17 MEI 2024. - Besluit van de Vlaamse Regering tot de uitvoering van het decreet van 5 april 2019Relevante gevonden documenten type decreet prom. 05/04/2019 pub. 17/05/2019 numac 2019012372 bron vlaamse overheid Decreet betreffende de organisatie en ondersteuning van het geestelijke gezondheidsaanbod sluiten betreffende de organisatie en ondersteuning van het geestelijke gezondheidsaanbod, wat betreft de centra voor ambulante revalidatie en de centra voor geestelijke gezondheidszorg

Rechtsgronden Dit besluit is gebaseerd op: - de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming van de Instellingen, artikel 20, gewijzigd bij de wet van 16 juli 1993; - het decreet van 18 mei 2018Relevante gevonden documenten type decreet prom. 18/05/2018 pub. 17/08/2018 numac 2018013215 bron vlaamse overheid Decreet houdende de Vlaamse sociale bescherming sluiten houdende de Vlaamse sociale bescherming, artikel 138; - het decreet van 6 juli 2018Relevante gevonden documenten type decreet prom. 06/07/2018 pub. 27/09/2018 numac 2018013584 bron vlaamse overheid Decreet betreffende de overname van de sectoren psychiatrische verzorgingstehuizen, initiatieven van beschut wonen, revalidatieovereenkomsten, revalidatieziekenhuizen en multidisciplinaire begeleidingsequipes voor palliatieve verzorging sluiten betreffende de overname van de sectoren psychiatrische verzorgingstehuizen, initiatieven van beschut wonen, revalidatieovereenkomsten, revalidatieziekenhuizen en multidisciplinaire begeleidingsequipes voor palliatieve verzorging, artikel 74 en artikel 75, gewijzigd bij het decreet van 18 juni 2021; - het decreet van 5 april 2019Relevante gevonden documenten type decreet prom. 05/04/2019 pub. 17/05/2019 numac 2019012372 bron vlaamse overheid Decreet betreffende de organisatie en ondersteuning van het geestelijke gezondheidsaanbod sluiten betreffende de organisatie en ondersteuning van het geestelijke gezondheidsaanbod, artikel 6, artikel 8, eerste lid, 4° en 5° en tweede lid, 13, zevende lid, 14, derde lid, 16, tweede lid 2327artikel 28, en artikel 29, gewijzigd bij het decreet van 21 april 2023, artikel 57;

Vormvereisten De volgende vormvereisten zijn vervuld: - De Inspectie van Financiën heeft advies gegeven op 20 november 2023. - De Vlaamse Raad voor Welzijn, Volksgezondheid en Gezin heeft advies gegeven op 18 januari 2024. - De Raad van State heeft advies nr. 75.786/3 gegeven op 2 april 2024, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973.

Motivering Dit besluit is gebaseerd op het volgende motief: - Dit besluit voorziet in een gemeenschappelijk overheidskader voor de CAR en de CGG, ter uitvoering van het Vlaams Regeerakkoord 2019-2024. - Dit besluit vormt een eerste stap in de uitvoering van het decreet van 5 april 2019Relevante gevonden documenten type decreet prom. 05/04/2019 pub. 17/05/2019 numac 2019012372 bron vlaamse overheid Decreet betreffende de organisatie en ondersteuning van het geestelijke gezondheidsaanbod sluiten betreffende de organisatie en ondersteuning van het geestelijke gezondheidsaanbod, in de hertekening van de geestelijke gezondheidszorg die tot op heden een veelheid aan betrokken partners omvat.

Initiatiefnemer Dit besluit wordt voorgesteld door de Vlaamse minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin.

Na beraadslaging, DE VLAAMSE REGERING BESLUIT:

