gepubliceerd op 26 juni 2008
Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 19 juli 2007 betreffende de organisatie van het opleidingsaanbod in het volwassenenonderwijs en bijlage I bij het decreet van 15 juni 2007 betreffende het volwassenenonderwijs
23 MEI 2008. - Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 19 juli 2007 betreffende de organisatie van het opleidingsaanbod in het volwassenenonderwijs en bijlage I bij het decreet van 15 juni 2007 betreffende het volwassenenonderwijs
De Vlaamse Regering, Gelet op het decreet van 15 juni 2007 betreffende het volwassenenonderwijs, inzonderheid op artikel 9, 64, § 7, en op artikel 68, § 5;
Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 19 juli 2007 betreffende de organisatie van het opleidingsaanbod in het volwassenenonderwijs;
Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 27 maart 2008;
Gelet op advies 44.401/1 van de Raad van State, gegeven op 29 april 2008, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;
Op voorstel van de Vlaamse minister van Werk, Onderwijs en Vorming;
Na beraadslaging, Besluit :
Artikel 1.In bijlage I bij het decreet van 15 juni 2007 betreffende het volwassenenonderwijs wordt de indeling van de studiegebieden van het secundair volwassenenonderwijs in opleidingen vervangen door de indeling die als bijlage I bij dit besluit is gevoegd.
Art. 2.In bijlage I bij hetzelfde decreet wordt de indeling van de studiegebieden van het hoger beroepsonderwijs in opleidingen vervangen door de indeling die als bijlage II bij dit besluit is gevoegd.
Art. 3.Artikel 2 van het besluit van de Vlaamse Regering van 19 juli 2007 betreffende de organisatie van het opleidingsaanbod in het volwassenenonderwijs wordt vervangen door wat volgt : «
Art. 2.Dit besluit is van toepassing op de Centra voor Volwassenenonderwijs en de Centra voor Basiseducatie, met uitzondering van de hoofdstukken II, Vbis en Vter, die alleen van toepassing zijn op de Centra voor Volwassenenonderwijs, en hoofdstuk V, dat alleen van toepassing is op de Centra voor Basiseducatie. »
Art. 4.In hetzelfde besluit wordt een hoofdstuk Vbis , bestaande uit artikel 11bis tot en met 11quinquies, ingevoegd, dat luidt als volgt : « Hoofdstuk Vbis. - Aanvraagprocedure voor het toekennen van onderwijsbevoegdheid aan de besturen van de Centra voor Volwassenenonderwijs
Art. 11bis.Het bestuur van een Centrum voor Volwassenenonderwijs dat voor een, conform artikel 64, § 1, van het decreet, aangevraagde onderwijsbevoegdheid een positief advies bij meerderheid van de algemene vergadering van het consortium volwassenenonderwijs verkrijgt, kan voor het verwerven van die onderwijsbevoegdheid telkens uiterlijk op 31 januari of 30 september een gemotiveerde aanvraag indienen bij de bevoegde administratie.
Bij die aanvraag voegt het bestuur van het Centrum voor Volwassenenonderwijs het positieve advies bij meerderheid van de algemene vergadering van het consortium volwassenenonderwijs in kwestie.
Art. 11ter.Het bestuur van een Centrum voor Volwassenenonderwijs dat onderwijsbevoegdheid wil verkrijgen voor een opleiding die behoort tot een van de studiegebieden, vermeld in artikel 64, § 2, van het decreet, kan daartoe telkens uiterlijk op 31 januari of 30 september een gemotiveerde aanvraag indienen bij de bevoegde administratie.
De bevoegde administratie legt die aanvraag uiterlijk vijftien werkdagen na de ontvangst ervan ter advies voor aan het betreffende consortium volwassenenonderwijs.
Het consortium volwassenenonderwijs formuleert een advies binnen een termijn van dertig kalenderdagen na de datum van de ontvangst van de adviesvraag.
Art. 11quater.Het bestuur van een Centrum voor Volwassenenonderwijs dat voor een, conform artikel 64, § 1, van het decreet, aangevraagde onderwijsbevoegdheid een negatief advies van de algemene vergadering van het consortium volwassenenonderwijs verkrijgt of het bestuur van een Centrum voor Volwassenenonderwijs dat niet is aangesloten bij een consortium volwassenenonderwijs, kan, conform artikel 64, § 3 of § 4, van het decreet, telkens uiterlijk op 31 januari of 30 september bij de bevoegde administratie onderwijsbevoegdheid aanvragen en dient daartoe een gemotiveerde aanvraag in.
De bevoegde administratie legt in beide gevallen de aanvraag uiterlijk vijftien werkdagen na de ontvangst ervan ter advies voor aan de Vlaamse Onderwijsraad.
De Vlaamse Onderwijsraad formuleert een advies binnen de termijn, vermeld in artikel 72, § 1, van het decreet van 2 april 2004 betreffende participatie op school en de Vlaamse Onderwijsraad.
Art. 11quinquies.Als, conform artikel 64, § 2 tot en met § 4, van het decreet, de Vlaamse Regering de aangevraagde onderwijsbevoegdheid weigert, dan kan het bestuur van een Centrum voor Volwassenenonderwijs opnieuw een gemotiveerde aanvraag indienen conform de bepalingen van artikel 11bis tot en met 11quater.
