gepubliceerd op 10 augustus 2007
Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 1 maart 2002 betreffende de erkenning en de subsidiëring van de centra voor kinderzorg en gezinsondersteuning
19 JULI 2007. - Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 1 maart 2002 betreffende de erkenning en de subsidiëring van de centra voor kinderzorg en gezinsondersteuning
De Vlaamse Regering, Gelet op het decreet van 30 april 2004 tot oprichting van het intern verzelfstandigd agentschap met rechtspersoonlijkheid Kind en Gezin, gewijzigd bij de decreten van 2 juni 2006 en 22 december 2006;
Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 1 maart 2002 betreffende de erkenning en de subsidiëring van de centra voor kinderzorg en gezinsondersteuning, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse Regering van 28 februari 2003, 26 maart 2004, 28 mei 2004, 28 april 2006, 8 september 2006 en 30 maart 2007;
Gelet op het decreet van 22 december 2006 houdende de algemene uitgavenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2007;
Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de begroting, gegeven op 18 juli 2007;
Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, vervangen bij de wet van 4 juli 1989 en gewijzigd bij de wet van 4 augustus 1996;
Gelet op de dringende noodzakelijkheid;
Overwegende dat een wijziging van het besluit noodzakelijk is om consistentie in het besluit te bereiken;
Op voorstel van de Vlaamse minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin;
Na beraadslaging, Besluit :
Artikel 1.In artikel 2 van het besluit van de Vlaamse Regering van 1 maart 2002 betreffende de erkenning en de subsidiëring van de centra voor kinderzorg en gezinsondersteuning, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 30 maart 2007, wordt § 3 vervangen door wat volgt : « § 3. De capaciteit kan worden uitgebreid met minstens vijf plaatsen.
In zeer uitzonderlijke omstandigheden en op gemotiveerde aanvraag door het centrum kan Kind en Gezin een afwijking toestaan op de minimale uitbreiding met vijf plaatsen, rekening houdend met de kenmerken van het centrum.
Als bij capaciteitsdaling, met toepassing van artikel 51, de berekende capaciteit afwijkt van de erkende capaciteit, geldt de berekende capaciteit als basis voor de subsidiëring, vermeld in Titel III. »
Art. 2.In artikel 51 van hetzelfde besluit worden de woorden « afgerond zoals bepaald in artikel 2 § 3 » geschrapt.
Art. 3.Dit besluit treedt in werking op 1 juli 2007.
Art. 4.De Vlaamse minister, bevoegd voor de bijstand aan personen, is belast met de uitvoering van dit besluit.
Brussel, 19 juli 2007.
De minister-president van de Vlaamse Regering, K. PEETERS De Vlaamse minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin, S. VANACKERE