Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Vlaamse Regering van 21 maart 2014
gepubliceerd op 03 april 2014

Besluit van de Vlaamse Regering betreffende de stimuleringsregeling voor de audiovisuele sector, vermeld in artikel 184/1 van het decreet van 27 maart 2009 betreffende radio-omroep en televisie

bron
vlaamse overheid
numac
2014035376
pub.
03/04/2014
prom.
21/03/2014
ELI
eli/besluit/2014/03/21/2014035376/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

21 MAART 2014. - Besluit van de Vlaamse Regering betreffende de stimuleringsregeling voor de audiovisuele sector, vermeld in artikel 184/1 van het decreet van 27 maart 2009Relevante gevonden documenten type decreet prom. 27/03/2009 pub. 30/04/2009 numac 2009035356 bron vlaamse overheid Decreet betreffende radio-omroep en televisie sluiten betreffende radio-omroep en televisie


De Vlaamse Regering, Gelet op het decreet van 27 maart 2009Relevante gevonden documenten type decreet prom. 27/03/2009 pub. 30/04/2009 numac 2009035356 bron vlaamse overheid Decreet betreffende radio-omroep en televisie sluiten betreffende radio-omroep en televisie, artikel 184/1;

Gelet op het decreet van 13 april 1999Relevante gevonden documenten type decreet prom. 13/04/1999 pub. 23/09/1999 numac 1999036226 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet houdende machtiging van de Vlaamse regering om toe te treden tot en om mee te werken aan de oprichting van de vereniging zonder winstgevend doel Vlaams Audiovisueel Fonds sluiten houdende machtiging van de Vlaamse Regering om toe te treden tot en mee te werken aan de oprichting van de vereniging zonder winstgevend doel Vlaams Audiovisueel Fonds, artikel 3;

Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de begroting, gegeven op 14 januari 2014;

Gelet op het advies nr. 55.356/3 van de Raad van State, gegeven op 13 maart 2014, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

Overwegende dat de beheersovereenkomst tussen de Vlaamse Regering en het Vlaams Audiovisueel Fonds betreffende het Mediafonds werd aangemeld op 3 december 2013 bij de Europese Commissie;

Op voorstel van de Vlaamse minister van Innovatie, Overheidsinvesteringen, Media en Armoedebestrijding;

