven op 28 juli 2003, met toepassing van artikel 84, eerste lid, 1°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;

Overwegende dat op 27 februari 2002 door het Vlaams Parlement een resolutie werd aangenomen betreffende het stimuleren van rationeel energiegebruik bij gezinnen;

Overwegende dat het besluit van de Vlaamse regering van 29 maart 2002 de duidelijke bedoeling heeft om de netbeheerders ertoe aan te zetten jaarlijks een uitgebreid pakket van REG-maatregelen aan te bieden aan de afnemers die op hun distributienet zijn aangesloten;

Overwegende dat de voorstellen van de resolutie van het Vlaams Parlement van 27 februari 2002 als een openbaredienstverplichting in de zin van het besluit van de Vlaamse regering van 29 maart 2002 kunnen worden beschouwd;

Overwegende dat zelfs door een gedeeltelijke uitvoering van de voornoemde resolutie aan de kwantitatieve verplichtingen van het voornoemde besluit van de Vlaamse regering ruimschoots zou worden voldaan;

Overwegende dat hierdoor de kwalitatieve invulling van het in het voornoemde besluit van de Vlaamse regering beoogde pakket aan REG-maatregelen in gevaar komt;

Overwegende dat de Vlaamse regering maximaal uitvoering wil geven aan de voornoemde resolutie, zonder het beoogde pakket aan REG-maatregelen in gevaar te brengen;

Overwegende dat de richtlijn 2001/77/EG van het Europees Parlement en de Raad van 27 september 2001 betreffende de bevordering van elektriciteitsopwekking uit hernieuwbare energiebronnen op de interne elektriciteitsmarkt, in artikel 5 de lidstaten de verplichting oplegt om erop toe te zien dat garanties van oorsprong worden afgegeven voor elektriciteit uit hernieuwbare energiebronnen;

Op voorstel van de Vlaamse minister van Mobiliteit, Openbare Werken en Energie;

Na beraadslaging, Besluit :

Artikel 1.In artikel 1 van het besluit van de Vlaamse regering van 29 maart 2002 inzake de openbaredienstverplichtingen ter bevordering van het rationeel energiegebruik, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° de bepaling onder 3° wordt vervangen door wat volgt : « 3° beschermde afnemer : de beschermde klant zoals bedoeld in artikel 1, 6°, van het besluit van de Vlaamse regering van 31 januari 2003 met betrekking tot de sociale openbaredienstverplichtingen in de vrijgemaakte elektriciteitsmarkt;»; 2° een 10° wordt toegevoegd, dat luidt als volgt : « 10° primaire energiebesparing : relatieve besparing ten opzichte van het normale verloop van het primaire energieverbruik als geen REG-actieplan wordt uitgevoerd en berekend volgens de methode, bedoeld in artikel 5, § 1, met inachtname van artikel 2, § 5.»

Art. 2.Hoofdstuk II van hetzelfde besluit wordt vervangen door wat volgt : « HOOFDSTUK II. - Resultaats- en actieverplichtingen van de netbeheerders

Art. 2.§ 1. Vanaf 1 januari 2003 realiseert elke netbeheerder in elk kalenderjaar n bij het geheel van zijn hoogspanningsafnemers een primaire energiebesparing van 0,01 kWh per kilowattuur die geleverd werd aan zijn hoogspanningsafnemers tijdens het kalenderjaar n-2. De minister kan, op basis van een gemotiveerde aanvraag van de netbeheerder, een vermindering toestaan op het aantal kilowattuur waarop de resultaatsverplichting berekend wordt, als sinds het jaar n-2 het energieverbruik van de eindafnemers, aangesloten op het net van de netbeheerder, met meer dan 5 % daalt als gevolg van een afkoppeling van één of meer hoogspanningsafnemers.

