Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Vlaamse Regering van 20 juli 2006
gepubliceerd op 17 november 2006

Besluit van de Vlaamse Regering betreffende de erkenning en subsidiëring van centra ter bevordering van meer duurzame landbouwproductiemethoden in de sierteelt

bron
vlaamse overheid
numac
2006036848
pub.
17/11/2006
prom.
20/07/2006
ELI
eli/besluit/2006/07/20/2006036848/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

20 JULI 2006. - Besluit van de Vlaamse Regering betreffende de erkenning en subsidiëring van centra ter bevordering van meer duurzame landbouwproductiemethoden in de sierteelt


De Vlaamse Regering, Gelet op het decreet van 3 maart 2004 inzake de subsidiëring van meer duurzame landbouwproductiemethoden en de erkenning van centra voor meer duurzame landbouw, gewijzigd bij het decreet van 22 april 2005;

Overwegende dat Verordening (EG) nr. 1257/99 van de Raad van 17 mei 1999 inzake steun voor plattelandsontwikkeling uit het Europees Oriëntatie- en Garantiefonds voor de Landbouw (EOGFL) en tot wijziging en instelling van een aantal verordeningen, zoals laatst gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 2223/2004 van 22 december 2004, milieumaatregelen in de landbouw voorschrijft en aanmoedigt;

Overwegende dat het Vlaams Programma voor Plattelandsontwikkeling, periode 2000-2006, door de Commissie op 6 oktober 2000 onder nummer C(2000)2970 is goedgekeurd;

Overwegende dat de aangevraagde wijziging van het Vlaams Programma voor Plattelandsontwikkeling, periode 2000-2006, door de Commissie op 11 november 2004 onder nummer C(2004)4412 is goedgekeurd, Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de begroting, gegeven op 15 februari 2006;

Gelet op het advies 40.628/3 van de Raad van State, gegeven op 20 juni 2006, met toepassing van artikel 84, § l, eerste lid, 10, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State, Op voorstel van de Vlaamse minister van Institutionele Hervormingen, Landbouw, Zeevisserij en Plattelandsbeleid;

Na beraadslaging, Besluit : HOOFDSTUK I. - Definities

Artikel 1.In dit besluit wordt verstaan onder : 1° het decreet : decreet van 3 maart 2004 inzake de subsidiering van meer duurzame landbouwproductiemethoden en de erkenning van centra voor meer duurzame landbouw;2° de bevoegde entiteit : het departement Landbouw en Visserij van het Vlaams ministerie van Landbouw en Visserij;3° een erkend centrum : een vereniging die door de minister erkend is als centrum ter bevordering van meer duurzame landbouwproductiemethoden in de sierteelt als vermeld in artikel 4 van het decreet;4° de sierteeltmaatregel : de subsidiemaatregel, vermeld in artikel 2 van het ministerieel besluit van 22 november 2005 betreffende de toekenning van subsidies voor de vermindering van gewasbeschermingsmiddelen en meststoffen in de sierteelt met toepassing van het Vlaams Programma voor Plattelandsontwikkeling. HOOFDSTUK II Erkenning als centrum ter bevordering van meer duurzame landbouwproductiemethoden in de sierteelt

Art. 2.Om door de minister als centrum te worden erkend, dient de vereniging een aanvraag in bij de bevoegde entiteit en voegt hierbij alle stukken waaruit moet blijken dat aan de voorwaarden, vermeld in artikel 4 van het decreet, is voldaan.

Een vereniging voldoet aan de voorwaarde, vermeld in artikel 4, § 1, 3°, van het decreet als : 1° de vereniging over ten minste één voltijdse kracht van universitair niveau of hoger onderwijs van het lange type kan beschikken die op het vlak van milieu, gewasbescherming en bemesting deskundig is;2° de vereniging ten minste één jaar relevante ervaring heeft in het verstrekken van milieuadviezen betreffende gewasbescherming en bemesting in de sierteelt in het Vlaamse Gewest; De bevoegde entiteit onderzoekt de erkenningsaanvraag en adviseert de minister hierover.

De minister erkent de vereniging als erkend centrum als ze voldoet aan de voorwaarden, vermeld in dit artikel.

Art. 3.Als de bevoegde entiteit vaststelt dat het erkend centrum niet meer voldoet aan de voorwaarden, vermeld in artikel 2, of als ernstige tekortkomingen of fraude worden vastgesteld, kan de minister de erkenning in kwestie schorsen of opheffen naar gelang van de frequentie, het aantal, de aard of de omvang van de tekortkomingen of van de fraude. De minister kan hiertoe nadere voorwaarden en regels bepalen.

De minister kan de erkenning intrekken als het erkend centrum gedurende drie opeenvolgende jaren geen actieplan heeft ingediend. De vereniging kan pas een jaar na de opheffing van de erkenning een nieuwe erkenning aanvragen HOOFDSTUK III. - Voorwaarden voor de toekenning van subsidies voor de werking en dienstverlening van een erkend centrum

Art. 4.Om voor subsidie in aanmerking te komen, moet een erkend centrum tegelijk aan de volgende voorwaarden voldoen : 1° het erkend centrum dient jaarlijks voor 1 april een actieplan in. In afwijking hiervan kan in 2006 uiterlijk op 1 september 2006 een actieplan worden ingediend.

