gepubliceerd op 16 september 1999
Besluit van de Vlaamse regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse regering van 31 juli 1992 tot vaststelling van de criteria, modaliteiten en bedragen van de tussenkomsten voor individuele materiële bijstand tot sociale integratie ten gunste van personen met een handicap
18 DECEMBER 1998. - Besluit van de Vlaamse regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse regering van 31 juli 1992 tot vaststelling van de criteria, modaliteiten en bedragen van de tussenkomsten voor individuele materiële bijstand tot sociale integratie ten gunste van personen met een handicap
De Vlaamse regering, Gelet op het decreet van 27 juni 1990 houdende oprichting van een Vlaams Fonds voor Sociale Integratie van Personen met een Handicap, inzonderheid op artikel 52, 1°, en artikel 53;
Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 31 juli 1992 tot vaststelling van de criteria, modaliteiten en bedragen van de tussenkomsten voor individuele materiële bijstand tot sociale integratie ten gunste van personen met een handicap, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse regering van 20 juli 1994, 21 december 1994, 28 februari 1996, 17 juni 1997, 24 juni 1997 en 23 juli 1998;
Gelet op het advies van de Raad van Bestuur van het Vlaams Fonds voor Sociale Integratie van Personen met een Handicap, gegeven op 23 juni 1998;
Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de begroting, gegeven op 11 december 1998;
Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, gewijzigd bij de wetten van 4 juli 1989 en 4 augustus 1996;
Gelet op de dringende noodzakelijkheid;
Overwegende dat zonder uitstel de periodieke aanpassing van de criteria van financiële tegemoetkoming voor individuele materiële bijstand ten gunste van personen met een handicap moet worden doorgevoerd om gelijke tred te kunnen houden met de technologische ontwikkelingen op dit gebied en met de reële behoeften van de aanvragers;
Op voorstel van de Vlaamse minister van Cultuur, Gezin en Welzijn;
Na beraadslaging, Besluit :
Artikel 1.In artikel 9bis van het besluit van de Vlaamse regering van 31 juli 1992 tot vaststelling van de criteria, modaliteiten en bedragen van de tussenkomsten voor individuele materiële bijstand tot sociale integratie ten gunste van personen met een handicap, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse regering van 21 december 1994, wordt § 4 opgeheven.
Art. 2.Artikel 11 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse regering van 17 juni 1997 en 23 juli 1998, wordt § 3 vervangen door wat volgt : « § 3. De facturen van de in § 2 bedoelde aankopen, leveringen of werkzaamheden moeten aan het Vlaams Fonds voor Sociale Integratie van Personen met een Handicap bezorgd worden binnen 18 maanden, te rekenen vanaf de datum van de beslissing in geval van aankoop of levering.
Ingeval van werkzaamheden is deze termijn 30 maanden. »
Art. 3.Punt 2.1 van de bijlage gevoegd bij hetzelfde besluit, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse regering van 20 juli 1994, 21 december 1994 en 20 februari 1996, wordt vervangen door wat volgt : « 2.1 Bouwen van een aangepaste woning, ombouwen van of aanbouwen aan een bestaande woning De onder dit punt geregelde financiële tegemoetkoming kan nooit worden toegekend voor woonvormen die onder andere subsidieregelingen krachtens het decreet vallen, noch voor de gemeenschappelijke delen van collectieve woonvoorzieningen. 