Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Vlaamse Regering van 20 september 2024
gepubliceerd op 29 oktober 2024

Besluit van de Vlaamse Regering over de afwijkende berekeningsmethode van de referentiesituatie 2021, de vrijstelling van reductieverplichtingen en de aanwijzing van verwerkingsverantwoordelijken

bron
vlaamse overheid
numac
2024009909
pub.
29/10/2024
prom.
20/09/2024
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

20 SEPTEMBER 2024. - Besluit van de Vlaamse Regering over de afwijkende berekeningsmethode van de referentiesituatie 2021, de vrijstelling van reductieverplichtingen en de aanwijzing van verwerkingsverantwoordelijken


Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld 20 SEPTEMBER 2024. - Besluit van de Vlaamse Regering over de afwijkende berekeningsmethode van de referentiesituatie 2021, de vrijstelling van reductieverplichtingen en de aanwijzing van verwerkingsverantwoordelijken Rechtsgronden Dit besluit is gebaseerd op: - het decreet van 26 januari 2024Relevante gevonden documenten type decreet prom. 26/01/2024 pub. 22/02/2024 numac 2024001071 bron vlaamse overheid Decreet over de programmatische aanpak stikstof sluiten over de programmatische aanpak stikstof, artikel 5, negende lid, artikel 12, § 1, eerste lid, 3° en artikel 58, § 1, tweede lid.

Vormvereisten De volgende vormvereisten zijn vervuld: - De Inspectie van Financiën heeft advies gegeven op 27 mei 2024; - De Vlaamse toezichtcommissie voor de verwerking van persoonsgegevens heeft advies nr. 2024/061 gegeven op 16 juli 2024; - Het advies van de Gegevensbeschermingsautoriteit werd gegeven op 26 juli 2024; - De Raad van State heeft advies 76.889/1/V gegeven op 30 juli 2024, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973.

Juridisch kader Dit besluit sluit aan bij de volgende regelgeving: - het Mest decreet van 22 december 2006Relevante gevonden documenten type decreet prom. 22/12/2006 pub. 29/12/2006 numac 2006037097 bron vlaamse overheid Decreet houdende de bescherming van water tegen de verontreiniging door nitraten uit agrarische bronnen type decreet prom. 22/12/2006 pub. 29/12/2006 numac 2006037088 bron vlaamse overheid Decreet houdende bepalingen tot begeleiding van de begroting 2007 type decreet prom. 22/12/2006 pub. 29/12/2006 numac 2006037071 bron vlaamse overheid Decreet houdende de Middelenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2007 sluiten; - het besluit van de Vlaamse Regering van 10 maart 2023Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 10/03/2023 pub. 20/02/2024 numac 2024001208 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering tot vaststelling van een programmatische aanpak stikstof Erratum sluiten tot vaststelling van een programmatische aanpak stikstof.

Initiatiefnemer Dit besluit wordt voorgesteld door de Vlaamse minister van Justitie en Handhaving, Omgeving, Energie en Toerisme.

Na beraadslaging, DE VLAAMSE REGERING BESLUIT:

HOOFDSTUK 1. - Definities

Artikel 1.In dit besluit wordt verstaan onder: decreet van 26 januari 2024Relevante gevonden documenten type decreet prom. 26/01/2024 pub. 22/02/2024 numac 2024001071 bron vlaamse overheid Decreet over de programmatische aanpak stikstof sluiten: het decreet van 26 januari 2024Relevante gevonden documenten type decreet prom. 26/01/2024 pub. 22/02/2024 numac 2024001071 bron vlaamse overheid Decreet over de programmatische aanpak stikstof sluiten over de programmatische aanpak stikstof;2° Departement Omgeving: het departement, vermeld in artikel 29 van het besluit van de Vlaamse Regering van 3 juni 2005Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 03/06/2005 pub. 22/09/2005 numac 2005036144 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Besluit van de Vlaamse Regering met betrekking tot de organisatie van de Vlaamse administratie sluiten met betrekking tot de organisatie van de Vlaamse administratie;3° gemiddelde veebezetting die overeenkomt met de vergunning: het aantal vergunde of geakteerde standplaatsen, in voorkomend geval per diercategorie vermenigvuldigd met (1 - het getal van het leegstandspercentage gedeeld door 100), waarbij het leegstandspercentage voor die diercategorie opgenomen is in de lijst die is opgenomen in bijlage 1, die bij het decreet van 26 januari 2024Relevante gevonden documenten type decreet prom. 26/01/2024 pub. 22/02/2024 numac 2024001071 bron vlaamse overheid Decreet over de programmatische aanpak stikstof sluiten is gevoegd. HOOFDSTUK 2. - Afwijkende berekeningsmethode van de referentiesituatie 2021

