gepubliceerd op 12 juli 2024
Besluit van de Vlaamse Regering over het stimuleren van de audiovisuele sector door financiële bijdragen aan de productie van audiovisuele werken
26 APRIL 2024. - Besluit van de Vlaamse Regering over het stimuleren van de audiovisuele sector door financiële bijdragen aan de productie van audiovisuele werken
Rechtsgronden Dit besluit is gebaseerd op: - het
decreet van 27 maart 2009Relevante gevonden documenten
type
decreet
prom.
27/03/2009
pub.
30/04/2009
numac
2009035356
bron
vlaamse overheid
Decreet betreffende radio-omroep en televisie
sluiten betreffende radio-omroep en televisie, artikel 157, § 1, 188/1, § 2, 188/2, § 2 en 188/3, ingevoegd bij het decreet van 1 maart 2024; - het
decreet van 27 maart 2009Relevante gevonden documenten
type
decreet
prom.
27/03/2009
pub.
30/04/2009
numac
2009035356
bron
vlaamse overheid
Decreet betreffende radio-omroep en televisie
sluiten betreffende radio-omroep en televisie, artikel 218, § 2, zoals gewijzigd door het decreet van 1 maart 2024.
Vormvereisten De volgende vormvereisten zijn vervuld: - De Inspectie van Financiën heeft advies gegeven op 9 maart 2023. - De Sectorraad Media van de Strategische Adviesraad voor Cultuur, Jeugd, Sport en Media heeft advies gegeven op 8 mei 2023. - De Vlaamse toezichtcommissie voor de verwerking van persoonsgegevens heeft advies nr. nr. 2023/043 gegeven op 18 april 2023. - De Gegevensbeschermingsautoriteit verwees op 4 mei 2023 naar het standaardadvies nr. 65/2023 van 27 april 2023. - De Europese Commissie werd van dit besluit in kennis gesteld met toepassing van Richtlijn (EU) 2015/1535 van het Europees Parlement en de Raad van 9 september 2015 betreffende een informatieprocedure op het gebied van technische voorschriften en regels betreffende de diensten van de informatiemaatschappij op 27 maart 2023. - De Raad van State heeft advies 75.757/3 gegeven op 2 april 2024, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973.
Motivering Dit besluit is gebaseerd op de volgende motieven: - Dit besluit is nodig om duidelijk te maken onder welke voorwaarden televisieomroeporganisaties die niet-lineaire diensten aanbieden niet moeten voldoen aan de quotaverplichtingen vermeld in artikel 157, § 1 van het decreet van 27 maart 2009Relevante gevonden documenten type decreet prom. 27/03/2009 pub. 30/04/2009 numac 2009035356 bron vlaamse overheid Decreet betreffende radio-omroep en televisie sluiten. - Dit besluit is nodig om duidelijk te maken welke criteria gehanteerd moeten worden op basis waarvan een productieproject kan worden gekwalificeerd als een Vlaams productieproject. - Dit besluit is nodig om duidelijk te maken aan welke voorwaarden Vlaamse productieprojecten moeten voldoen om in aanmerking te komen als rechtstreekse financiële bijdrage aan de productie van audiovisuele werken zoals vermeld in artikel 188/2, § 1 van het decreet van 27 maart 2009Relevante gevonden documenten type decreet prom. 27/03/2009 pub. 30/04/2009 numac 2009035356 bron vlaamse overheid Decreet betreffende radio-omroep en televisie sluiten, en volgens welke procedure zij moeten worden ingediend. - Dit besluit is nodig om duidelijk te maken onder welke voorwaarden en regels een bijdrage om uitzendrechten te verwerven zoals vermeld in artikel 188/2, § 1 van het decreet van 27 maart 2009Relevante gevonden documenten type decreet prom. 27/03/2009 pub. 30/04/2009 numac 2009035356 bron vlaamse overheid Decreet betreffende radio-omroep en televisie sluiten mee in rekening kan gebracht worden voor de rechtstreekse financiële bijdrage aan de productie van audiovisuele werken zoals vermeld in artikel 188/2, § 1 van dit decreet. - Dit besluit is nodig om duidelijk te maken volgens welke voorwaarden en modaliteiten de productieprojecten en bijdragen om uitzendrechten te verwerven vermeld in artikel 188/2, § 1 van het decreet van 27 maart 2009Relevante gevonden documenten type decreet prom. 27/03/2009 pub. 30/04/2009 numac 2009035356 bron vlaamse overheid Decreet betreffende radio-omroep en televisie sluiten, worden beoordeeld, erkend en opgevolgd. - Dit besluit is nodig om de nadere modaliteiten te bepalen van de procedure voor de gelijkwaardige financiële bijdrage aan het Vlaams Audiovisueel Fonds vermeld in artikel 188/2, § 1 van het decreet van 27 maart 2009Relevante