gepubliceerd op 29 juni 2021
Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van artikel 47/1 van het decreet van 21 november 2003 betreffende het preventieve gezondheidsbeleid
25 JUNI 2021. - Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van artikel 47/1 van het decreet van 21 november 2003Relevante gevonden documenten type decreet prom. 21/11/2003 pub. 03/02/2004 numac 2004035090 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet betreffende het preventieve gezondheidsbeleid sluiten betreffende het preventieve gezondheidsbeleid
Rechtsgronden Dit besluit is gebaseerd op: - het
decreet van 21 november 2003Relevante gevonden documenten
type
decreet
prom.
21/11/2003
pub.
03/02/2004
numac
2004035090
bron
ministerie van de vlaamse gemeenschap
Decreet betreffende het preventieve gezondheidsbeleid
sluiten betreffende het preventieve gezondheidsbeleid, artikel 47/1, ingevoegd bij het decreet van 18 december 2020 en gewijzigd bij het decreet van 25 juni 2021.
Vormvereisten De volgende vormvereisten zijn vervuld: - De Inspectie van Financiën heeft advies gegeven op 23 juni 2021. - Er is geen advies gevraagd aan de Raad van State, met toepassing van artikel 3, § 1, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973. Er is een dringende noodzakelijkheid omdat het Vlaams Parlement het decreet tot wijziging van artikel 47/1 van het decreet van 21 november 2003Relevante gevonden documenten type decreet prom. 21/11/2003 pub. 03/02/2004 numac 2004035090 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet betreffende het preventieve gezondheidsbeleid sluiten betreffende het preventieve gezondheidsbeleid in het kader van COVID-19 in de zomer van 2021 op 23 juni 2021 heeft goedgekeurd, een decreet dat noodzakelijk is om uitvoering te geven aan beslissingen van het Overlegcomité op 11 mei 2021 en 4 juni 2021 waarbij de deelstaten werden gelast wijzigingen in hun regelgeving aan te brengen die op 1 juli 2021 in werking zouden moeten treden, enerzijds, en omdat de Interministeriële Conferentie Volksgezondheid op 16 juni 2021 nieuwe regels inzake testing en quarantaine voor volledig gevaccineerden in het kader van een hoogrisicocontact heeft goedgekeurd die net zo spoedig in werking zouden moeten treden, anderzijds.
Initiatiefnemer Dit besluit wordt voorgesteld door de Vlaamse minister van Welzijn, Volksgezondheid, Gezin en Armoedebestrijding.
Na beraadslaging, DE VLAAMSE REGERING BESLUIT:
Artikel 1.In dit besluit wordt verstaan onder: 1° decreet van 21 november 2003Relevante gevonden documenten type decreet prom. 21/11/2003 pub. 03/02/2004 numac 2004035090 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet betreffende het preventieve gezondheidsbeleid sluiten: het decreet van 21 november 2003Relevante gevonden documenten type decreet prom. 21/11/2003 pub. 03/02/2004 numac 2004035090 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet betreffende het preventieve gezondheidsbeleid sluiten betreffende het preventieve gezondheidsbeleid;2° hoogrisicogebied waar zorgwekkende varianten sterk aanwezig zijn: een gebied dat de bevoegde federale dienst heeft aangeduid als een hoogrisicogebied waar een aanzienlijk deel van de besmettingen met COVID-19 er met een zorgwekkende variant zijn of worden vermoed;3° hoogrisicogebied waar verhoogde aandacht voor zorgwekkende varianten is : een gebied buiten de Europese Unie dat niet door de bevoegde federale dienst is aangeduid als een hoogrisicogebied waar zorgwekkende varianten sterk aanwezig zijn en dat niet op de EU-lijst van veilige derde landen staat;4° zorgwekkende variant: een variant van het SARS-CoV-2 virus die door de Wereldgezondheidsorganisatie als een Variant of Concern is gelabeld, met uitzondering van de Alpha variant.