HOOFDSTUK 1. - Definities

Artikel 1.In dit besluit wordt verstaan onder: 1° antennepunten: de locaties van de voorziening waar er een werking is voorzien voor de gebruikers, die behoren tot dezelfde juridische entiteit; 2° CAR: een revalidatievoorziening als vermeld in artikel 2, 16°, van het decreet van 6 juli 2018Relevante gevonden documenten type decreet prom. 06/07/2018 pub. 27/09/2018 numac 2018013584 bron vlaamse overheid Decreet betreffende de overname van de sectoren psychiatrische verzorgingstehuizen, initiatieven van beschut wonen, revalidatieovereenkomsten, revalidatieziekenhuizen en multidisciplinaire begeleidingsequipes voor palliatieve verzorging sluiten, die erkend is door de Vlaamse Regering conform artikel 77, § 1, van het voormelde decreet met een erkenningsnummer dat aanvangt met 9.53-9.65, met uitzondering van de revalidatievoorzieningen waarbij de revalidatieovereenkomst ingebed is in een universitair ziekenhuis en met erkenningsnummer 9.53.015.10, 9.53.082.40 en 9.53.421.89; 3° CGG: een centrum voor geestelijke gezondheidszorg als vermeld in artikel 2, 1°, van het decreet van 18 mei 1999Relevante gevonden documenten type decreet prom. 18/05/1999 pub. 17/07/1999 numac 1999035843 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet betreffende de geestelijke gezondheidszorg sluiten, dat erkend is conform artikel 19 van het voormelde decreet;4° decreet van 18 mei 1999Relevante gevonden documenten type decreet prom. 18/05/1999 pub. 17/07/1999 numac 1999035843 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet betreffende de geestelijke gezondheidszorg sluiten: het decreet van 18 mei 1999Relevante gevonden documenten type decreet prom. 18/05/1999 pub. 17/07/1999 numac 1999035843 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet betreffende de geestelijke gezondheidszorg sluiten betreffende de centra voor geestelijke gezondheidszorg;5° decreet van 18 mei 2018Relevante gevonden documenten type decreet prom. 18/05/2018 pub. 17/08/2018 numac 2018013215 bron vlaamse overheid Decreet houdende de Vlaamse sociale bescherming sluiten: het decreet van 18 mei 2018Relevante gevonden documenten type decreet prom. 18/05/2018 pub. 17/08/2018 numac 2018013215 bron vlaamse overheid Decreet houdende de Vlaamse sociale bescherming sluiten houdende de Vlaamse sociale bescherming;6° decreet van 6 juli 2018Relevante gevonden documenten type decreet prom. 06/07/2018 pub. 27/09/2018 numac 2018013584 bron vlaamse overheid Decreet betreffende de overname van de sectoren psychiatrische verzorgingstehuizen, initiatieven van beschut wonen, revalidatieovereenkomsten, revalidatieziekenhuizen en multidisciplinaire begeleidingsequipes voor palliatieve verzorging sluiten: het decreet van 6 juli 2018Relevante gevonden documenten type decreet prom. 06/07/2018 pub. 27/09/2018 numac 2018013584 bron vlaamse overheid Decreet betreffende de overname van de sectoren psychiatrische verzorgingstehuizen, initiatieven van beschut wonen, revalidatieovereenkomsten, revalidatieziekenhuizen en multidisciplinaire begeleidingsequipes voor palliatieve verzorging sluiten betreffende de overname van de sectoren psychiatrische verzorgingstehuizen, initiatieven van beschut wonen, revalidatieovereenkomsten, revalidatieziekenhuizen en multidisciplinaire begeleidingsequipes voor palliatieve verzorging;7° decreet van 5 april 2019Relevante gevonden documenten type decreet prom. 05/04/2019 pub. 17/05/2019 numac 2019012372 bron vlaamse overheid Decreet betreffende de organisatie en ondersteuning van het geestelijke gezondheidsaanbod sluiten: het decreet van 5 april 2019Relevante gevonden documenten type decreet prom. 05/04/2019 pub. 17/05/2019 numac 2019012372 bron vlaamse overheid Decreet betreffende de organisatie en ondersteuning van het geestelijke gezondheidsaanbod sluiten betreffende de organisatie en ondersteuning van het geestelijke gezondheidsaanbod;8° departement: het departement, vermeld in artikel 2, 4° /1, van het decreet van 5 april 2019Relevante gevonden documenten type decreet prom. 05/04/2019 pub. 17/05/2019 numac 2019012372 bron vlaamse overheid Decreet betreffende de organisatie en ondersteuning van het geestelijke gezondheidsaanbod sluiten;9° erkenning: een erkenning als vermeld in artikel 4;10° functie: een functie als vermeld in artikel 2, 10°, van het decreet van 5 april 2019Relevante gevonden documenten type decreet prom. 05/04/2019 pub. 17/05/2019 numac 2019012372 bron vlaamse overheid Decreet betreffende de organisatie en ondersteuning van het geestelijke gezondheidsaanbod sluiten;11° functie D: een gespecialiseerde diagnostiek als vermeld in artikel 13, vierde lid, 2°, van het decreet van 5 april 2019Relevante gevonden documenten type decreet prom. 05/04/2019 pub. 17/05/2019 numac 2019012372 bron vlaamse overheid Decreet betreffende de organisatie en ondersteuning van het geestelijke gezondheidsaanbod sluiten;12° functie E: een gespecialiseerde behandeling als vermeld in artikel 13, vierde lid, 3°, van het decreet van 5 april 2019Relevante gevonden documenten type decreet prom. 05/04/2019 pub. 17/05/2019 numac 2019012372 bron vlaamse overheid Decreet betreffende de organisatie en ondersteuning van het geestelijke gezondheidsaanbod sluiten;13° functie G: een uitwisseling en gezamenlijke inzet van expertise tussen netwerkpartners als vermeld in artikel 13, vijfde lid, van het decreet van 5 april 2019Relevante gevonden documenten type decreet prom. 05/04/2019 pub. 17/05/2019 numac 2019012372 bron vlaamse overheid Decreet betreffende de organisatie en ondersteuning van het geestelijke gezondheidsaanbod sluiten;14° gebruiker: een gebruiker als vermeld in artikel 2, 11°, van het decreet van 5 april 2019Relevante gevonden documenten type decreet prom. 05/04/2019 pub. 17/05/2019 numac 2019012372 bron vlaamse overheid Decreet betreffende de organisatie en ondersteuning van het geestelijke gezondheidsaanbod sluiten, of een gebruiker van het aanbod, vermeld in hoofdstuk 5, afdeling 4, van dit besluit;15° geestelijk gezondheidsnetwerk: een geestelijk gezondheidsnetwerk als vermeld in artikel 2, 15°, van het decreet van 5 april 2019Relevante gevonden documenten type decreet prom. 05/04/2019 pub. 17/05/2019 numac 2019012372 bron vlaamse overheid Decreet betreffende de organisatie en ondersteuning van het geestelijke gezondheidsaanbod sluiten;16° minister: de Vlaamse minister, bevoegd voor de gezondheids- en woonzorg, en de Vlaamse minister, bevoegd voor de sociale bescherming;17° professionele dienstverlener: een actor die niet onder het toepassingsgebied valt, vermeld in artikel 2, en die een professioneel aanbod verleent voor personen die vallen onder de doelgroep, vermeld in artikel 24;18° revalidatie neurologische en zintuiglijke aandoeningen: de gespecialiseerde multidisciplinaire of interdisciplinaire behandeling van niet-aangeboren hersenletsel, hersenverlamming en gehoorstoornissen met impact op verschillende levensdomeinen;19° voorziening: een CAR of een CGG;20° zorgniveau 2: zorgniveau 2a en 2b, vermeld in artikel 8, eerste lid, 4° en 5°, van het decreet van 5 april 2019Relevante gevonden documenten type decreet prom. 05/04/2019 pub. 17/05/2019 numac 2019012372 bron vlaamse overheid Decreet betreffende de organisatie en ondersteuning van het geestelijke gezondheidsaanbod sluiten. HOOFDSTUK 2. - Toepassingsgebied

