gepubliceerd op 13 april 2004
Besluit van de Vlaamse regering tot goedkeuring van de statuten van de Koninklijke Academie voor Geneeskunde van België
20 FEBRUARI 2004. - Besluit van de Vlaamse regering tot goedkeuring van de statuten van de Koninklijke Academie voor Geneeskunde van België
De Vlaamse regering, Gelet op de wet van 11 juni 1946 tot toekenning van de rechtspersoonlijkheid aan de Koninklijke Vlaamse Academie voor Geneeskunde van België;
Gelet op het koninklijk besluit van 7 november 1938 houdende oprichting van de Koninklijke Vlaamse Academie voor Geneeskunde van België, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 11 juli 1973;
Gelet op het koninklijk besluit van 22 april 1976 houdende goedkeuring van de statuten en van het huishoudelijk reglement van de Koninklijke Academie voor Geneeskunde van België;
Gelet op het verzoek van de Koninklijke Academie voor Geneeskunde van België van 24 november 2003 tot goedkeuring door de Vlaamse regering van de voorgelegde nieuwe statuten;
Overwegende dat drie vierde van de titelvoerende leden op 25 oktober 2003 met nieuwe statuten heeft ingestemd;
Overwegende dat bij de beslissing van het Overlegcomité van 10 juli 1990, goedgekeurd door de Ministerraad op 27 juli 1990, de rechtspositie van de Koninklijke Academie voor Geneeskunde van België is verduidelijkt, en dat in die beslissing een bijzondere regeling betreffende de benoeming bij koninklijk besluit van de leden van de Koninklijke Academie voor Geneeskunde van België is vastgelegd;
Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 7 januari 2004;
Op voorstel van de Vlaamse minister van Welzijn, Gezondheid en Gelijke Kansen;
Na beraadslaging, Besluit :
Artikel 1.De bij dit besluit gevoegde statuten van de Koninklijke Academie voor Geneeskunde van België worden goedgekeurd.
Art. 2.Artikel 2 tot en met 20, en artikel 24 van het koninklijk besluit van 7 november 1938 houdende oprichting van de Koninklijke Vlaamse Academie voor Geneeskunde van België worden opgeheven.
Art. 3.Het koninklijk besluit van 22 april 1976 houdende goedkeuring van de statuten en van het huishoudelijk reglement van de Koninklijke Academie voor Geneeskunde van België wordt opgeheven.
Art. 4.Dit besluit treedt in werking op de eerste dag van de maand die volgt op de maand waarin het in het Belgisch Staatsblad is bekendgemaakt.
Art. 5.De Vlaamse minister, bevoegd voor het Gezondheidsbeleid, is belast met de uitvoering van dit besluit.
Brussel, 20 februari 2004.
De minister-president van de Vlaamse regering, B. SOMERS De Vlaamse minister van Welzijn, Gezondheid en Gelijke Kansen, A. BYTTEBIER
Bijlage Statuten van de Koninklijke Academie voor Geneeskunde van België
Artikel 1.§ 1. De Koninklijke Academie voor Geneeskunde van België, hierna de Academie te noemen, is werkzaam op het gebied van de geneeskunde, de farmacie, de diergeneeskunde en de aanverwante wetenschappen.
De Academie bevordert de wetenschapsbeoefening in het voormelde domein door werkzaamheden te verrichten of te doen verrichten, al dan niet in samenwerking met derden. Ze vormt een forum voor het wetenschappelijk debat en de uitwisseling van wetenschappelijke informatie. Ze publiceert uitkomsten van wetenschappelijke onderzoekingen. Ze onderhoudt internationale wetenschappelijke betrekkingen en neemt deel aan internationale wetenschappelijke initiatieven.
De Academie bestuurt en beheert de organen, instellingen, stichtingen en fondsen die aan haar zijn toevertrouwd, of waarover het beheer of medebeheer aan haar is opgedragen.
Ze voert programma's en projecten uit op verzoek van de Vlaamse of federale overheid. § 2. De Academie adviseert de Vlaamse en federale overheden, alsook, indien hiertoe aanleiding bestaat, publieke en private instellingen of verenigingen, en individuen, op verzoek of uit eigen beweging, over aangelegenheden op het gebied van de volksgezondheid, en op het gebied van de wetenschapsbeoefening, het onderwijs en de vorming, en de beroepspraktijk in het domein, bepaald in § 1, eerste lid. Daartoe stelt ze verslagen, studies en adviezen op en brengt die uit.
In het bijzonder bestaat de beleidsondersteunende opdracht van de Academie erin op basis van haar deskundigheid de Vlaamse minister, bevoegd voor het gezondheidsbeleid, te adviseren over de wetenschappelijke grondslagen van het beleid.