Na beraadslaging, Besluit : HOOFDSTUK 1. - Definities

Artikel 1.In dit besluit wordt verstaan onder: 1° abonnee: een natuurlijk persoon of rechtspersoon die met de dienstenverdeler een contract gesloten heeft teneinde een aanbod aan televisiediensten te ontvangen;2° afgevaardigde producent: de producent die verantwoordelijk is voor het produceren van het audiovisuele werk en die belast is met de goede verwezenlijking, zowel op budgettair als op technisch vlak, van het deel van de verplichtingen die hem opgelegd worden door zijn overeenkomst;3° animatiereeks: een audiovisuele creatie in de vorm van een televisiereeks, die in haar productieproces hoofdzakelijk gebruikmaakt van enkelbeeldtechnieken, die gaan van de verfilming van poppen, voorwerpen en/of tekeningen, bijvoorbeeld een tekenfilm, tot meer digitale, computergeanimeerde technieken;4° coproductie: de productie van een audiovisueel werk door een dienstenverdeler en ten minste één onafhankelijke producent met zetel in het Vlaamse Gewest of het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest die als afgevaardigde producent optreedt;5° coproductieproject: een project dat voorgelegd en/of uitgevoerd wordt in het kader van de stimuleringsregeling voor dienstenverdelers ter uitvoering van artikel 184/1 van het decreet van 27 maart 2009Relevante gevonden documenten type decreet prom. 27/03/2009 pub. 30/04/2009 numac 2009035356 bron vlaamse overheid Decreet betreffende radio-omroep en televisie sluiten en van dit besluit.6° documentairereeks: een non-fictiereeks voor televisie die een behandeling of interpretatie weergeeft van de realiteit, vanuit de persoonlijke betrokkenheid van de maker, met een intrinsieke langetermijnwaarde.Uitgezonderd zijn bijgevolg reeksen die louter tot doel hebben informatie te verstrekken of louter beschrijvend zijn, zoals bijvoorbeeld bedrijfsfilms, didactische films, reportages, zuiver wetenschappelijke documentaires, bijdragen voor het journaal of voor een actualiteitenprogramma; 7° fictiereeks: een audiovisuele, voornamelijk live-actionreeks voor televisie met hoofdzakelijk denkbeeldige personages en gebeurtenissen. Soaps, telenovelles en sitcoms in hun gangbare betekenis worden niet aanvaard; decreet van 27 maart 2009Relevante gevonden documenten type decreet prom. 27/03/2009 pub. 30/04/2009 numac 2009035356 bron vlaamse overheid Decreet betreffende radio-omroep en televisie sluiten: het decreet van 27 maart 2009Relevante gevonden documenten type decreet prom. 27/03/2009 pub. 30/04/2009 numac 2009035356 bron vlaamse overheid Decreet betreffende radio-omroep en televisie sluiten betreffende de radio-omroep en de televisie;9° onafhankelijke producent: een producent als vermeld in artikel 2, 49°, van het decreet van 27 maart 2009Relevante gevonden documenten type decreet prom. 27/03/2009 pub. 30/04/2009 numac 2009035356 bron vlaamse overheid Decreet betreffende radio-omroep en televisie sluiten;10° open net: uitgezonden door een omroeporganisatie die beschikbaar is in het analoge of digitale basispakket van meerdere dienstenverdelers, zonder meerprijs op het basisabonnement;11° televisiereeks: een audiovisuele creatie, bestemd voor televisie-uitzending, die uit minstens drie afleveringen bestaat.Een televisiereeks neemt de vorm aan van een animatiereeks, een documentairereeks of een fictiereeks; 12° VAF: het Vlaams Audiovisueel Fonds, vermeld in artikel 184/1 van het decreet van 27 maart 2009Relevante gevonden documenten type decreet prom. 27/03/2009 pub. 30/04/2009 numac 2009035356 bron vlaamse overheid Decreet betreffende radio-omroep en televisie sluiten;13° Vlaamse Regulator voor de Media: de Algemene Kamer van de Vlaamse Regulator voor de Media. HOOFDSTUK 2. - Forfaitaire bijdrage of bijdrage per abonnee

Art. 2.Iedere dienstenverdeler brengt het VAF, de Vlaamse Regulator voor de Media en de Vlaamse Regering ieder kalenderjaar vóór 15 februari met een aangetekende brief op de hoogte van de gekozen vorm van deelname. Naast de gekozen vorm van deelname deelt de dienstenverdeler op hetzelfde moment de gekozen vorm van bijdrage mee, zoals bepaald in artikel 184/1 § 3 van het decreet van 27 maart 2009Relevante gevonden documenten type decreet prom. 27/03/2009 pub. 30/04/2009 numac 2009035356 bron vlaamse overheid Decreet betreffende radio-omroep en televisie sluiten, meer bepaald een forfaitaire bijdrage dan wel een bijdrage per abonnee. Bij gebrek aan een dergelijke aangetekende brief wordt de dienstenverdeler geacht gekozen te hebben voor participatie door middel van een financiële bijdrage per abonnee aan het VAF.

Art. 3.Als de dienstenverdeler kiest voor een bijdrage per abonnee, wordt het bedrag berekend op basis van het aantal abonnees, zoals meegedeeld aan de Vlaamse Regulator voor de Media op grond van artikel 182 van het decreet van 27 maart 2009Relevante gevonden documenten type decreet prom. 27/03/2009 pub. 30/04/2009 numac 2009035356 bron vlaamse overheid Decreet betreffende radio-omroep en televisie sluiten voorafgaand aan het jaar van de bijdrageplicht. HOOFDSTUK 3. - Bijdrage in de vorm van coproductie van audiovisuele werken Afdeling 1. - Indiening van coproductieprojecten

Art. 4.De Vlaamse Regulator voor de Media beoordeelt de ontvankelijkheid en de erkenning van de coproductieprojecten, vermeld in dit hoofdstuk, op advies van de beoordelingscommissie of - commissies, vermeld in artikel 9.

Art. 5.Coproductieprojecten die voldoen aan de bepalingen van deze afdeling, komen in aanmerking voor erkenning als een coproductieproject dat beschouwd kan worden als vorm van bijdrage tot de coproductie van audiovisuele werken als vermeld in artikel 184/1, § 1, eerste lid.

