gepubliceerd op 01 december 2021
Besluit van de Vlaamse Regering tot vervanging van artikel 8 van het besluit van de Vlaamse Regering van 31 maart 2006 tot regeling van sommige verloven voor de personeelsleden van de hogescholen in de Vlaamse Gemeenschap en van de Hogere Zeevaartschool en van artikel 2 van het besluit van de Vlaamse Regering van 3 juli 2009 betreffende het omstandigheidsverlof, het verlof wegens overmacht, het onbezoldigd ouderschapsverlof en het geboorteverlof in geval van overlijden of hospitalisatie van de moeder voor bepaalde personeelsleden van het onderwijs en de centra voor leerlingenbegeleiding en tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 26 april 1990 betreffende het verlof voor verminderde prestaties, gewettigd door sociale of familiale redenen en de afwezigheid voor verminderde prestaties wegens persoonlijke aangelegenheid ten gunste van de personeelsleden van het onderwijs en de centra voor leerlingenbegeleiding, wat betreft de uitbreiding van het omstandigheidsverlof bij overlijden van een partner of een kind
22 OKTOBER 2021. - Besluit van de Vlaamse Regering tot vervanging van artikel 8 van het besluit van de Vlaamse Regering van 31 maart 2006Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 31/03/2006 pub. 19/04/2006 numac 2006035582 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering tot regeling van sommige verloven en terbeschikkingstellingen voor de personeelsleden van de hogescholen in de Vlaamse Gemeenschap en van de Hogere Zeevaartschool sluiten tot regeling van sommige verloven voor de personeelsleden van de hogescholen in de Vlaamse Gemeenschap en van de Hogere Zeevaartschool en van artikel 2 van het besluit van de Vlaamse Regering van 3 juli 2009Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 03/07/2009 pub. 13/10/2009 numac 2009204542 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering betreffende het omstandigheidsverlof, het verlof wegens overmacht, het onbezoldigd ouderschapsverlof en het vaderschapsverlof voor bepaalde personeelsleden van het onderwijs en de centra voor leerlingenbegeleiding en tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 26 april 1990 betreffende het verlof voor verminderde prestaties, gewettigd door sociale of familiale redenen en de afwezigheid voor verminderde prestaties wegens persoonlijke aangelegenheid ten gunste van de personeelsleden van het onderwijs en de centra voor leerlingenbegeleiding sluiten betreffende het omstandigheidsverlof, het verlof wegens overmacht, het onbezoldigd ouderschapsverlof en het geboorteverlof in geval van overlijden of hospitalisatie van de moeder voor bepaalde personeelsleden van het onderwijs en de centra voor leerlingenbegeleiding en tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 26 april 1990 betreffende het verlof voor verminderde prestaties, gewettigd door sociale of familiale redenen en de afwezigheid voor verminderde prestaties wegens persoonlijke aangelegenheid ten gunste van de personeelsleden van het onderwijs en de centra voor leerlingenbegeleiding, wat betreft de uitbreiding van het omstandigheidsverlof bij overlijden van een partner of een kind
Rechtsgronden Dit besluit is gebaseerd op: - het decreet rechtspositie personeelsleden gemeenschapsonderwijs van 27 maart 1991, artikel 77, eerste lid; - het decreet rechtspositie personeelsleden gesubsidieerd onderwijs van 27 maart 1991, artikel 51, eerste lid; - het decreet van 1 december 1993 betreffende de inspectie en de begeleiding van de levensbeschouwelijke vakken, artikel 21, § 1, vervangen bij het
decreet van 8 mei 2009Relevante gevonden documenten
type
decreet
prom.
08/05/2009
pub.
28/08/2009
numac
2009035790
bron
vlaamse overheid
Decreet betreffende de kwaliteit van onderwijs
type
decreet
prom.
08/05/2009
pub.
28/08/2009
numac
2009035809
bron
vlaamse overheid
Decreet betreffende het onderwijs XIX
sluiten; - het
decreet van 8 mei 2009Relevante gevonden documenten
type
decreet
prom.