gevonden documenten type decreet prom. 27/03/2009 pub. 30/04/2009 numac 2009035356 bron vlaamse overheid Decreet betreffende radio-omroep en televisie sluiten. - Dit besluit is nodig om duidelijk te maken onder welke voorwaarden en modaliteiten particuliere omroeporganisaties die niet-lineaire televisiediensten aanbieden, dienstenverdelers en aanbieders van videoplatformdiensten met toepassing van artikel 188/1, § 2 van het decreet van 27 maart 2009Relevante gevonden documenten type decreet prom. 27/03/2009 pub. 30/04/2009 numac 2009035356 bron vlaamse overheid Decreet betreffende radio-omroep en televisie sluiten, vrijgesteld zijn van de verplichte bijdrage aan de productie van audiovisuele werken. - Dit besluit is nodig om te verduidelijken op welke wijze de gegevens en bewijsstukken vermeld in artikel 188/3 vierde lid van het decreet van 27 maart 2009Relevante gevonden documenten type decreet prom. 27/03/2009 pub. 30/04/2009 numac 2009035356 bron vlaamse overheid Decreet betreffende radio-omroep en televisie sluiten elektronisch moeten worden ingediend. - Dit besluit is nodig om de regels en voorwaarden duidelijk te maken voor de rapportering, vermeld in artikel 188/3, laatste lid, van het decreet van 27 maart 2009Relevante gevonden documenten type decreet prom. 27/03/2009 pub. 30/04/2009 numac 2009035356 bron vlaamse overheid Decreet betreffende radio-omroep en televisie sluiten, door de Vlaamse Regulator voor de Media en het Vlaams Audiovisueel Fonds over de deelname aan de productie van audiovisuele werken.
Juridisch kader Dit besluit sluit aan bij de volgende regelgeving: - de richtlijn 2010/13/EU betreffende de coördinatie van bepaalde wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen in de lidstaten inzake het aanbieden van audiovisuele mediadiensten.
Initiatiefnemer Dit besluit wordt voorgesteld door de Vlaamse minister van Brussel, Jeugd, Media en Armoedebestrijding.
Na beraadslaging, DE VLAAMSE REGERING BESLUIT:
HOOFDSTUK 1. - Definities
Artikel 1.In dit besluit wordt verstaan onder: 1° afgevaardigde producent: de producent die verantwoordelijk is voor het produceren van het audiovisuele werk en die belast is met de goede verwezenlijking, zowel op budgettair als op technisch vlak, van het deel van de verplichtingen die hem opgelegd worden door zijn overeenkomst;2° animatiefilm: een single audiovisueel werk dat in zijn productieproces hoofdzakelijk beeld-per-beeldtechnieken in al hun mogelijke vormen gebruikt, zoals stop-motion, klassieke tekenfilm of computergegenereerde animatiefilm, met inbegrip van het gebruik van game mechanics.Ook verfilmde poppen behoren tot deze categorie; 3° animatieserie: een serie in reeksvorm, die in haar productieproces hoofdzakelijk beeld-per-beeldtechnieken in al hun mogelijke vormen gebruikt, zoals stop-motion, klassieke tekenfilm of computer gegenereerde animatie, met inbegrip van het gebruik van game mechanics.Ook verfilmde poppen behoren tot deze categorie; 4° decreet van 27 maart 2009Relevante gevonden documenten type decreet prom. 27/03/2009 pub. 30/04/2009 numac 2009035356 bron vlaamse overheid Decreet betreffende radio-omroep en televisie sluiten: het decreet van 27 maart 2009Relevante gevonden documenten type decreet prom. 27/03/2009 pub. 30/04/2009 numac 2009035356 bron vlaamse overheid Decreet betreffende radio-omroep en televisie sluiten betreffende radio-omroep en televisie;5° documentairefilm: een single non-fictiefilm die een behandeling of interpretatie weergeeft van de realiteit, via de beschrijving van onder meer gebeurtenissen, maatschappelijk relevante thema's, trends of personen, met de bedoeling om de inzichten en de leefwereld van de kijker te verrijken en te verbreden en met een intrinsiek lange termijnwaarde.Films die louter tot doel hebben informatie te verstrekken of louter beschrijvend zijn, zoals bedrijfsfilms, didactische films, reportages, zuiver wetenschappelijke films, bijdragen voor het journaal of voor een actualiteitenprogramma vallen hier niet onder; 6° documentaireserie: een non-fictie serie die een behandeling of interpretatie weergeeft van de realiteit via de beschrijving van onder meer gebeurtenissen, maatschappelijk relevante thema's, trends of personen, met de bedoeling om de inzichten en de leefwereld van de kijker te verrijken en te verbreden