Art. 2.De gemiddelde veebezetting voor het jaar 2021, vermeld in de Mestbankaangifte, wordt op verzoek van de exploitant in de situaties, vermeld in artikel 5, zevende lid, van het decreet van 26 januari 2024Relevante gevonden documenten type decreet prom. 26/01/2024 pub. 22/02/2024 numac 2024001071 bron vlaamse overheid Decreet over de programmatische aanpak stikstof sluiten, als niet representatief beschouwd voor de diersoort varkens, pluimvee of rundvee op voorwaarde dat het verschil tussen de gemiddelde veebezetting voor de diersoort in kwestie in het productiejaar 2021, uitgedrukt in ammoniakemissies in kg NH3/jaar overeenkomstig de bepalingen van artikel 5 van het decreet van 26 januari 2024Relevante gevonden documenten type decreet prom. 26/01/2024 pub. 22/02/2024 numac 2024001071 bron vlaamse overheid Decreet over de programmatische aanpak stikstof sluiten, en de veebezetting die wordt bepaald conform dit hoofdstuk, uitgedrukt in ammoniakemissies op dezelfde wijze als voormeld, minstens 7% bedraagt.

De gemiddelde veebezetting op basis van de gegevens van de Mestbankaangifte die conform dit hoofdstuk als representatief wordt beschouwd, wordt voor de IIOA in kwestie, in voorkomend geval verhoogd met de leegstandspercentages die opgenomen zijn in de lijst die is opgenomen in bijlage 1, die bij het decreet van 26 januari 2024Relevante gevonden documenten type decreet prom. 26/01/2024 pub. 22/02/2024 numac 2024001071 bron vlaamse overheid Decreet over de programmatische aanpak stikstof sluiten is gevoegd, begrensd tot de vergunde of geakteerde aantallen voor de IIOA in kwestie.

Als voor de berekening van de referentiesituatie 2021 conform dit hoofdstuk uitgegaan wordt van het aantal vergunde dierplaatsen als veebezetting en de gemiddelde veebezetting die overeenkomt met de vergunning hoger is dan het aantal nutriëntenemissierechten waarover de landbouwer in kwestie op 1 januari 2024 beschikt, wordt voor de berekening van de referentiesituatie 2021 de veebezetting begrensd tot het aantal nutriëntenemissierechten waarover de landbouwer in kwestie op 1 januari 2024 beschikt.

Art. 3.Onder investeringen inzake dierplaatsen als vermeld in artikel 5, zevende lid, 1°, van het decreet van 26 januari 2024Relevante gevonden documenten type decreet prom. 26/01/2024 pub. 22/02/2024 numac 2024001071 bron vlaamse overheid Decreet over de programmatische aanpak stikstof sluiten, wordt een investering sinds 1 januari 2017 en vóór 23 februari 2024 verstaan die betrekking heeft op de dierplaatsen voor varkens, pluimvee of rundvee.

