Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Vlaamse Regering van 18 december 1998
gepubliceerd op 19 februari 1999

Besluit van de Vlaamse regering houdende oprichting van een tijdelijke stuurgroep ter ondersteuning van de PMS-centra en de MST-equipes bij hun omvorming tot centra voor leerlingenbegeleiding

bron
ministerie van de vlaamse gemeenschap
numac
1999035152
pub.
19/02/1999
prom.
18/12/1998
ELI
eli/besluit/1998/12/18/1999035152/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

18 DECEMBER 1998. - Besluit van de Vlaamse regering houdende oprichting van een tijdelijke stuurgroep ter ondersteuning van de PMS-centra en de MST-equipes bij hun omvorming tot centra voor leerlingenbegeleiding


De Vlaamse regering, Gelet op het decreet van 1 december 1998 betreffende de centra voor leerlingenbegeleiding, inzonderheid op de artikelen 199 tot 204;

Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de begroting, gegeven op 15 december 1998;

Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, gewijzigd bij de wetten van 4 juli 1989 en 4 augustus 1996;

Gelet op de dringende noodzakelijkheid;

Overwegende dat overeenkomstig het decreet van 1 december 1998 betreffende de centra voor leerlingenbegeleiding vanaf 1 januari 1999 tot en met 31 augustus 2003 een tijdelijke stuurgroep wordt ingesteld;

Overwegende dat voor een tijdige implementatie van het decreet van 1 december 1998 betreffende de centra voor leerlingenbegeleiding het onontbeerlijk is dat de tijdelijke stuurgroep vanaf 1 januari 1999 met haar werkzaamheden kan starten;

Op voorstel van de Vlaamse minister, bevoegd voor het gezondheidsbeleid, en van de Vlaamse minister, bevoegd voor het onderwijs;

Na beraadslaging, Besluit :

Artikel 1.Ten einde de omvorming van PMS-centra en MST-equipes tot centra voor leerlingenbegeleiding vanaf 1 januari 1999 te ondersteunen wordt een tijdelijke stuurgroep opgericht.

Art. 2.§ 1. De voorzitter van de tijdelijke stuurgroep is de minister, bevoegd voor het onderwijs. Hij kan zich laten vertegenwoordigen door een ambtenaar van het departement Onderwijs. § 2. De vice-voorzitter van de tijdelijke stuurgroep is de minister, bevoegd voor het gezondheidsbeleid. Hij kan zich laten vertegenwoordigen door een ambtenaar van het departement Welzijn, Volksgezondheid en Cultuur.

Art. 3.§ 1. De tijdelijke stuurgroep is samengesteld uit 15 voltijdse personeelsleden die na voordracht gezamenlijk aangeduid worden door de minster bevoegd voor het onderwijs en de minister bevoegd voor het gezondheidsbeleid. § 2. Voor de officiële centra worden zes voltijdse personeelsleden vóór 31 december 1998 gezamenlijk voorgedragen door de Autonome Raad van het Gemeenschapsonderwijs, het Onderwijssecretariaat van de Steden en Gemeenten van de Vlaamse Gemeenschap en de Cel voor het Vlaams Provinciaal Onderwijs.

De voorgedragen personeelsleden hebben een totaal omkaderingsgewicht, bedoeld in artikel 77 van het decreet betreffende de centra voor leerlingenbegeleiding van 1 december 1998 van maximum 7,2.

Ten minste vier van de voorgedragen personeelsleden behoren tot een PMS-centrum van het gemeenschapsonderwijs. De overige personeelsleden behoren tot één van de drie hiernavermelde centra of MST-equipes: - een PMS-centrum van het gemeenschapsonderwijs; - een gesubsidieerd officieel PMS-centrum; - een gesubsidieerde officiële MST-equipe.

In de gezamenlijke voordracht wordt ook aangeduid welke twee personeelsleden worden voorgesteld om deel uit te maken van de stuurgroep, bedoeld in artikel 200, § 1, 3°, van het decreet betreffende de centra voor leerlingenbegeleiding van 1 december 1998. § 3. Voor de gesubsidieerde vrije centra worden negen voltijdse personeelsleden vóór 31 december 1998 gezamenlijk voorgedragen door het Vlaams Secretariaat voor Katholiek Onderwijs, de Centrale voor Studie- en Beroepsoriëntering en het Verbond van Medisch-Sociale Instellingen. De voorgedragen personeelsleden hebben een totaal omkaderingsgewicht, bedoeld in artikel 77 van het decreet betreffende de centra voor leerlingenbegeleiding van 1 december 1998 van maximum 10,8.