en met een intrinsiek lange termijnwaarde.Series die louter tot doel hebben informatie te verstrekken of louter beschrijvend zijn, zoals bijvoorbeeld bedrijfsfilms, didactische films, reportages, zuiver wetenschappelijke documentaires, bijdragen voor het journaal of voor een actualiteitenprogramma vallen hier niet onder; 7° fictiefilm: een single audiovisueel werk, voornamelijk liveaction, met hoofdzakelijk denkbeeldige en/of historische personages en gebeurtenissen;8° fictieserie: een voornamelijk live-actionserie in reeksvorm met hoofdzakelijk denkbeeldige personages en gebeurtenissen.Soaps, telenovelles en sitcoms in hun gangbare betekenis behoren niet tot deze categorie; 9° ondertekende productieovereenkomst: een overeenkomst over een Vlaams productieproject die minstens ondertekend is door een investeerder die financieel bijdraagt aan de productie en een producent zoals bepaald in artikel 1, 11° ;10° open net: uitgezonden door een omroeporganisatie die beschikbaar is in het basispakket van meerdere dienstenverdelers, zonder meerprijs op het basisabonnement;11° producent: een van de volgende producenten: a) de producent die aan elk van de volgende voorwaarden voldoet: 1) de rechtspersoonlijkheid van de producent is onderscheiden van die van een investeerder als vermeld in artikel 188/1, § 1, van het decreet van 27 maart 2009Relevante gevonden documenten type decreet prom. 27/03/2009 pub. 30/04/2009 numac 2009035356 bron vlaamse overheid Decreet betreffende radio-omroep en televisie sluiten;2) de producent is niet verbonden als vermeld in artikel 1:20 van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen, met een investeerder als vermeld in artikel 188/1, § 1, van het decreet van 27 maart 2009Relevante gevonden documenten type decreet prom. 27/03/2009 pub. 30/04/2009 numac 2009035356 bron vlaamse overheid Decreet betreffende radio-omroep en televisie sluiten;3) de producent houdt niet rechtstreeks noch onrechtstreeks meer dan 25% van de stemrechten of vermogensrechten van een investeerder vermeld in artikel 188/1, § 1, van het decreet van 27 maart 2009Relevante gevonden documenten type decreet prom. 27/03/2009 pub. 30/04/2009 numac 2009035356 bron vlaamse overheid Decreet betreffende radio-omroep en televisie sluiten, aan;4) niet meer dan 25% van de stemrechten of vermogensrechten van de producent wordt rechtstreeks of onrechtstreeks aangehouden door een investeerder als vermeld in artikel 188/1, § 1, van het decreet van 27 maart 2009Relevante gevonden documenten type decreet prom. 27/03/2009 pub. 30/04/2009 numac 2009035356 bron vlaamse overheid Decreet betreffende radio-omroep en televisie sluiten;5) niet meer dan 25% van de stemrechten of vermogensrechten van de producent wordt rechtstreeks of onrechtstreeks aangehouden door een vennootschap die rechtstreeks of onrechtstreeks meer dan 25% van de stemrechten of vermogensrechten van een investeerder als vermeld in artikel 188/1, § 1, van het decreet van 27 maart 2009Relevante gevonden documenten type decreet prom. 27/03/2009 pub. 30/04/2009 numac 2009035356 bron vlaamse overheid Decreet betreffende radio-omroep en televisie sluiten, aanhoudt;b) de producent die niet voldoet aan de voorwaarden, vermeld in punt a), 2), 3), 4) of 5), maar die aan een van de volgende voorwaarden voldoet: 1) uit de cijfers onderliggend aan de laatste drie goedgekeurde jaarrekeningen blijkt dat de producent een gemiddelde jaaromzet uit audiovisuele werken heeft die voor minder dan 25% rechtstreeks of onrechtstreeks is gerealiseerd bij een of meer van de investeerders, vermeld in punt a), 2), 3), 4) of 5).Voor de producent die nog niet over drie goedgekeurde jaarrekeningen beschikt, wordt de gemiddelde jaaromzet beoordeeld op basis van een schatting te goeder trouw; 2) de investeerder, vermeld in punt a), 2), 3), 4) of 5), heeft maar een beperkte bewezen gemiddelde jaaromzet zoals blijkt uit de cijfers onderliggend aan de laatste drie goedgekeurde jaarrekeningen, namelijk maximaal 10 miljoen euro.Onder de voormelde omzet worden de inkomsten, exclusief btw, verstaan die verworven zijn in het kader van: i) betaling door de consument; ii) B2B-overeenkomsten met betrekking tot de exploitatie en/of distributie van audiovisuele content; iii) valorisatie van data; iv) audiovisuele commerciële communicatie.
