gepubliceerd op 07 november 2008
Besluit van de Vlaamse Regering betreffende de bijdrage van de besturen in de uitgaven die verbonden zijn aan de gewestelijk ontvangers
17 OKTOBER 2008. - Besluit van de Vlaamse Regering betreffende de bijdrage van de besturen in de uitgaven die verbonden zijn aan de gewestelijk ontvangers
De Vlaamse Regering, Gelet op de organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn, inzonderheid op artikel 43, § 3, vervangen bij het decreet van 7 juli 2006;
Gelet op het gemeentedecreet van 15 juli 2005, inzonderheid op artikel 76, § 2, derde lid;
Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 21 december 2007 houdende vaststelling van de voorwaarden waaronder de ambten van gemeentesecretaris, gemeentelijk financieel beheerder, secretaris van een openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn en ontvanger van een openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn deeltijds kunnen worden uitgeoefend, en houdende vaststelling van sommige gevallen waarin de ambten van gemeentelijk financieel beheerder en van ontvanger van een openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn kunnen worden uitgeoefend door een gewestelijke ontvanger;
Overwegende dat de Vlaamse Overheid de uitgaven draagt die verbonden zijn aan de gewestelijk ontvangers, en dat het wenselijk is dat de gemeenten en de openbare centra voor maatschappelijk welzijn die een beroep doen op een gewestelijk ontvanger, daarvoor een billijke vergoeding betalen;
Overwegende dat de Vlaamse Regering het samenwerkingsakkoord van 9 december 1997 tussen de federale Staat, de Vlaamse Gemeenschap, het Waalse Gewest en de Duitstalige Gemeenschap betreffende de wijze van omslag van de kosten van de gewestelijke ontvangers en de wijze van de inhouding van de bijdrage in die kosten door de besturen opzegt met ingang van 1 januari 2009;
Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 4 juli 2008;
Gelet op het advies n° 45 017/VR/3 van de Raad van State, gegeven op 23 september 2008, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste, lid, 1°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State, Op voorstel van de Vlaamse minister van Binnenlands Bestuur, Stedenbeleid, Wonen en Inburgering;
Na beraadslaging, Besluit :
Artikel 1.Elk kalenderjaar krijgen de gemeenten en de openbare centra voor maatschappelijk welzijn die gebruikmaken van een gewestelijk ontvanger, een afrekening van het voorgaande kalenderjaar voor het gebruik van die gewestelijk ontvanger.
Art. 2.De bijdrage die elke individuele gemeente en elk individueel openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn betaalt, is afhankelijk van de prestatiebreuk van de gewestelijk ontvanger in dat bestuur, vastgesteld in overeenstemming met het besluit van de Vlaamse Regering van 21 december 2007 houdende vaststelling van de voorwaarden waaronder de ambten van gemeentesecretaris, gemeentelijk financieel beheerder, secretaris van een openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn en ontvanger van een openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn deeltijds kunnen worden uitgeoefend, en houdende vaststelling van sommige gevallen waarin de ambten van gemeentelijk financieel beheerder en van ontvanger van een openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn kunnen worden uitgeoefend door een gewestelijke ontvanger.
Art. 3.Elk jaar worden de totale kosten die de Vlaamse overheid tijdens het voorgaande jaar gemaakt heeft voor de gewestelijk ontvangers, samengeteld. Het totaalbedrag dat op die manier verkregen wordt, wordt gedeeld door het aantal gewestelijk ontvangers, in voltijdse equivalenten uitgedrukt, dat in dat jaar in dienst geweest is. Het quotiënt daarvan vormt de gemiddelde kostprijs per gewestelijk ontvanger.
De bijdrage van elk bestuur wordt berekend door de gemiddelde kostprijs per gewestelijk ontvanger, vermeld in het eerste lid, te vermenigvuldigen met de prestatiebreuk van de gewestelijk ontvanger in dat bestuur, uitgedrukt in achtendertigsten.
Art. 4.In afwijking van artikel 3, tweede lid, wordt voor de gemeenten tot 1 000 inwoners en de openbare centra voor maatschappelijk welzijn van die gemeenten het product, verkregen door de vermenigvuldiging in artikel 3, tweede lid, gedeeld door twee.
Voor de toepassing van dit besluit geldt het bevolkingscijfer van de gemeente, vermeld in artikel 5, § 3, van het gemeentedecreet van 15 juli 2005.
Art. 5.Dit besluit wordt de eerste keer toegepast bij de afrekening van de kosten voor de gewestelijk ontvangers voor het kalenderjaar 2009. Voor de afrekening van de jaren die aan die datum voorafgaan, blijft het samenwerkingsakkoord van 9 december 1997 tussen de federale Staat, de Vlaamse Gemeenschap, het Waalse Gewest en de Duitstalige Gemeenschap betreffende de wijze van omslag van de kosten van de gewestelijke ontvangers en de wijze van de inhouding van de bijdrage in die kosten door de besturen van kracht.
Art. 6.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2009.
Art. 7.De Vlaamse minister, bevoegd voor de Binnenlandse Aangelegenheden, is belast met de uitvoering van dit besluit.
Brussel, 17 oktober 2008.
De minister-president van de Vlaamse Regering, K. PEETERS De Vlaamse minister van Binnenlands Bestuur, Stedenbeleid, Wonen en Inburgering, M. KEULEN