Art. 2.§ 1. De termijn van de tijdelijke afzondering, vermeld in artikel 47/1, § 1, eerste lid, van het decreet van 21 november 2003Relevante gevonden documenten type decreet prom. 21/11/2003 pub. 03/02/2004 numac 2004035090 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet betreffende het preventieve gezondheidsbeleid sluiten, is: 1° minimaal tien dagen na aanvang van de symptomen en tot ten minste drie dagen zonder koorts en met verbetering van de respiratoire symptomen, als er symptomen van COVID-19 zijn;2° tien dagen vanaf de datum van de COVID-19-test, als er geen symptomen van COVID-19 zijn. Voor personen die in een hoogrisicogebied zijn geweest dat geen hoogrisicogebied is waar zorgwekkende varianten sterk aanwezig zijn, duurt de tijdelijke afzondering, vermeld in artikel 47/1, § 2, eerste lid, van het voormelde decreet, tien dagen vanaf de laatste dag dat de persoon in kwestie in een hoogrisicogebied is geweest, tenzij die persoon een negatieve COVID-19-test heeft ondergaan vanaf de zevende dag van de tijdelijke afzondering.
Voor personen die in een hoogrisicogebied zijn geweest dat een hoogrisicogebied is waar zorgwekkende varianten sterk aanwezig zijn, duurt de tijdelijke afzondering, vermeld in artikel 47/1, § 2, eerste lid, van het voormelde decreet, tien dagen vanaf de laatste dag dat de persoon in kwestie in een hoogrisicogebied is geweest.
De tijdelijke afzondering, vermeld in artikel 47/1, § 3, eerste lid, van het voormelde decreet, duurt tien dagen vanaf het laatste contact dat heeft geleid tot een verhoogd risico op COVID-19, tenzij de persoon een negatieve COVID-19-test heeft ondergaan vanaf de zevende dag van die tijdelijke afzondering.
In afwijking van het vierde lid, duurt de tijdelijke afzondering, vermeld in artikel 47/1, § 3, eerste lid, van het voormelde decreet, tien dagen vanaf het laatste contact dat heeft geleid tot een verhoogd risico op COVID-19 als de persoon, vermeld in artikel 47/1, § 1, eerste lid, van hetzelfde decreet, waarmee men in contact is geweest, besmet is met een zorgwekkende variant. § 2. Conform artikel 47/1, § 2, derde lid, 2°, en § 3, derde lid, 2°, van het decreet van 21 november 2003Relevante gevonden documenten type decreet prom. 21/11/2003 pub. 03/02/2004 numac 2004035090 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet betreffende het preventieve gezondheidsbeleid sluiten, kan de termijn van de tijdelijke afzondering, vermeld in artikel 47/1, § 2, eerste lid, en § 3, eerste lid, van hetzelfde decreet, tijdelijk worden opgeheven, behalve voor personen die in een hoogrisicogebied zijn geweest dat een hoogrisicogebied is waar zorgwekkende varianten sterk aanwezig zijn, om volgende noodzakelijke activiteiten die niet kunnen worden uitgesteld tot na het verstrijken van de termijn van de tijdelijke afzondering te vervullen, en mits het extra aandacht besteden aan hygiënische maatregelen, het afstand bewaren met andere personen en het dragen van een (chirurgisch) mondneusmasker: 1° verplaatsingen met betrekking tot dringende medische zorgen en toegang tot geneesmiddelen;2° verplaatsingen met betrekking tot de aankoop van noodzakelijke basisbenodigdheden, zoals voedsel, maar alleen als niemand anders hiervoor kan zorgen, en per uitzondering;3° verplaatsingen in het kader van dringende juridische of financiële aangelegenheden en ouderlijk gezag, mits staving;4° verplaatsingen in het kader van de dringende en noodzakelijke zorg voor (huis)dieren, als niemand anders hiervoor kan zorgen;5° verplaatsingen in het kader van een begrafenis. Conform artikel 47/1, § 2, derde lid, 2°, van het decreet van 21 november 2003Relevante gevonden documenten type decreet prom. 21/11/2003 pub. 03/02/2004 numac 2004035090 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet betreffende het preventieve gezondheidsbeleid sluiten, kan de tijdelijke afzondering, vermeld in artikel 47/1, § 2, eerste lid, van hetzelfde decreet, tijdelijk worden opgeheven voor personen die in een hoogrisicogebied zijn geweest dat een hoogrisicogebied is waar zorgwekkende varianten sterk aanwezig zijn om volgende noodzakelijke activiteiten die niet kunnen worden uitgesteld tot na het verstrijken van de termijn van de tijdelijke afzondering te vervullen, en mits het extra aandacht besteden aan hygiënische maatregelen, het