Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Vlaamse Regering van 25 maart 2016
gepubliceerd op 28 april 2016

Besluit van de Vlaamse Regering betreffende de wijziging van de ligging van de installaties voor het vervoer van gasachtige vloeistoffen, in eigendom van Aethyleen Rohrleitungs Gesellschaft m.b.H. und Co K.G., INEOS Chlorvinyls Limburg B.V. en N.V. P.A.L.L., die nu in beheer zijn bij Petrochemical Pipeline Services B.V., gelegen in het openbaar domein op- en afwaarts en onder de brug Zolder in Heusden-Zolder en onder de brug Stokrooie in Hasselt over het Albertkanaal, beheerd door nv De Scheepvaart

bron
vlaamse overheid
numac
2016035703
pub.
28/04/2016
prom.
25/03/2016
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

25 MAART 2016. - Besluit van de Vlaamse Regering betreffende de wijziging van de ligging van de installaties voor het vervoer van gasachtige vloeistoffen, in eigendom van Aethyleen Rohrleitungs Gesellschaft m.b.H. und Co K.G., INEOS Chlorvinyls Limburg B.V. en N.V. P.A.L.L., die nu in beheer zijn bij Petrochemical Pipeline Services B.V., gelegen in het openbaar domein op- en afwaarts en onder de brug Zolder (Westlaan) in Heusden-Zolder en onder de brug Stokrooie in Hasselt over het Albertkanaal, beheerd door nv De Scheepvaart


De Vlaamse Regering, Gelet op de wet van 12 april 1965Relevante gevonden documenten type wet prom. 12/04/1965 pub. 08/03/2007 numac 2007000126 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de bescherming van het loon der werknemers sluiten betreffende het vervoer van gasachtige producten en andere door middel van leidingen, artikel 9, tweede en derde lid, en artikel 12;

Gelet op het koninklijk besluit van 15 maart 1966 tot wijziging van de ligging of het tracé van een gasvervoerinstallatie ter uitvoering van de wet van 12 april 1965Relevante gevonden documenten type wet prom. 12/04/1965 pub. 08/03/2007 numac 2007000126 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de bescherming van het loon der werknemers sluiten betreffende het vervoer van gasachtige producten en andere door middel van leidingen, artikel 2, 3, 4 en 5;

Gelet op het ministerieel besluit van 15 april 1971 (kenmerk A323-1034) waarbij een toelating voor het vervoer van ethyleen door middel van een leiding tussen Boorsem en Antwerpen, met een aftakking naar Tessenderlo, wordt verleend aan de firma Aethyleen Rohrleitungs Gesellschaft m.b.H. und Co K.G., gewijzigd door de ministeriële besluiten A323-1034bis van 24 juli 1973 en A323-3163 van 18 september 2001, verlengd bij ministerieel besluit A329-2923A van 1 december 2003;

Gelet op het ministerieel besluit van 25 mei 1971 (kenmerk A323-1035) waarbij een toelating voor vervoer van monovinylchloride door middel van een leiding tussen Boorsem en Tessenderlo wordt verleend aan de naamloze vennootschap Nederlandse Staatsmijnen (thans in het bezit van INEOS Chlorvinyls Limburg B.V.)), gewijzigd door de ministeriële besluiten A323-1059 van 6 maart 1972, A323-1035/B van 24 juli 1973, A323-2194 van 15 juni 1990 en A323-2888 van 15 oktober 1998, een eerste maal verlengd bij ministerieel besluit A329-2887 van 22 december 2000, en opnieuw verlengd bij ministerieel besluit A329-3885 van 15 mei 2014;

Gelet op het ministerieel besluit van 3 maart 1977 (kenmerk P323-986) waarbij aan de DSM Transportmaatschappij B.V. (thans N.V. P.A.L.L.) een toelating wordt verleend om vloeibare koolwaterstoffen te vervoeren door middel van een leiding van Antwerpen tot aan de Belgisch-Nederlandse grens te Maasmechelen (Leut), verlengd bij ministerieel besluit P329-3412A van 4 november 2009;

Overwegende dat de leidingen, vermeld in de bovenstaande alinea's, gelegen zijn in het openbaar domein, beheerd door nv De Scheepvaart;

Overwegende dat het Albertkanaal ingedeeld is bij de klasse VIb waterwegen, waarvan de Europese Conferentie van Ministers van Transport in resolutie nr. 92/2 de kenmerken heeft gedefinieerd;

Overwegende dat waterwegen van klasse VIb minstens moeten voldoen aan een vrije vaarhoogte van 9,10 meter en dat de bruggen van Zolder en Stokrooie momenteel niet aan die norm voldoen en dus aangepast moeten worden;

Overwegende dat ook de Vlaamse Regering in haar regeerakkoord van 23 juli 2014 investeringen in een betrouwbaar, efficiënt en slim waterwegennetwerk als prioriteit naar voren heeft geschoven, meer bepaald door te werken aan de verdere uitbouw van het Albertkanaal en de graduele verhoging van de bruggen over het Albertkanaal vanuit Antwerpen richting Luik;

Overwegende dat de Vlaamse minister van Mobiliteit en Openbare Werken het oplossen van capaciteitsbeperkende knelpunten heeft ingeschreven in de beleidsnota 2014-2019, om een capaciteitsverhoging van het Albertkanaal te realiseren in overeenstemming met de normen van resolutie nr. 92/2;

