Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Vlaamse Regering van 24 september 2010
gepubliceerd op 12 november 2010

Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van diverse bepalingen van het besluit van de Vlaamse Regering van 19 juni 2009 houdende de voorwaarden tot toekenning van de subsidies en houdende de wijze van selectie, de duur en de evaluatie van kortdurende en langdurige time-outprogramma's

bron
vlaamse overheid
numac
2010035836
pub.
12/11/2010
prom.
24/09/2010
ELI
eli/besluit/2010/09/24/2010035836/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

24 SEPTEMBER 2010. - Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van diverse bepalingen van het besluit van de Vlaamse Regering van 19 juni 2009Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 19/06/2009 pub. 05/10/2009 numac 2009204313 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering houdende de voorwaarden tot toekenning van de subsidies en houdende de wijze van selectie, de duur en de evaluatie van kortdurende en langdurige time-outprogramma's sluiten houdende de voorwaarden tot toekenning van de subsidies en houdende de wijze van selectie, de duur en de evaluatie van kortdurende en langdurige time-outprogramma's


De Vlaamse Regering, Gelet op het decreet van 22 juni 2007 betreffende het onderwijs XVII, artikel X.3;

Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 19 juni 2009Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 19/06/2009 pub. 05/10/2009 numac 2009204313 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering houdende de voorwaarden tot toekenning van de subsidies en houdende de wijze van selectie, de duur en de evaluatie van kortdurende en langdurige time-outprogramma's sluiten houdende de voorwaarden tot toekenning van de subsidies en houdende de wijze van selectie, de duur en de evaluatie van kortdurende en langdurige time-outprogramma's;

Gelet op de beslissing van de Vlaamse minister, bevoegd voor de begroting, gegeven op 23 juli 2010;

Gelet op advies 48.584/1/V van de Raad van State, gegeven op 24 augustus 2010, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1° van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

Op voorstel van de Vlaamse minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin en de Vlaamse minister van Onderwijs, Jeugd, Gelijke Kansen en Brussel;

Na beraadslaging, Besluit :

Artikel 1.In artikel 2 van het besluit van de Vlaamse Regering van 19 juni 2009Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 19/06/2009 pub. 05/10/2009 numac 2009204313 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering houdende de voorwaarden tot toekenning van de subsidies en houdende de wijze van selectie, de duur en de evaluatie van kortdurende en langdurige time-outprogramma's sluiten houdende de voorwaarden tot toekenning van de subsidies en houdende de wijze van selectie, de duur en de evaluatie van kortdurende en langdurige time-outprogramma's wordt een punt 3°/1 ingevoegd, dat luidt als volgt : « 3°/1 schoolse vertraging : de vertraging die een leerling oploopt ten opzichte van de groep leerlingen van hetzelfde geboortejaar; ».

Art. 2.In hetzelfde besluit wordt een hoofdstuk I/1, dat bestaat uit artikel 3/1 tot en met 3/4, ingevoegd, dat luidt als volgt : « HOOFDSTUK I/ 1. - De wijze waarop de contingenten voor de verschillende regio's bepaald worden

