Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Vlaamse Regering van 23 mei 2014
gepubliceerd op 30 mei 2014

Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 13 september 2013 houdende de voorwaarden waaronder de Vlaamse Maatschappij voor Sociaal Wonen en het Vlaams Woningfonds bijzondere sociale leningen aan particulieren kunnen toestaan

bron
vlaamse overheid
numac
2014035572
pub.
30/05/2014
prom.
23/05/2014
ELI
eli/besluit/2014/05/23/2014035572/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

23 MEI 2014. - Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 13 september 2013Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 13/09/2013 pub. 27/11/2013 numac 2013036059 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering houdende de voorwaarden waaronder de Vlaamse Maatschappij voor Sociaal Wonen en het Vlaams Woningfonds bijzondere sociale leningen aan particulieren kunnen toestaan sluiten houdende de voorwaarden waaronder de Vlaamse Maatschappij voor Sociaal Wonen en het Vlaams Woningfonds bijzondere sociale leningen aan particulieren kunnen toestaan


De Vlaamse Regering, Gelet op het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode, artikel 79, gewijzigd bij het decreet van 24 maart 2006 en 31 mei 2013;

Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 13 september 2013Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 13/09/2013 pub. 27/11/2013 numac 2013036059 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering houdende de voorwaarden waaronder de Vlaamse Maatschappij voor Sociaal Wonen en het Vlaams Woningfonds bijzondere sociale leningen aan particulieren kunnen toestaan sluiten houdende de voorwaarden waaronder de Vlaamse Maatschappij voor Sociaal Wonen en het Vlaams Woningfonds bijzondere sociale leningen aan particulieren kunnen toestaan;

Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de begroting, gegeven op 22 april 2014;

Gelet op advies 51.106/3 van de Raad van State, gegeven op 20 mei 2014, met toepassing van artikel 84, § 1 eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

Op voorstel van de Vlaamse minister van Energie, Wonen, Steden en Sociale Economie;

Na beraadslaging, Besluit :

Artikel 1.Artikel 1, 13° en 15° van het besluit van de Vlaamse Regering van 13 september 2013Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 13/09/2013 pub. 27/11/2013 numac 2013036059 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering houdende de voorwaarden waaronder de Vlaamse Maatschappij voor Sociaal Wonen en het Vlaams Woningfonds bijzondere sociale leningen aan particulieren kunnen toestaan sluiten houdende de voorwaarden waaronder de Vlaamse Maatschappij voor Sociaal Wonen en het Vlaams Woningfonds bijzondere sociale leningen aan particulieren kunnen toestaan worden vervangen door wat volgt: "13° referentiedatum: a) Bij het aangaan van de lening: de datum waarop de storting van het voorschot op de dossierkosten door de kredietgever of door de instantie die de leningen lokaal aanbiedt, wordt ontvangen;b) Bij de tweejaarlijkse herberekening van de rentevoet: respectievelijk 2 maanden voor de tweede, de vierde en de zesde verjaardag van de leningsakte;c) Bij de vijfjaarlijkse herberekening van de rentevoet: respectievelijk 2 maanden voor de tiende, de vijftiende, de twintigste, de vijfentwintigste verjaardag van de leningsakte;15° referentierentevoet : de rentevoet die maandelijks wordt vastgesteld in functie van de evolutie van de OLO20, de lineaire obligatie met een resterende looptijd van 20 jaar;

Art. 2.In hetzelfde besluit wordt artikel 7 vervangen door wat volgt: " Art. 7. De ontlener moet op de referentiedatum bij het aangaan van de lening voldoende solvabel zijn om de gevraagde lening te kunnen afbetalen. Hiertoe dienen de betrokken instellingen een grondige screening uit te voeren met betrekking tot de terugbetalingsrisico's.

De ontlener wordt ook gewezen op de voorwaarden, onder meer de herzieningsperiode, van de gevraagde lening. De minister bevoegd voor Wonen en de minister bevoegd voor Financiën en Begroting bepalen gezamenlijk de methode die wordt gehanteerd bij de berekening van de solvabiliteit. De huidige methode is een minimale basis voor het door de instellingen uit te werken intern solvabiliteitsreglement, waarbij ze rekening houden met het terugbetalingsrisico van de ontlener.

Als de ontlener ook bij de maximale duurtijd van de lening, vermeld in artikel 9, eerste lid, niet voldoende solvabel is, kan er geen lening worden toegekend.