Art. 6.Om in aanmerking te komen als vorm van bijdrage tot de productie van audiovisuele werken via een coproductie, moeten de coproductieprojecten aan de volgende ontvankelijkheidsvoorwaarden voldoen: 1° de coproductieprojecten zijn Vlaamse audiovisuele creaties;een audiovisuele creatie wordt als Vlaams gekwalificeerd op basis van onder andere de volgende criteria: de Nederlandstalige originele versie, de Nederlandstalige tekst, het Nederlandstalige onderliggende werk, de culturele verbondenheid met Vlaanderen, de creatieve input vanuit de Vlaamse cultuurgemeenschap en/of een onderwerp dat de Vlaamse cultuur uitdrukt; 2° ze worden uiterlijk op 15 februari van elk kalenderjaar met een aangetekende brief ingediend bij de Vlaamse Regulator voor de Media;3° de dienstenverdeler zelf participeert voor minstens 20% maar voor minder dan 50% in de coproductie van het audiovisuele werk;4° het coproductieproject wordt ingediend samen met minstens één onafhankelijke producent met zetel in het Vlaamse Gewest of het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest die de rol van afgevaardigde producent waarneemt en met een in de Vlaamse Gemeenschap erkende of aangemelde televisie-omroeporganisatie;5° de coproductie betreft televisiereeksen in de vorm van animatiereeksen, documentairereeksen of fictiereeksen;6° de rechten van de participerende dienstenverdeler op de audiovisuele productie worden als volgt geregeld: a) de gerealiseerde coproductieprojecten kunnen alleen lineair en alleen door een televisieomroeporganisatie in open net worden uitgezonden;b) elke voorafgaande uitzending door de dienstenverdeler van het coproductieproject aan de uitzending in open net is verboden;c) alleen nadat alle andere financiers hun investeringsbedrag, verhoogd met een marktconform rendement dat in casu bepaald wordt op 10% per jaar gekapitaliseerd, hebben gerealiseerd, kan de dienstenverdeler delen in de winst van het coproductieproject.In afwijking hiervan en in afwijking van punt 6° a), kan de dienstenverdeler verzaken aan deelname in de winst van het coproductieproject en in plaats daarvan kiezen voor een verplichting in hoofde van de televisieomroeporganisatie bedoeld in 6° a) om toe te laten dat het desbetreffende coproductieproject na de eerste lineaire uitzending in open net, voor een periode van 12 maanden via een eigen platform aangeboden kan worden, mits betaling van een marktconforme bijkomende financiële bijdrage; 7° de erkenningsaanvraag bevat alle elementen, vermeld in artikel 8.

Art. 7.De Vlaamse Regulator voor de Media beoordeelt de ontvankelijkheid van de voorgelegde dossiers en brengt de indiener binnen vijftien kalenderdagen vanaf de ontvangst van de coproductieprojecten op de hoogte van de onontvankelijke dossiers.

Art. 8.Om een erkenning als coproductieproject te verkrijgen omvat de aanvraag tot erkenning: 1° de titel van het audiovisuele werk;2° een synopsis van één tot drie pagina's;3° een intentienota van de auteur of de scenarist, de regisseur en de producent of producenten;4° de contactgegevens van de scenarist, de regisseur en de producenten, waaronder de onafhankelijke producent met zetel in het Vlaamse Gewest of het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest;5° een lijst met de voornaamste rollen;6° een productieplanning;7° een budget;8° een financieringsplan;9° het scenario van elke aflevering;10° een schriftelijk engagement van een in de Vlaamse Gemeenschap erkende of aangemelde televisieomroeporganisatie die uitzendt in open net om de reeks mee te financieren, met expliciete vermelding van de financiële bijdrage van die omroeporganisatie. De aanvraag tot erkenning van een documentairereeks als coproductieproject bevat geen lijst met de voornaamste rollen als vermeld in het eerste lid, 5°.

Art. 9.Binnen vijftien kalenderdagen na ontvangst van de aanvragen als coproductieproject legt de Vlaamse Regulator voor de Media de ontvankelijke coproductieprojecten voor advies voor aan de beoordelingscommissie die de Vlaamse Regulator voor de Media heeft benoemd. De beoordelingscommissie bestaat uit zes leden die het VAF op een dubbele lijst voordraagt.

