gepubliceerd op 19 maart 2010
Besluit van de Vlaamse Regering houdende de algemene bepalingen die van toepassing zijn op de erkende organisaties voor autonoom vrijwilligerswerk en de organisaties met ingebouwd vrijwilligerswerk
26 FEBRUARI 2010. - Besluit van de Vlaamse Regering houdende de algemene bepalingen die van toepassing zijn op de erkende organisaties voor autonoom vrijwilligerswerk en de organisaties met ingebouwd vrijwilligerswerk
De Vlaamse Regering, Gelet op het
decreet van 3 april 2009Relevante gevonden documenten
type
decreet
prom.
03/04/2009
pub.
17/09/2009
numac
2009035880
bron
vlaamse overheid
Decreet betreffende het georganiseerde vrijwilligerswerk in het beleidsdomein Welzijn, Volksgezondheid en Gezin
sluiten betreffende het georganiseerde vrijwilligerswerk in het beleidsdomein Welzijn, Volksgezondheid en Gezin, artikelen 4, 5, derde lid, 6, tweede lid, en 17;
Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 5 augustus 2009;
Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor financiën en begroting, gegeven op 10 november 2009;
Gelet op advies 47.564/3 van de Raad van State, gegeven op 29 december 2009, met toepassing van artikel 84, §1, eerste lid, 1°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;
Op voorstel van de Vlaamse minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin;
Na beraadslaging, Besluit : HOOFDSTUK I. - Definities
Artikel 1.In dit besluit wordt verstaan onder : 1° decreet : het decreet van 3 april 2009Relevante gevonden documenten type decreet prom. 03/04/2009 pub. 17/09/2009 numac 2009035880 bron vlaamse overheid Decreet betreffende het georganiseerde vrijwilligerswerk in het beleidsdomein Welzijn, Volksgezondheid en Gezin sluiten betreffende het georganiseerde vrijwilligerswerk in het beleidsdomein Welzijn, Volksgezondheid en Gezin;2° organisatie : een organisatie voor autonoom vrijwilligerswerk die erkend is conform hoofdstuk III, afdeling I, van het decreet, of een organisatie met ingebouwd vrijwilligerswerk. HOOFDSTUK II. - Rekrutering, onthaal en vorming
Art. 2.De organisatie rekruteert vrijwilligers. Ze mag daarbij niemand discrimineren op grond van ras, nationaliteit, geslacht, geloof, leeftijd of levensovertuiging.
Art. 3.Voor de organisatie met de kandidaat-vrijwilligers een afsprakennota als vermeld in artikel 5 van het decreet, opstelt, voert ze met ieder van hen een verkennend gesprek. Daarin wordt toelichting gegeven over de afsprakennota en worden persoonlijke afspraken gemaakt.
Art. 4.Als de vrijwilligers hun activiteiten aanvatten, zorgt de organisatie voor een basisopleiding, waarin de verschillende aspecten van de uit te voeren activiteiten worden belicht. Die opleiding kan individueel of in groep plaatsvinden. Ze kan de vorm van een stage aannemen.
Art. 5.Ten minste eenmaal per jaar biedt de organisatie aan de vrijwilligers een passende vormingsactiviteit aan om hun inzicht in het vrijwilligerswerk en in de welzijns- en gezondheidssector te verruimen of om hen specifieke vaardigheden bij te brengen waardoor de uitvoering van de activiteiten kwalitatief kan verbeteren. HOOFDSTUK III. - Afsprakennota
Art. 6.Naast de elementen, vermeld in artikel 5, tweede lid, van het decreet, bevat de afsprakennota de volgende elementen : 1° het onderschrijven door de vrijwilliger van de doelstellingen van de organisatie;2° de verbintenis van de vrijwilliger om de filosofische, politieke en religieuze overtuiging van de hulpvrager te eerbiedigen;3° de wijze waarop de organisatie de samenwerking met de vrijwilliger kan beëindigen als de afspraken niet worden nageleefd;4° de taken, de functie en de bereikbaarheid van de contactpersoon, vermeld in artikel 5, tweede lid, 4°, van het decreet;5° de wijze waarop de vrijwilliger inspraak heeft in de organisatie;6° informatie over het statuut van de organisatie of over de wijze waarop de vrijwilliger zich daarover kan informeren;7° de voorwaarden van de samenwerking tussen vrijwilligers en beroepskrachten en tussen vrijwilligers onderling.
Art. 7.De afsprakennota kan de vorm aannemen van een gedrukte of digitale informatiedrager waarin alle vereiste inlichtingen helder gepresenteerd worden en waarin ruimte is voor individuele afspraken.