2.1.1 Bouwen van een aangepaste woning 2.1.1.1 Voorwaarden voor tenlasteneming a. De ernst van de handicap of de te verwachten ontwikkeling van de handicap moet de bouwwerken rechtvaardigen, zoals blijkt uit een gedetailleerde bijlage bij het multidisciplinair verslag;b. De persoon met een handicap of zijn wettelijke vertegenwoordiger moet eigenaar zijn van de woning of een geregistreerd huurcontract van lange duur kunnen voorleggen (1 jaar per schijf van 20 000 BEF, geïndexeerd, tenlasteneming, met een maximumduur van 9 jaar en beginnend na het eindigen van de werken). Indien de eigenaar een bloedverwant of een aanverwant is van de aanvrager of een erkende maatschappij voor sociale woningbouw, mag dit contract vervangen worden door een plechtige verklaring van de eigenaar. 2.1.1.2 Bepalingen van tenlasteneming a. Het aanvraagdossier omvat een verantwoording van de aanpassing in functie van de handicap en met aangifte van de meerkosten.In het dossier wordt rekening gehouden met de huidige en toekomstige noodzaak van een (trap)lift, een til- en verplaatsingssysteem en aanvullende uitrusting. b. Financiële tegemoetkoming gebeurt op basis van het officieel plan. De facturen moeten ter plaatse voorgelegd en gecontroleerd worden; c. De maximumbedragen zijn de volgende : De totale tenlasteneming is afhankelijk van het aantal personen met een handicap die deel uitmaken van éénzelfde gezin waarvoor de aanpassing wordt gevraagd : - voor 1 persoon met een handicap : maximum 200 000 BEF, te verhogen met 4 700 BEF per bijkomende persoon die deel uitmaakt van het gezin; - per bijkomende persoon die deel uitmaakt van het gezin en die een handicap vertoont waarvan de aard ook aanpassingswerken rechtvaardigt, wordt het maximumbedrag verhoogd met 83 000 BEF. Deze maximumbedragen kunnen worden ingezet voor alle meerkosten voor de aanpassing van de woning als de aard van de handicap het rechtvaardigt en als ze noodzakelijk zijn voor het zelfstandig functioneren en de integratie van de persoon met een handicap; d. De volgende uitsluitings- en cumulatieregels zijn van kracht : - geen tenlasteneming voor terrassen en/of veranda's; - geen cumulatie met een tenlasteneming van het ombouwen van een bestaande woning, behalve in de gevallen, vermeld in punt 2.5 hierna. 2.1.2 Ombouwen van en aanbouwen aan een bestaande woning 2.1.2.1 Voorwaarden voor tenlasteneming a. De ernst van de handicap of de te verwachten ontwikkeling van de handicap van de aanvrager moet de ombouwwerken rechtvaardigen, zoals blijkt uit een gedetailleerde bijlage bij het multidisciplinaire verslag;b. De persoon met een handicap of zijn wettelijke vertegenwoordiger moet eigenaar zijn van de woning of een geregistreerd huurcontract van lange duur kunnen voorleggen (1 jaar per schijf van 20 000 BEF, geïndexeerd, tenlasteneming, met een maximumduur van 9 jaar en beginnend na het beëindigen van de werken). Indien de eigenaar een bloedverwant of een aanverwant is van de aanvrager of een erkende maatschappij voor socialewoningbouw, mag dit contract vervangen worden door een plechtige verklaring van de eigenaar. Niettemin moet de eigenaar van de gehuurde woning zijn toelating geven om de aanpassingswerken uit te voeren; c. De tenlasteneming van ombouwwerken door het Vlaams Fonds voor Sociale Integratie van Personen met een Handicap is residuair ten overstaan van de aanpassingspremie verleend krachtens de bepalingen van het besluit van de Vlaamse regering van 18 december 1992 houdende instelling van een aanpassingspremie en een verbeteringspremie voor woningen, of ten overstaan van de renovatiepremie verleend krachtens het besluit van 29 maart 1990 van de Brusselse Hoofdstedelijke Executieve betreffende de toekenning van toelagen voor de renovatie van woningen aan natuurlijke personen. 