Voor de investeerder die nog niet over drie goedgekeurde jaarrekeningen beschikt, wordt de gemiddelde jaaromzet beoordeeld op basis van een schatting te goeder trouw; c) de producent die niet voldoet aan de voorwaarden, vermeld in punt a), 2), 3), 4) of 5), noch aan punt b), 1) of 2), maar die betrokken is bij een Vlaams productieproject waaraan geen financiële bijdrage wordt geleverd door investeerders als vermeld in punt a), 2), 3), 4) of 5);12° serie: een audiovisueel werk, dat uit minstens drie afleveringen bestaat waarvan de afleveringen al dan niet op zichzelf staan;13° Vlaamse Regulator voor de Media: de algemene kamer van de Vlaamse Regulator voor de Media, vermeld in artikel 215, § 2, 1°, van het decreet van 27 maart 2009Relevante gevonden documenten type decreet prom. 27/03/2009 pub. 30/04/2009 numac 2009035356 bron vlaamse overheid Decreet betreffende radio-omroep en televisie sluiten. HOOFDSTUK 2. - Communicatie
Art. 2.Alle communicatie ter uitvoering van deel VI/1 van het decreet van 27 maart 2009Relevante gevonden documenten type decreet prom. 27/03/2009 pub. 30/04/2009 numac 2009035356 bron vlaamse overheid Decreet betreffende radio-omroep en televisie sluiten tussen de investeerders, vermeld in artikel 188/1, § 1 van het voormelde decreet, en de Vlaamse Regulator voor de Media, het Vlaams Audiovisueel Fonds, de Vlaamse minister bevoegd voor media en de Vlaamse minister bevoegd voor cultuur gebeurt via elektronische weg met digitale handtekening van de bevoegde persoon, in overeenstemming met hetgeen bepaald is in artikel II.22, II.23 en II.23/1 van het Bestuursdecreet.
HOOFDSTUK 3. - Bereik van niet-lineaire televisiediensten
Art. 3.De Vlaamse Regulator voor de Media stelt het bereik van niet-lineaire televisiediensten, vermeld in artikel 157, § 1, tweede lid, en artikel 188/1, § 2, eerste lid, 1°, van het decreet van 27 maart 2009Relevante gevonden documenten type decreet prom. 27/03/2009 pub. 30/04/2009 numac 2009035356 bron vlaamse overheid Decreet betreffende radio-omroep en televisie sluiten, vast.
Particuliere omroeporganisaties die niet-lineaire televisiediensten aanbieden en jaarlijks meer dan 10 audiovisuele werken aanbieden, geven jaarlijks, voor 1 juni, aan de Vlaamse Regulator voor de Media voor elk van de volgende niet-lineaire televisiediensten die gericht zijn op het Nederlandse taalgebied, het aantal actieve gebruikers van het jaar vóór het jaar waarin ze de informatie moeten doorgeven, door: 1° op abonnementen gebaseerde niet-lineaire televisiediensten: het aantal unieke betalende abonnees;2° transactionele niet-lineaire televisiediensten: het aantal unieke gebruikers die ten minste één programma in de catalogus hebben aangekocht;3° op advertenties gebaseerde niet-lineaire televisiediensten waarvoor de gebruiker geen financiële vergoeding betaalt: het aantal unieke gebruikers die ten minste één programma hebben bekeken. De Vlaamse Regulator voor de Media berekent jaarlijks voor 1 december 0,5% van het totaal aantal inwoners van het Nederlandse taalgebied en maakt deze informatie bekend op zijn website.