Overwegende dat daarvoor het strategische project "Verhoging bruggen op Albertkanaal tot een vrije hoogte van 9,10 m" is gedefinieerd; dat voor dit project een uitvoeringstraject is opgesteld om de realisatie ervan tegen 2020 mogelijk te maken; dat dit project bevestigd is in het SALK, goedgekeurd door de Vlaamse Regering op 16 juli 2013;

Overwegende dat ter uitvoering van dit project kredieten zijn ingeschreven in het meerjarig investeringsprogramma 2013-2016 van de naamloze vennootschap De Scheepvaart dat de vorige minister op 6 maart 2013 heeft goedgekeurd;

Overwegende dat de operationele doelstelling 1.2 ingeschreven onder strategische doelstelling SD1 `Investeren in economische en logistieke netwerken: internationaal en multimodaal vervoersbeleid' van het door de raad van bestuur op 21 mei 2015 vastgestelde ondernemingsplan van de naamloze vennootschap De Scheepvaart in investeringen voorziet om het Albertkanaal in te passen in het Europese transportinfrastructuurnetwerk door de bruggen over het Albertkanaal tot 9,10 meter, het minimum voor schepen met vier containerlagen, te verhogen;

Overwegende dat de verplaatsing moet worden uitgevoerd in het belang van de waterweg, als een rechtstreeks gevolg van de verhoging van de bruggen;

Overwegende dat krachtens artikel 9, derde lid, van de wet van 12 april 1965Relevante gevonden documenten type wet prom. 12/04/1965 pub. 08/03/2007 numac 2007000126 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de bescherming van het loon der werknemers sluiten die wijzigingen uitgevoerd worden op kosten van degenen die de gasvervoerinstallaties exploiteren;

Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 13 juli 2015;

Op voorstel van de Vlaamse minister van Mobiliteit, Openbare Werken, Vlaamse Rand, Toerisme en Dierenwelzijn;

Na beraadslaging, Besluit :

Artikel 1.Aethyleen Rohrleitungs Gesellschaft m.b.H. und Co K.G., Philosphenweg 31-33 in 47051 Duisburg, Duitsland, houder van de toelating voor het vervoer van ethyleen door middel van een leiding tussen Boorsem en Antwerpen, met een aftakking naar Tessenderlo, verleend door het ministerieel besluit van 15 april 1971 (kenmerk A323-1034), gewijzigd door de ministeriële besluiten A323-1034bis van 24 juli 1973 en A323-3163 van 18 september 2001, verlengd bij ministerieel besluit A329-2923A van 1 december 2003, is ertoe gehouden op eigen kosten het gedeelte van die leiding, gelegen in de onderbouw van de brug Zolder (Westlaan) en Stokrooie (Hasselt), te verwijderen om de verhoging van de bruggen mogelijk te maken. Die verplaatsing moet uiterlijk op 1 januari 2018 zijn uitgevoerd.

Art. 2.INEOS Chlorvinyls Limburg B.V., Koolwaterstofstraat 1, 6161 RA Geleen, Nederland, houder van een toelating voor vervoer van monovinylchloride door middel van een leiding tussen Boorsem en Tessenderlo, verleend bij ministerieel besluit van 25 mei 1971 (kenmerk A323-1035), gewijzigd door de ministeriële besluiten A323-1059 van 6 maart 1972, A323-1035/B van 24 juli 1973, A323-2194 van 15 juni 1990 en A323-2888 van 15 oktober 1998, een eerste keer verlengd bij ministerieel besluit A329-2887 van 22 december 2000, en opnieuw verlengd bij ministerieel besluit A329-3885 van 15 mei 2014, is ertoe gehouden op eigen kosten het gedeelte van die leiding, gelegen in de onderbouw van de brug Zolder (Westlaan) en Stokrooie (Hasselt), te verwijderen om de verhoging van de brug mogelijk te maken. Die verplaatsing moet uiterlijk op 1 januari 2018 zijn uitgevoerd.

Art. 3.N.V. Pijpleiding Antwerpen Limburg Luik (P.A.L.L.), Geleenlaan 35, 3600 Genk, België (voorheen DSM Transportmaatschappij B.V.), houder van een toelating om vloeibare koolwaterstoffen te vervoeren door middel van een leiding van Antwerpen tot aan de Belgisch-Nederlandse grens in Maasmechelen (Leut), verleend bij ministerieel besluit van 3 maart 1977 (kenmerk P323-986), verlengd bij ministerieel besluit P329-3412A van 4 november 2009, is ertoe gehouden op eigen kosten het gedeelte van die leiding, gelegen in de onderbouw van de brug Zolder (Westlaan) en Stokrooie (Hasselt), te verwijderen om de verhoging van de brug mogelijk te maken. Die verplaatsing moet uiterlijk op 1 januari 2018 zijn uitgevoerd.

Art. 4.Een eensluidend verklaard afschrift van dit besluit zal aan Aethyleen Rohrleitungs Gesellschaft m.b.H. und Co K.G., INEOS Chlorvinyls Limburg B.V., N.V. P.A.L.L. en aan de federale minister, bevoegd voor het energiebeleid, betekend worden.

Art. 5.De Vlaamse minister, bevoegd voor het mobiliteitsbeleid, de openbare werken en het vervoer, is belast met de uitvoering van dit besluit.

Brussel, 25 maart 2016.

De minister-president van de Vlaamse Regering, G. BOURGEOIS De Vlaamse minister van Mobiliteit, Openbare Werken, Vlaamse Rand, Toerisme en Dierenwelzijn, B. WEYTS

^