gepubliceerd op 21 maart 2013
Ministerieel besluit houdende de uitvoering van het besluit van de Vlaamse Regering van 24 april 2009 tot toekenning van steun aan projecten ter bevordering van het ondernemerschap
VLAAMSE OVERHEID
Economie, Wetenschap en Innovatie
24 DECEMBER 2012. - Ministerieel besluit houdende de uitvoering van het
besluit van de Vlaamse Regering van 24 april 2009Relevante gevonden documenten
type
besluit van de vlaamse regering
prom.
24/04/2009
pub.
03/06/2009
numac
2009202279
bron
vlaamse overheid
Besluit van de Vlaamse Regering tot toekenning van steun aan projecten ter bevordering van het ondernemerschap
sluiten tot toekenning van steun aan projecten ter bevordering van het ondernemerschap
De Vlaamse minister van Economie, Buitenlands Beleid, Landbouw en Plattelandsbeleid, Gelet op de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen, artikel 20;
Gelet op het decreet van 16 maart 2012Relevante gevonden documenten type decreet prom. 16/03/2012 pub. 27/04/2012 numac 2012202237 bron vlaamse overheid DECREET betreffende het economisch ondersteuningsbeleid sluiten betreffende het economisch ondersteuningsbeleid, artikel 25 en 26;
Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 24 april 2009Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 24/04/2009 pub. 03/06/2009 numac 2009202279 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering tot toekenning van steun aan projecten ter bevordering van het ondernemerschap sluiten tot toekenning van steun aan projecten ter bevordering van het ondernemerschap, artikel 2 tot en met 22, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 25 mei 2012;
Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de begroting, gegeven op 21 december 2012;
Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, artikel 3, § 1;
Gelet op de dringende noodzakelijkheid;
Overwegende dat de Vlaamse Regering op 27 mei 2011 haar goedkeuring heeft gehecht aan het Witboek Nieuw Industrieel Beleid;
Overwegende dat de Vlaamse Regering op 27 mei 2011 de verschillende ministers gevraagd heeft elk vanuit hun bevoegdheid zo snel als mogelijk de nodige voorstellen te doen teneinde de aanbevelingen uit het Witboek te implementeren;
Overwegende dat de subsidie in het kader van het besluit van de Vlaamse Regering van 24 april 2009Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 24/04/2009 pub. 03/06/2009 numac 2009202279 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering tot toekenning van steun aan projecten ter bevordering van het ondernemerschap sluiten, gewijzigd bij besluit van de Vlaamse Regering van 25 mei 2012, tot toekenning van steun aan projecten ter bevordering van het ondernemerschap kan worden toegekend volgens een wedstrijdformule, waarbij via een oproep die periodiek wordt georganiseerd, een subsidie-enveloppe wordt verdeeld over de best gerangschikte projecten;
Overwegende dat de projecten in het kader van die oproep pas kunnen starten nadat de subsidieaanvraag ingediend is, en dat er zo snel mogelijk van start gegaan moet worden met de aanvaarde en gesubsidieerde projecten;
Overwegende dat om die redenen dit besluit dringend in werking moet treden, Besluit :
Artikel 1.Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder : 1° Nieuw Industrieel Beleid : zoals beschreven in het Witboek 'Een Nieuw Industrieel Beleid voor Vlaanderen', goedgekeurd door de Vlaamse Regering op 27 mei 2011 (VR 2011 2705 DOC.0382BIS); 2° 'Fabriek van de Toekomst : één van de pijlers van het Nieuw Industrieel Beleid, zoals beschreven in het Witboek 'Een Nieuw Industrieel Beleid voor Vlaanderen', goedgekeurd door de Vlaamse Regering op 27 mei 2011 (VR 2011 2705 DOC.0382BIS); 3° Actieplan Ondernemend Onderwijs 2011-2014 : Actieplan voor het stimuleren van Ondernemingszin en Ondernemerschap via het Onderwijs, zoals beschreven in de mededeling aan de Vlaamse Regering op 14 oktober 2011 (VR 2011 