Art. 4.Om de referentiesituatie 2021 te berekenen, worden op verzoek van de exploitant in de situatie, vermeld in artikel 5, zevende lid, 1°, van het decreet van 26 januari 2024Relevante gevonden documenten type decreet prom. 26/01/2024 pub. 22/02/2024 numac 2024001071 bron vlaamse overheid Decreet over de programmatische aanpak stikstof sluiten, waarin voldaan is aan de voorwaarden, vermeld in artikel 2 en 3 van dit besluit, in de volgende gevallen de volgende bepalingen toegepast: 1° als de investering inzake dierplaatsen hetzij een verleende vergunning betreft die een uitbreiding van het aantal vergunde dierplaatsen inhield, hetzij een investering inzake dierplaatsen betreft die de uitvoering inhoudt van een in 2016 verleende vergunning die een uitbreiding van het aantal vergunde dierplaatsen inhield, wordt uitgegaan van het aantal vergunde dierplaatsen als veebezetting;2° als de investering inzake dierplaatsen geen uitbreiding van het aantal vergunde dierplaatsen inhield en de investering inzake dierplaatsen voor varkens of rundvee een overname van de exploitatie betreft die in voorkomend geval op reglementaire wijze is gemeld aan de bevoegde overheid, wordt uitgegaan van de gemiddelde veebezetting conform de Mestbankaangifte van maximaal twee jaar vóór of drie jaar na de investering, die het meest representatief is om de gemiddelde veebezetting weer te geven van de IIOA in kwestie zoals die in 2021 zou geweest zijn rekening houdend met de overname en voor zover het ten laatste de gemiddelde veebezetting conform de Mestbankaangifte van 2023 betreft;3° als de investering inzake dierplaatsen geen uitbreiding van het aantal vergunde dierplaatsen inhield en de investering inzake dierplaatsen voor pluimvee een overname van de exploitatie betreft die in voorkomend geval op reglementaire wijze is gemeld aan de bevoegde overheid, wordt uitgegaan van de gemiddelde veebezetting conform de Mestbankaangifte van het jaar na de investering;4° als de investering inzake dierplaatsen geen uitbreiding van het aantal vergunde dierplaatsen inhield en punt 2° en 3° niet van toepassing zijn, wordt uitgegaan van de gegevens van de Mestbankaangifte van het productiejaar dat voorafging aan het productiejaar waarin de investering is gedaan of, als dat meer representatief is om de gemiddelde veebezetting weer te geven van de IIOA in kwestie zoals die in 2021 zou geweest zijn rekening houdend met de investering inzake dierplaatsen, de gegevens van de Mestbankaangifte van het productiejaar dat volgt op het productiejaar waarin de investering is gedaan, voor zover het ten laatste de gegevens van de Mestbankaangifte van 2023 betreft. In afwijking van het eerste lid, 2°, wordt voor een investering inzake dierplaatsen als vermeld in het eerste lid, 2°, die door een overname is gedaan in 2021, 2022 of 2023, uitgegaan van het aantal vergunde dierplaatsen als veebezetting.

In afwijking van het eerste lid, 3°, wordt voor een investering inzake dierplaatsen als vermeld in het eerste lid, 3°, die door een overname is gedaan in 2023, uitgegaan van het aantal vergunde dierplaatsen als veebezetting.

Voor de toepassing van dit artikel wordt, als de exploitant van de varkens-, pluimvee- of rundveehouderij een rechtspersoon is, het overnemen van meer dan 20% van de aandelen van de rechtspersoon in kwestie, ook als een overname beschouwd.

Art. 5.De gemiddelde veebezetting voor het jaar 2021, vermeld in de Mestbankaangifte, wordt op verzoek van de exploitant in de situatie, vermeld in artikel 5, zevende lid, 2°, van het decreet van 26 januari 2024Relevante gevonden documenten type decreet prom. 26/01/2024 pub. 22/02/2024 numac 2024001071 bron vlaamse overheid Decreet over de programmatische aanpak stikstof sluiten, als niet representatief beschouwd als de vergunning na 1 januari 2022 de eerste vergunning is voor de varkens-, pluimvee- of rundveehouderij in kwestie.

Art. 6.Om de referentiesituatie 2021 te berekenen, wordt op verzoek van de exploitant in de situatie, vermeld in artikel 5, zevende lid, 2°, van het decreet van 26 januari 2024Relevante gevonden documenten type decreet prom. 26/01/2024 pub. 22/02/2024 numac 2024001071 bron vlaamse overheid Decreet over de programmatische aanpak stikstof sluiten, waarin voldaan is aan de voorwaarden, vermeld in artikel 2 en 5 van dit besluit, uitgegaan van het aantal vergunde dierplaatsen als veebezetting.