De beoordelingscommissie geeft de Vlaamse Regulator voor de Media uiterlijk op 15 maart van elk kalenderjaar een niet-bindend advies met het oog op de erkenning van de coproductieprojecten, rekening houdende met de volgende criteria: 1° de kwaliteit van de coproductieprojecten.Dat omvat: a) het hoogwaardige artistieke gehalte;b) een hoog potentieel bereik dat zich in eerste instantie vertaalt in nationale en/of internationale waardering en/of publieksbereik;c) de originaliteit van het coproductieproject;d) de pluriformiteit en diversiteit van het coproductieproject, wat inhoudt dat het project rekening moet houden met verschillende opiniestromen en geledingen in de samenleving en moet bijdragen aan een genuanceerde beeldvorming over de verschillende groepen in de maatschappij;2° de omringende factoren van het coproductieproject.Dat omvat: a) het curriculum vitae van alle personen die aan het project meewerken;b) het profiel van de betrokken televisieomroeporganisatie;c) de inspanningen voor het toegankelijk maken van het coproductieproject voor personen met een visuele of auditieve handicap.

Art. 10.De beoordelingscommissie, vermeld in artikel 9, regelt haar nadere werking in een huishoudelijk reglement.

Art. 11.De Vlaamse Regulator voor de Media beslist over de erkenning van de coproductieprojecten, rekening houdend met het advies van de beoordelingscommissie, vermeld in artikel 9, en brengt de dienstenverdelers uiterlijk op 15 april van elk kalenderjaar op de hoogte van de beslissingen tot erkenning van de coproductieprojecten. Afdeling 2. Opvolging van de coproductieprojecten

Art. 12.Vóór 15 mei van elk kalenderjaar dient de dienstenverdeler met een aangetekende brief bij de Vlaamse Regulator voor de Media een dossier in met een lijst van investeringen in de vorm van coproducties van audiovisuele werken voor het lopende jaar.

Art. 13.De ondertekende coproductieovereenkomsten met de betrokken dienstenverdeler worden bij de lijst van investeringen, vermeld in artikel 12, gevoegd. Als de ondertekende overeenkomsten niet binnen de vervaldatum, vermeld in artikel 12, kunnen worden ingediend, kan de dienstenverdeler voorlopig een brief met vaststaande intentie en engagement tot investering indienen waarin de volgende gegevens vermeld worden: 1° de titel van het audiovisuele werk;2° de vervaldatum waarbinnen de overeenkomst gesloten moet worden;3° de contactgegevens van de onafhankelijke producent met zetel in het Vlaamse Gewest of het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest;4° de contactgegevens van de in de Vlaamse Gemeenschap erkende of aangemelde televisieomroeporganisatie;5° de contactgegevens van de regisseur;6° het bedrag van de investering van de dienstenverdeler. In het eerste lid wordt verstaan onder ondertekende coproductieovereenkomst: een overeenkomst over een coproductieproject die (minstens) ondertekend is door een dienstenverdeler die investeert in de coproductie en een onafhankelijke producent.

Art. 14.De Vlaamse Regulator voor de Media controleert uiterlijk op 15 juni de lijst van investeringen, vermeld in artikel 12, op basis van het totale bedrag van de bijdrageplicht, verifieert of het bedrag van de bijdrageplicht wordt gehaald en brengt de dienstenverdeler met een aangetekende brief op de hoogte van die controle en van de daar eventueel uit voortvloeiende verplichtingen voor de dienstenverdeler met toepassing van artikel 184/1, § 3, derde en vierde lid, van het decreet van 27 maart 2009Relevante gevonden documenten type decreet prom. 27/03/2009 pub. 30/04/2009 numac 2009035356 bron vlaamse overheid Decreet betreffende radio-omroep en televisie sluiten. De financiële bijdragen zoals bedoeld in artikel 184/1 § 3 derde en vierde lid van het decreet van 27 maart 2009Relevante gevonden documenten type decreet prom. 27/03/2009 pub. 30/04/2009 numac 2009035356 bron vlaamse overheid Decreet betreffende radio-omroep en televisie sluiten worden uiterlijk op 1 augustus betaald op rekening van het VAF.