1410 MED.0484/1); 4° Strategisch Plan STEM 2012-2020 : Actieplan voor het stimuleren van loopbanen in wiskunde, exacte wetenschappen en techniek, zoals beschreven in de mededeling aan de Vlaamse Regering op 20 januari 2012 (VR 2012 2001 MED.0026/1); 5° Samenwerkingsverband : samenwerking tussen ten minste één erkende Vlaamse onderwijsinstelling uit het basisonderwijs, het secundair onderwijs, het hoger beroepsonderwijs, het hoger onderwijs, het volwassenenonderwijs of het deeltijds kunstonderwijs, en ten minste één privaatrechtelijke entiteit (sectorfederatie, beroepsfederatie, interprofessionele organisatie erkend binnen de SERV of partner actief in het kader van het actieplan Ondernemend Onderwijs 2011-2014 of het Strategisch plan STEM 2012-2020).Deze samenwerking dient te worden geformaliseerd met een samenwerkingsovereenkomst tussen de partijen; 6° Brugproject economie-onderwijs : een project dat door een samenwerkingsverband wordt gecreëerd met het oog op het tot stand brengen van nieuwe vormen van kennisuitwisseling;7° Besluit van de Vlaamse Regering : besluit van de Vlaamse Regering van 24 april 2009Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 24/04/2009 pub. 03/06/2009 numac 2009202279 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering tot toekenning van steun aan projecten ter bevordering van het ondernemerschap sluiten tot toekenning van steun aan projecten ter bevordering van het ondernemerschap, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 25 mei 2012, hierna het besluit van de Vlaamse Regering.
Art. 2.Ter uitvoering van artikel 11 van het besluit van de Vlaamse Regering bevat dit besluit een oproep tot indiening van subsidieaanvragen voor brugprojecten economie-onderwijs.
Art. 3.§ 1 Enkel brugprojecten die ten goede komen aan het ondernemerschap in het Vlaamse Gewest komen in aanmerking voor steun. § 2 Projectvoorstellen die in aanmerking komen voor steun binnen het reeds bestaande ondersteuningsinstrumentarium dat de Vlaamse overheid via één van haar agentschappen of administraties aanbiedt, komen niet in aanmerking voor ondersteuning via deze oproep. § 3 De ingediende brugprojecten economie-onderwijs dienen complementair te zijn met de reeds lopende initiatieven, ondersteund door de Vlaamse Regering, en additioneel aan het bestaande aanbod van tools, diensten en instrumenten dat al op de markt aanwezig is. § 4 Ondernemingsplanwedstrijden en brugprojecten, die louter betrekking hebben op communicatiecampagnes, komen niet in aanmerking voor ondersteuning via deze oproep.
Art. 4.Ter uitvoering van artikel 7 van het besluit van de Vlaamse Regering wordt de maximale duur van het brugproject verlaagd tot twee jaar, en dient het brugproject te starten uiterlijk op 1 oktober 2013.
Art. 5.De specifieke thema's, vermeld in artikel 11, 1°, van het besluit van de Vlaamse Regering, voor deze oproep zijn « De mate waarin een brugproject inspeelt op het Nieuw Industrieel Beleid van de Vlaamse Regering en het Strategisch Plan STEM 2012-2020 » en « De valorisatie en verankering van succesvolle en kwaliteitsvolle projecten ». Die thema's worden verduidelijkt in de handleiding die als bijlage 1 bij dit besluit is gevoegd en er integraal deel van uitmaakt.
Art. 6.§ 1 Ter uitvoering van artikel 11, 2°, van het besluit van de Vlaamse Regering wordt de subsidie-enveloppe voor deze oproep vastgesteld op maximaal 4.000.000 euro (vier miljoen euro). Dat bedrag wordt vastgelegd op rubriek 3300-3306 van het Fonds voor Flankerend Economisch Beleid voor het begrotingsjaar 2012. § 2 De subsidie-enveloppe wordt als volgt verdeeld over de thema's, vermeld in artikel 5 : 1° De mate waarin een brugproject inspeelt op het Nieuw Industrieel Beleid van de Vlaamse Regering en het Strategisch Plan STEM 2012-2020 : maximaal 3.000.000 euro; 2° De valorisatie en verankering van succesvolle en kwaliteitsvolle projecten : maximaal 1.000.000 euro.