Als de Vlaamse Regering de aangevraagde onderwijsbevoegdheid verleent, dan verkrijgt het bestuur van het Centrum voor Volwassenenonderwijs die onderwijsbevoegdheid, afhankelijk van de datum waarop de aanvraag werd ingediend, respectievelijk vanaf 1 februari van het lopende schooljaar of vanaf 1 september van het schooljaar dat volgt op het schooljaar waarin de beslissing is genomen. »
Art. 5.In hetzelfde besluit wordt een hoofstuk Vter, bestaande uit artikel 11sexies tot en met 11octies, ingevoegd, dat luidt als volgt : Hoofdstuk Vter. - Aanvraagprocedure voor het aanwenden van leraarsuren en ambten, opgericht met de puntenenveloppe, in bijkomende vestigingsplaatsen
Art. 11sexies.Het bestuur van een Centrum voor Volwassenenonderwijs dat voor het aanwenden van leraarsuren en ambten, opgericht met de puntenenveloppe, in een bijkomende vestigingsplaats een positief advies bij meerderheid van de algemene vergadering van het consortium volwassenenonderwijs verkrijgt, conform artikel 68, § 2, van het decreet, kan telkens uiterlijk op 31 januari of 30 september een gemotiveerde aanvraag indienen bij de bevoegde administratie.
Bij die aanvraag voegt het bestuur van het Centrum voor Volwassenenonderwijs het positieve advies bij meerderheid van de algemene vergadering van het consortium volwassenenonderwijs in kwestie.
Art. 11septies.Het bestuur van een Centrum voor Volwassenenonderwijs dat voor het aanwenden van leraarsuren en ambten, opgericht met de puntenenveloppe, in een bijkomende vestigingsplaats, een negatief advies van de algemene vergadering van het consortium volwassenenonderwijs verkrijgt, of het bestuur van een Centrum voor Volwassenenonderwijs dat niet is aangesloten bij een consortium volwassenenonderwijs, kan, conform artikel 68, § 3 of § 4, van het decreet, telkens uiterlijk op 31 januari of 30 september bij de bevoegde administratie een gemotiveerde aanvraag indienen om leraarsuren en ambten, opgericht met de puntenenveloppe, in een bijkomende vestigingsplaats aan te wenden.
De bevoegde administratie legt in beide gevallen de aanvraag uiterlijk vijftien werkdagen na de ontvangst ervan ter advies voor aan de Vlaamse Onderwijsraad.
De Vlaamse Onderwijsraad formuleert een advies binnen de termijn, vermeld in artikel 72, § 1, van het decreet van 2 april 2004 betreffende participatie op school en de Vlaamse Onderwijsraad.
Art. 11octies.Als de Vlaamse Regering de aanvraag, conform artikel 68, § 2 tot en met § 4, van het decreet, afkeurt, dan kan het bestuur van een Centrum voor Volwassenenonderwijs opnieuw een gemotiveerde aanvraag indienen conform artikel 11sexies en 11septies.
Als de Vlaamse Regering de aanvraag goedkeurt, dan kan het bestuur van het Centrum voor Volwassenenonderwijs, afhankelijk van de datum waarop de aanvraag werd ingediend, respectievelijk vanaf 1 februari van het lopende schooljaar of vanaf 1 september van het schooljaar dat volgt op het schooljaar waarin de beslissing is genomen, de leraarsuren en ambten in de bijkomende vestigingsplaats aanwenden. »
Art. 6.Dit besluit treedt in werking op 1 september 2008.
Art. 7.De Vlaamse minister, bevoegd voor het onderwijs, is belast met de uitvoering van dit besluit.
Brussel, 23 mei 2008.
De minister-president van de Vlaamse Regering, K. PEETERS De Vlaamse minister van Werk, Onderwijs en Vorming, F. VANDENBROUCKE
Bijlage I 2. De indeling van de studiegebieden van het secundair volwassenenonderwijs in opleidingen Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Gezien om gevoegd te worden bij het besluit van de Vlaamse Regering van 23 mei 2008 tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 19 juli 2007 betreffende de organisatie van het opleidingsaanbod in het volwassenenonderwijs en bijlage I bij het decreet van 15 juni 2007 betreffende het volwassenenonderwijs. Brussel, 23 mei 2008.
De minister-president van de Vlaamse Regering, K. PEETERS De Vlaamse minister van Werk, Onderwijs en Vorming, Fr. VANDENBROUCKE
Bijlage II 3. De indeling van de studiegebieden van het hoger beroepsonderwijs in opleidingen Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Gezien om gevoegd te worden bij het besluit van de Vlaamse Regering van 23 mei 2008 tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 19 juli 2007 betreffende de organisatie van het opleidingsaanbod in het volwassenenonderwijs en bijlage I bij het decreet van 15 juni 2007 betreffende het volwassenenonderwijs. Brussel, 23 mei 2008.
De minister-president van de Vlaamse Regering, K. PEETERS De Vlaamse minister van Werk, Onderwijs en Vorming, Fr. VANDENBROUCKE