afstand bewaren met andere personen en het dragen van een (chirurgisch) mondneusmasker: 1° verplaatsingen met betrekking tot dringende medische zorgen en toegang tot geneesmiddelen;2° verplaatsingen met betrekking tot de aankoop van noodzakelijke basisbenodigdheden, zoals voedsel, maar alleen als niemand anders hiervoor kan zorgen, en per uitzondering. § 3. Conform artikel 47/1, § 2, derde lid, 2°, van het decreet van 21 november 2003Relevante gevonden documenten type decreet prom. 21/11/2003 pub. 03/02/2004 numac 2004035090 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet betreffende het preventieve gezondheidsbeleid sluiten, kan de termijn van de tijdelijke afzondering, vermeld in artikel 47/1, § 2, eerste lid, van hetzelfde decreet, voor personen die in een hoogrisicogebied zijn geweest dat geen hoogrisicogebied is waar zorgwekkende varianten sterk aanwezig zijn, tijdelijk worden opgeheven voor: 1° leerlingen, studenten en stagairs in het kader van een examen of een verplichte taak;2° gezondheidswerkers, onderzoekers op het gebied van gezondheid en beroepskrachten uit de ouderenzorg.Op deze uitzondering kan alleen beroep worden gedaan door personeel dat nodig is om een minimum aan basiszorg te waarborgen. Voor het ziekenhuispersoneel wordt de beslissing genomen in overleg met de ziekenhuisdirectie en de dienst hygiëne van het ziekenhuis. Voor het zorgpersoneel in de eerstelijnszorg, zoals huisartsen, wordt het besluit genomen in overleg met de wachtkring; 3° leden van de diplomatieke en consulaire gemeenschap, titularissen van een functie, verkozenen en officiële vertegenwoordigers van de internationale organisaties en instellingen gevestigd in België, in het kader van een essentiële activiteit die niet op afstand kan worden verricht, noch per videoconferentie;4° staatshoofden en regeringshoofden, regeringsleden, parlementariërs en hoge ambtenaren, diplomatiek, consulair en technisch personeel op professionele zending, in het kader van een essentiële activiteit die niet op afstand kan worden verricht, noch per videoconferentie;5° personeelsleden van een internationale organisatie of personen die door een dergelijke organisatie zijn uitgenodigd en van wie de fysieke aanwezigheid vereist is voor de goede werking van die organisatie, inclusief inspecteurs van nucleaire installaties;6° seizoensarbeiders;7° personeel van de politiediensten, migratiediensten en douane;8° personen die reizen om dwingende gezinsredenen (ernstige ziekte met hospitalisatie, preterminale situatie, overlijden) voor zover nodig om deze gezinsredenen uit te oefenen;9° hooggekwalificeerde personen, als hun werk vanuit economisch standpunt noodzakelijk is en niet kan worden uitgesteld (voor zover relevant bepaald door de werkgever in overleg met de bedrijfsarts - aangezien deze laatste op de hoogte moet zijn van de mogelijke risico's op de werkplek).Daaronder worden ook beroepssporters, professionelen uit de cultuursector en wetenschappelijke onderzoekers begrepen die zich verplaatsen bij de uitoefening van hun professionele activiteit; 10° journalisten bij het uitoefenen van hun taken;11° passagiers op doorreis die minder dan 48 u in België verblijven;12° patiënten die reizen om dwingende medische redenen of de verderzetting van een dringende medische behandeling;13° personen die reizen om bijstand of zorg te verlenen aan een oudere, minderjarige, gehandicapte of kwetsbare persoon. Conform artikel 47/1, § 2, derde lid, 2°, van het voormelde decreet, kan de termijn van de tijdelijke afzondering, vermeld in artikel 47/1, § 2, eerste lid, van hetzelfde decreet, voor personen die in een hoogrisicogebied zijn geweest dat een hoogrisicogebied is waar zorgwekkende varianten sterk aanwezig zijn, tijdelijk worden opgeheven voor: 1° leden van de diplomatieke en consulaire gemeenschap, titularissen van een functie, verkozenen en officiële vertegenwoordigers van de internationale organisaties en instellingen gevestigd in België, in het kader van een essentiële activiteit die niet op afstand kan worden verricht, noch per videoconferentie;2° staatshoofden en regeringshoofden, regeringsleden, parlementariërs en hoge ambtenaren, diplomatiek, consulair en technisch personeel op professionele zending, in het kader van een essentiële activiteit die niet op afstand