Indien na beoordeling en opmaak van de ranking van de ontvankelijke brugprojecten zou blijken dat het budget voorzien voor één van de thema's wordt onderbenut, terwijl er voor het andere thema een overbevraging is, dan kan de minister - in het belang van een kwalitatieve invulling van de projectoproep - een verschuiving van de voorziene budgetten doorvoeren.
Art. 7.Ter uitvoering van artikel 10, § 1 van het besluit van de Vlaamse Regering bedraagt de subsidie maximaal 300.000 euro (driehonderdduizend euro) per brugproject.
Ter uitvoering van artikel 10, § 2, en artikel 11, 3°, van het besluit van de Vlaamse Regering wordt het steunpercentage bepaald op 80 % van de aanvaardbare projectkosten, in voorkomend geval beperkt tot maximaal het netto te financieren saldo. De aanvaardbare kosten worden vermeld in de controlerichtlijnen die als bijlage 2 gevoegd zijn bij dit besluit en er integraal deel van uitmaken.
Als personeelsleden van wie kosten worden ingebracht in het brugproject in dezelfde periode ook nog werkzaam zullen zijn op andere gesubsidieerde projecten van om het even welke overheid of op projecten waarvoor kosten zullen worden gefactureerd aan derden moet een overzicht worden toegevoegd van de tijd die door het personeelslid in die periode aan elk van die andere projecten zal worden besteed. Er kan slechts maximum 100 % van het loon over de verschillende projecten heen worden toegewezen. Hetzelfde principe geldt voor de andere kostenrubrieken, vermeld in artikel 10, § 4 van het besluit van de Vlaamse Regering.
Ter uitvoering van artikel 11, 5°, van het besluit van de Vlaamse Regering wordt het minimumpercentage van private inbreng door het samenwerkingsverband bepaald op 20 %. Een omschrijving van het begrip 'private inbreng' is opgenomen in de handleiding.
Art. 8.Ter uitvoering van artikel 3 van het besluit van de Vlaamse Regering komen - met uitzondering van publiekrechtelijke entiteiten uit het gemeentelijk, stedelijk en provinciaal onderwijs - alleen privaatrechtelijke entiteiten (sectorfederatie, beroepsfederatie, interprofessionele organisatie erkend binnen de SERV of partner actief in het kader van het actieplan Ondernemend Onderwijs 2011-2014 of het Strategisch Plan STEM 2012-2020) en erkende Vlaamse onderwijsinstellingen uit het basisonderwijs, het secundair onderwijs, het hoger beroepsonderwijs, het hoger onderwijs, het volwassenenonderwijs en het deeltijds kunstonderwijs in aanmerking om deel te nemen aan deze oproep.
Overige publiekrechtelijke entiteiten dan deze vermeld in artikel 7, eerste lid, kunnen wel optreden als projectpartner maar kunnen zelf geen aanvraag indienen. Hetzelfde geldt voor publiekrechtelijke en privaatrechtelijke ondernemingen.
In het kader van deze oproep worden entiteiten beschouwd als publiek als ze worden beschouwd als een administratieve overheid, zoals vermeld in artikel 14 van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973. Daarbij worden volgende criteria en indicaties ter beoordeling gehanteerd : - het feit of de indiener opgericht of erkend is door de overheid; - het feit of de indiener de bevoegdheid heeft om op éénzijdige wijze voor derden bindende beslissingen uit te vaardigen; - het feit of de indiener belast is met een taak van algemeen belang of een taak van een openbare dienst; - het feit of de indiener onder de controle of het toezicht valt van de overheid.
De indiener moet beschikken over rechtspersoonlijkheid en een inschrijvingsnummer hebben in de Kruispuntbank van Ondernemingen (KBO).
Art. 9.Ter uitvoering van artikel 4 van het besluit van de Vlaamse Regering komen enkel samenwerkingsverbanden in aanmerking voor steun.