Deze personeelsleden behoren of wel tot een een gesubsidieerd vrij PMS-centrum, of wel tot een gesubsidieerde vrije MST- equipe.

In de gezamenlijke voordracht wordt ook aangeduid welke drie personeelsleden worden voorgesteld om deel uit te maken van de stuurgroep, bedoeld in artikel 200, § 1, 3°, van hetzelfde decreet.

Art. 4.Voor de berekening van het omkaderingsgewicht, bedoeld in artikel 3, § 2 en § 3, worden volgende criteria gehanteerd: coördinerend geneesheer, geneesheer of arts: 1,6 omkaderingsgewicht directeur of directeur van het vormingscentrum: 1,6 omkaderingsgewicht psycho-pedagogisch consulent en werkleider voor de psycho- pedagogische discipline : 1,3 omkaderingsgewicht paramedisch werker, werkleider voor de paramedische discipline of personeelslid belast met verpleegkundige en sociaal- verpleegkundige taken : 1,0 omkaderingsgewicht psycho-pedagogisch werker : 1,0 omkaderingsgewicht maatschappelijk werker : 1,0 omkaderingsgewicht

Art. 5.In afwijking van artikel 3, § 1, kunnen personeelsleden die het ambt van arts uitoefenen, een halftijdse opdracht in de tijdelijke stuurgroep vervullen. In voorkomend geval kunnen zij niet worden aangeduid om deel uit te maken van de stuurgroep, bedoeld in artikel 200, § 1, 3°, van het decreet betreffende de centra voor leerlingenbegeleiding d.d. 1 december 1998.

Art. 6.De voordracht zoals bedoeld in artikel 3, § 2, van de officiële centra en de voordracht zoals bedoeld in artikel 3, § 3, vanwege de vrije centra, bevat elk ten minste een personeelslid dat een ambt of de functie uitoefent van : - coördinerend geneesheer, geneesheer of arts; - psycho-pedagogisch consulent of psycho-pedagogisch werker; - maatschappelijk werker; - paramedisch werker of personeelslid belast met verpleegkundige en sociaal-verpleegkundige taken.

Art. 7.Personeel dat behoort tot een MST-equipe en wordt toegewezen aan de tijdelijke stuurgroep, blijft voor de overdracht van personeel, bedoeld in de artikelen 188 tot en met 195 van hetzelfde decreet, gealloceerd aan de MST-equipe van herkomst.

Zij worden gesubsidieerd overeenkomstig de salarisschalen die opgenomen zijn in de bijlage vier bij het besluit van de Vlaamse regering van 30 juli 1985 betreffende de verplichtingen en de opdrachten inzake medisch schooltoezicht, en houdende de erkenningsvoorwaarden en subsidiëring van equipes en centra voor medisch schooltoezicht.

Art. 8.De bewezen werkingskosten van de tijdelijke stuurgroep worden vergoed tot een maximum van twee miljoen frank.

Art. 9.De voorzitter van de tijdelijke stuurgroep roept maandelijks de leden van de stuurgroep, bedoeld in artikel 200, § 1, 3°, van hetzelfde decreet bijeen.

Hij bepaalt in overleg met de vice-voorzitter de agenda van de vergadering.

Art. 10.Dit besluit treedt in werking op 1 januari 1999.

Art. 11.De Vlaamse minister, bevoegd voor het gezondheidsbeleid, en de Vlaamse minister bevoegd voor het onderwijs zijn belast met de uitvoering van dit besluit.

Brussel, 18 december 1998.

De minister-president van de Vlaamse regering, L. VAN DEN BRANDE De Vlaamse minister van Financiën, Begroting en Gezondheidsbeleid, Mevr. W. DEMEESTER-DE MEYER De Vlaamse minister van Onderwijs en Ambtenarenzaken, E. BALDEWIJNS

^