Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Vlaamse Regering van 23 juni 2006
gepubliceerd op 03 augustus 2006

Besluit van de Vlaamse Regering betreffende het werkingsbudget voor scholen die geen deel uitmaken van een scholengemeenschap basisonderwijs

bron
vlaamse overheid
numac
2006036148
pub.
03/08/2006
prom.
23/06/2006
ELI
eli/besluit/2006/06/23/2006036148/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

23 JUNI 2006. - Besluit van de Vlaamse Regering betreffende het werkingsbudget voor scholen die geen deel uitmaken van een scholengemeenschap basisonderwijs


De Vlaamse Regering, Gelet op het decreet Basisonderwijs van 25 februari 1997, inzonderheid op artikel 82bis, § 1ter, ingevoegd bij het decreet van 10 juli 2003;

Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 7 juli 1998 betreffende het omrekeningspercentage en het puntengewicht voor de vaststelling van het werkingsbudget basisonderwijs, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse Regering van 16 juni 2000 en 24 september 2004;

Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de begroting, gegeven op 23 mei 2006;

Gelet op het verzoek om spoedbehandeling, gemotiveerd door de omstandigheid dat het saldo van de werkingsbudgetten voor het basisonderwijs eind juni betaald moet worden;

Gelet op het advies van de Raad van State 40.670/1 gegeven op 13 juni 2006 met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;

Op voorstel van de Vlaamse minister van Werk, Onderwijs en Vorming;

Na beraadslaging, Besluit :

Artikel 1.Dit besluit is van toepassing op de scholen van het gewoon en buitengewoon basisonderwijs die geen deel uitmaken van een scholengemeenschap basisonderwijs.

Art. 2.Met toepassing van artikel 82bis, § 1ter, 2de alinea van het decreet Basisonderwijs van 27 februari 1997 hebben de scholen basisonderwijs die geen deel uitmaken van een scholengemeenschap basisonderwijs recht op hun aandeel in de middelen vermeld in artikel 82bis, § 1ter, eerste lid, van het voornoemde decreet.

Art. 3.Het bedrag waar die scholen recht op hebben, wordt bepaald door de volgende verhouding : aantal leerlingen op de eerste schooldag van februari van het voorgaande schooljaar die geen deel uitmaken van een scholengemeenschap basisonderwijs; totaal aantal leerlingen op de eerste schooldag van februari van het voorgaande schooljaar basisonderwijs; te vermenigvuldigen met 3,823 miljoen euro.

Art. 4.Het bedrag, vastgesteld na de toepassing van artikel 3 wordt verdeeld over het gefinancierde of het gesubsidieerde basisonderwijs pro rata het aantal regelmatige leerlingen van de scholen die geen deel uitmaken van een scholengemeenschap.

Art. 5.Het aandeel van het Gemeenschapsonderwijs wordt toegevoegd aan de dotatie van het Gemeenschapsonderwijs en verdeeld over de scholen die geen deel uitmaken van een scholengemeenschap op basis van de criteria die het Gemeenschapsonderwijs bepaalt.

Art. 6.Het aandeel van het gesubsidieerde onderwijs wordt verdeeld over de scholen op basis van de wegingscoëfficiënten en de puntengewichten, vermeld in het besluit van de Vlaamse Regering van 7 juli 1998 betreffende het omrekeningspercentage en het puntengewicht voor de vaststelling van het werkingsbudget basisonderwijs.

Art. 7.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 september 2005.

Art. 8.De Vlaamse minister, bevoegd voor het onderwijs, is belast met de uitvoering van dit besluit.

Brussel, 23 juni 2006.

De minister-president van de Vlaamse Regering, Y. LETERME De Vlaamse minister van Werk, Onderwijs en Vorming, F. VANDENBROUCKE

^