Overige publiekrechtelijke entiteiten dan deze vermeld in artikel 8, eerste lid, komen als projectpartner in een samenwerkingsverband niet in aanmerking voor steun. Hetzelfde geldt voor publiekrechtelijke en privaatrechtelijke ondernemingen.
Art. 10.De publiekrechtelijke entiteiten uit het gemeentelijk, stedelijk en provinciaal onderwijs, de privaatrechtelijke entiteiten (sectorfederatie, beroepsfederatie, interprofessionele organisatie erkend binnen de SERV of partner actief in het kader van het actieplan Ondernemend Onderwijs 2011-2014 of het Strategisch Plan STEM 2012-2020) of de erkende Vlaamse onderwijsinstellingen uit het basisonderwijs, het secundair onderwijs, het hoger beroepsonderwijs, het hoger onderwijs, het volwassenenonderwijs en het deeltijds kunstonderwijs, die wensen deel te nemen aan deze oproep, dienen een aanvraag in voor één van de twee thema's vermeld in artikel 4.
Art. 11.Ter uitvoering van de artikelen 11, 6°, en 11, 7°, van het besluit van de Vlaamse Regering moeten de subsidieaanvragen ingediend worden op het specifiek daarvoor ontworpen aanvraagformulier (inclusief de vereiste bijlagen AV1 'Projectbegroting', AV2 'Samenwerkingsovereenkomst en AV3 'Kwaliteitscharter'), dat als bijlage 3 gevoegd is bij dit besluit en er integraal deel van uitmaakt. Zowel de elektronische als papieren versie van deze documenten moeten uiterlijk op 15 april 2013 om 12 uur in het bezit zijn van het Agentschap Ondernemen. Bij het indienen van de subsidieaanvraag moet er rekening gehouden worden met de bepalingen van de handleiding.
Om de indieningsdatum te bepalen, geldt : 1° bij afgifte : de datum en het uur op het ontvangstbewijs;2° bij versturing per post : de postdatum;3° bij verzending per e-mail : de datum en het uur van ontvangst op de servers van het Agentschap Ondernemen. Het ingevulde aanvraagformulier inclusief de vereiste bijlagen AV1 'Projectbegroting', AV2 'Samenwerkingsovereenkomst' en AV3 'Kwaliteitscharter' worden elektronisch doorgestuurd via mail naar oproep.brugprojecten@agentschapondernemen.be. De aanvrager bezorgt daarnaast een afgedrukte en ondertekende versie van deze documenten aan het Agentschap Ondernemen door deze met de post op te sturen naar of af te geven bij het Agentschap Ondernemen, Afdeling Economisch Ondersteuningsbeleid, Koning Albert II-laan 35, bus 12, 1030 Brussel.
Het aanvraagformulier inclusief de vereiste bijlagen AV1 'Projectbegroting', AV2 'Samenwerkingsovereenkomst', AV3 'Kwaliteitscharter' en de handleiding, vermeld in het eerste lid, zijn vanaf de inwerkingtreding van dit besluit beschikbaar bij het Agentschap Ondernemen, Afdeling Economisch Ondersteuningsbeleid van de Vlaamse overheid, Koning Albert II-laan 35 bus 12 in 1030 Brussel : e-mail oproep.brugprojecten@agentschapondernemen.be website www.agentschapondernemen.be/themas/brugprojecten-economie-onderwijs
Art. 12.Ter uitvoering van artikel 15, § 1 van het besluit van de Vlaamse Regering bepaalt het Agentschap Ondernemen de criteria voor de beoordeling van de ontvankelijkheid van de ingediende projectvoorstellen. Deze ontvankelijkheidscriteria worden opgenomen in de handleiding. Alle ingediende projectvoorstellen worden getoetst aan deze ontvankelijkheidscriteria.