Art. 2.Dit besluit is van toepassing op de CGG en de CAR.

HOOFDSTUK 3. - Procedure voor de erkenning van functies

Art. 3.De voorziening kan een erkenning aanvragen om functie D, E of G uit te voeren of om verschillende van die functies uit te voeren.

Art. 4.De erkenning geldt voor onbepaalde duur.

Art. 5.Een erkenningsaanvraag als vermeld in artikel 3 van dit besluit, is ontvankelijk als al de volgende voorwaarden zijn vervuld: 1° de inrichtende macht van de voorziening dient de erkenningsaanvraag bij het departement in met een aangetekende zending, door afgifte tegen ontvangstbewijs of op een andere wijze die de minister bepaalt;2° de erkenningsaanvraag bevat de volgende gegevens en documenten: a) een aanvraagformulier dat het departement ter beschikking stelt. Het voormelde aanvraagformulier bevat al de volgende gegevens: 1) de identiteitsgegevens van de inrichtende macht van de voorziening;2) het adres van de antennepunten;3) de functies die de voorziening aanbiedt;b) het administratieve basisdossier, vermeld in artikel 6, § 1, eerste lid, 1°, van het decreet van 5 april 2019Relevante gevonden documenten type decreet prom. 05/04/2019 pub. 17/05/2019 numac 2019012372 bron vlaamse overheid Decreet betreffende de organisatie en ondersteuning van het geestelijke gezondheidsaanbod sluiten, met de elementen, vermeld in artikel 6, § 1, tweede lid, van het voormelde decreet.In het voormelde basisdossier wordt in het kader van de informatie over de organisatiestructuur ook de informatie toegevoegd over de categorie in kwestie, vermeld in artikel 5 van het voormelde decreet, en ook de statuten van de organisatie; c) het financiële plan, vermeld in artikel 6, § 1, eerste lid, 2°, van het voormelde decreet;d) de verbintenis om te voldoen aan alle voorwaarden, vermeld in hoofdstuk 5 van dit besluit;e) de datum en de handtekening van de aanvrager.

Art. 6.De financiële gegevens die door de voorzieningen al worden bezorgd aan het departement ter uitvoering van hun erkenning als CAR of CGG, worden gelijkgesteld met het financiële plan, vermeld in artikel 5, 2°, c.