Art. 2.§ 1. In de Academie worden vier categorieën van academieleden onderscheiden: gewone leden, corresponderende leden, ereleden en leden honoris causa. § 2. De gewone leden zijn personen die op professioneel of wetenschappelijk gebied actief zijn binnen het domein, bepaald in artikel 1, § 1, eerste lid. Hun werkzaamheden vinden wezenlijk plaats in of vanuit België.
De Academie telt ten hoogste negentig gewone leden.
Rekening houdend met de behoefte aan deskundigheid voor de uitvoering van de opdrachten van de Academie is de verdeling van de negentig gewone leden over de verschillende disciplines van artsen, apothekers, dierenartsen en anderen een weerspiegeling van het professionele en wetenschappelijke gewicht van de onderscheiden disciplines, zoals blijkt uit een permanent onderzoek door de Academie van de activiteiten in en de samenstelling van de groep van de beoefenaars van voornoemde disciplines.
Op het ogenblik van hun selectie zijn de gewone leden jonger dan zestig jaar. § 3. De corresponderende leden zijn personen die op professioneel of wetenschappelijk gebied actief zijn binnen het domein, bepaald in artikel 1, § 1, eerste lid. Hun werkzaamheden vinden wezenlijk plaats in het buitenland en ze worden uitgevoerd met een duidelijk aanwijsbare band met de Vlaamse Gemeenschap.
De Academie telt ten hoogste dertig corresponderende leden. § 4. De gewone leden en de corresponderende leden worden erelid zodra ze hierom verzoeken, voorzover ze de leeftijd van vijfenzestig jaar hebben bereikt.
De gewone leden en de corresponderende leden worden in ieder geval erelid door de leeftijd van vijfenzeventig jaar te bereiken. § 5. De leden honoris causa zijn personen die voordien geen lid van de Academie waren, en die een bijzondere onderscheiding verdienen voor unieke verdiensten in het domein, bepaald in artikel 1, § 1, eerste lid.
Art. 3.§ 1. De gewone leden worden geselecteerd overeenkomstig een procedure die in het huishoudelijk reglement van de Academie wordt bepaald. Deze procedure omvat ten minste de volgende elementen : 1° een breed gerichte, open oproep tot kandidaten, waarbij duidelijk aangegeven wordt op basis van welke criteria de selectie zal gebeuren, en welk gewicht aan de verschillende criteria zal worden gegeven.De genoemde criteria houden verband met : a) de graad van uitmuntendheid van de kandidaten in hun discipline;b) de bereidheid van de kandidaten om door persoonlijke inspanningen mee te zorgen voor de werking en ontwikkeling van de Academie en voor de verwezenlijking van haar opdrachten;c) artikel 2, § 2, derde lid;2° een gemotiveerde vergelijking van de verdiensten van de verschillende kandidaten aan de hand van de bekendgemaakte criteria;3° een geheime stemming van de gewone leden over de tijdelijke aanstelling van ten hoogste één kandidaat per beschikbare plaats als gewoon lid voor een periode van drie jaar;4° een gemotiveerde beoordeling van het functioneren in de Academie van het tijdelijk aangestelde gewoon lid tijdens de periode van tijdelijke aanstelling aan de hand van vooraf vastgelegde criteria;5° een geheime stemming van de gewone leden over de definitieve selectie tot besluit van de periode van tijdelijke aanstelling, waarbij een negatieve beslissing inhoudt dat de betrokkene ophoudt deel uit te maken van de Academie. § 2. De bepalingen van § 1 zijn van overeenkomstige toepassing op de selectie van de corresponderende leden. § 3. Het huishoudelijk reglement van de Academie bepaalt in welke gevallen en onder welke voorwaarden het mogelijk is voor een gewoon lid om corresponderend lid te worden, en omgekeerd, en volgens welke procedure dat gebeurt. § 4. De leden honoris causa worden geselecteerd overeenkomstig een procedure die in het huishoudelijk reglement van de Academie wordt bepaald. Deze procedure omvat ten minste de volgende elementen : 1° een gemotiveerde voordracht door ten minste tien academieleden;2° een onderzoek van de voordracht;3° een geheime stemming van de gewone leden.
Art. 4.§ 1. De Koning benoemt de personen, geselecteerd overeenkomstig de bepalingen van artikel 3, § 1, 2 en 4, tot lid van de Koninklijke Academie voor Geneeskunde van België. De benoeming gebeurt op voordracht van de eerste minister, die het voorstel van de Vlaamse regering overneemt, zoals bepaald in het verslag van het Overlegcomité van 10 juli 1990, goedgekeurd door de Ministerraad op 27 juli 1990.