Art. 7.De gemiddelde veebezetting voor het jaar 2021, vermeld in de Mestbankaangifte, wordt op verzoek van de exploitant in de situatie, vermeld in artikel 5, zevende lid, 3°, van het decreet van 26 januari 2024Relevante gevonden documenten type decreet prom. 26/01/2024 pub. 22/02/2024 numac 2024001071 bron vlaamse overheid Decreet over de programmatische aanpak stikstof sluiten, als niet representatief beschouwd op voorwaarde dat de overmachtssituatie die een impact had op de gemiddelde veebezetting in 2021, te wijten is aan een van de volgende redenen: 1° het overlijden in 2019, 2020 of 2021 van de exploitant, zijn echtgenoot, echtgenote of wettelijk samenwonende partner, of van een andere naaste die een actieve rol speelde op de IIOA in kwestie;2° een langdurige arbeidsongeschiktheid in 2019, 2020 of 2021 van de exploitant, zijn echtgenoot, echtgenote of wettelijk samenwonende partner, of van een andere naaste die een actieve rol speelde op de IIOA in kwestie;3° een erkende natuurramp die het bedrijf in 2019, 2020 of 2021 zwaar getroffen heeft;4° een ongeluk waardoor de veehouderijgebouwen op het bedrijf in 2019, 2020 of 2021 zijn verloren gegaan;5° een epizoötie waardoor het bedrijf is getroffen in 2019, 2020 of 2021;6° het overlijden of een ernstige, langdurige ziekte, in 2019, 2020 of 2021 van een minderjarig kind van de exploitant, van zijn echtgenoot, echtgenote of wettelijk samenwonende partner. De Vlaamse minister, bevoegd voor de omgeving en de natuur, kan na advies van de Commissie Afwijkende PAS-referentiesituatie, een andere dan de in het eerste lid vermelde situatie aanvaarden als een overmachtssituatie met een impact op de gemiddelde veebezetting in 2021, als het eveneens een van de menselijke wil onafhankelijke en onvermijdbare gebeurtenis betreft die de exploitant niet kon voorzien en waarvan hij de gevolgen niet kon vermijden. De gebeurtenis moet zich voorgedaan hebben in 2019, 2020 of 2021.

Art. 8.Om de referentiesituatie 2021 te berekenen, wordt op verzoek van de exploitant in de situatie, vermeld in artikel 5, zevende lid, 3°, van het decreet van 26 januari 2024Relevante gevonden documenten type decreet prom. 26/01/2024 pub. 22/02/2024 numac 2024001071 bron vlaamse overheid Decreet over de programmatische aanpak stikstof sluiten, waarin voldaan is aan de voorwaarden, vermeld in artikel 2 en 7 van dit besluit, uitgegaan van de gegevens van de Mestbankaangifte voor het productiejaar dat voorafging aan het jaar waarin het overlijden, de langdurige arbeidsongeschiktheid, de natuurramp, het ongeluk, de epizoötie of de gebeurtenis, vermeld in artikel 7, eerste lid, zich heeft voorgedaan, waarbij in geval van een langdurige arbeidsongeschiktheid als vermeld in artikel 7, eerste lid, 2°, van dit besluit, die zich heeft voorgedaan in verschillende jaren, uitgegaan wordt van de gegevens van de Mestbankaangifte voor het productiejaar dat voorafging aan het jaar waarin de langdurige arbeidsongeschiktheid begonnen is, en uiterlijk de gegevens van het jaar 2018.

Art. 9.De exploitant die om de referentiesituatie 2021 te bepalen wil uitgaan van andere gegevens dan de gegevens van de Mestbankaangifte voor het productiejaar 2021 conform artikel 5, zevende lid, van het decreet van 26 januari 2024Relevante gevonden documenten type decreet prom. 26/01/2024 pub. 22/02/2024 numac 2024001071 bron vlaamse overheid Decreet over de programmatische aanpak stikstof sluiten, dient daarvoor uiterlijk tegen 30 september 2026 een aanvraag in met een beveiligde zending bij de Commissie Afwijkende PAS-referentiesituatie. De exploitant voegt daarbij de nodige bewijsdocumenten om te staven dat hij zich in een van de situaties, vermeld in artikel 5, zevende lid, van het voormelde decreet, bevindt en dat hij voldoet aan de voorwaarden, vermeld in dit hoofdstuk. Een investering inzake dierplaatsen als vermeld in artikel 4, eerste lid, 1° of 4°, van dit besluit, wordt aangetoond met een factuur.

Als de exploitant conform het eerste lid een aanvraag heeft ingediend, gaat de Commissie Afwijkende PAS-referentiesituatie, binnen zestig dagen vanaf de dag na de datum waarop de voormelde commissie de beveiligde zending, vermeld in het eerste lid, heeft ontvangen, na of de exploitant zich bevindt in een van de situaties, vermeld in artikel 5, zevende lid, van het voormelde decreet, en of hij voldoet aan de voorwaarden, vermeld in dit hoofdstuk.

Als de voorwaarden, vermeld in het tweede lid, zijn vervuld, staat de Commissie Afwijkende PAS-referentiesituatie de afwijkende berekeningsmethode van de referentiesituatie 2021 toe en brengt de exploitant met een beveiligde zending op de hoogte van de afwijkende berekeningsmethode van de referentiesituatie 2021, die geldt conform dit hoofdstuk.