In het jaar 2003 realiseert elke netbeheerder bij het geheel van zijn laagspanningsafnemers tevens een primaire energiebesparing van 0,01 kWh per kilowattuur die geleverd werd aan zijn laagspanningsafnemers tijdens het kalenderjaar 2001. § 2. In het jaar 2004 realiseert elke netbeheerder bij het geheel van zijn laagspanningsafnemers een primaire energiebesparing van 0,02 kWh per kilowattuur die geleverd werd aan zijn laagspanningsafnemers in het jaar 2002. § 3. In het jaar 2005 realiseert elke netbeheerder bij het geheel van zijn laagspanningsafnemers een primaire energiebesparing van 0,021 kWh per kilowattuur die geleverd werd aan zijn laagspanningsafnemers in het jaar 2003.

In het jaar 2006 en 2007 is die primaire energiebesparing gelijk aan 0,022 kWh per kilowattuur die geleverd werd tijdens het jaar 2004, respectievelijk 2005. § 4. Onverminderd § 10, realiseert elke netbeheerder vanaf het jaar 2008 in elk kalenderjaar n bij het geheel van zijn laagspanningsafnemers een primaire energiebesparing van 0,01 kWh per kilowattuur die geleverd werd aan zijn laagspanningsafnemers in het kalenderjaar n-2. § 5. De primaire energiebesparing ten gevolge van de vermindering van het eindverbruik van elektriciteit wordt berekend als de vermindering van dat eindverbruik, vermenigvuldigd met de omzettingsfactor 2,5.

De primaire energiebesparing ten gevolge van de vermindering van het eindverbruik van andere energiedragers wordt berekend als de vermindering van dat eindverbruik, vermenigvuldigd met de omzettingsfactor 1.

De Vlaamse regering machtigt de minister om deze omrekeningsfactoren aan te passen aan de stand van de techniek. § 6. Aan de gezinnen die op 1 januari 2004 zijn gedomicilieerd op een adres waar er een aansluiting is op zijn distributienet, biedt de netbeheerder een bon aan die in de periode 2004-2005 gratis kan worden omgeruild tegen een spaarlamp, een spaardouchekop of een energiemeter.

De bon wordt verstuurd tussen 1 februari 2004 en 30 april 2004. § 7. Aan de gezinnen die op 1 januari 2006 zijn gedomicilieerd op een adres waar er een aansluiting is op zijn distributienet, biedt de netbeheerder een aantal bonnen aan die in de periode 2006-2007 gratis kunnen worden omgeruild tegen een spaarlamp. Die bonnen worden verstuurd tussen 1 februari 2006 en 30 april 2006. Het aantal bonnen is gelijk aan het aantal gezinsleden van het gezin zoals het bestaat op 1 januari 2006, verminderd met één. § 8. De bepalingen van § 2, § 3, § 6 en § 7 zijn niet van toepassing op de netbeheerders waarvan de elektriciteitsleveringen aan gezinnen minder dan 10 % bedraagt van de totale leveringen aan laagspanningsafnemers.

De netbeheerder waarvan de elektriciteitsleveringen aan gezinnen minder dan 10 % bedraagt van de totale leveringen aan laagspanningsafnemers, realiseert tijdens de kalenderjaren 2003 tot 2007 in elk kalenderjaar n bij het geheel van zijn laagspanningsafnemers een primaire energiebesparing van 0,01 kWh per kilowattuur die geleverd werd in het kalenderjaar n-2.

De netbeheerder waarvan de elektriciteitsleveringen aan gezinnen minder dan 10 % bedraagt van de totale leveringen aan laagspanningsafnemers, biedt aan elk gezinslid van een gezin dat op 1 januari 2004 is gedomicilieerd op een adres waar er een aansluiting is op zijn distributienet vóór eind april 2004 een gratis spaarlamp aan.

Het gezinshoofd kan evenwel ook de keuze maken voor een spaardouchekop of energiemeter. § 9. De primaire energiebesparingen ten gevolge van de uitvoering van § 6 en § 7 worden voor maximaal 0,015 kWh per kilowattuur in rekening gebracht bij de vaststelling van de primaire energiebesparing bedoeld in § 2 en § 3.