Art. 15.Vóór 15 februari van elk kalenderjaar brengt de dienstenverdeler die het jaar voordien investeringen in coproductieprojecten heeft gedaan, aan de Vlaamse Regulator voor de Media verslag uit over de investeringen in lopende coproductieprojecten en coproductieprojecten die werden ingediend en erkend in het vorige jaar. In dat verslag van de dienstenverdeler wordt voor elk coproductieproject vermeld of en wanneer welke bedragen op welk ogenblik waarin werden geïnvesteerd. De uitgaven met betrekking tot de coproductieprojecten moeten worden gedaan binnen drie jaar na de kennisgeving door de Vlaamse Regulator de Media van de beslissing tot erkenning van het coproductieproject, vermeld in artikel 11. De Vlaamse Regulator voor de Media is bevoegd om over dat verslag alle relevante inlichtingen en documenten aan de dienstenverdeler te vragen binnen een termijn van maximaal tien werkdagen.

Art. 16.De Vlaamse Regulator voor de Media is belast met: 1° het bijhouden van de lijst van erkende en afgekeurde Coproductieprojecten die de dienstenverdelers hebben ingediend;2° het bijhouden van een register van de investeringen die de verschillende dienstenverdelers hebben aangegaan;3° het nagaan van de conformiteit van de implementatie van de verschillende investeringen aan de verplichting tot stimulering conform het decreet van 27 maart 2009Relevante gevonden documenten type decreet prom. 27/03/2009 pub. 30/04/2009 numac 2009035356 bron vlaamse overheid Decreet betreffende radio-omroep en televisie sluiten;4° het opmaken van een jaarlijks verslag. HOOFDSTUK 4. - Bijdrage aan het VAF

Art. 17.§ 1. De dienstenverdeler die conform artikel 184/1, § 1, eerste lid, van het decreet van 27 maart 2009Relevante gevonden documenten type decreet prom. 27/03/2009 pub. 30/04/2009 numac 2009035356 bron vlaamse overheid Decreet betreffende radio-omroep en televisie sluiten kiest voor een participatie aan de productie van audiovisuele werken in de vorm van een bijdrage aan het VAF en die conform artikel 2 van dit besluit de keuze heeft gemaakt tussen een forfaitaire bijdrage dan wel een bijdrage per abonnee, stort het bedrag van de gekozen bijdrage op een rekeningnummer van het Vlaamse Audiovisueel Fonds. Het totale verschuldigde bedrag wordt uiterlijk op 30 april van elk kalenderjaar op rekening van het VAF betaald. § 2. Het VAF publiceert op zijn website een overzicht van de dienstenverdelers die in toepassing van dit besluit bijdragen aan de productie van audiovisuele werken in de vorm van een bijdrage aan het VAF. § 3. De onafhankelijke producent, die bij beslissing van de Raad van Bestuur van het VAF een toezegging ontvangt voor de steun aan de productie van audiovisuele werken vanuit de bijdrage die het VAF verkrijgt bij toepassing van dit besluit, contacteert bij aangetekend schrijven binnen de 15 kalenderdagen vanaf deze beslissing van de Raad Van Bestuur van het VAF, en voorafgaand aan het sluiten van een contract met het VAF, alle dienstenverdelers vermeld in het overzicht bedoeld in § 2. Deze dienstenverdelers hebben de mogelijkheid om, mits betaling van een bijkomende financiële bijdrage, rechten te verwerven om producties die gerealiseerd zullen worden met financiële steun van het VAF in uitvoering van dit besluit: ? voorafgaand aan de eerste lineaire uitzending in open net, gedurende een periode van maximaal zes maanden, via een eigen platform aan te bieden ? en/of na de eerste lineaire uitzending in open net, gedurende een periode van maximaal twaalf maanden, via een eigen platform aan te bieden § 4. Dienstenverdelers die rechten, bedoeld in § 3, wensen te verwerven, maken dienaangaande bij aangetekend schrijven een voorstel kenbaar aan de onafhankelijke producent en de omroeporganisatie die in coproductie een projectaanvraag hebben ingediend bij het VAF, en maken melding van dit feit bij het VAF. De onafhankelijke producent en de omroeporganisatie die in coproductie een projectaanvraag hebben ingediend bij het VAF kunnen de toekenning van de in § 3 vermelde rechten weigeren. § 5. Het VAF beslist autonoom over het sluiten van het contract, bedoeld in § 3, ten vroegste binnen de 30 dagen na de beslissing van haar Raad van Bestuur, vermeld in § 3. HOOFDSTUK 5. - Slotbepalingen