2.1.2.2 Bepalingen inzake de tenlasteneming a. Het aanvraagdossier omvat een verantwoording van de aanpassing in functie van de handicap en met aangifte van de meerkosten.In het dossier wordt rekening gehouden met de huidige en toekomstige noodzaak van een (trap)lift, een til- en verplaatsingssysteem en aanvullende uitrusting. b. Tussenkomst gebeurt op basis van het officiële plan (toestand vóór wijziging en na wijziging).De facturen moeten ter plaatse worden voorgelegd en gecontroleerd; c. De maximumbedragen van tenlasteneming zijn de volgende : De totale tenlasteneming is afhankelijk van het aantal personen met een handicap van éénzelfde gezin waarvoor de aanpassing wordt gevraagd : - voor 1 persoon met een handicap : maximum 308 340 BEF, te verhogen met 4 700 BEF per bijkomende persoon die deel uitmaakt van het gezin; - per bijkomende persoon die deel uitmaakt van het gezin en die een handicap vertoont waarvan de aard ook aanpassingswerken rechtvaardigt, wordt het maximum verhoogd met 83 000 BEF. Deze maximumbedragen kunnen ingezet worden voor alle meerkosten voor de aanpassing van de woning als de aard van de handicap het rechtvaardigt en als ze noodzakelijk zijn voor het zelfstandig functioneren en de integratie van de persoon met een handicap; d. De volgende uitsluitings- en cumulatieregels zijn van kracht : - geen tenlasteneming voor terrassen en/of veranda's; - geen cumulatie met een tenlasteneming van het bouwen van een aangepaste woning, behalve in de gevallen, voorzien in vermeld punt 2.5 hierna; - tenzij de aanvrager bewijst dat hij niet aan de voorwaarden voldoet om van de bij punt 2.1.2.1 c. bedoelde aanpassingspremie te kunnen ontvangen, wordt het bedrag van de bij dit besluit genoemde financiële tegemoetkoming in de kosten van verbouwing van de woning verminderd met 50 000 BEF. Als de aanvrager evenwel bewijst dat de in het vorige lid genoemde aanpassingspremie geweigerd werd of minder dan 50 000 BEF bedraagt, wordt de in het vorig lid genoemde vermindering aangepast aan het werkelijk ontvangen bedrag van de aanpassingspremie.
De tenlasteneming door het Vlaams Fonds voor Sociale Integratie van Personen met een Handicap zal verminderd worden met dat gedeelte van de bij punt 2.1.2.1 c bedoelde renovatiepremie dat de meerkosten dekt van de vernieuwingen die voortkomen uit de handicap van de aanvrager. »
Art. 4.In punt 2.4.3, eerste lid van dezelfde bijlage, wordt het bedrag « 65 000 BEF » vervangen door het bedrag « 165 000 BEF ».
Art. 5.In dezelfde bijlage wordt punt 3.3.3 « Kosten van aankoop van een lange lichtweerkaatsende witte stok », ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse regering van 20 juli 1994, opgeheven.
Art. 6.Punt 4.1 van dezelfde bijlage wordt vervangen door wat volgt : « 4.1 Doventelefoon 4.1.1 Voorwaarden voor tenlasteneming a. De aanvrager moet ofwel een laryngectomie hebben ondergaan, ofwel een gemiddelde gehoorvermindering hebben van meer dan 70 db op het beste oor volgens de « Indice de Perte Auditive », berekend volgens de formule van Fournier;b. De stoornis moet blijken uit een attest opgesteld door een geneesheer-specialist Neus-Keel-Oren of door de medisch-sociale dienst van het ministerie van Sociale Voorzorg;c. Tenlasteneming van een doventelefoon is cumuleerbaar met de tenlasteneming van een faxtoestel, overeenkomstig de bepalingen van dit besluit. 4.1.2 Bepalingen inzake de tenlasteneming a. De tenlasteneming van de factuurprijs bedraagt maximum 21 000 BEF;b. Van het onder a) vermelde bedrag wordt steeds de prijs van een gewoon telefoontoestel met toetsen afgetrokken, zijnde 1 479 BEF;c. De tenlasteneming geldt alleen voor het toestel van de aanvrager, niet dat van een correspondent;d. De hernieuwingstermijn is 5 jaar.»
Art. 7.In punt 4.8.2 van dezelfde bijlage, gevoegd bij het besluit van de Vlaamse regering van 28 februari 1996 en gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse regering van 24 juni 1997, worden onder littera a) de bedragen « 2 990 BEF (BTW inbegrepen) » en « 8 960 BEF (BTW inbegrepen) » respectievelijk vervangen door de bedragen « 1 479 BEF » en « 3 476 BEF ».