De primaire energiebesparing die wordt gerealiseerd in installaties die eigendom zijn van de netbeheerder of die door hem worden beheerd, kan voor de uitvoering van § 1 tot en met § 4 en van § 8, tweede lid, alleen in rekening worden gebracht als zijn aandeel in de totale primaire energiebesparing die in rekening gebracht wordt voor het geheel van de eindafnemers, de verhouding van het totale verbruik van die installaties in het jaar n-2, ten aanzien van het totale verbruik van de eindafnemers in het jaar n-2, niet overschrijdt. § 10. Als de gerealiseerde primaire energiebesparing hoger ligt dan de resultaatsverplichtingen, bedoeld in § 1 tot en met § 4 en § 8, tweede lid, kan het overschot worden overgedragen naar het volgende jaar om te voldoen aan de resultaatsverplichting voor de betreffende doelgroep. § 11. Voor de spaarlampen, spaardouchekoppen en energiemeters die door de netbeheerders kunnen worden aangeboden overeenkomstig § 6 tot en met § 8, worden door de afdeling Natuurlijke Rijkdommen en Energie, administratie Economie van het ministerie van de Vlaamse Gemeenschap, voorafgaandelijk minimumcriteria vastgelegd. § 12. In 2005 legt de minister aan de Vlaamse regering een evaluatierapport voor, waarin de effecten van de resultaats- en actieverplichtingen, de kosteneffectiviteit van de acties en het doelgroepenbeleid worden geëvalueerd en waarin eventueel wordt voorgesteld om de resultaats- en actieverplichtingen te wijzigen. »

Art. 3.In artikel 3 van hetzelfde besluit wordt het woord "resultaatsverbintenissen" vervangen door de woorden "resultaats- en actieverplichtingen".

Art. 4.In artikel 4, § 2, van hetzelfde besluit wordt tussen het tweede en het derde lid, een nieuw lid ingevoegd, dat luidt als volgt : « Het plan van aanpak bevat voor elk van de acties die zich richten tot de doelgroepen, bedoeld in het eerste lid, minstens ook de gegevens, bepaald in § 1. »

Art. 5.§ 1. In artikel 5 van hetzelfde besluit worden de woorden "resultaatsverbintenissen" en "resultaatsverbintenis" telkens vervangen door het woord "resultaatsverplichtingen".

Art. 6.In artikel 5, § 2, van hetzelfde besluit wordt 3° vervangen door wat volgt : « 3° in afwijking van 1° en onder voorbehoud van de toepassing van artikel 5, § 1, kunnen voor de uitvoering van audits, voor de invoering van energieboekhoudingssystemen en voor de invoering van energiebeheersystemen besparingen in rekening worden gebracht. In voorkomend geval zal ANRE de daaropvolgende jaren de in rekening gebrachte besparingen verifiëren en corrigeren op basis van de beschikbaar komende gegevens over de werkelijke besparingsresultaten die uit deze acties voortvloeien; ».

Art. 7.In artikel 5, § 3, van hetzelfde artikel worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in het eerste lid worden de woorden "het voorleggen" vervangen door de woorden "de ontvangst";2° in het tweede lid wordt na de eerste zin een zin ingevoegd, die luidt als volgt : « De netbeheerder bezorgt de ontbrekende informatie binnen 45 kalenderdagen na de ontvangst van dit verzoek.»

Art. 8.In artikel 6, laatste lid, van hetzelfde besluit worden de woorden "de VREG verzoeken de gegevens en inlichtingen op te vragen" vervangen door de woorden "alle inlichtingen en gegevens opvragen, hetzij bij de netbeheerder, hetzij bij de VREG,".

Art. 9.Aan artikel 8 wordt een tweede lid toegevoegd, dat luidt als volgt : « De minister kan voorwaarden vastleggen over de manier waarop en de vorm waarin deze afnamegegevens worden verstrekt. »

Art. 10.In artikelen 8 en 9 van hetzelfde besluit wordt het woord "verbruiksgegevens" vervangen door het woord "afnamegegevens".