Art. 3/1.Het voorziene contingent van begeleidingen van kortdurende en langdurige time-out wordt tussen de administratieve arrondissementen van de provincies gelegen in het Vlaamse Gewest en het administratief arrondissement Brussel-Hoofdstad verdeeld aan de hand van de volgende verdeelsleutel : een niet-gewogen gemiddelde van de volgende indicatoren : 1° percentage leerlingen die aan één of meer indicatoren voldoen, vermeld in artikel VI.2 van het decreet 28 juni 2002 betreffende gelijke onderwijskansen-I; 2° percentage problematisch afwezige leerlingen voor wie de instelling een melding heeft gedaan als vermeld in artikel 14quater van het besluit van de Vlaamse Regering van 16 september 1997Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 16/09/1997 pub. 31/10/1997 numac 1997036302 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Besluit van de Vlaamse regering betreffende de controle op de inschrijvingen van leerlingen in het secundair onderwijs sluiten betreffende de controle op de inschrijvingen van leerlingen in het secundair onderwijs;3° percentage leerlingen met ten minste één jaar schoolse vertraging;4° percentage leerlingen in het eerste leerjaar B, vermeld in artikel 49, eerste lid, 1°, b) van het decreet van 31 juni 1990 betreffende het onderwijs-II, vervangen bij het decreet van 30 april 2009, of het beroepsvoorbereidend leerjaar, vermeld in artikel 19, eerste lid, 1°, d) van hetzelfde decreet;5° percentage leerlingen in de tweede graad van het beroepssecundair onderwijs, vermeld in artikel 48, 3° van het decreet van 31 juni 1990 betreffende het onderwijs-II en artikel 49, eerste lid, 2° van hetzelfde decreet, vervangen bij het decreet van 30 april 2009. Voor de berekening van de percentages wordt gekeken naar het aantal leerlingen dat ingeschreven is in de scholen secundair onderwijs van het arrondissement op de teldag voor de berekening van de lestijden, vermeld in artikel 3, § 8, 1°, eerste lid, van de wet van 29 mei 1959 tot wijziging van sommige bepalingen van de onderwijswetgeving, van het schooljaar dat voorafgaat aan het eerste schooljaar waarop de oproep betrekking heeft.

Art. 3/2.De Vlaamse Regering stelt elk jaar een bedrag ter beschikking voor kortdurende en langdurige time-outbegeleidingen.

Voor het begrotingsjaar 2010 is het maximale bedrag dat toegekend kan worden voor een begeleiding korte time-out 1041,82 euro en voor een begeleiding langdurige time-out 3.125,46 euro. Vanaf het begrotingsjaar 2011 worden die bedragen jaarlijks aangepast aan vijfenzeventig procent van de evolutie van de gezondheidsindex.

Art. 3/3.In afwijking van artikel 3/1, hanteert de Vlaamse Regering voor de schooljaren 2010-2011 tot en met 2012-2013 de volgende verdeelsleutel voor de verdeling van de contingenten voor kortdurende time-out over de arrondissementen : Cx= Cy - [(Cy- Cz)/2], waarbij : 1° Cx : het contingent voor kortdurende time-out van het arrondissement dat geldt voor de schooljaren 2010-2011 tot en met 2012-2013;2° Cy : voor elk van de volgende arrondissementen, het hierna vermelde contingent : a) Antwerpen : 170 b) Mechelen : 40 c) Turnhout : 20 d) Brussel-Hoofdstad : 0 e) Hasselt : 100 f) Maaseik : 0 g) Tongeren : 0 h) Aalst : 0 i) Dendermonde : 0 j) Eeklo : 0 k) Gent : 85 l) Oudenaarde : 0 m) Sint-Niklaas : 20 n) Halle-Vilvoorde : 35 o) Leuven : 75 p) Brugge : 10 q) Diksmuide : 0 r) Ieper : 20 s) Kortrijk : 50 t) Oostende : 20 u) Roeselare : 0 v) Tielt : 0 w) Veurne : 0;3° Cz : het contingent van het arrondissement dat berekend is volgens de verdeelsleutel, vermeld in artikel 3/1.

Art. 3/4.In afwijking van artikel 3/1, hanteert de Vlaamse Regering voor de schooljaren 2010-2011 tot en met 2012-2013 de volgende verdeelsleutel voor de verdeling van de contingenten voor langdurige time-out over de arrondissementen : Cx= Cy - [(Cy- Cz)/2], waarbij : 1° Cx : het contingent voor langdurige time-out van het arrondissement dat geldt voor de schooljaren 2010-2011 tot en met 2012-2013;2° Cy : voor elk van de volgende arrondissementen, het hierna vermelde contingent : a) Antwerpen : 47 b) Mechelen : 0 c) Turnhout : 15 d) Brussel-Hoofdstad : 0 e) Hasselt : 30 f) Maaseik : 0 g) Tongeren : 0 h) Aalst : 0 i) Dendermonde : 0 j) Eeklo : 0 k) Gent : 30 l) Oudenaarde : 0 m) Sint-Niklaas : 0 n) Halle-Vilvoorde : 0 o) Leuven : 30 p) Brugge : 30 q) Diksmuide : 0 r) Ieper : 0 s) Kortrijk : 0 t) Oostende : 0 u) Roeselare : 0 v) Tielt : 0 w) Veurne : 0;3° Cz : het contingent van het arrondissement dat berekend is volgens de verdeelsleutel, vermeld in artikel 3/1.»