De benoeming, bedoeld in het eerste lid, geldt voor het leven. § 2. De Koning verleent ontslag uit de hoedanigheid van lid van de Koninklijke Academie voor Geneeskunde van België : 1° op uitdrukkelijk verzoek van de betrokkene;2° wegens ernstige tekortkomingen als academielid. Het huishoudelijk reglement van de Academie bepaalt de procedure die bij ontslag wordt nageleefd. In deze procedure kan worden voorzien in andere, voorafgaande maatregelen ter beteugeling van tekortkomingen als academielid, zoals schorsing van stemrecht.
Art. 5.§ 1. De bestuurscommissie van de Academie is samengesteld uit zeven gewone leden : 1° de voorzitter van de Academie, die de bestuurscommissie voorzit;2° de algemeen secretaris;3° vijf bestuurders. § 2. De ambtstermijn van de leden van de bestuurscommissie, bedoeld in § 1, 1° en 2°, is beperkt tot een periode van vier kalenderjaren.
De ambtstermijn van de leden van de bestuurscommissie, bedoeld in § 1, 3°, is beperkt tot een periode van twee kalenderjaren. § 3. Een gewoon lid kan ten hoogste tweemaal in dezelfde hoedanigheid in de bestuurscommissie verkozen worden. § 4. De leden van de bestuurscommissie zijn te allen tijde jonger dan zeventig jaar. § 5. De voorwaarden, gesteld om een functie in de bestuurscommissie uit te kunnen oefenen, worden tijdens de volledige duur van de ambtstermijn nagekomen. Bij gebreke daarvan wordt het lidmaatschap van de bestuurscommissie van rechtswege beëindigd. Als op het ogenblik van de verkiezing voor een functie in de bestuurscommissie vaststaat dat een gewoon lid in de loop van de ambtstermijn niet meer aan alle gestelde voorwaarden zal voldoen, komt dat gewoon lid niet in aanmerking voor verkiezing in die functie. § 6. De bestuurscommissie is samengesteld uit gewone leden uit verschillende disciplines en uit gewone leden, verbonden aan verschillende instellingen. § 7. De gewone leden verkiezen de leden van de bestuurscommissie bij geheime stemming.
Opdat een kandidaat voor een functie in de bestuurscommissie verkozen zou zijn, is vereist dat die kandidaat de volstrekte meerderheid van de stemmen behaalt, zonder rekening te houden met onthoudingen, voorzover de volstrekte meerderheid van de gewone leden aan de verkiezing deelneemt.
Eventueel vindt er een herstemming plaats over de twee kandidaten die bij de eerste stemming de meeste stemmen hebben gehaald.
Bij staking van stemmen bij de herstemming wordt de verkiezing door het lot beslist. § 8. Er wordt door verkiezing in de opvolging voorzien van een lid van de bestuurscommissie dat voortijdig vervangen moet worden. § 9. De gewone leden kunnen leden van de bestuurscommissie wegens ernstige tekortkomingen uit hun functie ontzetten overeenkomstig een procedure die in het huishoudelijk reglement wordt vastgelegd.
Art. 6.De bestuurscommissie is bevoegd om in naam van de Academie alle beslissingen te nemen en alle handelingen te verrichten die nodig of dienstig zijn ter verwezenlijking van de opdrachten van de Academie, met uitzondering van de beslissingen en handelingen die in deze statuten of het huishoudelijk reglement aan andere organen voorbehouden worden.
Het huishoudelijk reglement van de Academie bepaalt welke beslissingen de bestuurscommissie slechts kan nemen en welke handelingen ze slechts kan verrichten op voorstel, of na advies of eensluidend advies van één of meer andere organen van de Academie.
Het huishoudelijk reglement van de Academie bepaalt tevens welke beslissingen en handelingen de bestuurscommissie aan haar leden, aan andere organen van de Academie, aan academieleden en aan ambtenaren, belast met de werking van de Academie, kan opdragen, en onder welke voorwaarden dit kan gebeuren.
Art. 7.Een geldige beslissing van de bestuurscommissie vereist de instemming van ten minste vijf van haar leden.
Art. 8.Door of krachtens het huishoudelijk reglement wordt de oprichting, samenstelling en werking geregeld van de organen die nodig of dienstig zijn ter verwezenlijking van de opdrachten van de Academie.
In ieder geval wordt een orgaan opgericht dat belast is met het toezicht op het financiële beheer van de Academie. De leden ervan mogen geen deel uitmaken van de bestuurscommissie.
Art. 9.§ 1. Een geldige beslissing over de vaststelling of wijziging van het huishoudelijk reglement van de Academie vereist de instemming van de volstrekte meerderheid van de gewone leden, zonder rekening te houden met onthoudingen, voorzover de volstrekte meerderheid van de gewone leden zich uitspreekt. § 2. Het huishoudelijk reglement wordt onderworpen aan de goedkeuring van de Vlaamse minister, bevoegd voor het gezondheidsbeleid. Het wordt bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad.