Het inkomen van de ontlener mag op de referentiedatum bij het aangaan van de lening niet lager zijn dan 10.000 euro. Dit bedrag wordt jaarlijks op 1 januari aangepast aan de evolutie van de gezondheidsindex van de maand november van het voorafgaande jaar, met als basis de gezondheidsindex van de maand mei 2014.

Art. 3.Aan artikel 8, § 1 van hetzelfde besluit wordt een derde lid toegevoegd dat luidt als volgt: "In afwijking van het eerste en tweede lid stemt de eerste referentierentevoet die bij de inwerkingtreding van dit besluit door de kredietgever wordt toegepast overeen met het rekenkundig gemiddelde, afgerond naar de dichtstbij liggende tweede decimaal, van de referentietarieven (OLO20) die door de Nationale Bank werden gepubliceerd in de maand voorafgaand aan de datum van de inwerkingtreding van dit besluit. "

Art. 4.In hetzelfde besluit wordt artikel 8, § 2, 4° vervangen door wat volgt: " 4° het resultaat van de berekening na de verminderingen, vermeld in punt 2° en 3°, wordt afgerond naar het eerst hogere 0,10 procentpunt en mag nooit hoger zijn dan 4/3 van de referentierentevoet die van toepassing is op de referentiedatum bij het aangaan van de lening, en nooit lager dan 2/3 van diezelfde referentierentevoet, afgerond naar de dichtstbij liggende tweede decimaal. De aldus berekende oorspronkelijke jaarlijkse rentevoet van de lening mag nooit lager zijn dan 2%.".

Art. 5.In hetzelfde besluit wordt in artikel 8, § 3, eerste lid, het woord "vijfjaarlijkse" opgeheven.

Art. 6.In hetzelfde besluit wordt artikel 8, § 4 vervangen door wat volgt: " § 4. In de eerste 6 jaar van de looptijd van de lening wordt tweejaarlijks en voor de eerste maal op de tweede verjaardag van het verlijden van de leningsakte, de op de lening toegepaste rentevoet herberekend op de wijze, vermeld in paragraaf 2. Vanaf het tiende jaar van de looptijd van de lening wordt de op de lening toegepaste rentevoet vijfjaarlijks herberekend op dezelfde wijze als vermeld in paragraaf 2. Voor de tweejaarlijkse herberekening in de eerste 6 jaar van de looptijd van de lening wordt rekening gehouden met het laatst gekende inkomen. Bij de vijfjaarlijkse herberekeningen wordt het gemiddelde inkomen berekend over een periode van vijf jaar, die ingaat het zevende jaar dat aan de herberekening voorafgaat. Als het inkomen in een of meer van voormelde jaren nihil bedroeg, wordt dit niet in dat gemiddelde inkomen meegerekend. Bij de berekening van dat gemiddelde inkomen wordt rekening gehouden met de gezinstoestand zoals deze vastgesteld wordt op de referentiedatum bij de vijfjaarlijkse herberekening. Met een vermindering van het aantal kinderen ten laste ingevolge overlijden wordt geen rekening gehouden."

Art. 7.Voor de leningen die de kredietgever verstrekt en waarvan het voorschot op de dossierkost bij het aangaan van de lening door de kredietgever of door de instantie die de lening lokaal aanbiedt, werd ontvangen tussen 1 januari 2014 en de datum van de inwerkingtreding van dit besluit, blijven de bepalingen gelden van het besluit van de Vlaamse Regering van 13 september 2013Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 13/09/2013 pub. 27/11/2013 numac 2013036059 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering houdende de voorwaarden waaronder de Vlaamse Maatschappij voor Sociaal Wonen en het Vlaams Woningfonds bijzondere sociale leningen aan particulieren kunnen toestaan sluiten houdende de voorwaarden waaronder de Vlaamse Maatschappij voor Sociaal Wonen en het Vlaams Woningfonds bijzondere sociale leningen kunnen toestaan, zoals die op 31 mei 2014 van toepassing waren.

Art. 8.Dit besluit treedt in werking op 1 juni 2014.

Art. 9.De Vlaamse minister, bevoegd voor de huisvesting, is belast met de uitvoering van dit besluit.

Brussel, 23 mei 2014.

De minister-president van de Vlaamse Regering, K. PEETERS De Vlaamse minister van Energie, Wonen, Steden en Sociale Economie, F. VAN DEN BOSSCHE

^