kan worden verricht, noch per videoconferentie;3° personeelsleden van een internationale organisatie of personen die door een dergelijke organisatie zijn uitgenodigd en van wie de fysieke aanwezigheid vereist is voor de goede werking van die organisatie, inclusief inspecteurs van nucleaire installaties;4° vervoerspersoneel dat belast is met goederenvervoer en ander vervoerspersoneel die reizen voor de uitoefening van hun functie;5° zeevarenden, de sleepbootbemanning, de loodsen en het industrieel personeel tewerkgesteld in de offshore windmolenparken. De personen, vermeld in het eerste en tweede lid, moeten aan de volgende voorwaarden voldoen: 1° in algemene zin, geen symptomen hebben;2° geen hoogrisicocontact zijn van iemand bij wie de diagnose van COVID-19 infectie werd bevestigd die onder hetzelfde dak woont;3° niet positief getest zijn op COVID-19;4° het contact met het publiek tot het strikte minimum beperken;5° waar mogelijk geen gebruikmaken van het openbaar vervoer;6° niet in staat zijn om te telewerken;7° respecteren van afstandsregels en altijd dragen van (chirurgisch) mondneusmasker op de juiste manier op de werkplek;8° beperking van het contact met andere medewerkers: in de praktijk betekent dit zoveel mogelijk gescheiden in- en uitgangen, gescheiden kleedkamers en gescheiden pauze- en eetruimten. § 4. Conform artikel 47/1, § 2, derde lid, 2°, en § 3, derde lid, 2°, van het decreet van 21 november 2003Relevante gevonden documenten type decreet prom. 21/11/2003 pub. 03/02/2004 numac 2004035090 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet betreffende het preventieve gezondheidsbeleid sluiten, kan de termijn van de tijdelijke afzondering, vermeld in artikel 47/1, § 2, eerste lid, en § 3, eerste lid, van hetzelfde decreet, tijdelijk worden opgeheven, behalve voor personen die in een hoogrisicogebied zijn geweest dat een hoogrisicogebied is waar zorgwekkende varianten sterk aanwezig zijn, voor: 1° (mits attest van de werkgever voor zover relevant) hoogst uitzonderlijk, asymptomatische personen die een essentiële functie of opdracht uitvoeren en die: a) gezondheidsbeoefenaars of beroepsbeoefenaars zijn die bijstand en zorg verlenen aan kwetsbare personen;b) op voorwaarde dat de uitoefening van hun functie absoluut noodzakelijk is om een minimale basiszorg te kunnen garanderen;c) op voorwaarde van: 1) dragen (chirurgisch) mondneusmasker;2) naleving hygiënevoorschriften;3) actieve controle lichaamstemperatuur en symptomen COVID-19;4) houden van minimum 1,5 meter met personeel;5) beperking van sociale contacten buiten het werk;6) geen gebruik maken van het openbaar vervoer;7) reisverbod;2° (mits attest van de werkgever voor zover relevant) werknemers die door de aard van hun functie in laboratoria in contact komen met het virus dat COVID-19 veroorzaakt;3° personen tewerkgesteld in een essentiële sector in de zin van bijlage 1 van het ministerieel besluit van 28 oktober 2020Relevante gevonden documenten type ministerieel besluit prom. 28/10/2020 pub. 28/10/2020 numac 2020010455 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Ministerieel besluit houdende dringende maatregelen om de verspreiding van het coronavirus COVID-19 te beperken sluiten houdende dringende maatregelen om de verspreiding van het coronavirus COVID-19 te beperken, wanneer hun werk voldoet aan de volgende cumulatieve criteria: a) dringende vraag (bepaald door de werkgever in overleg met de bedrijfsarts - aangezien deze laatste op de hoogte moet zijn van de mogelijke risico's op de werkplek);b) noodzakelijke situatie (bepaald door de werkgever in overleg met de bedrijfsarts - aangezien deze laatste op de hoogte moet zijn van de mogelijke risico's op de werkplek);c) onmisbare en onvervangbare functie die beschreven staat in het continuïteitsplan van het bedrijf.De werknemers van bedrijven die niet over een Business ContinuityPlan beschikken zullen nooit van deze quarantaine-uitzondering kunnen genieten; d) de continuïteit van de essentiële dienstverlening van het bedrijf wordt op korte termijn (duur van de quarantaine) bedreigd;e) alle andere alternatieven tot oplossing werden overwogen en zijn ontoereikend. De werkgever bezorgt aan het Comité Preventie en Bescherming op het Werk en aan de bedrijfsarts een lijst van de personen waarvan sprake.