Als de Commissie Afwijkende PAS-referentiesituatie meent dat de voorwaarden, vermeld in het tweede lid, niet zijn vervuld, maakt de Commissie Afwijkende PAS-referentiesituatie een ontwerpbeslissing op en brengt ze de exploitant daarvan op de hoogte met een beveiligde zending. De exploitant kan binnen de dertig dagen nadat hij op de hoogte is gebracht van de ontwerpbeslissing, zijn opmerkingen hierover met een beveiligde zending bezorgen aan de Commissie Afwijkende PAS-referentiesituatie. De Commissie Afwijkende PAS-referentiesituatie neemt binnen zestig dagen vanaf de dag na de datum waarop zij de beveiligde zending met de ontwerpbeslissing heeft verzonden een definitieve beslissing, in voorkomend geval na ontvangst van de opmerkingen van de exploitant, over het al of niet vervuld zijn van de voorwaarden, vermeld in het tweede lid, en in het positieve geval, van de afwijkende berekeningsmethode van de referentiesituatie 2021, die geldt conform dit hoofdstuk.

Art. 10.§ 1. Er wordt een Commissie Afwijkende PAS-referentiesituatie opgericht die beslist of voor de aanvragen tot afwijkende referentiesituatie als vermeld in artikel 9, eerste lid, voldaan is aan de voorwaarden voor een afwijkende referentiesituatie.

De Commissie Afwijkende PAS-referentiesituatie bestaat uit: 1° een vertegenwoordiger van het Departement Omgeving, die het voorzitterschap op zich neemt;2° een vertegenwoordiger van de Vlaamse Landmaatschappij; 3° een vertegenwoordiger van de landcommissie, vermeld in artikel 2.2.1 van het decreet van 28 maart 2014Relevante gevonden documenten type decreet prom. 28/03/2014 pub. 22/08/2014 numac 2014035709 bron vlaamse overheid Decreet betreffende de landinrichting sluiten betreffende de landinrichting, van de provincie waarin de betrokken IIOA gelegen is waarvoor een afwijkende PAS-referentiesituatie aangevraagd wordt; 4° een vertegenwoordiger van het Agentschap Landbouw en Zeevisserij. De Vlaamse minister, bevoegd voor de omgeving en de natuur, benoemt de leden van de Commissie Afwijkende PAS-referentiesituatie op voordracht van de leden door de respectievelijke entiteiten.

De Vlaamse minister, bevoegd voor de omgeving en de natuur, benoemt op dezelfde wijze per effectief lid een plaatsvervanger.

De Vlaamse minister, bevoegd voor de omgeving en de natuur, kan nadere regels bepalen inzake de werking van de Commissie Afwijkende PAS-referentiesituatie en inzake het opstellen van een huishoudelijk reglement door die Commissie. § 2. Bij de ontvangst van een aanvraag stelt de voorzitter een zittingsdag vast en deelt de datum van de zittingsdag mee aan de leden van de voormelde Commissie. § 3. De Commissie Afwijkende PAS-referentiesituatie beraadslaagt met gesloten deuren.

De Commissie, vermeld in het eerste lid, beraadslaagt geldig als minstens drie vierde van de effectieve of plaatsvervangende leden aanwezig is. De plaatsvervanger mag alleen zetelen als het effectieve lid verhinderd is. § 4. De Commissie Afwijkende PAS-referentiesituatie beslist bij meerderheid van de aanwezige leden. § 5. Van elke vergadering van de Commissie Afwijkende PAS-referentiesituatie stelt de voorzitter een verslag op.

HOOFDSTUK 3. - Vaststelling van de PAS-referentie 2030

Art. 11.Als de gemiddelde veebezetting overeenkomstig de gegevens van de Mestbankaangifte met toepassing van artikel 5, vijfde lid, van het decreet van 26 januari 2024Relevante gevonden documenten type decreet prom. 26/01/2024 pub. 22/02/2024 numac 2024001071 bron vlaamse overheid Decreet over de programmatische aanpak stikstof sluiten of met toepassing van de bepalingen van hoofdstuk 2 van dit besluit begrensd moet worden tot de vergunde aantallen of tot de aantallen waarvan akte genomen is, wordt de begrenzing uitgevoerd voor het geheel van de vergunde dieren of van de dieren waarvan akte genomen is van elke diersoort in kwestie, namelijk varkens, pluimvee of rundvee.

