Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Vlaamse Regering van 19 november 2010
gepubliceerd op 29 november 2010

Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 14 juli 2004 tot het vaststellen van een onderhoudspremie voor beschermde monumenten en stads- en dorpsgezichten wat betreft premies voor lokale en regionale besturen en voor autonome provincie- en gemeentebedrijven met rechtspersoonlijkheid

bron
vlaamse overheid
numac
2010035889
pub.
29/11/2010
prom.
19/11/2010
ELI
eli/besluit/2010/11/19/2010035889/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

19 NOVEMBER 2010. - Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 14 juli 2004Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 14/07/2004 pub. 29/12/2004 numac 2004036757 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Besluit van de Vlaamse Regering tot het vaststellen van een onderhoudspremie voor beschermde monumenten en stads- en dorpsgezichten sluiten tot het vaststellen van een onderhoudspremie voor beschermde monumenten en stads- en dorpsgezichten wat betreft premies voor lokale en regionale besturen en voor autonome provincie- en gemeentebedrijven met rechtspersoonlijkheid


De Vlaamse Regering, Gelet op het decreet van 3 maart 1976 tot bescherming van monumenten en stads- en dorpsgezichten, artikel 11, § 9, gewijzigd bij het decreet van 21 november 2003;

Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 14 juli 2004Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 14/07/2004 pub. 29/12/2004 numac 2004036757 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Besluit van de Vlaamse Regering tot het vaststellen van een onderhoudspremie voor beschermde monumenten en stads- en dorpsgezichten sluiten tot het vaststellen van een onderhoudspremie voor beschermde monumenten en stads- en dorpsgezichten;

Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de begroting, gegeven op 26 oktober 2010;

Gelet op het verzoek om spoedbehandeling, gemotiveerd door de omstandigheid dat, om ervoor te zorgen dat de voorgestelde beleidswijziging het beoogde besparingseffect volledig realiseert vanaf 2011 en dat de huidige regeling ook eind 2010 afgesloten kan worden zonder wachtlijst of budgettaire ontsporing, de wijziging van het Onderhoudspremiebesluit zo spoedig mogelijk in werking moet kunnen treden zodat enerzijds de betrokken besturen er alsnog rekening mee kunnen houden in hun budgettaire en operationele planning voor 2011 en anderzijds de voorgestelde overgangsregeling niet een ongewenst effect heeft in de vorm van een versnelling in extremis van het aantal aanvragen van premies onder het huidige stelsel;

Gelet op het advies van de Raad van State, gegeven op 10 november 2010, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

Op voorstel van de Vlaamse minister van Bestuurszaken, Binnenlands Bestuur, Inburgering, Toerisme en Vlaamse Rand;

Na beraadslaging, Besluit :

Artikel 1.Artikel 5 van het besluit van de Vlaamse Regering van 14 juli 2004Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 14/07/2004 pub. 29/12/2004 numac 2004036757 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Besluit van de Vlaamse Regering tot het vaststellen van een onderhoudspremie voor beschermde monumenten en stads- en dorpsgezichten sluiten tot het vaststellen van een onderhoudspremie voor beschermde monumenten en stads- en dorpsgezichten, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 23 juni 2006, wordt vervangen door wat volgt : «

Art. 5.Het agentschap onderzoekt of de aanvraag in aanmerking kan komen voor een onderhoudspremie en deelt het resultaat van dat onderzoek binnen zestig dagen mee aan de aanvrager.

Als het dossier onvolledig is bevonden of de waarborgen voor een vakkundige uitvoering onvoldoende worden geacht, wordt gemeld in welke zin het dossier moet worden aangepast om voor goedkeuring in aanmerking te komen. Een nieuwe aanvraag moet aan die opmerkingen tegemoetkomen. »

Art. 2.Artikel 6 van hetzelfde besluit wordt vervangen door wat volgt : «

Art. 6.Onderhoudspremies worden toegekend door de minister of zijn gemachtigde, binnen de perken van de daartoe vastgelegde kredieten op de begroting. Met toepassing van dit besluit kan per kalenderjaar per beschermd onroerend goed of voor een deel ervan dat op zichzelf een geheel vormt, slechts één onderhoudspremie worden toegekend, met uitzondering van de beschermde monumenten waarvoor aanvullend een premie gevraagd kan worden, voor onderhoudswerkzaamheden aan het interieur of de cultuurgoederen die er integrerend deel van uitmaken, inzonderheid de bijhorende uitrusting en decoratieve elementen.

Onderhoudspremies worden toegekend in volgorde van ontvangst van het aanvraagdossier dat aan de voorwaarden voldoet, waarbij de postdatum, de datum de aangetekende brief of het afgiftebewijs als referentie geldt. Voor aanvraagdossiers die op basis van de opmerkingen van het agentschap zijn bijgewerkt, geldt de datum waarop het bijgewerkte dossier is verzonden of bezorgd als referentie.

Het agentschap brengt de premienemer schriftelijk op de hoogte van de toekenning van de premie. De onderhoudswerkzaamheden mogen pas worden aangevat als de onderhoudspremie formeel is toegekend. Zo niet wordt de premie ambtshalve geweigerd.