Art. 10.Voor de toepassing van artikel 21 van het koninklijk besluit van 7 november 1938 houdende oprichting van de Koninklijke Vlaamse Academie voor Geneeskunde van België, worden onder titelvoerende leden de gewone leden verstaan.
Art. 11.De statuten en het huishoudelijk reglement van de Academie, aangenomen door de titelvoerende leden op 29 november 1975, en goedgekeurd bij het koninklijk besluit van 22 april 1976, worden opgeheven.
Art. 12.§ 1. Voor de titelvoerende leden die in functie zijn op de dag voor de inwerkingtreding van deze statuten, wordt hun benoeming tot titelvoerend lid geacht overeen te komen met de benoeming, bedoeld in artikel 4, § 1, eerste lid.
De titelvoerende leden worden gewoon lid op de dag van de inwerkingtreding van deze statuten. Artikel 2, § 4, tweede lid, is op hen niet van toepassing.
De binnenlandse corresponderende leden worden tijdelijk aangestelde gewone leden op de dag van de inwerkingtreding van deze statuten.
Artikel 2, § 2, vierde lid, is op hen niet van toepassing. De definitieve selectie, bedoeld in artikel 3, § 1, 5°, op grond van de gemotiveerde beoordeling, bedoeld in artikel 3, § 1, 4°, kan op verzoek van de betrokkene plaatsvinden vanaf de dag van de inwerkingtreding van het huishoudelijk reglement, voorzover de betrokkene op het ogenblik van de definitieve selectie reeds drie jaar academielid is. Bij gebreke van een verzoek van de betrokkene gebeurt de definitieve selectie op de derde verjaardag van de inwerkingtreding van het huishoudelijk reglement.
In afwijking van artikel 2, § 1, worden de categorieën van de binnenlandse ereleden, de buitenlandse ereleden en de buitenlandse corresponderende leden gehandhaafd voor de titularissen in functie op de dag voor de inwerkingtreding van deze statuten. De betrokkenen behouden hun titel en genieten de rechten die zonder onderscheid aan alle academieleden toekomen, alsook de bijzondere rechten die hen in het huishoudelijk reglement worden toegekend. § 2. De voorzitter, de eerste ondervoorzitter, de tweede ondervoorzitter en de vast secretaris, in functie op de dag voor de inwerkingtreding van deze statuten, oefenen vanaf de inwerkingtreding van deze statuten gedurende drie maanden de bevoegdheden van de bestuurscommissie uit. § 3. De eerste verkiezing van de leden van de bestuurscommissie overeenkomstig artikel 5, § 7, vindt plaats in de tweede maand die volgt op de inwerkingtreding van deze statuten.
In afwijking van artikel 5, § 2, begint de eerste ambtstermijn van de leden van de bestuurscommissie op de eerste dag van de vierde maand die volgt op de inwerkingtreding van deze statuten. De eerste ambtstermijn van drie leden van de bestuurscommissie, bedoeld in artikel 5, § 1, 3°, eindigt op 31 december van het kalenderjaar dat volgt op dat van het begin van hun ambtstermijn. De eerste ambtstermijn van de twee andere leden van de bestuurscommissie, bedoeld in artikel 5, § 1, 3°, en van het lid van de bestuurscommissie, bedoeld in artikel 5, § 1, 1°, eindigt op 31 december van het tweede kalenderjaar dat volgt op dat van het begin van hun ambtstermijn. De eerste ambtstermijn van het lid van de bestuurscommissie, bedoeld in artikel 5, § 1, 2°, eindigt op 31 december van het vierde kalenderjaar dat volgt op dat van het begin van zijn ambtstermijn. § 4. De gewone leden beraadslagen over het huishoudelijk reglement in de eerste maand die volgt op de inwerkingtreding van deze statuten. § 5. Onder voorbehoud van wat hierover zal worden bepaald in het huishoudelijk reglement, treedt op de eerste dag van de vierde maand die volgt op de inwerkingtreding van deze statuten, het lid van de bestuurscommissie, bedoeld in artikel 5, § 1, 1°, van rechtswege in de rechten en de plichten van de vast secretaris met betrekking tot de functies die laatstgenoemde tot dan ambtshalve in andere instellingen en organen uitoefent.
Art. 13.Deze statuten treden in werking op de eerste dag van de maand die volgt op de maand waarin ze in het Belgisch Staatsblad bekendgemaakt zijn.
Gezien om gevoegd te worden bij het besluit van de Vlaamse regering van 20 februari 2004 tot goedkeuring van de statuten van de Koninklijke Academie voor Geneeskunde van België.
De minister-president van de Vlaamse regering, B. SOMERS De Vlaamse minister van Welzijn, Gezondheid en Gelijke Kansen, A. BYTTEBIER