HOOFDSTUK 4. - Bijdrage in de vorm van rechtstreekse financiële bijdrage aan de productie van audiovisuele werken Afdeling 1. - Samenstelling van de financiële bijdrage
Art. 4.De investeerders, vermeld in artikel 188/1, § 1, van het decreet van 27 maart 2009Relevante gevonden documenten type decreet prom. 27/03/2009 pub. 30/04/2009 numac 2009035356 bron vlaamse overheid Decreet betreffende radio-omroep en televisie sluiten, die bijdragen aan de financiering van een Vlaams productieproject, kunnen de marktconforme vergoeding die ze betalen om uitzendrechten te verwerven op een Vlaams productieproject gericht op het Nederlandse taalgebied mee in rekening nemen voor maximaal 30% van de financiële bijdrage die ze verschuldigd zijn, op voorwaarde dat de investeerder voor minstens 20% participeert in de productie van het audiovisuele werk indien het een fictie-, of documentaireserie betreft of een fictie- of documentairefilm, en voor minstens 10% indien het een animatieserie of animatiefilm betreft.
Het eerste lid is niet van toepassing op de investeerders die een bijdrage verschuldigd zijn, vermeld in artikel 188/5, § 1, eerste lid, 2°, a), en artikel 188/6, § 1, eerste lid, 2°, a), van het voormelde decreet.
Art. 5.Van de financiële bijdrage van een investeerder, vermeld in artikel 188/1, § 1, van het decreet van 27 maart 2009Relevante gevonden documenten type decreet prom. 27/03/2009 pub. 30/04/2009 numac 2009035356 bron vlaamse overheid Decreet betreffende radio-omroep en televisie sluiten, moet minimaal 60% toekomen aan Vlaamse productieprojecten van producenten vermeld in artikel 1, 11°, vermeld in punt a) en b).
De resterende 40% van de financiële bijdrage van een investeerder, vermeld in artikel 188/1, § 1, van het decreet van 27 maart 2009Relevante gevonden documenten type decreet prom. 27/03/2009 pub. 30/04/2009 numac 2009035356 bron vlaamse overheid Decreet betreffende radio-omroep en televisie sluiten, mag als volgt besteed worden: 1° mag toekomen aan Vlaamse productieprojecten van producenten vermeld in artikel 1, 11°, vermeld in punt a) en b);2° mag toekomen aan Vlaamse productieprojecten van producenten vermeld in artikel 1, 11°, vermeld in punt c);3° maximum 60% mag toekomen aan Vlaamse productieprojecten van producenten die niet voldoen aan de voorwaarden vermeld in artikel 1, 11° met uitzondering van wat wordt bepaald onder artikel 1, 11°, a), 1).
Art. 6.De rechtstreekse financiële bijdrage van een investeerder, vermeld in artikel 188/1, § 1, 1°, van het decreet van 27 maart 2009Relevante gevonden documenten type decreet prom. 27/03/2009 pub. 30/04/2009 numac 2009035356 bron vlaamse overheid Decreet betreffende radio-omroep en televisie sluiten, die verbonden is met minstens één televisieomroeporganisatie in de zin van artikel 1:20 van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen, wordt over een periode van 3 jaar besteed aan Vlaamse productieprojecten die worden aangeboden door minstens 3 verschillende televisieomroeporganisaties die vallen onder de bevoegdheid van de Vlaamse Gemeenschap die niet allemaal verbonden televisieomroeporganisaties zijn als vermeld in artikel 1:20 van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen. Afdeling 2. - Indiening, beoordeling en opvolging van Vlaamse
productieprojecten
Art. 7.Productieprojecten die voldoen aan de bepalingen van deze afdeling, komen in aanmerking voor erkenning als een Vlaams productieproject dat beschouwd kan worden als een vorm van rechtstreekse financiële bijdrage tot de productie van audiovisuele werken vermeld in artikel 188/2, § 1, van het decreet van 27 maart 2009Relevante gevonden documenten type decreet prom. 27/03/2009 pub. 30/04/2009 numac 2009035356 bron vlaamse overheid Decreet betreffende radio-omroep en televisie sluiten.
Art. 8.De investeerder die kiest voor een deelname aan de productie van audiovisuele werken in de vorm van een rechtstreekse financiële bijdrage aan de productie van audiovisuele werken, dient daarvoor voor een of meer Vlaamse productieprojecten een erkenningsaanvraag in bij de Vlaamse Regulator voor de Media.
De Vlaamse Regulator voor de Media beoordeelt de ontvankelijkheid van de ingediende erkenningsaanvragen, vermeld in het eerste lid, op basis van de voorwaarden, vermeld in artikel 9, en brengt de investeerder ten laatste op 31 mei of op 30 november op de hoogte van zijn onontvankelijke erkenningsaanvragen.
