gepubliceerd op 08 november 2024
Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 15 juli 2022 tot uitvoering van het decreet van 14 januari 2022 over maatwerk bij individuele inschakeling, wat betreft de werkondersteunende maatregelen en de tijdelijke vergoedingsregeling
25 OKTOBER 2024. - Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 15 juli 2022Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 15/07/2022 pub. 19/08/2022 numac 2022033079 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet van 14 januari 2022 over maatwerk bij individuele inschakeling sluiten tot uitvoering van het decreet van 14 januari 2022 over maatwerk bij individuele inschakeling, wat betreft de werkondersteunende maatregelen en de tijdelijke vergoedingsregeling
Rechtsgrond Dit besluit is gebaseerd op: - het decreet van 14 januari 2022 over maatwerk bij individuele inschakeling, artikel 16, derde lid, artikel 19, zesde lid, artikel 30, § 2, artikel 86 en 88.
Vormvereisten De volgende vormvereisten zijn vervuld: - Het besluit werd aangepast aan het wetgevingstechnisch en taaladvies nr. 2024/118 van 27 maart 2024. - De Vlaamse minister, bevoegd voor het budgettair beleid, heeft zijn akkoord gegeven op 15 mei 2024. - De Sociaal-Economische Raad van Vlaanderen heeft advies gegeven op 24 juni 2024. - NOOZO heeft advies gegeven op 9 juli 2024. - De Raad van State heeft advies 77.049/1 gegeven op 8 oktober 2024, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973.
Motivering Dit besluit is gebaseerd op het volgende motief: Het besluit heeft tot doel om de toegang tot en de hoogte van de ondersteuning voor de doelgroep uiterst kwetsbare werknemers binnen de maatregelen maatwerk bij individuele inschakeling en maatwerk bij collectieve inschakeling gelijk te schakelen, en om de tijdelijke vergoeding die tijdens de overgangsperiode aan lokale diensteneconomieondernemingen en maatwerkafdelingen, die de overstap naar de maatregel maatwerk bij individuele inschakeling hebben gemaakt, automatisch toe te kennen en te berekenen aan de hand van authentieke databronnen.
Juridisch kader Dit besluit sluit aan bij de volgende regelgeving: - decreet van 12 juli 2013Relevante gevonden documenten type decreet prom. 12/07/2013 pub. 02/09/2013 numac 2013204787 bron vlaamse overheid Decreet betreffende maatwerk bij collectieve inschakeling sluiten betreffende maatwerk bij collectieve inschakeling; - decreet van 22 november 2013Relevante gevonden documenten type decreet prom. 22/11/2013 pub. 07/01/2014 numac 2013036182 bron vlaamse overheid Decreet betreffende de lokale diensteneconomie sluiten betreffende de lokale diensteneconomie; - besluit van de Vlaamse Regering van 19 december 2014Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 19/12/2014 pub. 17/03/2015 numac 2015035254 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet van 22 november 2013 betreffende de lokale diensteneconomie sluiten tot uitvoering van het decreet van 22 november 2013Relevante gevonden documenten type decreet prom. 22/11/2013 pub. 07/01/2014 numac 2013036182 bron vlaamse overheid Decreet betreffende de lokale diensteneconomie sluiten betreffende de lokale diensteneconomie; - besluit van de Vlaamse Regering van 17 februari 2017Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 17/02/2017 pub. 18/04/2017 numac 2017011585 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet van 12 juli 2013 betreffende maatwerk bij collectieve inschakeling sluiten tot uitvoering van het decreet van 12 juli 2013Relevante gevonden documenten type decreet prom. 12/07/2013 pub. 02/09/2013 numac 2013204787 bron vlaamse overheid Decreet betreffende maatwerk bij collectieve inschakeling sluiten betreffende maatwerk bij collectieve inschakeling; - verordening (EU) nr. 651/2014 van de Commissie van 17 juni 2014 waarbij bepaalde categorieën steun op grond van artikel 107 en 108 van het Verdrag met de interne markt verenigbaar worden verklaard; - besluit 2012/21/EU van de Commissie van 20 december 2011 betreffende de toepassing van artikel 106, lid 2, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie op staatssteun in de vorm van compensatie voor de openbare dienst, verleend aan bepaalde met het beheer van diensten van algemeen economisch belang belaste ondernemingen.