Art. 3.In artikel 4, tweede lid, van hetzelfde besluit, wordt in de bepaling onder 3° de zinsnede « per regio, zijnde elk administratief arrondissement van de provincies gelegen in het Vlaamse Gewest en het administratief arrondissement Brussel-Hoofdstad » vervangen door de zinsnede « per administratief arrondissement, vermeld in artikel 3/1, eerste lid ».

Art. 4.In artikel 8 van hetzelfde besluit wordt de zinsnede « De projecten die voor subsidiëring in aanmerking komen, worden voor 1 april bij ministerieel besluit vastgesteld : » vervangen door de zinsnede « De toewijzing, vermeld in artikel 7, vindt plaats voor 1 juni : ».

Art. 5.Aan hoofdstuk II van hetzelfde besluit wordt een artikel 8/1. toegevoegd, dat luidt als volgt : «

Art. 8/1.Als een project haar aanvraag tot subsidiëring of verlenging van subsidiëring intrekt nadat zij geselecteerd werd overeenkomstig artikel 8 of 12, wordt het aan haar toegewezen contingent opnieuw toegevoegd aan het contingent van het betrokken administratieve arrondissement, vermeld in artikelen 3/1 tot en met 3/4, op voorwaarde dat de schijf, vermeld in artikel 14, 1°, ingevolge de aanvraag tot subsidiëring of verlenging nog niet betaald werd. In dat geval wordt het vrijgekomen contingent vervolgens overeenkomstig de criteria, de rangschikking en desgevallend de toekenning aan een ander administratief arrondissement, vermeld in artikel 7, bij ministerieel besluit toegewezen aan een ander project. ».

Art. 6.In artikel 11, eerste lid, van hetzelfde besluit worden tussen het woord « tweemaal » en het woord « verlengd » de zinsnede « , op basis van een positieve evaluatie van een verlengingsdossier, » ingevoegd.

Art. 7.In artikel 12 van hetzelfde besluit wordt de zinsnede « Jaarlijks worden, voor 1 juli, bij ministerieel besluit de projecten vastgesteld die op basis van een positieve evaluatie van de verlengingsdossiers voor verlenging in aanmerking komen : » vervangen door de zinsnede « De verlenging, vermeld in artikel 11, vindt plaats voor 1 juli : ».

Art. 8.In artikel 14, 1°, van hetzelfde besluit wordt de zinsnede « binnen een maand na de vaststelling van de te subsidiëren projecten bij ministerieel besluit als vermeld in artikel 8 of 12 » vervangen door de zinsnede « uiterlijk op 1 september van het schooljaar waarop de toewijzing, vermeld in artikel 8, of de verlenging, vermeld in artikel 12, betrekking heeft ».

Art. 9.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 september 2010.

Artikel 2 en artikel 5 hebben uitwerking met ingang van 1 december 2009.

Art. 10.De Vlaamse minister, bevoegd voor de bijstand aan personen, en de Vlaamse minister, bevoegd voor het onderwijs, zijn, ieder wat hem of haar betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.

Brussel, 24 september 2010.

De minister-president van de Vlaamse Regering, K. PEETERS De Vlaamse minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin, J. VANDEURZEN De Vlaamse minister van Onderwijs, Jeugd, Gelijke Kansen en Brussel, P. SMET

^