Art. 7.Het departement onderzoekt de ontvankelijkheid van de erkenningsaanvraag, vermeld in artikel 3.

Als de voormelde erkenningsaanvraag niet ontvankelijk is, meldt het departement dat aan de inrichtende macht van de voorziening binnen twintig dagen na de dag waarop het departement die erkenningsaanvraag heeft ontvangen.

Als het departement de aanvrager niet op de hoogte brengt van zijn beslissing over de ontvankelijkheid binnen de termijn, vermeld in het tweede lid, wordt de erkenningsaanvraag geacht ontvankelijk te zijn.

Art. 8.Het departement onderzoekt de gegrondheid van de ontvankelijke erkenningsaanvraag, vermeld in artikel 3.

Binnen negentig dagen nadat het departement de voormelde erkenningsaanvraag heeft ontvangen, betekent het departement met een aangetekende brief of op een andere wijze die de minister bepaalt, aan de inrichtende macht van de voorziening de beslissing van de secretaris-generaal van het departement om de erkenning te verlenen, of het voornemen om de erkenning te weigeren.

Het departement onderzoekt of voldaan is aan de voorwaarden, vermeld in artikel 11 van dit besluit.

De beslissing om de erkenning te verlenen, vermeld in het tweede lid, bevat al de volgende gegevens: 1° de naam en het adres van de inrichtende macht van de voorziening;2° de naam en het adres van de voorziening;3° het adres van de antennepunten;4° de beslissing tot erkenning;5° de duur van de erkenning. Een voornemen als vermeld in het tweede lid, bevat al de volgende gegevens: 1° de naam en het adres van de inrichtende macht van de voorziening;2° de naam en het adres van de voorziening;3° het adres van de antennepunten;4° de motivatie van het voornemen om de erkenning te weigeren;5° de mogelijkheid en de voorwaarden om een gemotiveerd bezwaar in te dienen;6° de bezwaarprocedure. Als het departement binnen de termijn, vermeld in het tweede lid, geen voornemen of beslissing van de secretaris-generaal aan de inrichtende macht van de voorziening betekent, wordt de inrichtende macht van rechtswege geacht een erkenning te hebben ontvangen.

Art. 9.Op straffe van niet-ontvankelijkheid kan de inrichtende macht van de voorziening tot uiterlijk dertig dagen nadat ze het voornemen tot weigering van de erkenning, vermeld in artikel 8, tweede lid, heeft ontvangen, tegen dat voornemen met een aangetekende zending of door afgifte tegen ontvangstbewijs of op een andere wijze die de minister bepaalt, een gemotiveerd bezwaarschrift indienen bij het departement.

Als de inrichtende macht van de voorziening geen ontvankelijk bezwaarschrift indient binnen de termijn van dertig dagen, vermeld in het eerste lid, wordt het voornemen van de secretaris-generaal van het departement, nadat die termijn is verstreken, geacht een weigeringsbeslissing van de secretaris-generaal te zijn. Het departement brengt de inrichtende macht van de voorziening binnen vijftien dagen nadat de voormelde termijn is verstreken, daarvan op de hoogte met een aangetekende zending.

Art. 10.Als de voorziening die een voornemen tot weigering heeft gekregen en een bezwaarschrift als vermeld in artikel 9, eerste lid, van dit besluit, indient, wordt dat bezwaarschrift behandeld conform de regels die zijn vastgesteld bij of krachtens hoofdstuk III van het decreet van 7 december 2007Relevante gevonden documenten type decreet prom. 07/12/2007 pub. 21/12/2007 numac 2007037262 bron vlaamse overheid Decreet houdende de oprichting van de Strategische Adviesraad voor het Vlaamse Welzijns-, Gezondheids- en Gezinsbeleid en van een Adviescommissie voor Voorzieningen van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin sluiten houdende de oprichting van een Adviescommissie voor Voorzieningen van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin en (Kandidaat-)pleegzorgers.

De beslissing van de minister, na behandeling van het advies van de Adviescommissie, vermeld in het eerste lid, vermeldt de volgende gegevens: 1° de naam en het adres van de inrichtende macht van de voorziening;2° de naam en het adres van de voorziening;3° de naam en het adres van de antennepunten;4° de aard van de beslissing: naargelang het geval gaat het om het verlenen of weigeren van de erkenning;5° de motivatie voor de beslissing;6° de gevolgen van de beslissing;7° in geval van een beslissing tot weigering van de erkenning of van de verlenging ervan, de mogelijkheid en de procedure om een beroep in te stellen bij de Raad van State.