Art. 11.Artikel 10 van hetzelfde besluit wordt vervangen door wat volgt : «

Art. 10.§ 1. Op elke factuur die gebaseerd is op nieuwe afnamegegevens of op een begeleidend document waarnaar op deze factuur wordt verwezen, wordt het jaarlijkse elektriciteitsverbruik tijdens de laatste drie jaar op een overzichtelijke manier weergegeven.

Als de in het eerste lid bedoelde facturen frequenter dan jaarlijks worden voorgelegd en daartoe afnamegegevens over een kortere afrekeningsperiode worden gebruikt, worden de bedoelde gegevens over de laatste drie jaar eveneens per afrekeningsperiode gegeven. De vermelde gegevens per afrekeningsperiode worden zodanig genormaliseerd dat ze steeds onderling vergelijkbaar zijn en betrekking hebben op eenzelfde aantal verbruiksdagen.

Als de in het eerste lid bedoelde factuur betrekking heeft op meer dan 8 en minder dan 14 maanden en de gegevens over de laatste 12 maanden niet bekend zijn, worden de in het eerste lid bedoelde gegevens voor de laagspanningsafnemers genormaliseerd naar 12 maanden, volgens het profiel van de betrokken afnemer, vastgelegd door de VREG. De in het eerste lid bedoelde gegevens worden opgemaakt per meetpunt en voor de totale meetinstallatie waarvoor een afrekening wordt voorgelegd. Voor meetinstallaties die een onderscheid maken in gebruiksperiode wordt elke teller als een meetpunt beschouwd. § 2. Als de leverancier niet over de in § 1 bedoelde gegevens beschikt, vraagt hij die op bij de netbeheerder. Behoudens schriftelijk verzet van de afnemer verschaft de netbeheerder, op eenvoudig verzoek van de leverancier, de nodige informatie aan de leverancier. De netbeheerder beschikt over een periode van 20 werkdagen om die gegevens ter beschikking te stellen. § 3. De minister kan voorwaarden vastleggen over de vorm waarin de gegevens, bedoeld in § 1 en § 2, worden verstrekt. »

Art. 12.In artikel 11 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° § 1 wordt vervangen door wat volgt : « § 1.Op elke factuur die gebaseerd is op nieuwe afnamegegevens of op een begeleidend document waarnaar op deze factuur wordt verwezen, wordt de oorsprong van de geleverde elektriciteit vermeld. »; 2° in § 2 worden een derde en vierde lid toegevoegd, die luiden als volgt : « Voor elektriciteit die is verkregen via invoer of via elektriciteitsuitwisseling op een elektriciteitsbeurs, kunnen de door de betrokken invoerder of elektriciteitsbeurs verstrekte geaggregeerde cijfers worden gebruikt. Voor elektriciteit uit hernieuwbare energiebronnen wordt het bewijs van de oorsprong van de elektriciteit, bedoeld in het tweede lid, geleverd door een garantie van oorsprong zoals bedoeld in artikel 5 van de richtlijn 2001/77/EG van het Europees Parlement en de Raad van 27 september 2001 betreffende de bevordering van elektriciteitsopwekking uit hernieuwbare energiebronnen op de interne elektriciteitsmarkt. »; 3° § 4 wordt vervangen door de woorden : « § 4.De VREG gaat na of de informatie die door de leverancier wordt gegeven bij de toepassing van dit artikel betrouwbaar is. De leverancier rapporteert jaarlijks bij de VREG voor 1 februari van het lopende jaar over de gegevens van het voorgaande kalenderjaar. De VREG maakt hierover een syntheseverslag en stelt dat ter beschikking van ANRE. »

Art. 13.In artikel 12 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° het woord "§ 1" wordt geschrapt;2° het woord "resultaatsverbintenissen" wordt vervangen door de woorden "resultaats- en actieverplichtingen".

Art. 14.De Vlaamse minister, bevoegd voor het Energiebeleid, is belast met de uitvoering van dit besluit.

Brussel, 26 september 2003.

De minister-president van de Vlaamse regering, B. SOMERS De Vlaamse minister van Mobiliteit, Openbare Werken en Energie, G. BOSSUYT

^