Art. 18.In afwijking van artikel 2, brengt de dienstenverdeler het VAF, de Vlaamse Regulator voor de Media en de Vlaamse Regering in het jaar van inwerkingtreding van dit besluit voor 15 april met een aangetekende brief op de hoogte van de gekozen vorm van deelname.

In afwijking van artikel 3 bezorgt de dienstenverdeler in het jaar van inwerkingtreding van dit besluit voor 15 april aan de Vlaamse Regulator voor de Media een document waaruit het aantal abonnees in het Nederlandse taalgebied blijkt op 1 januari van het jaar van inwerkingtreding van dit besluit.

In afwijking van artikel 6 worden de coproductieprojecten, om in aanmerking te komen als vorm van bijdrage tot de productie van audiovisuele werken via een coproductie, in het jaar van inwerkingtreding van dit besluit voor 15 april met een aangetekende brief ingediend bij de Vlaamse Regulator voor de Media.

In afwijking van artikel 9 lid 2 geeft de beoordelingscommissie de Vlaamse Regulator voor de Media in het jaar van inwerkingtreding van dit besluit voor 15 mei een niet-bindend advies met het oog op de erkenning van de coproductieprojecten, rekening houdende met de criteria, vermeld in lid 2 van artikel 9.

In afwijking van artikel 11 beslist de Vlaamse Regulator voor de Media over de erkenning van de coproductieprojecten, rekening houdend met het advies van de beoordelingscommissie, vermeld in artikel 9, en brengt de dienstenverdelers in het jaar van inwerkingtreding van dit besluit voor 15 juni op de hoogte van de beslissingen tot erkenning van de coproductieprojecten.

In afwijking van artikel 12 dient de dienstenverdeler in het jaar van inwerkingtreding van dit besluit voor 15 juli met een aangetekende brief bij de Vlaamse Regulator voor de Media een dossier in met een lijst van investeringen in de vorm van coproducties van audiovisuele werken voor het lopende jaar.

In afwijking van artikel 14, eerste zin, controleert de Vlaamse Regulator voor de Media in het jaar van inwerkingtreding van dit besluit voor 15 september de lijst van investeringen, vermeld in artikel 12, op basis van het totale bedrag van de bijdrageplicht, verifieert of het bedrag van de bijdrageplicht wordt gehaald en brengt de dienstenverdeler met een aangetekende brief op de hoogte van die controle en van de daar eventueel uit voortvloeiende verplichtingen voor de dienstenverdeler met toepassing van artikel 184/1, § 3, derde en vierde lid, van het decreet van 27 maart 2009Relevante gevonden documenten type decreet prom. 27/03/2009 pub. 30/04/2009 numac 2009035356 bron vlaamse overheid Decreet betreffende radio-omroep en televisie sluiten. In afwijking van artikel 14, tweede zin worden de financiële bijdragen zoals bedoeld in artikel 184/1 § 3 derde en vierde lid van het decreet van 27 maart 2009Relevante gevonden documenten type decreet prom. 27/03/2009 pub. 30/04/2009 numac 2009035356 bron vlaamse overheid Decreet betreffende radio-omroep en televisie sluiten uiterlijk op 1 oktober betaald op rekening van het VAF. In afwijking van artikel 17, § 1 wordt het totale verschuldigde bedrag in het jaar van inwerkingtreding van dit besluit uiterlijk op 15 september op rekening van het VAF betaald.

Art. 19.Dit besluit treedt in werking op de dag die volgt op de dag van de bekendmaking ervan in het Belgisch Staatsblad.

Art. 20.De Vlaamse minister, bevoegd voor het mediabeleid, is belast met de uitvoering van dit besluit.

Brussel, 21 maart 2014.

De minister-president van de Vlaamse Regering, K. PEETERS De Vlaamse minister van Innovatie, Overheidsinvesteringen, Media en Armoedebestrijding, I. LIETEN

^