08/05/2009
pub.
28/08/2009
numac
2009035790
bron
vlaamse overheid
Decreet betreffende de kwaliteit van onderwijs
type
decreet
prom.
08/05/2009
pub.
28/08/2009
numac
2009035809
bron
vlaamse overheid
Decreet betreffende het onderwijs XIX
sluiten betreffende de kwaliteit van onderwijs, artikel 142, eerste lid; - de Codex Hoger Onderwijs van 11 oktober 2013, bekrachtigd bij het
decreet van 20 december 2013Relevante gevonden documenten
type
decreet
prom.
20/12/2013
pub.
05/03/2014
numac
2014035242
bron
vlaamse overheid
Decreet houdende instemming met het samenwerkingsakkoord van 12 juni 2013 tussen de federale overheid, de Gewesten en de Gemeenschappen voor de oprichting van het interfederaal Centrum voor gelijke kansen en bestrijding van discriminatie en racisme onder de vorm van een gemeenschappelijke instelling zoals bedoeld in artikel 92bis van de bijzondere wet van 8 augustus 1980
type
decreet
prom.
20/12/2013
pub.
28/01/2014
numac
2014200213
bron
vlaamse overheid
Decreet houdende instemming met het samenwerkingsakkoord van 12 juni 2013 tussen de federale overheid, de Gewesten en de Gemeenschappen voor de oprichting van het interfederaal Centrum voor gelijke kansen en bestrijding van discriminatie en racisme onder de vorm van een gemeenschappelijke instelling zoals bedoeld in artikel 92bis van de bijzondere wet van 8 augustus 1980
sluiten, artikel V.84; - het
decreet van 7 juli 2017Relevante gevonden documenten
type
decreet
prom.
07/07/2017
pub.
15/09/2017
numac
2017013120
bron
vlaamse overheid
Decreet betreffende de rechtspositie van de personeelsleden in de basiseducatie
sluiten betreffende de rechtspositie van de personeelsleden in de basiseducatie, artikel 17.
Vormvereisten De volgende vormvereisten zijn vervuld: - De Vlaamse minister, bevoegd voor de begroting, heeft zijn akkoord gegeven op 14 juli 2021. - De gemeenschappelijke vergadering van Sectorcomité X, van onderafdeling Vlaamse Gemeenschap van afdeling 2 van het Comité voor de provinciale en plaatselijke overheidsdiensten en van het overkoepelend onderhandelingscomité, vermeld in het decreet van 5 april 1995 tot oprichting van onderhandelingscomités in het vrij gesubsidieerd onderwijs, heeft protocol nr. 187 gesloten op 3 september 2021. - Het Vlaams Onderhandelingscomité voor de basiseducatie, vermeld in het decreet van 23 januari 2009Relevante gevonden documenten type decreet prom. 23/01/2009 pub. 26/03/2009 numac 2009201243 bron vlaamse overheid Decreet houdende oprichting van onderhandelingscomités voor de basiseducatie en voor het Vlaams Ondersteuningscentrum voor het Volwassenenonderwijs sluiten tot oprichting van onderhandelingscomités voor de basiseducatie en voor het Vlaams Ondersteuningscentrum voor het Volwassenenonderwijs, heeft protocol nr. 117 gesloten op 3 september 2021. - Het Vlaams Onderhandelingscomité voor het Hoger Onderwijs en het Universitair Ziekenhuis Gent, vermeld in de Codex Hoger Onderwijs van 11 oktober 2013, heeft protocol nr.116 gesloten op 14 september 2021. - De Raad van State heeft advies 70178/1 gegeven op 12 oktober 2021, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973.
Initiatiefnemer Dit besluit wordt voorgesteld door de Vlaamse minister van Onderwijs, Sport, Dierenwelzijn en Vlaamse Rand.