Art. 11.Voorzieningen die voldoen aan al de volgende voorwaarden, kunnen erkend worden om functie D uit te voeren: 1° zorg verlenen op zorgniveau 2a of 2b;2° de opdracht uitvoeren, vermeld in artikel 17, eerste lid, van dit besluit, voor de volledige of een gedeelte van de doelgroep vermeld in artikel 24 van dit besluit, conform de vereisten, vermeld in artikel 17, tweede tot en met vierde lid, en artikel 19, eerste lid, en artikel 25 van dit besluit;3° voldoen aan de voorwaarden, vermeld in artikel 6, § 1, derde tot en met vijfde lid, en § 2, en artikel 7 van het decreet van 5 april 2019Relevante gevonden documenten type decreet prom. 05/04/2019 pub. 17/05/2019 numac 2019012372 bron vlaamse overheid Decreet betreffende de organisatie en ondersteuning van het geestelijke gezondheidsaanbod sluiten. Voorzieningen die voldoen aan al de volgende voorwaarden, kunnen erkend worden om functie E uit te voeren: 1° zorg verlenen op zorgniveau 2a of 2b;2° de opdracht uitvoeren, vermeld in artikel 18 van dit besluit, voor de volledige of een gedeelte van de doelgroep, vermeld in artikel 24 van dit besluit, conform de vereisten, vermeld in artikel 18, tweede lid, en artikel 19, eerste lid, en artikel 25 van dit besluit;3° voldoen aan de voorwaarden, vermeld in artikel 6, § 1, derde tot en met vijfde lid, en § 2, en artikel 7 van het decreet van 5 april 2019Relevante gevonden documenten type decreet prom. 05/04/2019 pub. 17/05/2019 numac 2019012372 bron vlaamse overheid Decreet betreffende de organisatie en ondersteuning van het geestelijke gezondheidsaanbod sluiten. Voorzieningen die voldoen aan al de volgende voorwaarden, kunnen erkend worden om functie G uit te voeren: 1° aantonen dat ze zorg verlenen op zorgniveau 2a of 2b;2° aantonen dat ze de opdrachten, vermeld in artikel 20 en 21 van dit besluit, uitvoeren conform de voorwaarden, vermeld in artikel 22 van dit besluit;3° voldoen aan de voorwaarden, vermeld artikel 6, § 1, derde tot en met vijfde lid, en § 2, en artikel 7 van het decreet van 5 april 2019Relevante gevonden documenten type decreet prom. 05/04/2019 pub. 17/05/2019 numac 2019012372 bron vlaamse overheid Decreet betreffende de organisatie en ondersteuning van het geestelijke gezondheidsaanbod sluiten. HOOFDSTUK 4. - Aanmaning, schorsing en intrekking van de erkenning van functies

Art. 12.Als een voorziening niet of niet meer voldoet aan de voorwaarden, vermeld in artikel 6, § 1, derde tot en met vijfde lid, en § 2, van het decreet van 5 april 2019Relevante gevonden documenten type decreet prom. 05/04/2019 pub. 17/05/2019 numac 2019012372 bron vlaamse overheid Decreet betreffende de organisatie en ondersteuning van het geestelijke gezondheidsaanbod sluiten, en aan de voorwaarden, vermeld in artikel 11 van dit besluit, kan het departement de voorziening aanmanen om binnen een periode die het bepaalt, opnieuw alle voorwaarden, vermeld in die artikelen, te vervullen.

De aanmaning, vermeld in het eerste lid, gebeurt met een aangetekende zending en vermeldt de voorwaarden die vervuld moeten zijn om de schorsing en intrekking van de erkenning te voorkomen, en de periode waarin die voorwaarden vervuld moeten zijn.

De periode, vermeld in het eerste en tweede lid, duurt minstens een maand en maximaal zes maanden.

Art. 13.§ 1. Als de voorziening na een aanmaning als vermeld in artikel 12 van dit besluit, niet binnen de periode, vermeld in de aanmaning, voldoet aan alle voorwaarden, vermeld in artikel 6, § 1, derde tot en met vijfde lid, en § 2, van het decreet van 5 april 2019Relevante gevonden documenten type decreet prom. 05/04/2019 pub. 17/05/2019 numac 2019012372 bron vlaamse overheid Decreet betreffende de organisatie en ondersteuning van het geestelijke gezondheidsaanbod sluiten, en aan de voorwaarden, vermeld in artikel 11 van dit besluit, formuleert de secretaris-generaal een voornemen tot schorsing of tot intrekking van de erkenning voor de uitvoering van een of meer functies. § 2. Het departement brengt de voorziening met een aangetekende zending op de hoogte van het voornemen tot schorsing of tot intrekking van de erkenning, vermeld in paragraaf 1.