Na goedkeuring door het Comité Preventie en Bescherming op het Werk van het bedrijf wordt de uitzondering op de quarantaine geattesteerd en wordt er op dagelijkse basis een nominatieve lijst bijgehouden van de betreffende personen.
De personen, vermeld in het eerste lid, moeten aan de volgende voorwaarden voldoen: 1° in algemene zin, geen symptomen hebben;2° geen hoogrisicocontact zijn van iemand bij wie de diagnose van COVID-19 infectie werd bevestigd die onder hetzelfde dak woont;3° niet positief getest zijn op COVID-19;4° het contact met het publiek tot het strikte minimum beperken;5° waar mogelijk geen gebruikmaken van het openbaar vervoer;6° niet in staat zijn om te telewerken;7° respecteren van afstandsregels en altijd dragen van (chirurgisch) mondneusmasker op de juiste manier op de werkplek;8° beperking van het contact met andere medewerkers: in de praktijk betekent dit zoveel mogelijk gescheiden in- en uitgangen, gescheiden kleedkamers en gescheiden pauze- en eetruimten.
Art. 3.Een persoon als vermeld in artikel 47/1, § 2, eerste lid, van het decreet van 21 november 2003Relevante gevonden documenten type decreet prom. 21/11/2003 pub. 03/02/2004 numac 2004035090 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet betreffende het preventieve gezondheidsbeleid sluiten is verplicht om zich op de zevende dag van de tijdelijke afzondering opnieuw bij een COVID-19-test-centrum, bij een triagecentrum of bij zijn behandelend arts te melden, zodat hij nog een COVID-19-test kan ondergaan.
Een persoon als vermeld in artikel 47/1, § 3, eerste lid, van het voormelde decreet is verplicht om zich op de zevende dag van de tijdelijke afzondering opnieuw bij een COVID-19-test-centrum, bij een triagecentrum of bij zijn behandelend arts te melden, zodat hij nog een COVID-19-test kan ondergaan.
Art. 4.Voor kinderen jonger dan 12 jaar die in een hoogrisicogebied zijn geweest dat geen hoogrisicogebied is waar verhoogde aandacht voor zorgwekkende varianten is en dat geen hoogrisicogebied is waar zorgwekkende varianten sterk aanwezig zijn, gelden de tijdelijke afzondering en de verplichtingen om zich bij een COVID-19-testcentrum, triagecentrum of behandeld arts te melden niet.
Voor kinderen jonger dan 6 jaar met een verhoogd risico op COVID-19 als vermeld in artikel 47/1, § 3, eerste lid, van het decreet van 21 november 2003Relevante gevonden documenten type decreet prom. 21/11/2003 pub. 03/02/2004 numac 2004035090 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet betreffende het preventieve gezondheidsbeleid sluiten gelden de verplichtingen om zich bij een COVID-19-testcentrum, triagecentrum of behandelend arts te melden niet, tenzij de ambtenaren-artsen en de ambtenaren, vermeld in artikel 44, § 3, 2° en 3°, van hetzelfde decreet, in specifieke omstandigheden anders oordelen.
Art. 5.§ 1. In artikel 47/1, § 2, vierde lid, 1°, van het decreet van 21 november 2003Relevante gevonden documenten type decreet prom. 21/11/2003 pub. 03/02/2004 numac 2004035090 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet betreffende het preventieve gezondheidsbeleid sluiten wordt onder een beperkte duur minder dan 48 uur verstaan.