Na beraadslaging, DE VLAAMSE REGERING BESLUIT: HOOFDSTUK 1. - Wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 31 maart 2006Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 31/03/2006 pub. 19/04/2006 numac 2006035582 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering tot regeling van sommige verloven en terbeschikkingstellingen voor de personeelsleden van de hogescholen in de Vlaamse Gemeenschap en van de Hogere Zeevaartschool sluiten tot regeling van sommige verloven voor de personeelsleden van de hogescholen in de Vlaamse Gemeenschap en van de Hogere Zeevaartschool
Artikel 1.Artikel 8 van het besluit van de Vlaamse Regering van 31 maart 2006Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 31/03/2006 pub. 19/04/2006 numac 2006035582 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering tot regeling van sommige verloven en terbeschikkingstellingen voor de personeelsleden van de hogescholen in de Vlaamse Gemeenschap en van de Hogere Zeevaartschool sluiten tot regeling van sommige verloven voor de personeelsleden van de hogescholen in de Vlaamse Gemeenschap en van de Hogere Zeevaartschool, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse Regering van 9 november 2018 en 26 februari 2021, wordt vervangen door wat volgt: "
Art. 8.§ 1. Voor de toepassing van dit artikel wordt verstaan onder: 1° langdurige pleegzorg: pleegzorg zoals omschreven in artikel 30sexies § 6 van de wet van 3 juli 1978Relevante gevonden documenten type wet prom. 03/07/1978 pub. 03/07/2008 numac 2008000527 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de arbeidsovereenkomsten type wet prom. 03/07/1978 pub. 12/03/2009 numac 2009000158 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de arbeidsovereenkomsten sluiten betreffende de arbeidsovereenkomsten en waarbij het kind als deel uitmakend van dat gezin in het bevolkingsregister of in het vreemdelingenregister van de gemeente waar het gezin of de pleegouder zijn verblijfplaats heeft of de pleegouders hun verblijfplaats hebben, is ingeschreven;2° kortdurende pleegzorg: alle vormen van pleegzorg die niet voldoen aan de voorwaarden van langdurige pleegzorg;3° pleegkind: het kind waarvoor het personeelslid of zijn echtgenote of samenwonende partner in het kader van pleegzorg is aangesteld door de rechtbank, door een door de bevoegde gemeenschap erkende dienst voor pleegzorg, of door de bevoegde gemeenschapsdiensten inzake jeugdbescherming; 4° pleegvader en - moeder: de pleegouder die in het kader van pleegzorg is aangesteld door de rechtbank, door een door de bevoegde gemeenschap erkende dienst voor pleegzorg, of door de bevoegde gemeenschapsdiensten inzake jeugdbescherming." § 2. De personeelsleden hebben naar aanleiding van de hierna opgesomde gebeurtenissen recht op omstandigheidsverlof voor een als volgt bepaalde duur : 1° huwelijk of afleggen van een verklaring van wettelijke samenwoning van het personeelslid: twee werkdagen;2° huwelijk of afleggen van een verklaring van wettelijke samenwoning van een kind van het personeelslid of een kind van de echtgenoot of echtgenote of samenwonende partner: twee werkdagen;3° huwelijk van bloed- of aanverwant in de eerste graad, die geen kind is, of in de tweede graad, van het personeelslid, van de echtgenoot of echtgenote of samenwonende partner: de dag van het huwelijk;4° overlijden van de echtgenoot of echtgenote of samenwonende partner, van een kind van het personeelslid of van zijn echtgenoot of echtgenote of samenwonende partner of overlijden van een pleegkind in het kader van een langdurige pleegzorg op het moment van het overlijden of in het verleden: tien werkdagen waarbij drie dagen door het personeelslid te kiezen tijdens de periode die begint met de dag van het overlijden en eindigt de dag van de begrafenis en zeven dagen door het personeelslid te kiezen binnen het jaar na de dag van het overlijden.Er kan van de beide perioden waarin deze dagen opgenomen moeten worden, afgeweken worden op vraag van het personeelslid met akkoord van het hogeschoolbestuur; 5° overlijden van de