Initiatiefnemer Dit besluit wordt voorgesteld door de Vlaamse minister van Binnenland, Steden- en Plattelandsbeleid, Samenleven, Integratie en Inburgering, Bestuurszaken, Sociale Economie en Zeevisserij en de Vlaamse minister van Onderwijs, Justitie en Werk.
Na beraadslaging, DE VLAAMSE REGERING BESLUIT:
Artikel 1.In artikel 1 van het besluit van de Vlaamse Regering van 15 juli 2022Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 15/07/2022 pub. 19/08/2022 numac 2022033079 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet van 14 januari 2022 over maatwerk bij individuele inschakeling sluiten tot uitvoering van het decreet van 14 januari 2022 over maatwerk bij individuele inschakeling worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° punt 2° wordt vervangen door: "2° advies collectief maatwerk: het advies collectief maatwerk, vermeld in artikel 12, tweede lid, van het besluit van 17 februari 2017;"; 2° er wordt een punt 2/1° ingevoegd dat luidt als volgt: "2/1° advies collectief maatwerk voor uiterst kwetsbare werknemers: het advies collectief maatwerk, vermeld in artikel 12, vierde lid, van het besluit van 17 februari 2017;".
Art. 2.In artikel 20 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° paragraaf 2, vijfde lid, wordt opgeheven;2° er wordt een paragraaf 3 toegevoegd, die luidt als volgt: " § 3.Als de VDAB de behoefte aan werkondersteunende maatregelen voor een periode van maximaal twee jaar vaststelt conform artikel 3, eerste lid, bedraagt de loonpremie 20% van het geplafonneerde referteloon gedurende het kwartaal van de beslissing en de daaropvolgende zeven kwartalen.
Als de VDAB de behoefte aan werkondersteunende maatregelen voor een periode van maximaal twee jaar vaststelt conform artikel 3, en de behoefte aan een verhoogde loonpremie vaststelt op basis van de lijsten, vermeld in artikel 2, derde lid, 1° en 2°, of het advies collectief maatwerk voor uiterst kwetsbare werknemers, bedraagt de loonpremie 45% van het geplafonneerde referteloon gedurende het kwartaal van de beslissing en de daaropvolgende zeven kwartalen.".
Art. 3.Artikel 20, § 2, vijfde lid, van hetzelfde besluit wordt opnieuw opgenomen in de volgende lezing: "Als de behoefte aan werkondersteunende maatregelen voor een periode van maximaal twee jaar is vastgesteld conform artikel 3, eerste lid, bedraagt de loonpremie 20% van het geplafonneerde referteloon gedurende het kwartaal van de beslissing en de daaropvolgende zeven kwartalen.".
Art. 4.In artikel 20 van hetzelfde besluit wordt paragraaf 3 opgeheven.
Art. 5.In artikel 21, § 2, van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 23 februari 2024Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 23/02/2024 pub. 05/04/2024 numac 2024002844 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het koninklijk besluit van 16 mei 2003 tot uitvoering van het Hoofdstuk 7 van Titel IV van de programmawet van 24 december 2002 , betreffende de harmonisering en vereenvoudiging van de regelingen inzake verminderingen van de sociale zekerheidsbijdragen en het besluit van de Vlaamse Regering van 15 juli 2022 tot uitvoering van het decreet van 14 januari 2022 over maatwerk bij individuele inschakeling type besluit van de vlaamse regering prom. 23/02/2024 pub. 28/02/2024 numac 2024001892 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse regering van 1 juni 1995 houdende algemene en sectorale bepalingen inzake milieuhygiëne en het besluit van de Vlaamse Regering van 12 december 2008 tot uitvoering van titel XVI van het decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, wat betreft zwemmen in open water sluiten, wordt de zinsnede "een verenigingswerker als vermeld in artikel 2, 2°, van de wet van 24 december 2020 betreffende het verengingswerk" vervangen door de zinsnede "een persoon die wordt tewerkgesteld conform artikel 17 van het Koninklijk besluit van 28 november 1969 tot uitvoering van de wet van 27 juni 1969 tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeider".
