26 JANUARI 2024. - Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van artikel 3, § 6, van het besluit van de Vlaamse Regering van 31 maart 2023Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 31/03/2023 pub. 18/04/2023 numac 2023041675 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering betreffende de vrijwillige stopzetting van varkensstallen type besluit van de vlaamse regering prom. 31/03/2023 pub. 26/07/2023 numac 2023031076 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering over de uitvoering van het decreet van 3 mei 2019 houdende de havenkapiteinsdienst type besluit van de vlaamse regering prom. 31/03/2023 pub. 14/04/2023 numac 2023030987 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 25 maart 2022 tot bepaling van de huurprijs voor de tijdelijke huisvesting van gezinnen of alleenstaanden die dakloos zijn of dreigen te worden naar aanleiding van de oorlog in Oekraïne, tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 18 maart 2022 tot regeling van de tijdelijke huisvesting van gezinnen of alleenstaanden die dakloos zijn of dreigen te worden naar aanleiding van de oorlog in Oekraïne en tot opheffing van besluit van de Vlaamse Regering van 14 maart 2022 tot regeling van de tijdelijke huisvesting van gezinnen of alleenstaanden die dakloos zijn of dreigen te worden naar aanleiding van de oorlog in Oekraïne, wat betreft de indexering van de huurprijzen sluiten tot vaststelling van de site `PFAS 3M - Zwijndrecht'

Rechtsgrond Dit besluit is gebaseerd op: - Het Decreet betreffende de bodemsanering en de bodembescherming van 27 oktober 2006 (hierna te noemen `Bodemdecreet'), artikel 140 tot en met 145.

Vormvereisten De volgende vormvereisten zijn vervuld: - Inspectie van financiën heeft op 22 januari 2024 een gunstig advies uitgebracht.

Motivering Dit besluit is gebaseerd op de volgende motieven: Bij besluit van 31 maart 2023 heeft de Vlaamse Regering op grond van artikel 140, § 2, van het Bodemdecreet de site `PFAS 3M - Zwijndrecht' vastgesteld.

In toepassing van artikel 140, 2, tweede lid van het Bodemdecreet kan de Vlaamse Regering bij vaststelling van een site afwijken van de grondverzetsregeling die krachtens artikel 138 van het Bodemdecreet is vastgesteld.

Artikel 3 van het sitebesluit van 31 maart 2023 voorziet in een afwijking op het vlak van grondverzet en de verhouding ervan tot de uitvoering van bodemsanering. Gelet op de ernst van de PFAS-verontreiniging die tot de bronpercelen van de 3M-fabriek te Zwijndrecht terug te leiden valt en die bovendien een verontreiniging van bijzondere aard betreft, alsook op de urgentie die bestaat om de verontreiniging aan te pakken, zijn bijkomende processtappen in de grondverzetsregeling voorzien om zo ervoor te zorgen dat grondverzet en bodemsanering goed op elkaar zijn afgestemd en de wettigheid van toekomstig te nemen beslissingen op het vlak van grondverzet en bodemsanering te garanderen.

Verder bevat artikel 3, § 6, van het sitebesluit de verplichting om met toepassing van de procedure van de VLAREBO-grondverzetsregeling en de procedure zoals beschreven in artikel 3, § 2, van het sitebesluit, prioritair het grondverzet uit te voeren van de binnen de perimeter van de site aanwezige reeds uitgegraven gronden die op de datum van de inwerkingtreding van het sitebesluit nog geen definitieve toepassing heeft gekend, meer bepaald binnen 9 maanden na de inwerkingtreding van het sitebesluit. Voor deze gronden dient verder uiterlijk binnen een termijn van 12 maanden na de inwerkingtreding van het sitebesluit een bodembeheerrapport zoals bedoeld in artikel 184 VLAREBO beschikbaar te zijn.

Artikel 3, § 6, van het sitebesluit houdt in dat de op het ogenblik van de inwerkingtreding van het sitebesluit bestaande tijdelijke grondstocks met PFAS-houdende gronden van de Oosterweelwerf definitief toegepast, dan wel afgevoerd dienen te zijn tegen uiterlijk 31 januari 2024. Verder moet uiterlijk 30 april 2024 voor deze gronden een bodembeheerrapport beschikbaar zijn. In uitvoering van artikel 8 van het sitebesluit evalueert de Vlaamse Regering regelmatig de uitvoering van het sitebesluit en op basis van die evaluatie kan ze bepalingen van het sitebesluit wijzigen.

In het kader van een overleg van 22 november 2023 van het Departement omgeving/afdeling handhaving, OVAM en Lantis heeft Lantis aangegeven dat de totale benodigde reinigingscapaciteit voor werken Oosterweel.

Stilaan de tot de zomer 2024 beschikbare capaciteit van de markt bereikt heeft.

Wat betreft de verwerkingscapaciteit voor PFAS-verontreinigde bodemmaterialen door de afvalverwerkende sector stelt de sector tijdens het overleg van OVAM-OVB-Denuo van 29 november 2023 dat `recent grote hoeveelheden van 3M zijn aangeduid als niet-reinigbaar wegens erg hoge PFAS-concentraties. Betreffende de verwerkingscapaciteit voor reiniging zijn er momenteel nog knelpunten (vergunning, opslag, onzekerheid afzet). De markt organiseert zich echter om grotere volumes PFAS-verontreinigde grond te kunnen verwerken (transport, verwerking, storten). Het gaat hier om een tijdelijk gegeven'.