vader, moeder, stiefvader, stiefmoeder, schoonzoon, schoondochter van het personeelslid of van zijn echtgenoot of echtgenote of samenwonende partner: vier werkdagen, door het personeelslid te kiezen tijdens de periode die begint met de dag van het overlijden en eindigt de dag van de begrafenis.Er kan van de periode waarin deze dagen opgenomen moeten worden, afgeweken worden op vraag van het personeelslid met akkoord van het hogeschoolbestuur; 6° overlijden van de pleegvader of pleegmoeder van het personeelslid in het kader van langdurige pleegzorg op het moment van het overlijden: vier werkdagen, door het personeelslid te kiezen tijdens de periode die begint met de dag van het overlijden en eindigt de dag van de begrafenis.Er kan van de periode waarin deze dagen opgenomen moeten worden, afgeweken worden op vraag van het personeelslid met akkoord van het hogeschoolbestuur; 7° overlijden van een bloed- of aanverwant in om het even welke graad van het personeelslid of van echtgenoot of echtgenote of samenwonende partner, die onder hetzelfde dak woont als het personeelslid: twee werkdagen, door het personeelslid te kiezen tijdens de periode die begint met de dag van het overlijden en eindigt de dag van de begrafenis.Er kan van de periode waarin deze dagen opgenomen moeten worden, afgeweken worden op vraag van het personeelslid met akkoord van het hogeschoolbestuur; 8° overlijden van een bloed- of aanverwant in de tweede graad van het personeelslid of van de echtgenoot of echtgenote of samenwonende partner, die niet onder hetzelfde dak woont als het personeelslid: één werkdag, door het personeelslid op te nemen op de dag van de begrafenis.Deze dag kan op een ander moment worden opgenomen op vraag van het personeelslid met akkoord van het hogeschoolbestuur; 9° overlijden van een pleegkind van het personeelslid of van zijn echtgenoot of echtgenote of samenwonende partner in het kader van kortdurende pleegzorg op het moment van het overlijden: één werkdag, door het personeelslid op te nemen op de dag van de begrafenis.Deze dag kan op een ander moment worden opgenomen op vraag van het personeelslid met akkoord van het hogeschoolbestuur; 10° deelneming aan een jury, oproeping als getuige of persoonlijke verschijning voor een rechtbank: de nodige tijd;11° uitoefening van het ambt van voorzitter of bijzitter in een hoofdstembureau, enig stembureau of bureau voor stemopneming bij de parlements-, de provincieraads- en de gemeenteraadsverkiezingen, met inbegrip van het Europees Parlement: de nodige tijd. " § 3. Het omstandigheidsverlof wordt met dienstactiviteit gelijkgesteld. Het omstandigheidsverlof wordt bezoldigd. § 4. Wanneer een personeelslid in meerdere instellingen werkt gedurende de dagen waarop hij omstandigheidsverlof neemt, dan geldt dit verlof voor alle instellingen, met dien verstande dat het in zijn totaliteit beperkt is tot de in dit artikel vastgelegde aantal werkdagen." HOOFDSTUK 2. - Wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 3 juli 2009Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 03/07/2009 pub. 13/10/2009 numac 2009204542 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering betreffende het omstandigheidsverlof, het verlof wegens overmacht, het onbezoldigd ouderschapsverlof en het vaderschapsverlof voor bepaalde personeelsleden van het onderwijs en de centra voor leerlingenbegeleiding en tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 26 april 1990 betreffende het verlof voor verminderde prestaties, gewettigd door sociale of familiale redenen en de afwezigheid voor verminderde prestaties wegens persoonlijke aangelegenheid ten gunste van de personeelsleden van het onderwijs en de centra voor leerlingenbegeleiding sluiten betreffende het omstandigheidsverlof, het verlof wegens overmacht, het onbezoldigd ouderschapsverlof en het geboorteverlof in geval van overlijden of hospitalisatie van de moeder voor bepaalde personeelsleden van het onderwijs en de centra voor leerlingenbegeleiding en tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 26 april 1990 betreffende het verlof voor verminderde prestaties, gewettigd door sociale of familiale redenen en de afwezigheid voor verminderde prestaties wegens persoonlijke aangelegenheid ten gunste van de personeelsleden van het onderwijs en de centra voor leerlingenbegeleiding