Als de onderhoudswerken om aantoonbare bouwfysische of werftechnische redenen hoogdringend zijn, moet dat duidelijk worden gesignaleerd in het aanvraagdossier, zodat de minister of zijn gemachtigde de prioritaire toekenning van de onderhoudspremie in kwestie kan overwegen. Als pas na de melding van het agentschap dat het aanvraagdossier in aanmerking komt voor een onderhoudspremie, blijkt dat een snellere uitvoering wenselijk is, kan de aanvrager dat alsnog signaleren. Hij schrijft daarvoor een motivatie voor de minister of zijn gemachtigde, die hij aangetekend verstuurt, afgeeft tegen ontvangstbewijs of op een andere door de Vlaamse Regering toegelaten wijze betekent, waarbij de kennisgeving met zekerheid kan worden vastgesteld.

De minister of zijn gemachtigde kan op basis van de melding in het aanvraagdossier of op basis van een gemotiveerde, al dan niet latere melding beslissen om de onderhoudspremie prioritair toe te kennen vanwege het hoogdringende karakter van de beoogde werkzaamheden. »

Art. 3.Artikel 7 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse Regering van 23 juni 2006 en 19 oktober 2007, wordt vervangen door wat volgt : «

Art. 7.De onderhoudspremie wordt berekend op basis van de kostenraming die aanvaard is voor subsidiëring en die minstens 1 000 euro en maximaal 30.000 euro bedraagt.

De onderhoudspremie wordt berekend op basis van de aanvaarde kostenraming, vermeerderd met de btw als de premienemer het bewijs levert dat hij de btw niet kan recupereren.

Als de onderhoudswerkzaamheden in eigen beheer worden uitgevoerd, komen alleen de kosten voor de levering van materialen en de huur van toestellen en stellingen in aanmerking, ook met inbegrip van de btw.

De onderhoudspremie bedraagt 40 % van de kostenraming, vermeld in het eerste lid, als de premienemer een natuurlijke persoon of een privaatrechtelijke rechtspersoon is.

De onderhoudspremie bedraagt 80 % van de kostenraming, vermeld in het eerste lid, als de premienemer een natuurlijke persoon of een privaatrechtelijke rechtspersoon is, een lokaal of regionaal bestuur, of een autonoom provincie- of gemeentebedrijf met rechtspersoonlijkheid, en als de beoogde werkzaamheden betrekking hebben op een beschermd monument dat beantwoordt aan een van de volgende voorwaarden : 1° het betreft een molen die maalvaardig is of waarvan de onderhoudswerken de maalvaardigheid betreffen, die opengesteld is voor het publiek en waarvoor tussen de premienemer en het agentschap een toegankelijkheidsovereenkomst is gesloten;2° het geheel of het gedeelte van het goed waarvoor een onderhoudspremie wordt aangevraagd, wordt geacht geen economisch nut te hebben, is niet verhuurd en uit de aard van de zaak niet van aard om verhuurd te kunnen worden, inzonderheid : bakhuizen, balies, balustrades, beelden, bomen die een historische eenheid vormen met een van de vermelde bouwkundige elementen, bruggen, calvaries, elektriciteitscabines en -palen, fetisjbomen, fonteinen, gedenkplaten, gerechtsbomen, graftekens en -stenen, grensbomen, grenspalen, hekken, heldenhuldezerkjes, herkenningstekens van merkwaardige gebeurtenissen uit het verleden, ijskelders, installaties met industrieelarcheologische waarde, kiosken, klokkenspelen, kunstmatige grotten, lantaarnpalen, luifels, mijlpalen, molenrompen, moordkruisen, openbare kapellen, perrons, pompen, poorten, tram- en bushokjes, tuinmeubilair, tuinornamentiek, uithangborden, urinoirs, uurwerken, veldkapellen, vloeren, vrijheidsbomen, waterkunstwerkjes, wegwijzers, windvanen, winkelpuien en zonnewijzers.Het goed is daarenboven zichtbaar vanaf de openbare weg of is voor het publiek permanent toegankelijk als vermeld in artikel 1, 10° van het besluit van de Vlaamse Regering van 14 december 2001 houdende vaststelling van het premiestelsel voor restauratiewerkzaamheden aan beschermde monumenten. »

Art. 4.Artikel 7bis van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 19 oktober 2007 en gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 4 december 2009, wordt opgeheven.

Art. 5.Voor iedere aanvraag van een onderhoudspremie van 40 % door een lokaal of regionaal bestuur of een autonoom provincie- of gemeentebedrijf met rechtspersoonlijkheid, waarvan het agentschap aan de premienemer voorafgaand aan de inwerkingtreding van dit besluit, conform de toenmalige regelgeving heeft meegedeeld dat de aanvraag voor goedkeuring in aanmerking komt, wordt een onderhoudspremie van 40 % toegekend volgens de procedure die van toepassing was voor de inwerkingtreding van dit besluit.

Art. 6.Dit besluit treedt in werking de dag dat het in het Belgisch Staatsblad bekend wordt gemaakt.

Art. 7.De Vlaamse minister, bevoegd voor het onroerend erfgoed, is belast met de uitvoering van dit besluit.

Brussel, 19 november 2010.

De minister-president van de Vlaamse Regering, K. PEETERS De Vlaamse minister van Bestuurszaken, Binnenlands Bestuur, Inburgering, Toerisme en Vlaamse Rand, G. BOURGEOIS

^