Art. 6.Aan artikel 50, § 3, van hetzelfde besluit wordt een derde lid toegevoegd dat luidt als volgt: "Als de VDAB de behoefte aan werkondersteunende maatregelen conform artikel 3 voor een periode van maximaal twee jaar vaststelt, en daarbij een begeleidingsbehoefte vaststelt in combinatie met een verhoogde loonpremie op basis van de lijsten, vermeld in artikel 2, derde lid, 1° en 2°, of het advies collectief maatwerk voor uiterst kwetsbare werknemers, bedraagt de begeleidingspremie bij een tewerkstelling bij dezelfde werkgever: 1° 1930 euro per kwartaal tijdens de eerste periode, die gelijk is aan de periode van het kwartaal van de beslissing tot en met het vierde kwartaal na het kwartaal van de beslissing; 2° 1030 euro per kwartaal tijdens de tweede periode, die begint vanaf het vijfde kwartaal van de beslissing tot en met het zevende kwartaal na het kwartaal van de beslissing."
Art. 7.Artikel 50, § 3, derde lid, van hetzelfde besluit wordt opgeheven.
Art. 8.Aan artikel 64, § 3, van hetzelfde besluit wordt een tweede lid toegevoegd, dat luidt als volgt: "Als de VDAB de behoefte aan werkondersteunende maatregelen conform artikel 3 voor een periode van maximaal twee jaar vaststelt, en daarbij een begeleidingsbehoefte vaststelt in combinatie met een verhoogde loonpremie op basis van de lijsten, vermeld in artikel 2, derde lid, 1° en 2°, of het advies collectief maatwerk voor uiterst kwetsbare werknemers, bedraagt de ondersteuningspremie 45% van het gewaarborgd gemiddelde minimummaandinkomen. De ondersteuningspremie start op het ogenblik van het kwartaal van de beslissing en loopt tijdens de zeven daaropvolgende kwartalen.".
Art. 9.Artikel 64, § 3, tweede lid, van hetzelfde besluit wordt opgeheven.
Art. 10.In artikel 82 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in paragraaf 2 wordt het tweede lid vervangen door wat volgt: "De tijdelijke vergoeding wordt toegekend binnen de perken van het jaarlijkse begrotingskrediet en bedraagt 15.666,51 euro"."; 2° er worden een paragraaf 4 en paragraaf 5 toegevoegd die luiden als volgt: " § 4.De tijdelijke vergoeding, vermeld in paragraaf 2, evolueert binnen jaarlijkse begrotingskredieten, op dezelfde wijze en in dezelfde mate als de gezondheidsindex met als basismaand juni 2023.
Het nieuwe bedrag heeft ingang na verloop van een wachtmaand. § 5. De tijdelijke vergoeding wordt toegekend met toepassing van besluit 2012/21/EU van de Commissie van 20 december 2011 betreffende de toepassing van artikel 106, lid 2, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie op staatssteun in de vorm van compensatie voor de openbare dienst, verleend aan bepaalde met het beheer van diensten van algemeen economisch belang belaste ondernemingen.
Het departement voert op regelmatige basis, uiterlijk om de drie jaar, controles uit die gericht zijn op de naleving van de bepalingen van dit besluit, om de omvang van de vergoeding voor de inschakelingstrajecten te bepalen.
