Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Vlaamse Regering van 19 juli 2007
gepubliceerd op 10 augustus 2007

Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 15 december 2000 houdende vaststelling van de voorwaarden van toekenning van een persoonlijke-assistentiebudget aan personen met een handicap

bron
vlaamse overheid
numac
2007036346
pub.
10/08/2007
prom.
19/07/2007
ELI
eli/besluit/2007/07/19/2007036346/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

19 JULI 2007. - Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 15 december 2000 houdende vaststelling van de voorwaarden van toekenning van een persoonlijke-assistentiebudget aan personen met een handicap


De Vlaamse Regering, Gelet op het decreet van 7 mei 2004 tot oprichting van het intern verzelfstandigd agentschap met rechtspersoonlijkheid Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap, inzonderheid op artikel 6, 2°, en op artikel 8, 2° en 3°;

Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 15 december 2000 houdende vaststelling van de voorwaarden van toekenning van een persoonlijke-assistentiebudget aan personen met een handicap, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse Regering van 30 november 2001, 19 juli 2002, 18 juli 2003, 26 maart 2004, 14 mei 2004, 14 oktober 2005 en 17 november 2006;

Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de begroting, gegeven op 18 juli 2007;

Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, vervangen bij de wet van 4 juli 1989 en gewijzigd bij de wet van 4 augustus 1996;

Gelet op de dringende noodzakelijkheid;

Overwegende dat er dringend nood is aan een wettelijke regeling die het Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap toelaat een vergoeding uit te keren aan de budgethoudersverenigingen Op voorstel van de Vlaamse minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin;

Na beraadslaging, Besluit :

Artikel 1.In artikel 2 van het besluit van de Vlaamse Regering van 15 december 2000 houdende vaststelling van de voorwaarden van toekenning van een persoonlijke-assistentiebudget aan personen met een handicap, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse Regering van 19 juli 2002, 18 juli 2003 en 17 november 2006, wordt § 1 vervangen door wat volgt : « § 1. Voor een PAB komen de personen met een handicap in aanmerking die krachtens de beslissing van de evaluatiecommissie, vermeld in hoofdstuk II van het besluit van de Vlaamse Regering van 24 juli 1991 betreffende de inschrijving bij het Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap, in aanmerking komen voor bijstand tot sociale integratie. »

Art. 2.In artikel 4 van hetzelfde besluit, vervangen bij het besluit van de Vlaamse Regering van 18 juli 2003 en gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse Regering van 14 oktober 2005 en 17 november 2006, wordt het getal « 1400 » vervangen door het getal « 1600 ».

Art. 3.In artikel 6, eerste lid, van hetzelfde besluit worden de woorden « Fonds voor de Sociale Integratie van » vervangen door de woorden « Agentschap voor ».

Art. 4.In artikel 8bis, tweede lid, 1°, van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 17 november 2006, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° punt a) wordt vervangen door wat volgt : « a) ALS (amyotrofe lateraalsclerose) »;2° punt b) wordt vervangen door wat volgt : « b) PLS (primaire lateraalsclerose) »;3° punt c) wordt vervangen door wat volgt : « c) PMA (progressieve musculaire atrofie) ».

Art. 5.In artikel 10, § 4, van hetzelfde besluit, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse Regering van 18 juni 2003 en 17 november 2006, wordt het vijfde lid opgeheven.

Art. 6.In hetzelfde besluit wordt hoofdstuk VI, dat bestaat uit artikel 14 tot en met 16, vervangen door wat volgt : « Hoofdstuk VI. Het zorgconsulentschap

Art. 14.De budgethouder kan een beroep doen op de begeleiding van een zorgconsulent.

Art. 15.Het zorgconsulentschap kan opgenomen worden door een thuisbegeleidingsdienst of door een budgethoudersvereniging als vermeld in artikel 17, die door het agentschap als zorgconsulent is erkend.

Om erkend te worden moeten de thuisbegeleidingsdiensten en budgethoudersverenigingen aan de volgende voorwaarden voldoen : 1° een gemotiveerde aanvraag indienen;2° een opleiding over het PAB gevolgd hebben. In afwijking van artikel 2, § 2, 3°, en artikel 12, 2°, kan de budgethouder met het oog op de organisatie van de begeleiding van een zorgconsulent een overeenkomst sluiten met een van de diensten of verenigingen, vermeld in het eerste lid.

Art. 16.De zorgconsulent wordt voor het zorgconsulentschap vergoed door de budgethouder. Het zorgconsulentschap wordt ingerekend bij de inschaling van het PAB overeenkomstig de bepalingen van artikel 8, § 1.

Aan iedere budgethouder die met ingang van 1 september 2007 start met het PAB-budget verleent het agentschap boven op het hem toegekende PAB-budget een aanvullende subsidie van 150 euro voor het voeren van een verkennend gesprek over zorgconsulentschap met een zorgconsulent.

Het subsidiebedrag, vermeld in het tweede lid, wordt betaald aan de zorgconsulent en wordt vanaf 1 januari 2008 jaarlijks aangepast overeenkomstig artikel 18, § 2. »

Art. 7.In hetzelfde besluit wordt hoofdstuk VII, dat bestaat uit de artikel 17 tot en met 18, vervangen door wat volgt : « Hoofdstuk VII. - Budgethoudersverenigingen