Art. 2.Artikel 2 van het besluit van de Vlaamse Regering van 3 juli 2009Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 03/07/2009 pub. 13/10/2009 numac 2009204542 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering betreffende het omstandigheidsverlof, het verlof wegens overmacht, het onbezoldigd ouderschapsverlof en het vaderschapsverlof voor bepaalde personeelsleden van het onderwijs en de centra voor leerlingenbegeleiding en tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 26 april 1990 betreffende het verlof voor verminderde prestaties, gewettigd door sociale of familiale redenen en de afwezigheid voor verminderde prestaties wegens persoonlijke aangelegenheid ten gunste van de personeelsleden van het onderwijs en de centra voor leerlingenbegeleiding sluiten betreffende het omstandigheidsverlof, het verlof wegens overmacht, het onbezoldigd ouderschapsverlof en het geboorteverlof in geval van overlijden of hospitalisatie van de moeder voor bepaalde personeelsleden van het onderwijs en de centra voor leerlingenbegeleiding en tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 26 april 1990 betreffende het verlof voor verminderde prestaties, gewettigd door sociale of familiale redenen en de afwezigheid voor verminderde prestaties wegens persoonlijke aangelegenheid ten gunste van de personeelsleden van het onderwijs en de centra voor leerlingenbegeleiding, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse Regering van 15 februari 2019 en 26 februari 2021, wordt vervangen door wat volgt: "
Art. 2.§ 1. Voor de toepassing van dit artikel wordt verstaan onder: 1° langdurige pleegzorg: pleegzorg zoals omschreven in artikel 30sexies § 6 van de wet van 3 juli 1978Relevante gevonden documenten type wet prom. 03/07/1978 pub. 03/07/2008 numac 2008000527 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de arbeidsovereenkomsten type wet prom. 03/07/1978 pub. 12/03/2009 numac 2009000158 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de arbeidsovereenkomsten sluiten betreffende de arbeidsovereenkomsten en waarbij het kind als deel uitmakend van dat gezin in het bevolkingsregister of in het vreemdelingenregister van de gemeente waar het gezin of de pleegouder zijn verblijfplaats heeft of de pleegouders hun verblijfplaats hebben, is ingeschreven;2° kortdurende pleegzorg: alle vormen van pleegzorg die niet voldoen aan de voorwaarden van langdurige pleegzorg;3° pleegkind: het kind waarvoor het personeelslid of zijn echtgenote of samenwonende partner in het kader van pleegzorg is aangesteld door de rechtbank, door een door de bevoegde gemeenschap erkende dienst voor pleegzorg, of door de bevoegde gemeenschapsdiensten inzake jeugdbescherming;4° pleegvader en - moeder: de pleegouder die in het kader van pleegzorg is aangesteld door de rechtbank, door een door de bevoegde gemeenschap erkende dienst voor pleegzorg, of door de bevoegde gemeenschapsdiensten inzake jeugdbescherming. § 2. De personeelsleden, vermeld in artikel 1, krijgen omstandigheidsverlof naar aanleiding van de volgende gebeurtenissen: 1° huwelijk van het personeelslid en het afleggen van een verklaring van wettelijke samenwoning door het personeelslid: twee werkdagen;2° huwelijk of afleggen van een verklaring van wettelijke samenwoning van een kind van het personeelslid, van de echtgenoot of echtgenote of samenwonende partner: twee werkdagen;3° huwelijk van bloed- of aanverwant in de eerste graad, die geen kind is, of in de tweede graad, van het personeelslid, van de echtgenoot of echtgenote of samenwonende partner: de dag van het huwelijk;4° overlijden van de echtgenoot of echtgenote of samenwonende partner, van een kind van het personeelslid of van zijn echtgenoot of echtgenote of samenwonende partner of overlijden van een pleegkind in het kader van een langdurige pleegzorg