Art. 8.Aan dezelfde bijlage worden de punten 4.9 en 4.10 toegevoegd die luiden als volgt : « 4.9 Faxtoestel 4.9.1 Voorwaarden voor tenlasteneming a. De aanvrager moet ofwel een laryngectomie hebben ondergaan, ofwel een gemiddelde gehoorvermindering hebben van meer dan 70 db op het beste oor volgens de « Indice de Perte Auditive », berekend volgens de formule van Fournier, ofwel omwille van motorische of fysieke redenen niet in staat zijn via de spraak te communiceren;b. De stoornis moet blijken uit een attest opgesteld door een geneesheer-specialist Neus-Keel-Oren of door de medisch-sociale dienst van het ministerie van Sociale Voorzorg;c. Tenlasteneming van een faxtoestel is cumuleerbaar met de tenlasteneming van een doventelefoon overeenkomstig de bepalingen van dit besluit. 4.9.2 Bepalingen inzake de tenlasteneming a. De tenlasteneming van de factuurprijs bedraagt maximum 11 000 BEF;b. Van het onder a) vermelde bedrag wordt steeds de prijs van een gewoon telefoontoestel met toetsen afgetrokken, zijnde 1 479 BEF;c. De tenlasteneming geldt alleen voor het toestel van de aanvrager, niet dat van een correspondent;d. De hernieuwingstermijn is 10 jaar. 4.10 Autotelefoons of gsm-toestellen 4.10.1 Voorwaarden voor tenlasteneming Uit het multidisciplinair verslag moet blijken dat de aanvrager een rolstoel moet gebruiken en het toestel eigenhandig kan gebruiken. 4.10.2 Modaliteiten van tenlasteneming a. De tenlasteneming van de factuurprijs bedraagt maximum 5 546 BEF;b. Er is geen tenlasteneming van huur-, aansluitings- of gebruikskosten.»
Art. 9.Punt 6 van dezelfde bijlage wordt vervangen door wat volgt : « 6. SPECIALE BEDDEN 6.1 Voorwaarden van tenlasteneming a. De aankoop van het hulpmiddel moet onontbeerlijk zijn gezien de aard en de ernst van de handicap en een wezenlijke bijdrage leveren tot de sociale integratie van de aanvrager;b. De noodzaak van het hulpmiddel moet blijken uit het multidisciplinaire verslag of uit een medisch attest waarin het gebruik van het bed en het type bed weergegeven worden. 6.2 Bepalingen inzake de tenlasteneming Op de factuurprijs is de maximale tenlasteneming afhankelijk van het hulpmiddel : 1° Het verzorgingsbed : de onderdelen van het bed met een verzorgingsbed als basis zijn cumuleerbaar, de respectievelijke tussenkomsten zijn eveneens cumuleerbaar. Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Er is geen cumulatie mogelijk van het soort systeem. Dit betekent dat manuele, hydraulische en elektrische systemen onderling niet cumuleerbaar zijn. »
Art. 10.Punt 8 van dezelfde bijlage, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse regering van 20 juli 1994, en gewijzigd bij de besluiten van 21 december 1994 en 28 februari 1996, wordt vervangen door wat volgt : « 8. OPTREKTOESTEL, TIL- EN VERPLAATSINGSSYSTEMEN EN PATI|$$|ADENTENLIFTEN 8.1 Toekenningsvoorwaarden 8.1.1 De aankoop van het hulpmiddel moet onontbeerlijk zijn gezien de aard en de ernst van de handicap en een wezenlijke bijdrage leveren tot de sociale integratie van de aanvrager. De noodzaak van het hulpmiddel moet blijken uit een multidisciplinair verslag of uit een medisch attest, waarin informatie over het gebruik van het toestel en het type toestel wordt gegeven. 8.1.2 Voor tenlasteneming van een elektrisch aangedreven lift en een til-verplaatsingssysteem met rail is daarenboven een attest van een geneesheer-specialist vereist, die op gemotiveerde wijze bevestigt dat de andere modellen liften ontoereikend zijn in het specifieke geval van de aanvrager. 8.2 Bepalingen inzake de tenlasteneming a. Op de factuurprijs is de maximale tenlasteneming afhankelijk van het toestel : Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld b.De hernieuwingstermijn bedraagt 10 jaar, met uitzondering van de rails. Voor het zit- en hanggedeelte bedraagt de hernieuwingstermijn 5 jaar; c. Er is geen cumulatie van een verrijdbare patiëntenlift, badlift en patiëntenlift met rail aan het plafond toegestaan;d. Voor de onderhouds- en herstellingskosten geldt een tussenkomst van maximum 40 % van de totale kostprijs gedurende de gebruiksduur.»
Art. 11.De punten 9 en 10 van dezelfde bijlage worden vervangen door wat volgt : « 9 TOILET- OF W.C.-STOELEN 9.1 Voorwaarden voor tenlasteneming a. De aankoop van het hulpmiddel moet gerechtvaardigd zijn wegens de aard en de ernst van de handicap.Het hulpmiddel moet een wezenlijke bijdrage leveren tot de sociale integratie van de aanvrager; b. De noodzaak van het hulpmiddel moet duidelijk blijken uit het multidisciplinaire verslag. 9.2 Modaliteiten van tenlasteneming a. Op de factuurprijs is de maximale tenlasteneming afhankelijk van het model : Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld c.De hernieuwingstermijn bedraagt 5 jaar; d. Er is geen tegemoetkoming voor herstellingskosten. 10.1 Douchezitten of -stoelen 10.1.1 Voorwaarden voor tenlasteneming a. De aankoop van het hulpmiddel moet gerechtvaardigd zijn wegens de aard en de ernst van de handicap, de leefomstandigheden van de aanvrager en de wezenlijke bijdrage die het hulpmiddel levert tot de sociale integratie van de aanvrager;b. Uit het multidisciplinaire verslag moet duidelijk blijken dat een gewoon douchezitje (krukje op vier poten of aan de muur bevestigd scharnierend zitje) ontoereikend is in het geval van de aanvrager. 10.2.1 Bepalingen inzake de tenlasteneming a. Op de factuurprijs is de maximale tenlasteneming afhankelijk van het model : Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld b.De hernieuwingstermijn bedraagt 5 jaar; c. Er is geen tussenkomst in de onderhouds- of herstellingskosten;d. Een tegemoetkoming voor een douchestoel is niet cumuleerbaar met een tenlasteneming van een tweede rolstoel. 10.2 Douchebrancard-, -raam, en -wagen 10.2.1 Voorwaarden voor tenlasteneming a. De noodzaak van het hulpmiddel moet blijken uit het multidisciplinaire verslag of uit een medisch attest, opgesteld door de arts van het multidisciplinaire team. Het type van hulpmiddel dient weergegeven en eveneens gemotiveerd op basis van de hulpmiddelen waarover de betrokkene reeds beschikt en de aanpassingen aan de woning die reeds plaatsvonden; b. Voor zijn persoonlijke verzorging moet de aanvrager volledig aangewezen zijn op de hulp van derden, het douchen kan niet zelfstandig gebeuren; c. De tenlasteneming van een douchebrancard of -wagen of andere douche-systemen (met uitzondering van het doucheraam) en een al dan niet verstelbaar bad o.a. hoog-laagbad is uitgesloten. Beide zijn niet cumuleerbaar; d. Een douchebrancard en douchewagen zijn niet cumuleerbaar. 10.2.2. Bepalingen inzake de tenlasteneming. a. Op de factuurprijs is de maximale tenlasteneming afhankelijk van het model : Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld tenlasteneming beperkt tot de hoogste tenlasteneming voor een douchebrancard b.Voor de herstellings- of onderhoudskosten bedraagt de tenlasteneming maximum 40 % van de totale kostprijs gedurende de levensduur van het hulpmiddel. »
Art. 12.In punt 15.2 van dezelfde bijlage, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse regering van 24 juni 1997, wordt onder littera a) een punt 13 toegevoegd, dat luidt als volgt : « 13. voor een lange lichtweerkaatsende witte stok : 3 624 BEF »
Art. 13.Bij wijze van overgangsmaatregel worden de voor 1 juli 1998 ingediende aanvragen voor financiële tenlasteneming voor hulpmiddelen die in dit besluit worden geregeld en waarover op die dag nog geen beslissing is genomen, onderzocht en afgehandeld, overeenkomstig de bepalingen van dit besluit.
Art. 14.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 juli 1998, met uitzondering van artikel 3 dat in werking treedt op 1 januari 1999.
Art. 15.De Vlaamse minister, bevoegd voor de bijstand aan personen, is belast met de uitvoering van dit besluit.
Brussel, 18 december 1998.
De minister-president van de Vlaamse regering, L. VAN DEN BRANDE De Vlaamse minister van Cultuur, Gezin en Welzijn, L. MARTENS