De tijdelijke afzondering, vermeld in artikel 47/1, § 2, eerste lid, van het voormelde decreet, en de verplichting om zich bij een COVID-19 testcentrum, een triagecentrum of hun behandelende arts te melden, vermeld in artikel 47/1, § 2, tweede lid, van hetzelfde decreet, geldt niet voor personen die voor die beperkte duur in een hoogrisicogebied zijn geweest dat geen hoogrisicogebied is waar zorgwekkende varianten sterk aanwezig zijn, of voor personen die voor die beperkte duur in België verblijven, tenzij na aankomst uit een hoogrisicogebied waar zorgwekkende varianten sterk aanwezig zijn. § 2. De tijdelijke afzondering, vermeld in artikel 47/1, § 2, eerste lid, van het decreet van 21 november 2003Relevante gevonden documenten type decreet prom. 21/11/2003 pub. 03/02/2004 numac 2004035090 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet betreffende het preventieve gezondheidsbeleid sluiten, en de verplichting om zich onmiddellijk bij een COVID-19 testcentrum, een triagecentrum of hun behandelende arts te melden, vermeld in artikel 47/1, § 2, tweede lid, van hetzelfde decreet, geldt niet voor personen bij wie de kans op besmetting in een hoogrisicogebied dat geen hoogrisicogebied is waar verhoogde aandacht voor zorgwekkende varianten is en dat geen hoogrisicogebied is waar zorgwekkende varianten sterk aanwezig zijn laag wordt ingeschat omdat ze kunnen aantonen dat ze tegen COVID-19 zijn ingeënt, negatief hebben getest of van COVID-19 zijn hersteld.
Personen zijn tegen COVID-19 ingeënt als vermeld in het eerste lid als ze meer dan twee weken zijn gevaccineerd met twee doses van een vaccin waarvan twee doses zijn vereist, als ze meer dan twee weken zijn gevaccineerd met een vaccin waarvan slechts een dosis is vereist of als ze, nadat ze eerder met COVID-19 waren besmet, meer dan twee weken zijn gevaccineerd met een dosis van een vaccin waarvan twee doses zijn vereist. Het vaccin moet zijn goedgekeurd door het Europees Geneesmiddelenagentschap.
Personen die negatief hebben getest als vermeld in het eerste lid zijn personen bij wie het resultaat van een PCR-test, die ten vroegste 72 uren voor aankomst op het Belgische grondgebied werd afgenomen of op dag 1 of dag 2 van terugkeer, met tijdelijke afzondering tot het testresultaat bekend is, negatief is.
Personen die van COVID-19 zijn hersteld als vermeld in het eerste lid zijn personen die maximaal 180 dagen geleden een positieve PCR-test hebben afgelegd.
De tijdelijke afzondering, vermeld in artikel 47/1, § 2, eerste lid, van het voormelde decreet, geldt niet voor personen bij wie de kans op besmetting in een hoogrisicogebied waar verhoogde aandacht voor zorgwekkende varianten is laag wordt ingeschat omdat ze kunnen aantonen dat ze tegen COVID-19 zijn ingeënt als vermeld in het eerste lid en op dag 1 een PCR-test met een negatief resultaat wordt afgenomen, met tijdelijke afzondering tot het testresultaat bekend is. § 3. De essentiële redenen, vermeld in artikel 47/1, § 2, vierde lid, 3°, van het decreet van 21 november 2003Relevante gevonden documenten type decreet prom. 21/11/2003 pub. 03/02/2004 numac 2004035090 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet betreffende het preventieve gezondheidsbeleid sluiten, waarvoor de tijdelijke afzondering, vermeld in artikel 47/1, § 2, eerste lid, van hetzelfde decreet, niet geldt voor personen die in een hoogrisicogebied zijn geweest dat geen hoogrisicogebied is waar zorgwekkende varianten sterk aanwezig zijn, zijn: 1° grensbewoners of grensarbeiders die reizen in deze hoedanigheid;2° vervoerspersoneel dat belast is met goederenvervoer en ander vervoerspersoneel die reizen voor de uitoefening van hun functie;3° zeevarenden, de sleepbootbemanning, de loodsen en het industrieel personeel tewerkgesteld in de offshore windmolenparken;4° personen die reizen in het kader van grensoverschrijdend