Art. 13.Ter uitvoering van artikel 11, 8°, van het besluit van de Vlaamse Regering wordt voor elk beoordelingscriterium een score op een schaal van 1 tot 5 toegekend, waarbij 1° 1 staat voor onvoldoende;2° 2 staat voor redelijk;3° 3 staat voor goed;4° 4 staat voor meer dan goed;5° 5 staat voor uitstekend. Ter uitvoering van artikel 11, 4°, van het besluit van de Vlaamse Regering mag een brugproject geen score 1 en niet meer dan twee keer score 2 krijgen om opgenomen te worden in de rangschikking. De brugprojecten worden in dalende volgorde gerangschikt volgens hun totaalscore tot de enveloppe opgebruikt is.
Er wordt bij deze oproep geen gewicht toegekend aan het beoordelingscriterium 1°, a), vermeld in artikel 16, § 1, van het besluit van de Vlaamse Regering.
Alle beoordelingscriteria van deze oproep zijn gelijkwaardig in de berekening van de totaalscore behoudens de beoordelingscriteria, vermeld onder 2,° a) en 2,° b) in artikel 16, § 1, van het besluit van de Vlaamse Regering, die dubbel tellen.
Art. 14.Ter uitvoering van artikel 11, 9° van het besluit van de Vlaamse Regering bepaalt het Agentschap Ondernemen de samenstelling van de jury en de wijze van jurering.
Art. 15.§ 1. Ter uitvoering van artikel 11, 10°, van het besluit van de Vlaamse Regering wordt de subsidie uitbetaald in drie schijven : 1° 30 % op zijn vroegst dertig dagen na de beslissing tot toekenning van de subsidie, op voorwaarde dat de indiener : a) de uitbetaling van de schijf aanvraagt;b) verklaart dat het brugproject is gestart;2° 30 % op zijn vroegst dertig dagen na de beslissing tot toekenning van de subsidie, op voorwaarde dat de indiener : a) de uitbetaling van de schijf aanvraagt;b) verklaart dat het brugproject voor 60 % is gerealiseerd;c) een tussentijds verslag indient;3° 40 %, na de beëindiging van het brugproject, op voorwaarde dat : a) de indiener de uitbetaling van de schijf aanvraagt;b) de indiener een kwantitatief en kwalitatief eindverslag indient over het brugproject waaruit blijkt in welke mate de vooropgestelde doelstellingen werden bereikt en een verantwoording ervan;c) de indiener een ondertekende afrekeningsstaat van alle gerealiseerde ontvangsten en gemaakte kosten indient;d) in de mate dat het saldo is verschuldigd, zoals moet blijken uit een positief inspectieverslag van het Agentschap Ondernemen. § 2. Voor brugprojecten met een looptijd van meer dan één jaar moet de indiener het Agentschap Ondernemen tussentijds op de hoogte houden van de voortgang van het brugproject aan de hand van een jaarlijkse rapportering. In dat geval is het bepaalde in paragraaf 1, 2°, c), niet van toepassing.
Art. 16.Ter uitvoering van artikel 16, § 3, van het besluit van de Vlaamse Regering kan een brugproject negatief beoordeeld worden als : 1° de indiener en/of de projectpartner(s) uit het samenwerkingsverband onvoldoende financiële draagkracht heeft/hebben voor de uitvoering of het welslagen ervan;2° de indiener en/of de projectpartner(s) uit het samenwerkingsverband niet voldoet/voldoen aan andere verplichtingen of vergunningen die de overheid oplegt;3° de indiener en/of de projectpartner(s) uit het samenwerkingsverband blijk heeft/hebben gegeven van niet-correct gedrag naar aanleiding van vorige aanvragen, onder meer inzake informatieverstrekking, inhoudelijke en financiële verplichtingen of verslaggeving;4° de indiener en/of de projectpartner(s) uit het samenwerkingsverband op de indieningsdatum van de steunaanvraag achterstallige schulden bij de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid hebben of een procedure op basis van Europees of nationaal recht lopen hebben waarbij een toegekende steun wordt teruggevorderd.
Art. 17.Dit besluit treedt in werking op de datum van de ondertekening ervan.
Brussel, 24 december 2012.
De Vlaamse minister van Economie, Buitenlands Beleid, Landbouw en Plattelandsbeleid, K. PEETERS
Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld