← Terug naar "Besluit van de Vlaamse Regering tot vervanging van artikel 8 van het besluit van de Vlaamse Regering van 31 maart 2006 tot regeling van sommige verloven voor de personeelsleden van de hogescholen in de Vlaamse Gemeenschap en van de Hogere Zeevaartschool en van artikel 2 van het besluit van de Vlaamse Regering van 3 juli 2009 betreffende het omstandigheidsverlof, het verlof wegens overmacht, het onbezoldigd ouderschapsverlof en het geboorteverlof in geval van overlijden of hospitalisatie van de moeder voor bepaalde personeelsleden van het onderwijs en de centra voor leerlingenbegeleiding en tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 26 april 1990 betreffende het verlof voor verminderde prestaties, gewettigd door sociale of familiale redenen en de afwezigheid voor verminderde prestaties wegens persoonlijke aangelegenheid ten gunste van de personeelsleden van het onderwijs en de centra voor leerlingenbegeleiding, wat betreft de uitbreiding van het omstandigheidsverlof bij overlijden van een partner of een kind "
| Besluit van de Vlaamse Regering tot vervanging van artikel 8 van het besluit van de Vlaamse Regering van 31 maart 2006 tot regeling van sommige verloven voor de personeelsleden van de hogescholen in de Vlaamse Gemeenschap en van de Hogere Zeevaartschool en van artikel 2 van het besluit van de Vlaamse Regering van 3 juli 2009 betreffende het omstandigheidsverlof, het verlof wegens overmacht, het onbezoldigd ouderschapsverlof en het geboorteverlof in geval van overlijden of hospitalisatie van de moeder voor bepaalde personeelsleden van het onderwijs en de centra voor leerlingenbegeleiding en tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 26 april 1990 betreffende het verlof voor verminderde prestaties, gewettigd door sociale of familiale redenen en de afwezigheid voor verminderde prestaties wegens persoonlijke aangelegenheid ten gunste van de personeelsleden van het onderwijs en de centra voor leerlingenbegeleiding, wat betreft de uitbreiding van het omstandigheidsverlof bij overlijden van een partner of een kind | Arrêté du Gouvernement flamand remplaçant l'article 8 de l'arrêté du Gouvernement flamand du 31 mars 2006 réglant certains congés pour les membres du personnel des instituts supérieurs en Communauté flamande et de la « Hogere Zeevaartschool » et l'article 2 de l'arrêté du Gouvernement flamand du 3 juillet 2009 relatif au congé de circonstance, au congé pour cas de force majeure, au congé parental non rémunéré et au congé de naissance en cas de décès ou hospitalisation de la mère pour certains membres du personnel de l'enseignement et des centres d'encadrement des élèves et modifiant l'arrêté du Gouvernement flamand du 26 avril 1990 relatif aux congés pour prestations réduites justifiés par des raisons sociales ou familiales et aux absences pour prestations réduites justifiées par des raisons personnelles, accordés aux membres du personnel de l'enseignement et des centres d'encadrement des élèves, en ce qui concerne l'extension du congé de circonstance accordé lors du décès du partenaire ou d'un enfant |
|---|---|
| VLAAMSE OVERHEID | AUTORITE FLAMANDE |
| 22 OKTOBER 2021. - Besluit van de Vlaamse Regering tot vervanging van | 22 OCTOBRE 2021. - Arrêté du Gouvernement flamand remplaçant l'article |
| artikel 8 van het besluit van de Vlaamse Regering van 31 maart 2006 | 8 de l'arrêté du Gouvernement flamand du 31 mars 2006 réglant certains |
| tot regeling van sommige verloven voor de personeelsleden van de | congés pour les membres du personnel des instituts supérieurs en |
| hogescholen in de Vlaamse Gemeenschap en van de Hogere Zeevaartschool | Communauté flamande et de la « Hogere Zeevaartschool » et l'article 2 |
| en van artikel 2 van het besluit van de Vlaamse Regering van 3 juli | de l'arrêté du Gouvernement flamand du 3 juillet 2009 relatif au congé |
| 2009 betreffende het omstandigheidsverlof, het verlof wegens | de circonstance, au congé pour cas de force majeure, au congé parental |
| overmacht, het onbezoldigd ouderschapsverlof en het geboorteverlof in | non rémunéré et au congé de naissance en cas de décès ou |
| geval van overlijden of hospitalisatie van de moeder voor bepaalde | hospitalisation de la mère pour certains membres du personnel de |
| personeelsleden van het onderwijs en de centra voor | |
| leerlingenbegeleiding en tot wijziging van het besluit van de Vlaamse | l'enseignement et des centres d'encadrement des élèves et modifiant |
| Regering van 26 april 1990 betreffende het verlof voor verminderde prestaties, gewettigd door sociale of familiale redenen en de afwezigheid voor verminderde prestaties wegens persoonlijke aangelegenheid ten gunste van de personeelsleden van het onderwijs en de centra voor leerlingenbegeleiding, wat betreft de uitbreiding van het omstandigheidsverlof bij overlijden van een partner of een kind Rechtsgronden Dit besluit is gebaseerd op: - het decreet rechtspositie personeelsleden gemeenschapsonderwijs van 27 maart 1991, artikel 77, eerste lid; | l'arrêté du Gouvernement flamand du 26 avril 1990 relatif aux congés pour prestations réduites justifiés par des raisons sociales ou familiales et aux absences pour prestations réduites justifiées par des raisons personnelles, accordés aux membres du personnel de l'enseignement et des centres d'encadrement des élèves, en ce qui concerne l'extension du congé de circonstance accordé lors du décès du partenaire ou d'un enfant Fondements juridiques Le présent arrêté est fondé sur : - le décret du 27 mars 1991 relatif au statut des membres du personnel de l'enseignement communautaire, l'article 77, alinéa 1er ; |
| - het decreet rechtspositie personeelsleden gesubsidieerd onderwijs | - le décret du 27 mars 1991 relatif au statut des membres du personnel |
| van 27 maart 1991, artikel 51, eerste lid; | de l'enseignement subventionné, l'article 51, alinéa 1er ; |
| - het decreet van 1 december 1993 betreffende de inspectie en de | - le décret du 1er décembre 1993 relatif à l'inspection et à |
| begeleiding van de levensbeschouwelijke vakken, artikel 21, § 1, | l'encadrement des cours philosophiques, l'article 21, § 1er, remplacé |
| vervangen bij het decreet van 8 mei 2009; | par le décret du 8 mai 2009 ; |
| - het decreet van 8 mei 2009 betreffende de kwaliteit van onderwijs, | - le décret du 8 mai 2009 relatif à la qualité de l'enseignement, |
| artikel 142, eerste lid; | l'article 142, alinéa 1er ; |
| - de Codex Hoger Onderwijs van 11 oktober 2013, bekrachtigd bij het | - le Code de l'Enseignement supérieur du 11 octobre 2013, sanctionné |
| decreet van 20 december 2013, artikel V.84; | par le décret du 20 décembre 2013, l'article V.84 ; |
| - het decreet van 7 juli 2017 betreffende de rechtspositie van de | - le décret du 7 juillet 2017 relatif au statut des membres du |
| personeelsleden in de basiseducatie, artikel 17. | personnel de l'éducation de base, l'article 17. |
| Vormvereisten | Formalités |
| De volgende vormvereisten zijn vervuld: | Les formalités suivantes sont remplies : |
| - De Vlaamse minister, bevoegd voor de begroting, heeft zijn akkoord | - Le ministre flamand compétent pour le budget a donné son accord le |
| gegeven op 14 juli 2021. | 14 juillet 2021. |
| - De gemeenschappelijke vergadering van Sectorcomité X, van | - La réunion commune du Comité sectoriel X, de la sous-section « |
| onderafdeling Vlaamse Gemeenschap van afdeling 2 van het Comité voor | Communauté flamande » de la section 2 du Comité des services publics |
| de provinciale en plaatselijke overheidsdiensten en van het | provinciaux et locaux et du comité coordinateur de négociation visé au |
| overkoepelend onderhandelingscomité, vermeld in het decreet van 5 | décret du 5 avril 1995 portant création de comités de négociation dans |
| april 1995 tot oprichting van onderhandelingscomités in het vrij | |
| gesubsidieerd onderwijs, heeft protocol nr. 187 gesloten op 3 | l'enseignement libre subventionné a conclu le protocole n° 187 le 3 |
| september 2021. | septembre 2021. |
| - Het Vlaams Onderhandelingscomité voor de basiseducatie, vermeld in | - Le « Vlaams Onderhandelingscomité voor de basiseducatie » (Comité |
| het decreet van 23 januari 2009 tot oprichting van | flamand de négociation pour l'éducation de base), visé au décret du 23 |
| onderhandelingscomités voor de basiseducatie en voor het Vlaams | janvier 2009 portant création de comités de négociations pour |
| Ondersteuningscentrum voor het | l'éducation de base et pour le « Vlaamse Ondersteuningscentrum voor |
| Volwassenenonderwijs, heeft protocol nr. 117 gesloten op 3 september 2021. | het Volwassenenonderwijs » (Centre flamand d'Aide à l'Education) a conclu le protocole n° 117 le 3 septembre 2021. |
| - Het Vlaams Onderhandelingscomité voor het Hoger Onderwijs en het | - Le « Vlaams Onderhandelingscomité voor het Hoger Onderwijs en het |
| Universitair Ziekenhuis Gent, vermeld in de Codex Hoger Onderwijs van | Universitair Ziekenhuis Gent » (Comité flamand de négociation pour |
| l'enseignement supérieur et l'hôpital universitaire de Gand), visé au | |
| 11 oktober 2013, heeft protocol nr.116 gesloten op 14 september 2021. | Code de l'Enseignement supérieur du 11 octobre 2013, a conclu le protocole n° 116 le 14 septembre 2021. |
| - De Raad van State heeft advies 70178/1 gegeven op 12 oktober 2021, | - Le Conseil d'Etat a donné l'avis 70178/1 le 12 octobre 2021, en |
| met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten op | application de l'article 84, § 1er, alinéa 1er, 2°, des lois sur le |
| de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973. | Conseil d'Etat, coordonnées le 12 janvier 1973. |
| Initiatiefnemer | Initiateur |
| Dit besluit wordt voorgesteld door de Vlaamse minister van Onderwijs, | Le présent arrêté est proposé par le Ministre flamand de |
| Sport, Dierenwelzijn en Vlaamse Rand. | l'Enseignement, des Sports, du Bien-Etre des Animaux et du Vlaamse Rand. |
| Na beraadslaging, | Après délibération, |
| DE VLAAMSE REGERING BESLUIT: | LE GOUVERNEMENT FLAMAND ARRETE : |
| HOOFDSTUK 1. - Wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van | CHAPITRE 1er. - Modification à l'arrêté du Gouvernement flamand du 31 |
| 31 maart 2006 tot regeling van sommige verloven voor de | mars 2006 réglant certains congés pour les membres du personnel des |
| personeelsleden van de hogescholen in de Vlaamse Gemeenschap en van de | instituts supérieurs en Communauté flamande et de la « Hogere |
| Hogere Zeevaartschool | Zeevaartschool » |
Artikel 1.Artikel 8 van het besluit van de Vlaamse Regering van 31 |
Article 1er.L'article 8 de l'arrêté du Gouvernement flamand du 31 |
| maart 2006 tot regeling van sommige verloven voor de personeelsleden | mars 2006 réglant certains congés pour les membres du personnel des |
| van de hogescholen in de Vlaamse Gemeenschap en van de Hogere | instituts supérieurs en Communauté flamande et de la « Hogere |
| Zeevaartschool, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse Regering van | Zeevaartschool », modifié par les arrêtés du Gouvernement flamand des |
| 9 november 2018 en 26 februari 2021, wordt vervangen door wat volgt: | 9 novembre 2018 et 26 février 2021, est remplacé par ce qui suit : |
| " Art. 8.§ 1. Voor de toepassing van dit artikel wordt verstaan onder: |
« Art. 8.§ 1er. Pour l'application du présent article, on entend par : |
| 1° langdurige pleegzorg: pleegzorg zoals omschreven in artikel | 1° placement familial de longue durée : le placement familial tel que |
| 30sexies § 6 van de wet van 3 juli 1978 betreffende de | décrit à l'article 30sexies, § 6, de la loi du 3 juillet 1978 relative |
| arbeidsovereenkomsten en waarbij het kind als deel uitmakend van dat | aux contrats de travail, dans le cadre duquel l'enfant, en tant que |
| gezin in het bevolkingsregister of in het vreemdelingenregister van de | membre de la famille, est inscrit au registre de la population ou au |
| gemeente waar het gezin of de pleegouder zijn verblijfplaats heeft of | registre des étrangers de la commune où la famille ou le ou les |
| de pleegouders hun verblijfplaats hebben, is ingeschreven; | parents d'accueil ont leur résidence ; |
| 2° kortdurende pleegzorg: alle vormen van pleegzorg die niet voldoen | 2° placement familial de courte durée : toutes les formes de placement |
| aan de voorwaarden van langdurige pleegzorg; 3° pleegkind: het kind waarvoor het personeelslid of zijn echtgenote of samenwonende partner in het kader van pleegzorg is aangesteld door de rechtbank, door een door de bevoegde gemeenschap erkende dienst voor pleegzorg, of door de bevoegde gemeenschapsdiensten inzake jeugdbescherming; 4° pleegvader en - moeder: de pleegouder die in het kader van pleegzorg is aangesteld door de rechtbank, door een door de bevoegde gemeenschap erkende dienst voor pleegzorg, of door de bevoegde gemeenschapsdiensten inzake jeugdbescherming." § 2. De personeelsleden hebben naar aanleiding van de hierna opgesomde gebeurtenissen recht op omstandigheidsverlof voor een als volgt | familial ne remplissant pas les conditions du placement familial de longue durée ; 3° enfant placé : l'enfant pour lequel le membre du personnel ou son épouse ou partenaire cohabitant a été désigné dans le cadre du placement familial par le tribunal, par un service de placement familial reconnu par la communauté compétente ou par les services communautaires compétents en matière de protection de la jeunesse ; 4° père et mère d'accueil : le parent d'accueil qui a été désigné dans le cadre du placement familial par le tribunal, par un service de placement familial reconnu par la communauté compétente ou par les services communautaires compétents en matière de protection de la jeunesse. » § 2. A l'occasion des événements énumérés ci-après, les membres du personnel ont droit à un congé de circonstance pour une durée |
| bepaalde duur : | déterminée comme suit : |
| 1° huwelijk of afleggen van een verklaring van wettelijke samenwoning | 1° mariage ou déclaration de cohabitation légale du membre du |
| van het personeelslid: twee werkdagen; | personnel : deux jours ouvrables ; |
| 2° huwelijk of afleggen van een verklaring van wettelijke samenwoning | 2° mariage ou déclaration de cohabitation légale d'un enfant du membre |
| van een kind van het personeelslid of een kind van de echtgenoot of | du personnel ou d'un enfant de l'époux ou épouse ou du partenaire |
| echtgenote of samenwonende partner: twee werkdagen; | cohabitant : deux jours ouvrables ; |
| 3° huwelijk van bloed- of aanverwant in de eerste graad, die geen kind | 3° mariage d'un parent ou allié au premier degré, qui n'est pas un |
| is, of in de tweede graad, van het personeelslid, van de echtgenoot of | enfant, ou au deuxième degré, du membre du personnel, de l'époux ou |
| echtgenote of samenwonende partner: de dag van het huwelijk; | épouse ou du partenaire cohabitant ; le jour du mariage ; |
| 4° overlijden van de echtgenoot of echtgenote of samenwonende partner, | 4° décès de l'époux ou épouse ou du partenaire cohabitant, d'un enfant |
| van een kind van het personeelslid of van zijn echtgenoot of | du membre du personnel ou de son époux ou épouse ou son partenaire |
| echtgenote of samenwonende partner of overlijden van een pleegkind in | cohabitant ou le décès d'un enfant placé dans le cadre d'un placement |
| het kader van een langdurige pleegzorg op het moment van het | familial de longue durée au moment du décès ou dans le passé : dix |
| overlijden of in het verleden: tien werkdagen waarbij drie dagen door | jours ouvrables, dont trois jours à choisir par le membre du personnel |
| het personeelslid te kiezen tijdens de periode die begint met de dag | pendant la période prenant cours le jour du décès et s'achevant le |
| van het overlijden en eindigt de dag van de begrafenis en zeven dagen | jour des funérailles et sept jours à choisir par le membre du |
| door het personeelslid te kiezen binnen het jaar na de dag van het | personnel dans un délai d'un an suivant le jour du décès. A la demande |
| overlijden. Er kan van de beide perioden waarin deze dagen opgenomen moeten worden, afgeweken worden op vraag van het personeelslid met akkoord van het hogeschoolbestuur; 5° overlijden van de vader, moeder, stiefvader, stiefmoeder, schoonzoon, schoondochter van het personeelslid of van zijn echtgenoot of echtgenote of samenwonende partner: vier werkdagen, door het personeelslid te kiezen tijdens de periode die begint met de dag van het overlijden en eindigt de dag van de begrafenis. Er kan van de periode waarin deze dagen opgenomen moeten worden, afgeweken worden op vraag van het personeelslid met akkoord van het hogeschoolbestuur; 6° overlijden van de pleegvader of pleegmoeder van het personeelslid in het kader van langdurige pleegzorg op het moment van het overlijden: vier werkdagen, door het personeelslid te kiezen tijdens de periode die begint met de dag van het overlijden en eindigt de dag van de begrafenis. Er kan van de periode waarin deze dagen opgenomen moeten worden, afgeweken worden op vraag van het personeelslid met akkoord van het hogeschoolbestuur; 7° overlijden van een bloed- of aanverwant in om het even welke graad van het personeelslid of van echtgenoot of echtgenote of samenwonende partner, die onder hetzelfde dak woont als het personeelslid: twee werkdagen, door het personeelslid te kiezen tijdens de periode die begint met de dag van het overlijden en eindigt de dag van de begrafenis. Er kan van de periode waarin deze dagen opgenomen moeten worden, afgeweken worden op vraag van het personeelslid met akkoord van het hogeschoolbestuur; 8° overlijden van een bloed- of aanverwant in de tweede graad van het personeelslid of van de echtgenoot of echtgenote of samenwonende partner, die niet onder hetzelfde dak woont als het personeelslid: één werkdag, door het personeelslid op te nemen op de dag van de begrafenis. Deze dag kan op een ander moment worden opgenomen op vraag van het personeelslid met akkoord van het hogeschoolbestuur; 9° overlijden van een pleegkind van het personeelslid of van zijn echtgenoot of echtgenote of samenwonende partner in het kader van | du membre du personnel et moyennant l'accord de la direction de l'institut supérieur, il peut être dérogé aux deux périodes pendant lesquelles ces jours doivent être pris ; 5° décès du père, de la mère, du second mari de la mère, de la seconde femme du père, du beau-fils, de la belle-fille du membre du personnel ou de son époux ou épouse ou du partenaire cohabitant : quatre jours ouvrables à choisir par le membre du personnel dans la période prenant cours le jour du décès et s'achevant le jour des funérailles. A la demande du membre du personnel et moyennant l'accord de la direction de l'institut supérieur, il peut être dérogé à la période pendant laquelle ces jours doivent être pris; 6° décès du père d'accueil ou de la mère d'accueil du membre du personnel dans le cadre du placement familial de longue durée au moment du décès : quatre jours ouvrables à choisir par le membre du personnel dans la période prenant cours le jour du décès et s'achevant le jour des funérailles. A la demande du membre du personnel et moyennant l'accord de la direction de l'institut supérieur, il peut être dérogé à la période pendant laquelle ces jours doivent être pris ; 7° décès d'un parent ou allié à quelque degré que ce soit du membre du personnel ou de l'époux ou épouse ou du partenaire cohabitant habitant sous le même toit : deux jours ouvrables à choisir par le membre du personnel dans la période prenant cours le jour du décès et s'achevant le jour des funérailles. A la demande du membre du personnel et moyennant l'accord de la direction de l'institut supérieur, il peut être dérogé à la période pendant laquelle ces jours doivent être pris ; 8° décès d'un parent ou allié au deuxième degré du membre du personnel ou de l'époux ou épouse ou du partenaire cohabitant n'habitant pas sous le même toit : un jour ouvrable à prendre par le membre du personnel le jour des funérailles. Ce jour peut être pris à un autre moment à la demande du membre du personnel et moyennant l'accord de la direction de l'institut supérieur ; 9° décès d'un enfant placé du membre du personnel ou de son époux ou épouse ou partenaire cohabitant dans le cadre du placement familial de |
| kortdurende pleegzorg op het moment van het overlijden: één werkdag, | courte durée au moment du décès : un jour ouvrable à prendre par le |
| door het personeelslid op te nemen op de dag van de begrafenis. Deze | membre du personnel le jour des funérailles. Ce jour peut être pris à |
| dag kan op een ander moment worden opgenomen op vraag van het | un autre moment à la demande du membre du personnel et moyennant |
| personeelslid met akkoord van het hogeschoolbestuur; | l'accord de la direction de l'institut supérieur; |
| 10° deelneming aan een jury, oproeping als getuige of persoonlijke | 10° participation à un jury, convocation comme témoin ou comparution |
| verschijning voor een rechtbank: de nodige tijd; | personnelle devant un tribunal : le temps nécessaire ; |
| 11° uitoefening van het ambt van voorzitter of bijzitter in een | 11° exercice des fonctions de président ou d'assesseur d'un bureau de |
| hoofdstembureau, enig stembureau of bureau voor stemopneming bij de | vote principal, d'un bureau unique de vote ou d'un bureau de |
| parlements-, de provincieraads- en de gemeenteraadsverkiezingen, met | dépouillement de votes lors des élections législatives, provinciales |
| inbegrip van het Europees Parlement: de nodige tijd. | et communales, y compris les élections du Parlement européen : le |
| temps nécessaire. | |
| " § 3. Het omstandigheidsverlof wordt met dienstactiviteit | « § 3. Le congé de circonstance est assimilé à une période d'activité |
| gelijkgesteld. Het omstandigheidsverlof wordt bezoldigd. | de service. Le congé de circonstance est rémunéré. |
| § 4. Wanneer een personeelslid in meerdere instellingen werkt | § 4. Lorsqu'un membre du personnel travaille dans plusieurs |
| gedurende de dagen waarop hij omstandigheidsverlof neemt, dan geldt | institutions pendant les jours où il prend un congé de circonstance, |
| dit verlof voor alle instellingen, met dien verstande dat het in zijn | ce congé vaut pour l'ensemble des institutions, étant entendu qu'il |
| totaliteit beperkt is tot de in dit artikel vastgelegde aantal | est limité dans sa totalité au nombre de jours ouvrables fixé au |
| werkdagen." | présent article. » |
| HOOFDSTUK 2. - Wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 3 | CHAPITRE 2. - Modification à l'arrêté du Gouvernement flamand du 3 |
| juli 2009 betreffende het omstandigheidsverlof, het verlof wegens | juillet 2009 relatif au congé de circonstance, au congé pour cas de |
| overmacht, het onbezoldigd ouderschapsverlof en het geboorteverlof in | |
| geval van overlijden of hospitalisatie van de moeder voor bepaalde | force majeure, au congé parental non rémunéré et au congé de naissance |
| personeelsleden van het onderwijs en de centra voor | en cas de décès ou hospitalisation de la mère pour certains membres du |
| leerlingenbegeleiding en tot wijziging van het besluit van de Vlaamse | personnel de l'enseignement et des centres d'encadrement des élèves et |
| Regering van 26 april 1990 betreffende het verlof voor verminderde | modifiant l'arrêté du Gouvernement flamand du 26 avril 1990 relatif |
| prestaties, gewettigd door sociale of familiale redenen en de | aux congés pour prestations réduites justifiés par des raisons |
| afwezigheid voor verminderde prestaties wegens persoonlijke | sociales ou familiales et aux absences pour prestations réduites |
| aangelegenheid ten gunste van de personeelsleden van het onderwijs en | justifiées par des raisons personnelles, accordés aux membres du |
| de centra voor leerlingenbegeleiding | personnel de l'enseignement et des centres d'encadrement des élèves |
Art. 2.Artikel 2 van het besluit van de Vlaamse Regering van 3 juli |
Art. 2.L'article 2 de l'arrêté du Gouvernement flamand du 3 juillet |
| 2009 betreffende het omstandigheidsverlof, het verlof wegens | 2009 relatif au congé de circonstance, au congé pour cas de force |
| overmacht, het onbezoldigd ouderschapsverlof en het geboorteverlof in | majeure, au congé parental non rémunéré et au congé de naissance en |
| geval van overlijden of hospitalisatie van de moeder voor bepaalde | cas de décès ou hospitalisation de la mère pour certains membres du |
| personeelsleden van het onderwijs en de centra voor | |
| leerlingenbegeleiding en tot wijziging van het besluit van de Vlaamse | personnel de l'enseignement et des centres d'encadrement des élèves et |
| Regering van 26 april 1990 betreffende het verlof voor verminderde | modifiant l'arrêté du Gouvernement flamand du 26 avril 1990 relatif |
| prestaties, gewettigd door sociale of familiale redenen en de | aux congés pour prestations réduites justifiés par des raisons |
| afwezigheid voor verminderde prestaties wegens persoonlijke | sociales ou familiales et aux absences pour prestations réduites |
| aangelegenheid ten gunste van de personeelsleden van het onderwijs en | justifiées par des raisons personnelles, accordés aux membres du |
| de centra voor leerlingenbegeleiding, gewijzigd bij de besluiten van | personnel de l'enseignement et des centres d'encadrement des élèves, |
| de Vlaamse Regering van 15 februari 2019 en 26 februari 2021, wordt | modifié par les arrêtés du Gouvernement flamand des 15 février 2019 et |
| vervangen door wat volgt: | 26 février 2021, est remplacé par ce qui suit : |
| " Art. 2.§ 1. Voor de toepassing van dit artikel wordt verstaan onder: |
« Art. 2.§ 1er. Pour l'application du présent article, on entend par : |
| 1° langdurige pleegzorg: pleegzorg zoals omschreven in artikel | 1° placement familial de longue durée : le placement familial tel que |
| 30sexies § 6 van de wet van 3 juli 1978 betreffende de | décrit à l'article 30sexies, § 6, de la loi du 3 juillet 1978 relative |
| arbeidsovereenkomsten en waarbij het kind als deel uitmakend van dat | aux contrats de travail, dans le cadre duquel l'enfant, en tant que |
| gezin in het bevolkingsregister of in het vreemdelingenregister van de | membre de la famille, est inscrit au registre de la population ou au |
| gemeente waar het gezin of de pleegouder zijn verblijfplaats heeft of | registre des étrangers de la commune où la famille ou le ou les |
| de pleegouders hun verblijfplaats hebben, is ingeschreven; | parents d'accueil ont leur résidence ; |
| 2° kortdurende pleegzorg: alle vormen van pleegzorg die niet voldoen | 2° placement familial de courte durée : toutes les formes de placement |
| aan de voorwaarden van langdurige pleegzorg; 3° pleegkind: het kind waarvoor het personeelslid of zijn echtgenote of samenwonende partner in het kader van pleegzorg is aangesteld door de rechtbank, door een door de bevoegde gemeenschap erkende dienst voor pleegzorg, of door de bevoegde gemeenschapsdiensten inzake jeugdbescherming; 4° pleegvader en - moeder: de pleegouder die in het kader van pleegzorg is aangesteld door de rechtbank, door een door de bevoegde gemeenschap erkende dienst voor pleegzorg, of door de bevoegde gemeenschapsdiensten inzake jeugdbescherming. § 2. De personeelsleden, vermeld in artikel 1, krijgen omstandigheidsverlof naar aanleiding van de volgende gebeurtenissen: 1° huwelijk van het personeelslid en het afleggen van een verklaring van wettelijke samenwoning door het personeelslid: twee werkdagen; 2° huwelijk of afleggen van een verklaring van wettelijke samenwoning van een kind van het personeelslid, van de echtgenoot of echtgenote of samenwonende partner: twee werkdagen; | familial ne remplissant pas les conditions du placement familial de longue durée ; 3° enfant placé : l'enfant pour lequel le membre du personnel ou son épouse ou partenaire cohabitant a été désigné dans le cadre du placement familial par le tribunal, par un service de placement familial reconnu par la communauté compétente ou par les services communautaires compétents en matière de protection de la jeunesse ; 4° père et mère d'accueil : le parent d'accueil qui a été désigné dans le cadre du placement familial par le tribunal, par un service de placement familial reconnu par la communauté compétente ou par les services communautaires compétents en matière de protection de la jeunesse. § 2. Les membres du personnel, visés à l'article 1er, bénéficient d'un congé de circonstance à l'occasion des événements suivants : 1° mariage du membre du personnel et déclaration de cohabitation légale par le membre du personnel : deux jours ouvrables ; 2° mariage ou déclaration de cohabitation légale d'un enfant du membre du personnel, de l'époux ou épouse ou du partenaire cohabitant : deux jours ouvrables ; |
| 3° huwelijk van bloed- of aanverwant in de eerste graad, die geen kind | 3° mariage d'un parent ou allié au premier degré, qui n'est pas un |
| is, of in de tweede graad, van het personeelslid, van de echtgenoot of | enfant, ou au deuxième degré, du membre du personnel, de l'époux ou |
| echtgenote of samenwonende partner: de dag van het huwelijk; | épouse ou du partenaire cohabitant : le jour du mariage ; |
| 4° overlijden van de echtgenoot of echtgenote of samenwonende partner, | 4° décès de l'époux ou épouse ou du partenaire cohabitant, d'un enfant |
| van een kind van het personeelslid of van zijn echtgenoot of | du membre du personnel ou de son époux ou épouse ou son partenaire |
| echtgenote of samenwonende partner of overlijden van een pleegkind in | cohabitant ou le décès d'un enfant placé dans le cadre d'un placement |
| het kader van een langdurige pleegzorg op het moment van het | familial de longue durée au moment du décès ou dans le passé : dix |
| overlijden of in het verleden: tien werkdagen waarbij drie dagen door | jours ouvrables dont trois jours à choisir par le membre du personnel |
| het personeelslid te kiezen tijdens de periode die begint met de dag | pendant la période prenant cours le jour du décès et s'achevant le |
| van het overlijden en eindigt de dag van de begrafenis en zeven dagen | jour des funérailles et sept jours à choisir par le membre du |
| door het personeelslid te kiezen binnen het jaar na de dag van het | personnel dans un délai d'un an suivant le jour du décès. A la demande |
| overlijden. Er kan van de beide perioden waarin deze dagen opgenomen | du membre du personnel et moyennant l'accord du pouvoir organisateur |
| moeten worden, afgeweken worden op vraag van het personeelslid met | ou de l'autorité du centre, il peut être dérogé aux deux périodes |
| akkoord van de inrichtende macht of het centrumbestuur; | pendant lesquelles ces jours doivent être pris; |
| 5° overlijden van de vader, moeder, stiefvader, stiefmoeder, | 5° décès du père, de la mère, du second mari de la mère, de la seconde |
| schoonzoon, schoondochter van het personeelslid of van zijn echtgenoot | femme du père, du beau-fils ou de la belle-fille du membre du |
| of echtgenote of samenwonende partner: vier werkdagen, door het | personnel ou de son époux ou épouse ou de son partenaire cohabitant : |
| personeelslid te kiezen tijdens de periode die begint met de dag van | quatre jours ouvrables à choisir par le membre du personnel dans la |
| het overlijden en eindigt de dag van de begrafenis. Er kan van de periode waarin deze dagen opgenomen moeten worden, afgeweken worden op vraag van het personeelslid met akkoord van de inrichtende macht of het centrumbestuur; 6° overlijden van de pleegvader of pleegmoeder van het personeelslid in het kader van langdurige pleegzorg op het moment van het overlijden: vier werkdagen, door het personeelslid te kiezen tijdens de periode die begint met de dag van het overlijden en eindigt de dag van de begrafenis. Er kan van de periode waarin deze dagen opgenomen moeten worden, afgeweken worden op vraag van het personeelslid met akkoord van de inrichtende macht of het centrumbestuur; 7° overlijden van een bloed- of aanverwant in om het even welke graad van het personeelslid of van de echtgenoot of echtgenote of samenwonende partner, die onder hetzelfde dak woont als het personeelslid: twee werkdagen, door het personeelslid te kiezen tijdens de periode die begint met de dag van het overlijden en eindigt de dag van de begrafenis. Er kan van de periode waarin deze dagen opgenomen moeten worden, afgeweken worden op vraag van het personeelslid met akkoord van de inrichtende macht of het centrumbestuur; 8° overlijden van een bloed- of aanverwant in de tweede graad van het personeelslid of van de echtgenoot of echtgenote of samenwonende partner, die niet onder hetzelfde dak woont als het personeelslid: één werkdag, door het personeelslid op te nemen op de dag van de begrafenis. Deze dag kan op een ander moment worden opgenomen op vraag van het personeelslid met een akkoord van de inrichtende macht of het centrumbestuur; 9° overlijden van een pleegkind van het personeelslid of van zijn | période prenant cours le jour du décès et s'achevant le jour des funérailles. A la demande du membre du personnel et moyennant l'accord du pouvoir organisateur ou de l'autorité du centre, il peut être dérogé à la période pendant laquelle ces jours doivent être pris ; 6° décès du père d'accueil ou de la mère d'accueil du membre du personnel dans le cadre du placement familial de longue durée au moment du décès : quatre jours ouvrables à choisir par le membre du personnel dans la période prenant cours le jour du décès et s'achevant le jour des funérailles. A la demande du membre du personnel et moyennant l'accord du pouvoir organisateur ou de l'autorité du centre, il peut être dérogé à la période pendant laquelle ces jours doivent être pris ; 7° décès d'un parent ou allié à quelque degré que ce soit du membre du personnel ou de l'époux ou épouse ou du partenaire cohabitant habitant sous le même toit : deux jours ouvrables à choisir par le membre du personnel dans la période prenant cours le jour du décès et s'achevant le jour des funérailles. A la demande du membre du personnel et moyennant l'accord du pouvoir organisateur ou de l'autorité du centre, il peut être dérogé à la période pendant laquelle ces jours doivent être pris ; 8° décès d'un parent ou allié au deuxième degré du membre du personnel ou de l'époux ou épouse ou du partenaire cohabitant n'habitant pas sous le même toit : un jour ouvrable à prendre par le membre du personnel le jour des funérailles. Ce jour peut être pris à un autre moment à la demande du membre du personnel et moyennant l'accord du pouvoir organisateur ou de l'autorité du centre ; 9° décès d'un enfant placé du membre du personnel ou de son époux ou |
| echtgenoot of echtgenote of samenwonende partner in het kader van | épouse ou son partenaire cohabitant dans le cadre du placement |
| kortdurende pleegzorg op het moment van het overlijden: één werkdag, | familial de courte durée au moment du décès : un jour ouvrable à |
| door het personeelslid op te nemen op de dag van de begrafenis. Deze | prendre par le membre du personnel le jour des funérailles. Ce jour |
| dag kan op een ander moment worden opgenomen op vraag van het | peut être pris à un autre moment à la demande du membre du personnel |
| personeelslid met akkoord van de inrichtende macht of het | et moyennant l'accord du pouvoir organisateur ou de l'autorité du |
| centrumbestuur; | centre ; |
| 10° bijwonen van een bijeenkomst van een familieraad, bijeengeroepen | 10° participation à une réunion du conseil de famille, convoquée par |
| door de vrederechter: één werkdag; | le juge de paix : un jour ouvrable ; |
| 11° oproeping als getuige voor een rechtscollege of persoonlijke | 11° convocation comme témoin devant un collège juridictionnel ou |
| verschijning op aanmaning van een rechtscollege: de nodige tijd; | comparution personnelle sur sommation d'un collège juridictionnel : le |
| temps nécessaire ; | |
| 12° de uitoefening van het ambt van voorzitter, van bijzitter of van | 12° exercice des fonctions de président, d'assesseur ou de secrétaire |
| secretaris van een stembureau of een stemopnemingsbureau: de nodige | d'un bureau de vote ou d'un bureau de dépouillement de votes : le |
| tijd; | temps nécessaire ; |
| 13° om deel uit te maken van de jury van het hof van assisen: de duur | 13° participation à un jury de cour d'assises : la durée de la |
| van de zitting. | session. |
| § 3. In afwijking van § 2, 1°, krijgen de leden van het administratief | § 3. Par dérogation au § 2, 1°, les membres du personnel |
| personeel, de administratief medewerker van het beleids- en | administratif, le collaborateur administratif du personnel de gestion |
| ondersteunend personeel, de administratief medewerker van het | et d'appui, le collaborateur administratif du personnel d'appui et les |
| ondersteunend personeel en de vastbenoemde leden van het meesters-, | membres nommés à titre définitif du personnel de maîtrise, gens de |
| vak- en dienstpersoneel voor hun huwelijk of voor het afleggen van een | métier et de service obtiennent quatre jours ouvrables pour leur |
| verklaring van wettelijke samenwoning vier werkdagen. | mariage ou pour la déclaration de cohabitation légale. |
| § 4. Het verlof moet met volledige dagen worden genomen." | § 4. Le congé ne peut être pris que par jour entier. » |
| HOOFDSTUK 3. - Slotbepalingen | CHAPITRE 3. - Dispositions finales |
Art. 3.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 september 2021. |
Art. 3.Le présent arrêté produit ses effets le 1er septembre 2021. |
Art. 4.De Vlaamse minister, bevoegd voor onderwijs en vorming, is |
Art. 4.Le ministre flamand compétent pour l'enseignement et la |
| belast met de uitvoering van dit besluit. | formation est chargé de l'exécution du présent arrêté. |
| Brussel, 22 oktober 2021. | Bruxelles, le 22 octobre 2021. |
| De minister-president van de Vlaamse Regering, | Le Ministre-Président du Gouvernement flamand, |
| J. JAMBON | J. JAMBON |
| De Vlaamse minister van Onderwijs, Sport, Dierenwelzijn en Vlaamse | Le Ministre flamand de l'Enseignement, des Sports, du Bien-Etre des |
| Rand, | Animaux et du Vlaamse Rand, |
| B. WEYTS | B. WEYTS |