Art. 17.§ 1. Binnen de kredieten die hiervoor op zijn begroting zijn ingeschreven, kan het agentschap budgethoudersverenigingen erkennen. § 2. Om erkend te worden en erkend te blijven moet de budgethoudersvereniging aan de volgende voorwaarden voldoen : 1° de vereniging moet georganiseerd zijn als een vereniging zonder winstoogmerk;2° minstens twee derde van de leden en twee derde van de bestuurders zijn budgethouders.De bestuurders mogen niet verbonden zijn, via een tewerkstelling of een functie als bestuurder, met een commerciële partner waarmee de budgethoudersvereniging een samenwerkingsverband heeft afgesloten; 3° de vereniging gaat de verbintenis aan om : a) informatie te verlenen aan kandidaatbudgethouders en derden;b) advies en bijstand te verlenen aan budgethouders;c) de belangen te behartigen van de individuele budgethouders;d) de belangen te behartigen van de persoon met een handicap die kiest voor zelfsturingsrecht;e) de kwaliteitseisen na te leven, die worden vastgesteld door de Vlaamse minister, bevoegd voor de bijstand aan personen;f) zorgconsulentschap te promoten bij budgethouders;g) een jaarverslag op te stellen waarin minstens volgende gegevens aan bod komen : 1) overzicht van de algemene werking van het afgelopen jaar;2) aantal aangesloten leden;3) informatie over de verplichte registratiegegevens. § 3. Als één of meerdere erkenningsvoorwaarden niet worden nageleefd, kan de leidend ambtenaar van het agentschap beslissen tot de intrekking van de erkenning. Tegen een beslissing tot intrekking van de erkenning kan beroep worden aangetekend overeenkomstig de bepalingen van artikel 17 van het besluit van de Vlaamse Regering van 15 december 1993 tot vaststelling van de algemene regels inzake het verlenen van vergunningen en erkenningen door het Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap.

De beslissing tot intrekking wordt met redenen omkleed en in een aangetekende brief meegedeeld.

Art. 17bis.§ 1. Het agentschap verleent een erkenning voor een periode van maximaal vijf jaar. § 2. De beslissing tot erkenning vermeldt de aanvangsdatum van de erkenning en de duur ervan.

Bij gehele of gedeeltelijke weigering van de erkenning wordt de beslissing met redenen omkleed.

De beslissing houdende erkenning of weigering van erkenning wordt in een aangetekende brief meegedeeld aan de aanvrager vóór het einde van de maand die volgt op de maand van de beslissing. § 3. De aanvraag tot verlenging van een erkenning moet uiterlijk zes maanden voor het verstrijken van de lopende erkenningsperiode worden ingediend. § 4. Het agentschap kan maximaal vier budgethoudersverenigingen erkennen. Als erkende budgethoudersverenigingen fuseren kan het agentschap gedurende de lopende erkenningsperiode geen extra budgethoudersvereniging erkennen.

Art. 18.§ 1. Het agentschap verleent aan de erkende budgethoudersverenigingen subsidies op de volgende wijze : 1° een forfaitaire subsidie die 40.000 euro bedraagt op jaarbasis; 2° een subsidie ten bedrage van 150 euro per aangesloten budgethouder per jaar. § 2. De subsidiebedragen, vermeld in § 1, worden vanaf 1 januari 2008 jaarlijks aangepast, rekening houdend met het indexcijfer der consumptieprijzen, vermeld in hoofdstuk II van het koninklijk besluit van 24 december 1993 ter uitvoering van de wet van 6 januari 1999 tot vrijwaring van 's lands concurrentievermogen, hierna G-index te noemen, volgens de formule : (basisbedrag x G-index december 20..)/G-index december 2006 § 3. De subsidies worden uitbetaald voor 1 februari van het kalenderjaar waarop ze betrekking hebben. Het bedrag van de subsidies, vermeld in § 1, 2°, wordt vastgesteld op basis van de ledenlijst, die op dat ogenblik gekend is. Als nieuwe budgethouders zich aansluiten in de loop van het kalenderjaar, zal het agentschap per kwartaal voor de nieuw aangesloten leden de subsidies, vermeld in § 1, 2°, uitbetalen. § 4. Als erkende budgethoudersverenigingen fuseren kunnen zij de forfaitaire subsidie, vermeld in § 1, 1°, cumuleren voor de duur van de lopende erkenningsperiode.

Art. 18bis.§ 1. Iedere budgethouder ontvangt van het agentschap een bedrag van 50 euro boven op het hem toegekende persoonlijke-assistentiebudget.

Als de budgethouder lid wordt van een erkende budgethoudersvereniging, moet hij het bedrag van 50 euro, vermeld in het eerste lid, betalen aan de budgethoudersvereniging waarvan hij lid wordt.

Als de budgethouder geen lid wordt van een budgethoudersvereniging kan hij het bedrag van 50 euro, vermeld in het eerste lid, besteden aan vergoedbare assistentie overeenkomstig artikel 10. § 2. Het subsidiebedrag, vermeld in § 1, wordt vanaf 1 januari 2008 jaarlijks aangepast overeenkomstig artikel 18, § 2. »

Art. 8.Artikel 19 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse Regering van 19 juli 2002 en 26 maart 2004, wordt vervangen door wat volgt : «

Art. 19.De personeelsleden van het bevoegde agentschap controleren ter plaatse, zonder evenwel afbreuk te doen aan de onschendbaarheid van de woning, of op stukken de bepalingen van dit besluit worden nageleefd. De personen met een handicap aan wie een PAB werd toegekend, verlenen hun medewerking aan de uitoefening van het toezicht. Ze bezorgen aan de ambtenaren die voor het uitoefenen van het toezicht zijn aangewezen, de stukken die met de persoonlijke assistentie verband houden, als die daarom verzoeken. »

Art. 9.Dit besluit treedt in werking op 1 juli 2007, met uitzondering van artikel 2, dat in werking treedt op 1 september 2007.

Art. 10.De Vlaamse minister, bevoegd voor de bijstand aan personen, is belast met de uitvoering van dit besluit.

Brussel, 19 juli 2007.

De minister-president van de Vlaamse Regering, K. PEETERS De Vlaamse minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin, S. VANACKERE

^