De Vlaamse Regulator voor de Media beslist over de erkenning van de productieprojecten, rekening houdend met het advies van de beoordelingscommissie, vermeld in artikel 11, en brengt de investeerder uiterlijk op 15 juli van elk jaar of op 15 januari van het daaropvolgende jaar op de hoogte van de beslissing tot erkenning van de productieprojecten.
Art. 9.Om in aanmerking te komen als vorm van rechtstreekse financiële bijdrage tot de productie van audiovisuele werken moeten de erkenningsaanvragen aan de volgende ontvankelijkheidsvoorwaarden voldoen: 1° de productieprojecten zijn Vlaamse productieprojecten.Een productieproject wordt als Vlaams gekwalificeerd op basis van de volgende criteria: a) het aanwezige Vlaamse artistieke of productionele talent;b) de Nederlandstalige originele versie;c) de Nederlandstalige tekst of dialogen;d) het Nederlandstalige onderliggende werk;e) de culturele verbondenheid met Vlaanderen;f) de creatieve input vanuit de Vlaamse cultuurgemeenschap;en/of g) een onderwerp dat verband houdt met de Vlaamse maatschappij, geschiedenis, cultuur, enz.; 2° de productieprojecten worden uiterlijk op 15 april of op 15 oktober van elk jaar ingediend bij de Vlaamse Regulator voor de Media;3° de rechtstreekse financiële bijdrage bedraagt maximaal 50% van het productiebudget van het productieproject;4° het productieproject wordt ingediend samen met minstens één producent met zetel of permanent agentschap in het Vlaamse Gewest of het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest die de rol van afgevaardigde producent waarneemt.De aanvrager bewijst dat de producent voldoet aan de omschrijving in artikel 1, 11° met stukken gevaloriseerd door een bedrijfsrevisor die worden toegevoegd aan het dossier. 5° het productieproject bevat een schriftelijk engagement dat het audiovisuele werk kosteloos ter beschikking wordt gesteld van de Vlaamse kijker via open net of gratis online voor een periode van minimaal drie maanden, binnen een redelijke termijn, rekening houdend met de investering van de verschillende partijen en met de gebruikelijke windows, door de televisieomroeporganisatie die dat zal garanderen, inclusief het profiel van de voormelde televisieomroeporganisatie;6° het productieproject betreft animatieseries of -films, documentaireseries of -films of fictieseries of -films;7° het productieproject past binnen de verplichting voor de investeerder om jaarlijks niet meer dan 50% van zijn financiële bijdrage te bestemmen voor de productie van animatiefilms, fictiefilms en documentairefilms;8° als het productieproject de investeerder de mogelijkheid biedt om te delen in de winst van het productieproject, kan dat uitsluitend nadat alle andere financiers hun financiële bijdrage aan de totstandkoming van de productie, verhoogd met een marktconform rendement dat in casu bepaald wordt op 10% per jaar gekapitaliseerd, hebben gerealiseerd;9° de erkenningsaanvraag voldoet aan de voorwaarden, vermeld in artikel 5 en 6;10° de erkenningsaanvraag bevat alle elementen, vermeld in artikel 10.
Art. 10.Een erkenningsaanvraag als vermeld in artikel 8, bevat de volgende elementen: 1° de titel van de productie;2° een synopsis van één tot drie pagina's;3° de contactgegevens en beroepsgegevens van de producenten, waaronder de producent met zetel of permanent agentschap in het Vlaamse Gewest of het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest;4° een budget;5° een financieringsplan;6° voor series: bij voorkeur volledig uitgeschreven scenario's van alle afleveringen van de productie, maar minimaal drie afleveringen, plus treatments van alle andere afleveringen;voor films: het volledig uitgeschreven scenario; specifiek voor animatie (series en films): bijkomend ook de grafische stijl en animatietechniek; voor documentaire (series en films): bij voorkeur een volledig uitgeschreven scenario ofwel een gedetailleerde inhoudelijke en visuele opzet en structuur; 7° een inclusienota rekening houdend met de eigenheid van het productieproject waarin wordt gereflecteerd over de wijze waarop de realisatie van het project ruimte biedt voor diversiteit;8° een overkoepelende nota met verantwoording dat voldaan is aan de voorwaarden, vermeld in artikel 4, 5 en 6. Ter ondersteuning van de erkenningsaanvraag kunnen optioneel volgende elementen bijkomend toegevoegd worden: 1° een intentienota van de auteur of de scenarist, de regisseur en de producent of producenten;2° als dat van toepassing is, een voorstelling van de belangrijkste personages met een korte karakterschets.Als dat gewenst is, kunnen de personagebeschrijvingen ook opgenomen worden in de beschrijving van het project; 3° een productieplanning.