op het moment van het overlijden of in het verleden: tien werkdagen waarbij drie dagen door het personeelslid te kiezen tijdens de periode die begint met de dag van het overlijden en eindigt de dag van de begrafenis en zeven dagen door het personeelslid te kiezen binnen het jaar na de dag van het overlijden.Er kan van de beide perioden waarin deze dagen opgenomen moeten worden, afgeweken worden op vraag van het personeelslid met akkoord van de inrichtende macht of het centrumbestuur; 5° overlijden van de vader, moeder, stiefvader, stiefmoeder, schoonzoon, schoondochter van het personeelslid of van zijn echtgenoot of echtgenote of samenwonende partner: vier werkdagen, door het personeelslid te kiezen tijdens de periode die begint met de dag van het overlijden en eindigt de dag van de begrafenis.Er kan van de periode waarin deze dagen opgenomen moeten worden, afgeweken worden op vraag van het personeelslid met akkoord van de inrichtende macht of het centrumbestuur; 6° overlijden van de pleegvader of pleegmoeder van het personeelslid in het kader van langdurige pleegzorg op het moment van het overlijden: vier werkdagen, door het personeelslid te kiezen tijdens de periode die begint met de dag van het overlijden en eindigt de dag van de begrafenis.Er kan van de periode waarin deze dagen opgenomen moeten worden, afgeweken worden op vraag van het personeelslid met akkoord van de inrichtende macht of het centrumbestuur; 7° overlijden van een bloed- of aanverwant in om het even welke graad van het personeelslid of van de echtgenoot of echtgenote of samenwonende partner, die onder hetzelfde dak woont als het personeelslid: twee werkdagen, door het personeelslid te kiezen tijdens de periode die begint met de dag van het overlijden en eindigt de dag van de begrafenis.Er kan van de periode waarin deze dagen opgenomen moeten worden, afgeweken worden op vraag van het personeelslid met akkoord van de inrichtende macht of het centrumbestuur; 8° overlijden van een bloed- of aanverwant in de tweede graad van het personeelslid of van de echtgenoot of echtgenote of samenwonende partner, die niet onder hetzelfde dak woont als het personeelslid: één werkdag, door het personeelslid op te nemen op de dag van de begrafenis.Deze dag kan op een ander moment worden opgenomen op vraag van het personeelslid met een akkoord van de inrichtende macht of het centrumbestuur; 9° overlijden van een pleegkind van het personeelslid of van zijn echtgenoot of echtgenote of samenwonende partner in het kader van kortdurende pleegzorg op het moment van het overlijden: één werkdag, door het personeelslid op te nemen op de dag van de begrafenis.Deze dag kan op een ander moment worden opgenomen op vraag van het personeelslid met akkoord van de inrichtende macht of het centrumbestuur; 10° bijwonen van een bijeenkomst van een familieraad, bijeengeroepen door de vrederechter: één werkdag;11° oproeping als getuige voor een rechtscollege of persoonlijke verschijning op aanmaning van een rechtscollege: de nodige tijd;12° de uitoefening van het ambt van voorzitter, van bijzitter of van secretaris van een stembureau of een stemopnemingsbureau: de nodige tijd;13° om deel uit te maken van de jury van het hof van assisen: de duur van de zitting. § 3. In afwijking van § 2, 1°, krijgen de leden van het administratief personeel, de administratief medewerker van het beleids- en ondersteunend personeel, de administratief medewerker van het ondersteunend personeel en de vastbenoemde leden van het meesters-, vak- en dienstpersoneel voor hun huwelijk of voor het afleggen van een verklaring van wettelijke samenwoning vier werkdagen. § 4. Het verlof moet met volledige dagen worden genomen." HOOFDSTUK 3. - Slotbepalingen
Art. 3.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 september 2021.
Art. 4.De Vlaamse minister, bevoegd voor onderwijs en vorming, is belast met de uitvoering van dit besluit.
Brussel, 22 oktober 2021.
De minister-president van de Vlaamse Regering, J. JAMBON De Vlaamse minister van Onderwijs, Sport, Dierenwelzijn en Vlaamse Rand, B. WEYTS