Art. 8.Als een kandidaat-vrijwilliger minderjarig is en niet tot een redelijke beoordeling van zijn belangen in staat is, rekening houdend met zijn leeftijd en zijn maturiteit, wordt bij de afsprakennota de schriftelijke toestemming gevoegd van een persoon die over hem het ouderlijk gezag uitoefent. De minderjarige van twaalf jaar of ouder wordt vermoed in staat te zijn tot een redelijke beoordeling van zijn belangen. HOOFDSTUK IV. - Verzekering
Art. 9.§1. De verzekering, vermeld in artikel 6 van het decreet, dekt ten minste : 1° de burgerrechtelijke aansprakelijkheid buiten overeenkomst van de organisatie voor schade, toegebracht aan derden, inclusief aan vrijwilligers, door : a) haar activiteiten;b) de gebouwen, installaties en goederen die ze voor die activiteiten gebruikt;c) haar bestuurders en werknemers. Het bedrag van de dekking wordt vastgesteld overeenkomstig de bepalingen van artikel 5, eerste en derde lid, van het koninklijk besluit van 12 januari 1984Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 12/01/1984 pub. 14/05/2007 numac 2007000313 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Koninklijk besluit tot vaststelling van de minimumgarantievoorwaarden van de verzekeringsovereenkomsten tot dekking van de burgerrechtelijke aansprakelijkheid buiten overeenkomst met betrekking tot het privé-leven. - Duitse vertaling sluiten tot vaststelling van de minimumgarantievoorwaarden van de verzekeringsovereenkomsten tot dekking van de burgerrechtelijke aansprakelijkheid buiten overeenkomst met betrekking tot het privéleven; 2° de burgerrechtelijke aansprakelijkheid buiten overeenkomst van de vrijwilligers en, als ze minderjarig zijn, de aansprakelijkheid van hun ouders of voogden op basis van artikel 1384 van het Burgerlijk Wetboek, als zij die aansprakelijkheid oplopen tijdens de uitvoering van het vrijwilligerswerk of op de weg naar en van het vrijwilligerswerk.De dekking omvat ten minste de schade die veroorzaakt wordt aan hulpvragers, aan andere vrijwilligers of aan derden, en de lichamelijke schade die veroorzaakt wordt aan de bestuurders en werknemers van de organisatie. Het bedrag van de dekking wordt vastgesteld overeenkomstig de bepalingen van artikel 5, eerste en derde lid, van het koninklijk besluit van 12 januari 1984Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 12/01/1984 pub. 14/05/2007 numac 2007000313 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Koninklijk besluit tot vaststelling van de minimumgarantievoorwaarden van de verzekeringsovereenkomsten tot dekking van de burgerrechtelijke aansprakelijkheid buiten overeenkomst met betrekking tot het privé-leven. - Duitse vertaling sluiten tot vaststelling van de minimumgarantievoorwaarden van de verzekeringsovereenkomsten tot dekking van de burgerrechtelijke aansprakelijkheid buiten overeenkomst met betrekking tot het privéleven; 3° de lichamelijke schade en de schade aan goederen, geleden door de vrijwilligers, bij ongevallen tijdens de uitvoering van het vrijwilligerswerk of tijdens de verplaatsingen die in het kader daarvan worden gedaan, en de ziekten en contaminaties die zijn opgelopen als gevolg van het vrijwilligerswerk.Per verzekerde en per ongeval, ziekte of contaminatie bedraagt de dekking ten minste : a) 12.000 euro bij overlijden; b) 18.000 euro bij blijvende invaliditeit; c) 9 euro per kalenderdag bij tijdelijke arbeidsongeschiktheid, vanaf de eenendertigste kalenderdag, in geval van inkomensverlies;d) 3000 euro voor verzorgingskosten;e) 3000 euro voor schade aan goederen. § 2. Voor de schade aan goederen, vermeld in §1, 3°, kan de verzekeringsovereenkomst bepalen dat : 1° die schade alleen gedekt is als ze met lichamelijke schade gepaard gaat;2° die schade niet de schade aan voertuigen van welke aard ook omvat;3° het herstel van die schade beperkt wordt tot het bedrag boven de 300 euro. HOOFDSTUK V. - Slotbepalingen
Art. 10.Het decreet van 3 april 2009Relevante gevonden documenten type decreet prom. 03/04/2009 pub. 17/09/2009 numac 2009035880 bron vlaamse overheid Decreet betreffende het georganiseerde vrijwilligerswerk in het beleidsdomein Welzijn, Volksgezondheid en Gezin sluiten betreffende het georganiseerde vrijwilligerswerk in het beleidsdomein Welzijn, Volksgezondheid en Gezin heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2010.
Art. 11.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2010.
De organisaties conformeren zich aan de bepalingen van dit besluit binnen een jaar na de voormelde datum.
Art. 12.De Vlaamse minister, bevoegd voor de bijstand aan personen, en de Vlaamse minister, bevoegd voor het gezondheidsbeleid, zijn, ieder wat hem of haar betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.
Brussel, 26 februari 2010.
De minister-president van de Vlaamse Regering, K. PEETERS De Vlaamse minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin, J. VANDEURZEN