gepubliceerd op 26 september 2007
Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 13 juli 2007 tot uitvoering van Hoofdstuk IIIbis van de wet van 26 maart 1971 op de bescherming van de oppervlaktewateren tegen verontreiniging
19 JULI 2007. - Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 13 juli 2007 tot uitvoering van Hoofdstuk IIIbis van de wet van 26 maart 1971 op de bescherming van de oppervlaktewateren tegen verontreiniging
De Vlaamse Regering, Gelet op de wet van 26 maart 1971 op de bescherming van de oppervlaktewateren tegen verontreiniging, gewijzigd en/of aangevuld bij de wet van 22 mei 1979 en de decreten van 23 december 1980, 5 april 1984, 28 juni 1985, 13 juli 1988, 20 december 1989, 12 december 1990, 21 december 1990, 25 juni 1992, 18 december 1992 en 22 december 1993;
Gelet op het decreet van 30 juni 2006 houdende bepalingen tot begeleiding van de aanpassing van de begroting 2006, inzonderheid op artikel 35;
Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 16 maart 1994 tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 16 februari 1993 tot uitvoering van hoofdstuk IIIbis van de wet van 26 maart 1971 op de bescherming van de oppervlaktewateren tegen verontreiniging;
Gelet op het advies 43.080/3 van de Raad van State gegeven op 30 mei 2007 met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1° van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;
Op voorstel van de Vlaamse minister van Openbare Werken, Energie, Leefmilieu en Natuur en van de Vlaamse minister van Financiën, Begroting en Ruimtelijke Ordening;
Na beraadslaging;
Besluit :
Artikel 1.In artikel 1 van het besluit van de Vlaamse Regering van 13 juli 2007 tot uitvoering van hoofdstuk IIIbis van de wet van 26 maart 1971 op de bescherming van de oppervlaktewateren tegen verontreiniging worden de woorden « en 18 december 1992 » vervangen door « 18 december 1992 en 22 december 1993 ».
Art. 2.In artikel 2 van hetzelfde besluit van 13 juli 2007 wordt de bestaande tekst § 1 en wordt onverminderd vroegere bepalingen en louter ter verduidelijking een § 2 toegevoegd die luidt als volgt : « § 2 Elke heffingsplichtige die de toepassing vraagt van artikel 35quinquies, § 1 moet zelf zorgen voor de nodige meet- en bemonsteringresultaten ».
Art. 3.In artikel 3, § 1 van hetzelfde besluit van 13 juli 2007 worden de woorden : « De monsters voor contra - analyses moeten door het erkende laboratorium gedurende vijf werkdagen na het etmaal waarin bemonsterd werd, bewaard worden » . vervangen door : « De monsters en de monsters voor contra-analyses moeten door het erkende laboratorium elk etmaal afgehaald worden. De monsters voor contra-analyse moeten op het exploitatie-adres van het laboratorium dat de monsterneming uitvoert gedurende vijf werkdagen bewaard worden na het etmaal waarin bemonsterd werd ».
Art. 4.In artikel 3, § 6 van hetzelfde besluit van 13 juli 2007 worden de woorden « in deze paragraaf » vervangen door « in dit artikel ».
Art. 5.In artikel 5 van hetzelfde besluit van 13 juli 2007 wordt de bestaande tekst § 1 en wordt onverminderd vroegere bepalingen en louter ter verduidelijking een § 2 toegevoegd die luidt als volgt : « § 2 Elke heffingsplichtige die de toepassing vraagt van artikel 35sexies, § 1 moet zelf zorgen voor de nodige meet- en bemonsteringresultaten ».
Art. 6.Artikel 6 van hetzelfde besluit van 13 juli 2007 wordt aangevuld met de volgende leden : « De meet- en bemonsteringresultaten uitgevoerd op de contra-analyses, moeten per aangetekend schrijven en binnen dertig werkdagen na de eerste monsternamedag aan de tegenpartij medegedeeld worden voorzover de heffingsplichtige en/of de Vlaamse Milieumaatschappij die wenst te gebruiken bij de berekening van de heffing.
De debietmeting, de monsterneming en de analyses die in opdracht van de heffingsplichtige gebeuren dienen verricht te worden door één en hetzelfde erkend laboratorium ».
Art. 7.Artikel 9 van hetzelfde besluit van 13 juli 2007 wordt aangevuld met een § 4 luidende : « Het verzoek tot opschorting van betaling, zoals bedoeld in artikel 35quaterdecies.bis van de wet, wordt ingediend bij de adjunct-leidend-ambtenaar van de Vlaamse Milieumaatschappij. Het verzoek tot vervroegd afzien van de opschorting conform artikel 35quaterdecies.bis, § 6 van de wet, dient aan dezelfde ambtenaar te worden gericht ».
Art. 8.Dit besluit vervangt het besluit van de Vlaamse Regering van 16 februari 1994 tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 16 februari 1993 tot uitvoering van hoofdstuk IIIbis van de wet van 26 maart 1971 op de bescherming van de oppervlaktewateren tegen verontreiniging dat wordt opgeheven. Het heeft uitwerking met ingang op 1 januari 1994, met uitzondering van de artikelen 2 en 5 die met ingang van 1 januari 1993 in werking treden en met uitzondering van de artikelen 3 en 6 die op 9 mei 1994 in werking treden.
Art. 9.De Vlaamse minister bevoegd voor Leefmilieu en de Vlaamse minister bevoegd voor Financiën en Begroting, zijn ieder voor wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.
Brussel, 19 juli 2007.
De Minister President van de Vlaamse Regering, de Vlaamse minister van Institutionele Hervorming, Landbouw, Zeevisserij en Plattelandsbeleid, K. PEETERS, De Vlaamse minister van Openbare Werken, Energie, Leefmilieu en Natuur, H. CREVITS, De Vlaamse minister van Financiën, Begroting en Ruimtelijke Ordening, D. VAN MECHELEN