Art. 11.De Vlaamse Regulator voor de Media legt de ontvankelijke Vlaamse productieprojecten voor advies voor aan een beoordelingscommissie die de Vlaamse Regulator voor de Media samenstelt. De beoordelingscommissie bestaat uit zes leden die het VAF op een dubbele lijst voordraagt.
Het mandaat van lid van de beoordelingscommissie is onverenigbaar met: 1° een verkozen politiek mandaat;2° een functie als medewerker van een parlementaire fractie of een kabinet;3° een functie als personeelslid in dienst van een instelling van de Vlaamse overheid die in het kader van zijn functie betrokken is bij de uitvoering van dit decreet;4° het lidmaatschap van een commissie voor de beoordeling en selectie van aanvragen, aangesteld door het VAF;5° een beroepshalve binding met een media-, advertentie- of reclamebedrijf of -instelling, of met een verdeler van omroepsignalen, inclusief het aanhouden van economische belangen in die bedrijven of instellingen. De voormelde beoordelingscommissie regelt de praktische modaliteiten van haar werking in een huishoudelijk reglement.
De voormelde beoordelingscommissie geeft de Vlaamse Regulator voor de Media een niet-bindend advies met het oog op de erkenning van de Vlaamse productieprojecten, rekening houdend met de volgende criteria: 1° de elementen in het dossier, vermeld in artikel 10;2° de inhoud en vorm van het productieproject zelf;3° de ervaring, kennis en expertise van alle creatieve en zakelijke talenten die aan het project meewerken;4° het publiekspotentieel dat eigen is aan het project;5° het businessplan en de haalbaarheid van het productieproject;6° sterke, authentieke en originele verhalen;7° de garanties die het project in zich draagt om zijn eigen finaliteit(en) te bereiken.
Art. 12.De investeerder die kiest voor een deelname aan de productie van audiovisuele werken in de vorm van een rechtstreekse bijdrage aan de productie van audiovisuele werken, dient voor 31 augustus van elk kalenderjaar of voor 28 februari van het daaropvolgende jaar bij de Vlaamse Regulator voor de Media een dossier in met een lijst van investeringen in de vorm van producties van audiovisuele werken voor het lopende jaar.
De Vlaamse Regulator voor de Media controleert uiterlijk op 30 september van elk kalenderjaar of uiterlijk op 31 maart van het daaropvolgende kalenderjaar de lijst van investeringen, vermeld in het eerste lid, op basis van het totale bedrag van de financiële bijdrage.
Hij verifieert of het bedrag van de financiële bijdrage wordt bereikt en brengt de investeerder op de hoogte van die controle en van de daar eventueel uit voortvloeiende verplichtingen voor de investeerder, met toepassing van artikel 188/2, § 3, van het decreet van 27 maart 2009Relevante gevonden documenten type decreet prom. 27/03/2009 pub. 30/04/2009 numac 2009035356 bron vlaamse overheid Decreet betreffende radio-omroep en televisie sluiten.
De stortingen van de financiële bijdrage, vermeld in artikel 188/2, § 3, van het decreet van 27 maart 2009Relevante gevonden documenten type decreet prom. 27/03/2009 pub. 30/04/2009 numac 2009035356 bron vlaamse overheid Decreet betreffende radio-omroep en televisie sluiten, worden telkens op 1 april van het daaropvolgende kalenderjaar overgemaakt op de rekening van het VAF.
Art. 13.De ondertekende productieovereenkomsten met de investeerder worden bij de lijst van investeringen, vermeld in artikel 12, gevoegd.
Als de ondertekende overeenkomsten niet binnen de vervaldatum, vermeld in artikel 12, eerste lid, kunnen worden ingediend, kan de investeerder voorlopig een brief met vaststaande intentie en engagement tot investering indienen waarin al de volgende gegevens vermeld worden: 1° de titel van de productie;2° de vervaldatum waarbinnen de overeenkomst gesloten moet worden;3° de contactgegevens van de producent met zetel of permanent agentschap in het Vlaamse Gewest of het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest;4° de contactgegevens van de televisieomroeporganisatie, vermeld in artikel 9, eerste lid, 5° ;5° de contactgegevens van de regisseur;6° het bedrag van de financiële bijdrage.