Als die begrenzing ertoe leidt dat het totaal van de ammoniakemissies van de vergunde dieren of van de dieren waarvan akte genomen is, gespecificeerd per diercategorie of stalsysteem, lager zou zijn dan het totaal van de ammoniakemissies van de dieren, zoals begrensd, wordt de begrenzing daaraan aangepast.

De Vlaamse minister, bevoegd voor de omgeving en de natuur, bepaalt, na tenminste het advies van het Agentschap Landbouw en Zeevisserij ingewonnen te hebben, de wijze waarop de aanpassing van de begrenzing, vermeld in het tweede lid, uitgevoerd wordt.

HOOFDSTUK 4. - Vrijstellingsregeling voor kleinschalige veehouderijen, voor biologische veehouderijen en voor bepaalde andere veehouderijen

Art. 12.Voor de volgende diercategorieën zijn geen ammoniakemissiereducerende maatregelen vastgesteld: 1° ander pluimvee dan kippen;2° beren als vermeld in artikel 27, § 1, eerste lid, 2°, van het Mest decreet van 22 december 2006Relevante gevonden documenten type decreet prom. 22/12/2006 pub. 29/12/2006 numac 2006037097 bron vlaamse overheid Decreet houdende de bescherming van water tegen de verontreiniging door nitraten uit agrarische bronnen type decreet prom. 22/12/2006 pub. 29/12/2006 numac 2006037088 bron vlaamse overheid Decreet houdende bepalingen tot begeleiding van de begroting 2007 type decreet prom. 22/12/2006 pub. 29/12/2006 numac 2006037071 bron vlaamse overheid Decreet houdende de Middelenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2007 sluiten.

Art. 13.Voor de verwerkingen, vermeld in artikel 12 van het decreet van 26 januari 2024Relevante gevonden documenten type decreet prom. 26/01/2024 pub. 22/02/2024 numac 2024001071 bron vlaamse overheid Decreet over de programmatische aanpak stikstof sluiten, is de overheid die bevoegd is om te beslissen over de vrijstelling, de verwerkingsverantwoordelijke, vermeld in artikel 4, 7), van de algemene verordening gegevensbescherming.

HOOFDSTUK 5. - Woonrecht

Art. 14.Voor de verwerkingen, vermeld in artikel 40 van het decreet van 26 januari 2024Relevante gevonden documenten type decreet prom. 26/01/2024 pub. 22/02/2024 numac 2024001071 bron vlaamse overheid Decreet over de programmatische aanpak stikstof sluiten, treedt de overheid die bevoegd is om te beslissen over een omgevingsvergunningsaanvraag voor de exploitatie, op als de verwerkingsverantwoordelijke, vermeld in artikel 4, 7), van de algemene verordening gegevensbescherming.

HOOFDSTUK 6. - Monitoring en borging

Art. 15.Voor de verwerkingen, vermeld in artikel 47, 51 en 54 van het decreet van 26 januari 2024Relevante gevonden documenten type decreet prom. 26/01/2024 pub. 22/02/2024 numac 2024001071 bron vlaamse overheid Decreet over de programmatische aanpak stikstof sluiten, treedt het Departement Omgeving op als de verwerkingsverantwoordelijke, vermeld in artikel 4, 7), van de algemene verordening gegevensbescherming.

HOOFDSTUK 7. - Vergunningenregister

Art. 16.Voor de verwerkingen, vermeld in artikel 56 van het decreet van 26 januari 2024Relevante gevonden documenten type decreet prom. 26/01/2024 pub. 22/02/2024 numac 2024001071 bron vlaamse overheid Decreet over de programmatische aanpak stikstof sluiten, treedt het Departement Omgeving op als de verwerkingsverantwoordelijke, vermeld in artikel 4, 7), van de algemene verordening gegevensbescherming.

HOOFDSTUK 8. - Slotbepalingen

Art. 17.Dit besluit treedt in werking op de dag die volgt op de bekendmaking ervan in het Belgisch Staatsblad.

Art. 18.De Vlaamse minister, bevoegd voor de omgeving en de natuur, is belast met de uitvoering van dit besluit.

Brussel, 20 september 2024.

De minister-president van de Vlaamse Regering, J. JAMBON De Vlaamse minister van Justitie en Handhaving, Omgeving, Energie en Toerisme, Z. DEMIR


^