De aangetekende zending, vermeld in het eerste lid, bevat: 1° het voornemen tot schorsing of intrekking van de erkenning;2° de motivatie van het voornemen om de erkenning te schorsen of in te trekken;3° een uitnodiging van de voorziening om gehoord te worden door het departement;4° de mogelijkheid, de voorwaarden en de procedure om een gemotiveerd bezwaarschrift in te dienen bij het departement. Als de voorziening binnen dertig dagen nadat het departement de aangetekende zending, vermeld in het eerste lid, heeft verstuurd, een gemotiveerd bezwaarschrift heeft ingediend, wordt het ontvankelijke bezwaarschrift behandeld volgens de regels die zijn vastgesteld bij of krachtens hoofdstuk III van het decreet van 7 december 2007Relevante gevonden documenten type decreet prom. 07/12/2007 pub. 21/12/2007 numac 2007037262 bron vlaamse overheid Decreet houdende de oprichting van de Strategische Adviesraad voor het Vlaamse Welzijns-, Gezondheids- en Gezinsbeleid en van een Adviescommissie voor Voorzieningen van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin sluiten houdende de oprichting van een Adviescommissie voor Voorzieningen van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin en (Kandidaat-)pleegzorgers.

Als de voorziening geen ontvankelijk bezwaarschift indient binnen dertig dagen nadat het departement de aangetekende zending, vermeld in het eerste lid, heeft verstuurd, wordt de beslissing van de secretaris-generaal tot schorsing of intrekking van de erkenning met een aangetekende zending aan de voorziening bezorgd. § 3. De beslissing tot schorsing van de erkenning bevat al de volgende elementen: 1° de begindatum van de schorsing;2° de periode van de schorsing;3° de motivatie voor de beslissing tot schorsing;4° de voorwaarden die vervuld moeten zijn om de schorsing ongedaan te maken. De secretaris-generaal bepaalt de termijn van de schorsing. De voormelde termijn kan niet meer bedragen dan twaalf maanden. Op gemotiveerd verzoek van de voorziening kan de voormelde termijn één keer met maximaal een jaar verlengd worden. De voormelde aanvraag tot verlening wordt minstens dertig dagen voor de afloop van de initiële schorsingstermijn met een aangetekende zending aan het departement bezorgd. § 4. Als bij het beëindigen van de schorsingstermijn nog niet aan alle voorwaarden, vermeld in artikel 6, § 1, derde tot en met vijfde lid, en § 2, van het decreet van 5 april 2019Relevante gevonden documenten type decreet prom. 05/04/2019 pub. 17/05/2019 numac 2019012372 bron vlaamse overheid Decreet betreffende de organisatie en ondersteuning van het geestelijke gezondheidsaanbod sluiten, en aan de voorwaarden, vermeld in artikel 11 van dit besluit, is voldaan, wordt de procedure tot intrekking van de erkenning gestart. § 5. De beslissing tot intrekking van de erkenning bevat al de volgende elementen: 1° de naam en het adres van de inrichtende macht van de voorziening;2° de naam en het adres van de voorziening;3° de naam en het adres van de antennepunten;4° de datum waarop de intrekking van de erkenning uitwerking heeft;4° de motivatie voor de beslissing tot intrekking van de erkenning;5° de mogelijkheid en de procedure om een beroep in te stellen bij de Raad van State. § 6. Als de erkenning wordt ingetrokken, kan de voorziening geen aanspraak maken op een vergoeding voor de kosten die verbonden zijn aan activiteiten die hebben plaatsgevonden om de erkenning te behouden.

Art. 14.Als een voorziening aangetekend en gemotiveerd verzoekt om de erkenning in te trekken, kan de secretaris-generaal de erkenning intrekken. Het departement bezorgt de voormelde beslissing van de secretaris-generaal aan de voorziening aangetekend met kennisgeving van ontvangst binnen dertig dagen na de dag waarop de voorziening het verzoek tot intrekking van de erkenning heeft ingediend.

De voorziening brengt het departement negentig dagen voor de vrijwillige stopzetting van haar activiteiten op de hoogte van haar voornemen met de opgave van de datum waarop die beslissing uitwerking heeft.

HOOFDSTUK 5. - Doelgroep en opdracht Afdeling 1. - Zorgniveaus

Art. 15.De voorzieningen oefenen de functies waarvoor ze erkend zijn, uit op zorgniveau 2a en 2b. Afdeling 2. - Uitvoering van functies

Art. 16.De voorzieningen die erkend zijn voor functie D of E, realiseren in het kader van die functies een individugericht of groepsgericht zorgaanbod dat herstel- of ontwikkelingsgericht is en dat vertrekt vanuit een krachtgerichte benadering van de persoon.