Het actieplan bevat minstens de volgende elementen : a) een beknopt overzicht over de geplande werking ter ondersteuning van de correcte verwerking van de geregistreerde gegevens, de bepaling van het resultaat en de controle in het kader van de sierteeltmaatregel en voor de actualisatie van de normen;b) de acties die het erkend centrum zal ondernemen om de leden en mogelijke toekomstige leden te motiveren deel te nemen aan de sierteeltmaatregel;c) het bewijs dat ten minste 75 % van de siertelers die aangesloten zijn bij de vereniging, op een correcte wijze participeren aan de sierteeltmaatregel;d) het aantal overeenkomsten die het voorbije jaar zijn gesloten en de nog lopende overeenkomsten;e) een overzicht van de controles op de geregistreerde gegevens die op administratief vlak en via plaatsbezoek het voorbije jaar zijn georganiseerd en het volgende jaar zullen worden georganiseerd, samen met de globale resultaten van de uitgevoerde controles;f) een activiteitenrapport van het afgelopen jaar over de werking, de acties en de controles, met een evaluatie en een financiële afrekening met bewijs van de gemaakte kosten en de verkregen inkomsten;g) een begroting voor het eerstvolgende kalenderjaar;2° het erkend centrum voert ten aanzien van de deelnemers aan de sierteeltmaatregel de volgende opdrachten uit : a) de jaarlijkse inzameling van de overeenkomsten, vermeld in artikel 2 van het ministerieel besluit van 22 november 2005 betreffende de toekenning van subsidies voor de vermindering van gewasbeschermingsmiddelen en meststoffen in de sierteelt met toepassing van het Vlaams Programma voor Plattelandsontwikkeling;b) de jaarlijkse inzameling van de bijbehorende plannen, vermeld in artikel 2 van het ministerieel besluit van 22 november 2005 betreffende de toekenning van subsidies voor de vermindering van gewasbeschermingsmiddelen en meststoffen in de sierteelt met toepassing van het Vlaams Programma voor Plattelandsontwikkeling;c) de controle van de registratieformulieren en de verwerking van de geregistreerde gegevens voor de bepaling van het resultaat, vermeld in artikel 9 van het ministerieel besluit van 22 november 2005 betreffende de toekenning van subsidies voor de vermindering van gewasbeschermingsmiddelen en meststoffen in de sierteelt met toepassing van het Vlaams Programma voor Plattelandsontwikkeling;d) het omrekenen van de gebruikte hoeveelheden gewasbeschermingsmiddelen via een milieu-indicator zodat de sierteler de milieu-impact van het gewasbeschermingsmiddelengebruik kan evalueren;e) het verlenen van bijstand bij de evaluatie van de geregistreerde gegevens van het bedrijf;f) het verlenen van bijstand bij de opmaak van de plannen om het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen en meststoffen in de sierteelt te verminderen, zoals vermeld in artikel 2 van het ministerieel besluit van 22 november 2005 betreffende de toekenning van subsidies voor de vermindering van gewasbeschermingsmiddelen en meststoffen in de sierteelt met toepassing van het Vlaams Programma voor Plattelandsontwikkeling;g) het verlenen van bijstand bij de bijsturing van de bedrijfsvoering ter vermindering van het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen en meststoffen of om het gebruik op het bedrijf op het minimale niveau te houden;h) het ondernemen van collectieve activiteiten om de leden-siertelers te ondersteunen in hun streven naar een meer milieubewuste teelt;3° het centrum bezorgt de bevoegde entiteit in de eerste week van elk trimester de gemaakte overeenkomsten en bijbehorende plannen, vermeld in artikel 2 van het ministerieel besluit van 22 november 2005 betreffende de toekenning van subsidies voor de vermindering van gewasbeschermingsmiddelen en meststoffen in de sierteelt met toepassing van het Vlaams Programma voor Plattelandsontwikkeling;4° het centrum bezorgt in de eerste week van het tweede trimester de uitslag van de registratie en de betalingsaanvraag van de deelnemers aan de sierteeltmaatregel die een volledig jaar geregistreerd hebben, aan de bevoegde entiteit.

Art. 5.De bevoegde entiteit onderzoekt de ingediende actieplannen en kan de centra verzoeken de ingediende actieplannen bij te sturen. De bevoegde entiteit legt de actieplannen ter goedkeuring aan de minister voor. HOOFDSTUK IV. - Uitbetaling van de subsidie

Art. 6.De toegekende subsidie wordt uitbetaald als volgt : 1° een eerste schijf van 75 % van de kosten die samenhangen met de uitvoering van het actieplan wordt uitbetaald voor het nieuwe werkjaar;2° het saldo van maximaal 25 % wordt uitbetaald bij aanvaarding en goedkeuring van de financiële afrekening.Na voorlegging van de kosten en opbrengsten en de resultatenrekening wordt op basis van de financiële afrekening van het afgelopen jaar het saldo van de bewezen kosten voor de werking, acties en controles zoals vastgelegd in het goedgekeurde actieplan uitbetaald.

Het totaalbedrag van de uitbetaalde subsidie door het Vlaams gewest kan niet hoger zijn dan het verschil tussen de aanvaarde kosten en alle overige ontvangsten, met inbegrip van de door de sector betaalde bijdragen, met als maximum het toegekend bedrag uit het ministerieel besluit. HOOFDSTUK V. - Controle en Kwaliteitsbewaking

Art. 7.De daartoe gemachtigde personeelsleden van de bevoegde entiteit kunnen controle uitoefenen en alle documenten opvragen die zij nodig achten.

Art. 8.Indien de uitvoering van de controle wordt verhinderd, wordt de subsidie geweigerd. HOOFDSTUK Vl. - Slotbepalingen

Art. 9.De Vlaamse minister, bevoegd voor het landbouwbeleid en de zeevisserij, is belast met de uitvoering van dit besluit.

Art. 10.Dit besluit treedt in werking op de dag van de bekendmaking ervan in het Belgisch Staatsblad.

Brussel, 20 juli 2006.

De minister-president van de Vlaamse Regering, Vlaams minister van Institutionele Hervormingen, Landbouw, Zeevisserij en Plattelandsbeleid, Y. LETERME

^