co-ouderschap;5° leerlingen, studenten en stagairs die zich dagelijks of wekelijks naar het buitenland verplaatsen in het kader van hun studies of een grensoverschrijdende stage;6° grensscholieren die reizen in het kader van leerplichtonderwijs of in het kader van hoger onderwijs en het volwassenonderwijs naar en van de locatie waar ze het onderwijs genieten;7° de "Border Force Officers" van het Verenigd Koninkrijk. De essentiële redenen, vermeld in artikel 47/1, § 2, vierde lid, 3°, van het voormelde decreet, waarvoor de verplichting om zich bij een COVID-19 testcentrum, een triagecentrum of hun behandelende arts te melden, vermeld in artikel 47/1, § 2, tweede lid, van hetzelfde decreet, niet geldt voor personen die in een hoogrisicogebied zijn geweest dat geen hoogrisicogebied is waar zorgwekkende varianten sterk aanwezig zijn, zijn: 1° grensbewoners of grensarbeiders die reizen in deze hoedanigheid;2° vervoerspersoneel dat belast is met goederenvervoer en ander vervoerspersoneel die reizen voor de uitoefening van hun functie;3° zeevarenden, de sleepbootbemanning, de loodsen en het industrieel personeel tewerkgesteld in de offshore windmolenparken;4° personen die reizen in het kader van grensoverschrijdend co-ouderschap;5° leerlingen, studenten en stagairs die zich dagelijks of wekelijks naar het buitenland verplaatsen in het kader van hun studies of een grensoverschrijdende stage;6° grensscholieren die reizen in het kader van leerplichtonderwijs of in het kader van hoger onderwijs en het volwassenonderwijs naar en van de locatie waar ze het onderwijs genieten;7° De "Border Force Officers" van het Verenigd Koninkrijk.
Art. 6.§ 1. De personen, vermeld in artikel 47/1, § 3, eerste lid, van het decreet van 21 november 2003Relevante gevonden documenten type decreet prom. 21/11/2003 pub. 03/02/2004 numac 2004035090 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet betreffende het preventieve gezondheidsbeleid sluiten, worden via het centrale contactcentrum, via een lokaal contactcentrum of via een arts op de hoogte gebracht van het feit dat ze een verhoogd risico op COVID-19 hebben.
Er is een verhoogd risico op COVID-19 als vermeld in artikel 47/1, § 3, eerste lid, van het voormelde decreet als dat door het centrale contactcentrum, een lokaal contactcentrum of een arts wordt vastgesteld conform de richtlijnen van de bevoegde federale dienst conform artikel 47/1, § 3, vijfde lid, van hetzelfde decreet. § 2. De tijdelijke afzondering, vermeld in artikel 47/1, § 3, eerste lid, van het decreet van 21 november 2003Relevante gevonden documenten type decreet prom. 21/11/2003 pub. 03/02/2004 numac 2004035090 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet betreffende het preventieve gezondheidsbeleid sluiten, geldt niet voor personen bij wie de kans op besmetting na een hoogrisicocontact laag wordt ingeschat omdat ze kunnen aantonen dat ze tegen COVID-19 zijn ingeënt en op dag 1 een PCR-test met een negatief resultaat wordt afgenomen, met tijdelijke afzondering tot het testresultaat bekend is, tenzij het gaat om een cluster van besmettingen in: 1° een residentiële zorgcollectiviteit;2° een andere collectiviteit dan die waar kinderen en jongeren worden opgevangen;3° een bedrijf waar met een PCR-test werd bevestigd dat personen die tegen COVID-19 zijn ingeënt met COVID-19 zijn besmet. Personen zijn tegen COVID-19 ingeënt als vermeld in het eerste lid als ze meer dan twee weken zijn gevaccineerd met twee doses van een vaccin waarvan twee doses zijn vereist, als ze meer dan twee weken zijn gevaccineerd met een vaccin waarvan slechts een dosis is vereist of als ze, nadat ze eerder met COVID-19 waren besmet, meer dan twee weken zijn gevaccineerd met een dosis van een vaccin waarvan twee doses zijn vereist. Het vaccin moet zijn goedgekeurd door het Europees Geneesmiddelenagentschap.