Art. 17.Functie D wordt ingezet in dialoog met de gebruiker en vertrekt altijd vanuit een zorgvraag en het vermoeden van een ernstige psychische zorgnood.

Voor het uitvoeren van functie D onderzoekt de voorziening niet alleen de pathologische symptomen en stoornissen, maar wordt een holistisch onderzoeksmodel gehanteerd.

In het tweede lid wordt verstaan onder holistisch onderzoeksmodel: in het onderzoeksmodel komt het biologische, psychologische en sociale perspectief aan bod.

De gespecialiseerde handelingsgerichte diagnostiek verloopt altijd multidisciplinair of interdisciplinair en kan ingezet worden in functie van de start van een zorgtraject en tijdens de behandeling.

Art. 18.Functie E houdt een multidisciplinaire of interdisciplinaire behandeling in op basis van de zorgnood, de zorgvraag en de behandeldoelstellingen, die wordt bepaald in dialoog met de gebruiker.

Art. 19.Functie D en E vertrekken vanuit de geldende wetenschappelijke inzichten en richtlijnen.

De minister kan de nadere modaliteiten bepalen voor het toepassen van de geldende wetenschappelijke inzichten en richtlijnen.

Art. 20.De voorzieningen die erkend zijn voor functie G, brengen expertise in via activiteiten in het geestelijk gezondheidsnetwerk, ten aanzien van elkaar of ten aanzien van andere professionele dienstverleners, ter bevordering van de geestelijke gezondheid.

Art. 21.Functie G heeft als doel bij te dragen tot vroege detectie, vroege indicatiestelling, deskundigheidsbevordering, zorgcontinuïteit, kosteneffectiviteit en aanvaardbare zorg.

Functie G omvat de volgende activiteiten: 1° expertisedeling en informatie-uitwisseling;2° ontwikkelen van zorgpaden in samenwerking met andere partners;3° dynamisch aanbod realiseren via flexibel schakelen tussen expertise en aanbod.

Art. 22.De activiteiten in het kader van functie G zijn individugericht of populatiegericht.

Individugerichte functie G-activiteiten als vermeld in het eerste lid, betreffen het inzetten van expertise op casusniveau. De voormelde activiteiten bestaan uit de volgende subcategorieën: 1° liaisonactiviteiten;2° consultactiviteiten. In het tweede lid, 1°, wordt verstaan onder liaisonactiviteiten: het kortdurend inzetten van expertise via individugerichte zorg op casusniveau voor een individueel zorgplan van een gebruiker die in zorg of begeleiding is bij een andere professionele dienstverlener.

In het tweede lid, 2°, wordt verstaan onder consultactiviteiten: expertisedeling met een andere voorziening of professionele dienstverlener op casusniveau met het oog op de deskundigheidsbevordering van de voorziening of professionele dienstverlener voor de doelgroep, vermeld in artikel 24;

Populatiegerichte activiteiten als vermeld in het eerste lid, omvatten activiteiten die niet gericht zijn op specifieke individuen, maar die de bevordering van de geestelijke gezondheid van de populatie tot direct of indirect doel hebben. De voormelde activiteiten omvatten: 1° vorming;2° deelname aan netwerkoverleg;3° het bekendmaken en delen van data en informatie in het geestelijk gezondheidsnetwerk, zodat de netwerkpartners rekening kunnen houden met de evoluerende psychische zorgnoden en geestelijke gezondheidsbehoeften;4° het inzetten van expertise om het geestelijk gezondheidsaanbod regionaal mee te helpen coördineren en om de brede kennis over geestelijke gezondheid te bevorderen. De minister kan de activiteiten, vermeld in het eerste tot en met het vijfde lid, nader specificeren.

Art. 23.Personen die bij een voorziening in behandeling zijn, kunnen voor die voorziening geen aanleiding geven voor de uitvoering van activiteiten binnen functie G. Afdeling 3. - Doelgroepen en voorwaarden

Art. 24.§ 1. Voor de uitvoering van functie D, E en G richten de voorzieningen zich tot de hele doelgroep of een gedeelte van de doelgroep van personen met een vastgestelde ernstige psychische zorgnood als vermeld in artikel 2, 7°, van het decreet van 5 april 2019Relevante gevonden documenten type decreet prom. 05/04/2019 pub. 17/05/2019 numac 2019012372 bron vlaamse overheid Decreet betreffende de organisatie en ondersteuning van het geestelijke gezondheidsaanbod sluiten, of met een vermoeden daarvan of een risico daarop.