Voor het storten van PFAS-verontreinigde grond had Denuo al verduidelijkt dat de PFAS-problematiek in de afvalsector niet enkel ter hoogte van de stortplaatsen is. Steeds meer afvalverwerkers doen de poorten voor PFAS-gecontamineerd afval dicht (steeds strenger). De sector heeft tijd nodig om zich aan te passen en er is overleg nodig met VMM. PFAS in het afvalwater, maar zeker ook de finale destructie vormt een probleem.

Voor tijdelijke grondoverschotten die onder het toepassingsgebied van artikel 3, § 6, van het sitebesluit vallen, vraagt Lantis op 4 januari 2024 aan het kabinet van de Minister van leefmilieu de termijnverlenging voor verwerking tijdelijke grondoverschotten gevat door artikel 3, § 6 van het Sitebesluit.

Op 5 januari 2024 wordt er nog bijkomende motivering bezorgd aan het kabinet van de Minister van leefmilieu. Lantis zag die termijn van 9 resp. 12 maanden graag verlengd gelet op de overbevraging van de afvalverwerkers en de omvang van de af te voeren gronden. Dit alles bemoeilijkt de definitieve toepassing/afvoer van de tijdelijk gestapelde gronden. Aangezien de termijn van 9 maanden reeds eind januari 2024 verstrijkt, is de noodzaak van een verlenging van de termijnen urgent.

Voor tijdelijke grondoverschotten die onder het toepassingsgebied van artikel 3, § 6, van het sitebesluit vallen, is een omschrijving in algemene bewoordingen van argumentatie beschikbaar die laat veronderstellen dat LANTIS aan de Vlaamse Regering heeft aangegeven om via wijziging van artikel 3, § 6 van het sitebesluit een termijnverlenging te voorzien om een verwerking van de betreffende grondoverschotten rekening houdend met de huidige marktomstandigheden mogelijk te maken.

Voorliggend besluit heeft enkel betrekking op de verlenging van de termijn opgenomen onder art 3. § 6 van het sitebesluit en doet geen afbreuk aan enige ander bepaling van het besluit.

Lantis dient er op toe te zien dat de opslag van de binnen de perimeter van de site aanwezige bodemmaterialen die onder haar beheer vallen geen aanleiding geeft tot de verspreiding van verontreinigende stoffen naar de omgeving en de ondergrond.

Na beraadslaging, DE VLAAMSE REGERING BESLIST:

Artikel 1.Artikel 3, § 6, eerste lid, van het besluit van de Vlaamse Regering van 31 maart 2023Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 31/03/2023 pub. 18/04/2023 numac 2023041675 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering betreffende de vrijwillige stopzetting van varkensstallen type besluit van de vlaamse regering prom. 31/03/2023 pub. 26/07/2023 numac 2023031076 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering over de uitvoering van het decreet van 3 mei 2019 houdende de havenkapiteinsdienst type besluit van de vlaamse regering prom. 31/03/2023 pub. 14/04/2023 numac 2023030987 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 25 maart 2022 tot bepaling van de huurprijs voor de tijdelijke huisvesting van gezinnen of alleenstaanden die dakloos zijn of dreigen te worden naar aanleiding van de oorlog in Oekraïne, tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 18 maart 2022 tot regeling van de tijdelijke huisvesting van gezinnen of alleenstaanden die dakloos zijn of dreigen te worden naar aanleiding van de oorlog in Oekraïne en tot opheffing van besluit van de Vlaamse Regering van 14 maart 2022 tot regeling van de tijdelijke huisvesting van gezinnen of alleenstaanden die dakloos zijn of dreigen te worden naar aanleiding van de oorlog in Oekraïne, wat betreft de indexering van de huurprijzen sluiten tot vaststelling van de site `3M PFAS - Zwijndrecht' wordt vervangen door wat volgt: "Het grondverzet met toepassing van de regeling die door de Vlaamse Regering werd vastgesteld op grond van artikel 138, § 1 Bodemdecreet, en overeenkomstig de procedure zoals beschreven in paragraaf 2 moet prioritair en uiterlijk op 01/05/2024 uitgevoerd worden voor wat betreft de binnen de perimeter van de site aanwezige reeds uitgegraven gronden die op die datum nog geen definitieve toepassing kennen.

Uiterlijk op 01/05/2024 dient voor deze gronden een bodembeheerrapport zoals bedoeld in artikel 184 VLAREBO beschikbaar te zijn. Deze bepaling is niet van toepassing op het grondverzet zoals voorzien in artikel 3, § 3, van dit sitebesluit.".

Art. 2.Tegen dit besluit kan bij de afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State een beroep worden ingesteld, binnen een termijn van zestig dagen na de kennisgeving ervan (artikel 4, § 1, derde lid, van het Besluit van de Regent van 23 augustus 1948 tot regeling van de rechtspleging voor de afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State). Het verzoekschrift moet ofwel per post aangetekend verzonden worden naar de griffie van de Raad van State, Wetenschapsstraat 33 te 1040 Brussel, ofwel volgens de elektronische procedure ingediend worden op de website http://www.raadvanstate.be/?page=e-procedure&lang=nl.

Art. 3.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 31 januari 2024.

Art. 4.De minister, bevoegd voor het leefmilieu en het waterbeleid, is belast met de uitvoering van dit besluit.

Brussel, 26 januari 2024.

De minister-president van de Vlaamse Regering, J. JAMBON De Vlaamse minister van Justitie en Handhaving, Omgeving, Energie en Toerisme, Z. DEMIR