Art. 7.Een persoon die conform artikel 47/1, § 2, vierde lid, 2° of 3°, of § 3, zesde lid, van het decreet van 21 november 2003Relevante gevonden documenten type decreet prom. 21/11/2003 pub. 03/02/2004 numac 2004035090 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet betreffende het preventieve gezondheidsbeleid sluiten vrijgesteld is van de tijdelijke afzondering, vermeld in artikel 47/1, § 2, eerste lid, of § 3, eerste lid, van hetzelfde decreet, of van de verplichting om zich bij een COVID-19-testcentrum, een triagecentrum of zijn behandelende arts te melden, vermeld in artikel 47/1, § 2, tweede lid, of § 3, tweede lid, van hetzelfde decreet, legt het bewijs daarvan voor in het kader van de handhaving van de maatregel, vermeld in artikel 47/1 van hetzelfde decreet.
Art. 8.In het opschrift van het besluit van de Vlaamse Regering van 8 januari 2021Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 08/01/2021 pub. 11/01/2021 numac 2021020067 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van artikel 34/1, tweede lid, en artikel 47/1 van het decreet van 21 november 2003 betreffende het preventieve gezondheidsbeleid en tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 12 juni 2020 tot uitvoering van het decreet van 29 mei 2020 tot organisatie van de meldingsplicht en het contactonderzoek in het kader van COVID-19 sluiten tot uitvoering van artikel 34/1, tweede lid, en artikel 47/1 van het decreet van 21 november 2003Relevante gevonden documenten type decreet prom. 21/11/2003 pub. 03/02/2004 numac 2004035090 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet betreffende het preventieve gezondheidsbeleid sluiten betreffende het preventieve gezondheidsbeleid en tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 12 juni 2020 tot uitvoering van het decreet van 29 mei 2020 tot organisatie van de meldingsplicht en het contactonderzoek in het kader van COVID-19 worden de woorden "en artikel 47/1" opgeheven.
Art. 9.In het besluit van de Vlaamse Regering van 8 januari 2021Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 08/01/2021 pub. 11/01/2021 numac 2021020067 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van artikel 34/1, tweede lid, en artikel 47/1 van het decreet van 21 november 2003 betreffende het preventieve gezondheidsbeleid en tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 12 juni 2020 tot uitvoering van het decreet van 29 mei 2020 tot organisatie van de meldingsplicht en het contactonderzoek in het kader van COVID-19 sluiten tot uitvoering van artikel 34/1, tweede lid, en artikel 47/1 van het decreet van 21 november 2003Relevante gevonden documenten type decreet prom. 21/11/2003 pub. 03/02/2004 numac 2004035090 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet betreffende het preventieve gezondheidsbeleid sluiten betreffende het preventieve gezondheidsbeleid en tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 12 juni 2020 tot uitvoering van het decreet van 29 mei 2020 tot organisatie van de meldingsplicht en het contactonderzoek in het kader van COVID-19 worden de volgende artikelen opgeheven: 1° artikel 3, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 2 april 2021;2° artikel 4, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse Regering van 2 april 2021 en 30 april 2021;3° artikel 5 en 6.
Art. 10.De volgende regelgevende teksten treden in werking op de dag van de bekendmaking ervan in het Belgisch Staatsblad: 1° het decreet van 25 juni 2021 tot wijziging van artikel 47/1 van het decreet van 21 november 2003Relevante gevonden documenten type decreet prom. 21/11/2003 pub. 03/02/2004 numac 2004035090 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet betreffende het preventieve gezondheidsbeleid sluiten betreffende het preventieve gezondheidsbeleid in het kader van COVID-19 in de zomer van 2021;2° dit besluit.
Art. 11.De Vlaamse minister, bevoegd voor de gezondheids- en woonzorg, is belast met de uitvoering van dit besluit.
Brussel, 25 juni 2021.
De minister-president van de Vlaamse Regering, J. JAMBON De Vlaamse minister van Welzijn, Volksgezondheid, Gezin en Armoedebestrijding, W. BEKE