Art. 14.Vóór 15 april van elk kalenderjaar brengt de investeerder die het jaar voordien investeringen in Vlaamse productieprojecten heeft gedaan, aan de Vlaamse Regulator voor de Media verslag uit over de investeringen in lopende Vlaamse productieprojecten en Vlaamse productieprojecten die zijn ingediend en erkend in het vorige jaar.
In het verslag, vermeld in het eerste lid, vermeldt de investeerder voor elk Vlaams productieproject al de volgende elementen: 1° of er bedragen zijn geïnvesteerd;2° welke bedragen zijn geïnvesteerd;3° op welk ogenblik die bedragen zijn geïnvesteerd. De uitgaven voor de Vlaamse productieprojecten worden gedaan binnen drie jaar nadat de Vlaamse Regulator voor de Media de investeerder op de hoogte heeft gebracht van de beslissing tot erkenning van het productieproject, vermeld in artikel 8, derde lid.
De Vlaamse Regulator voor de Media is bevoegd om over het verslag, vermeld in het eerste lid, alle relevante inlichtingen en documenten aan de investeerder te vragen.
De Vlaamse Regulator voor de Media heeft de volgende taken: 1° een register opmaken van de investeringen die de verschillende investeerders hebben aangegaan;2° de conformiteit nagaan van de implementatie van de verschillende investeringen aan de verplichting tot stimulering conform artikel 188/1 van het decreet van 27 maart 2009Relevante gevonden documenten type decreet prom. 27/03/2009 pub. 30/04/2009 numac 2009035356 bron vlaamse overheid Decreet betreffende radio-omroep en televisie sluiten;3° een jaarlijks verslag opmaken over de punten 1° en 2° en dat overmaken aan de Vlaamse minister bevoegd voor het mediabeleid en aan de Vlaamse minister bevoegd voor cultuur; HOOFDSTUK 5. - Bijdrage aan het VAF
Art. 15.De investeerder die kiest voor een deelname aan de productie van audiovisuele werken in de vorm van een gelijkwaardige financiële bijdrage aan het VAF, stort het bedrag op een rekeningnummer van het VAF. Het totale verschuldigde bedrag wordt uiterlijk op 30 april van elk kalenderjaar op de rekening van het VAF betaald.
Het VAF publiceert op zijn website een overzicht van de investeerders die met toepassing van dit besluit bijdragen aan de productie van audiovisuele werken in de vorm van een gelijkwaardige bijdrage aan het VAF en de totale som van de bijdragen van de investeerders, mits er op geen enkele manier bedrijfsgevoelige informatie kan uit afgeleid worden.
Het VAF investeert jaarlijks maximaal 50% van de ontvangen financiële bijdrage in animatiefilm, fictiefilm en documentairefilm.
HOOFDSTUK 6. - Slotbepalingen
Art. 16.In afwijking van indieningsdatum vermeld in artikel 3, moeten particuliere omroeporganisaties die niet-lineaire televisiediensten aanbieden en jaarlijks meer dan 10 audiovisuele werken aanbieden, in het jaar van inwerkingtreding van artikel 3 de vereiste informatie doorgeven voor 15 november aan de Vlaamse Regulator voor de Media.
Art. 17.De volgende regeling wordt opgeheven: het besluit van de Vlaamse Regering van 21 maart 2014Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 21/03/2014 pub. 03/04/2014 numac 2014035376 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering betreffende de stimuleringsregeling voor de audiovisuele sector, vermeld in artikel 184/1 van het decreet van 27 maart 2009 betreffende radio-omroep en televisie sluiten betreffende de stimuleringsregeling voor de audiovisuele sector, vermeld in artikel 184/1 van het decreet van 27 maart 2009Relevante gevonden documenten type decreet prom. 27/03/2009 pub. 30/04/2009 numac 2009035356 bron vlaamse overheid Decreet betreffende radio-omroep en televisie sluiten betreffende radio-omroep en televisie.
Art. 18.Dit besluit treedt in werking op 1 januari 2025.
In afwijking van het eerste lid, treedt artikel 3 in werking op de tiende dag na publicatie van dit besluit in het Belgisch Staatsblad.
Art. 19.De Vlaamse minister, bevoegd voor de media, is belast met de uitvoering van dit besluit.
Brussel, 26 april 2024.
De minister-president van de Vlaamse Regering, J. JAMBON De Vlaamse minister van Brussel, Jeugd, Media en Armoedebestrijding, B. DALLE