De controles, vermeld in het tweede lid, zijn minimaal gericht op: 1° de loonkosten van de begeleider;2° de loonkosten van de werknemer;3° de uitvoering van een inschakelingstraject dat gericht is op een competentieversterkende tewerkstelling en een kwaliteitsvolle begeleiding en het bereiken van doorstroom. De controle, vermeld in het tweede lid, kan aanleiding geven tot de herziening van de vergoeding, vermeld in artikel 82, § 2, tweede lid van dit besluit.
Als de begunstigde van de tijdelijke vergoeding activiteiten verricht die zowel binnen als buiten het toepassingsgebied van deze dienst van algemeen economisch belang vallen, moet hij een gescheiden boekhouding voeren, waarin de kosten van en de inkomsten uit de dienst, en de kosten en inkomsten die met andere diensten verband houden, gescheiden worden aangegeven.
De begunstigde van de tijdelijke vergoeding bewaart de informatiegegevens die betrekking hebben op de naleving van de voorwaarden van dit besluit gedurende minimaal tien jaar, na afloop van de periode van toewijzing.".
Art. 11.In artikel 93 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in paragraaf 2 wordt het tweede lid vervangen door wat volgt: "De tijdelijke vergoeding wordt toegekend binnen de perken van het jaarlijkse begrotingskrediet en omvat per voltijdsequivalent van een tewerkgestelde doelgroepwerknemer de volgende bestanddelen: 1° een loonpremie die is berekend op het referteloon, vermeld in artikel 35 van het besluit van de Vlaamse Regering van 17 februari 2017Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 17/02/2017 pub. 18/04/2017 numac 2017011585 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet van 12 juli 2013 betreffende maatwerk bij collectieve inschakeling sluiten betreffende maatwerk bij collectieve inschakeling volgens het percentage zoals dit op de dag voor de datum van de inwerkingtreding van dit besluit is vastgesteld;2° een vaste begeleidingspremie van maximaal 617,96 euro per kwartaal per persoon met loonkosten in het kwartaal; 3° een variabele begeleidingspremie per voltijdsequivalent van een tewerkgestelde doelgroepwerknemer met loonkosten in het kwartaal in kwestie, die bestaat uit: a) 1.349,69 euro per kwartaal voor een doelgroepwerknemer met een hoge intensiteit van begeleiding die op de dag voor de datum van de inwerkingtreding van dit besluit is vastgesteld; b) 759,40 euro per kwartaal voor een doelgroepwerknemer met een gemiddelde intensiteit van begeleiding op de dag voor de datum van de inwerkingtreding van dit besluit.". 2° er wordt een paragraaf 4 en een paragraaf 5 toegevoegd, die luiden als volgt: " § 4.De vaste en de variabele begeleidingspremie van de tijdelijke vergoeding, vermeld in artikel 93, § 2, tweede lid, 3°, a) en b), volgen de evolutie van de gezondheidsindex met als basismaand juni 2023 en worden uitbetaald met inachtname van een wachtmaand. § 5. De tijdelijke vergoeding wordt toegekend met toepassing van de algemene groepsvrijstellingsverordening.".
Art. 12.Artikel 3, artikel 4, artikel 7 en artikel 9 treden in werking op 1 januari 2026.
Artikel 10 en 11 hebben uitwerking met ingang van 1 oktober 2024.
Art. 13.De Vlaamse minister, bevoegd voor werk, en de Vlaamse minister, bevoegd voor de sociale economie, zijn, ieder wat hem of haar betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.
Brussel, 25 oktober 2024.
De minister-president van de Vlaamse Regering, M. DIEPENDAELE De Vlaamse minister van Binnenland, Steden- en Plattelandsbeleid, Samenleven, Integratie en Inburgering, Bestuurszaken, Sociale Economie en Zeevisserij, H. CREVITS De Vlaamse minister van Onderwijs, Justitie en Werk, Z. DEMIR