Naast de doelgroep, vermeld in het eerste lid, kunnen de CAR zich ook richten tot personen met een nood aan revalidatie voor neurologische en zintuiglijke aandoeningen. § 2. Een vastgestelde ernstige psychische zorgnood als vermeld in paragraaf 1, eerste lid, wordt aangetoond door enerzijds een categorale diagnose binnen de DSM 5TR en anderzijds een ICF-classificatie. De nood aan revalidatie voor neurologische en zintuiglijke aandoeningen, vermeld in paragraaf 1, tweede lid, wordt aangetoond met de ICD-10.

In het eerste lid wordt verstaan onder: 1° DSM 5TR: het diagnostische en statistische handboek van psychiatrische aandoeningen dat wordt uitgegeven door de American Psychiatric Association;2° ICD-10: de tiende editie van de International Statistical Classification of Diseases and Related Health Problems met een internationaal gehanteerde lijst van ziekten die wordt bijgehouden door de Wereldgezondheidsorganisatie;3° ICF-classificatie: een referentieclassificatie van de WHO waarmee het mogelijk is het functioneren van de mens en de eventuele problemen die mensen daarbij ervaren, te beschrijven. § 3. De voorzieningen kunnen zich richten tot de deelpopulatie kinderen en jongeren, die de leeftijdsgroep tot en met 23 jaar omvat, of tot de deelpopulatie volwassenen of ouderen.

De deelpopulatie volwassenen, vermeld in het eerste lid, omvat de leeftijdsgroep vanaf minimaal zestien jaar.

De deelpopulatie ouderen, vermeld in het eerste lid, omvat de leeftijdsgroep boven de zestig jaar.

Art. 25.Om in aanmerking te komen voor functie D en E en voor de revalidatie voor neurologische en zintuiglijke aandoeningen, vermeld in artikel 26 van dit besluit, toont de voorziening al de volgende elementen aan: 1° de gebruiker heeft gespecialiseerde multidisciplinaire of interdisciplinaire zorg nodig;2° de mogelijkheid bestaat om de voormelde functies uit te oefenen in een ambulante context;3° er is een doorverwijzing door een professionele dienstverlener.De voormelde doorverwijzing is niet vereist als een gebruiker in de periode van vijf jaar vóór de intake al gebruikgemaakt heeft van het aanbod in de voorziening in kwestie. De intake zonder doorverwijzing wordt opgenomen in het dossier van de gebruiker.

De minister kan bepalen op welke wijze de elementen, vermeld in het eerste lid, geanonimiseerd geregistreerd worden in het dossier. De registratie heeft geen betrekking op persoonsgegevens. Afdeling 4. - Revalidatie voor neurologische en zintuiglijke

aandoeningen

Art. 26.De voorzieningen kunnen worden erkend voor de uitvoering van de revalidatie voor neurologische en zintuiglijke aandoeningen als ze op 1 januari 2023 erkend waren als CAR en beschikten over een overeenkomst met de Vlaamse Regering om de revalidatie voor zintuiglijke en neurologische aandoeningen aan te bieden.

Art. 27.De voorzieningen die erkend zijn voor de revalidatie voor neurologische en zintuiglijke aandoeningen, behandelen kinderen, jongeren of volwassenen die door de aandoening een ernstige impact ervaren bij de activiteiten en bij de participatie in meerdere domeinen van hun dagelijkse leven.

De overeenkomst tussen de Vlaamse Regering en de voorzieningen omschrijft nader de stoornissen en eventuele verbijzonderingen waarop de erkenning, vermeld in het eerste lid, van toepassing is.

Art. 28.De revalidatie voor neurologische en zintuiglijke aandoeningen betreft gespecialiseerde diagnostiek en behandeling op regionaal en supraregionaal niveau.

De erkenningsprocedure, vermeld in hoofdstuk 3 en 4, is van overeenkomstige toepassing op de revalidatie van neurologische en zintuiglijke aandoeningen. Afdeling 5. - Overeenkomst

Art. 29.De revalidatieovereenkomst tussen de CAR en de Vlaamse Regering, vermeld in artikel 74 en 75 van het decreet van 6 juli 2018Relevante gevonden documenten type decreet prom. 06/07/2018 pub. 27/09/2018 numac 2018013584 bron vlaamse overheid Decreet betreffende de overname van de sectoren psychiatrische verzorgingstehuizen, initiatieven van beschut wonen, revalidatieovereenkomsten, revalidatieziekenhuizen en multidisciplinaire begeleidingsequipes voor palliatieve verzorging sluiten, kan de verdere modaliteiten omschrijven over de doelgroep en de voorwaarden conform de bepalingen, vermeld in dit besluit.

De overeenkomst tussen de CGG en de Vlaamse Regering, vermeld in hoofdstuk IV in het decreet van 18 mei 1999Relevante gevonden documenten type decreet prom. 18/05/1999 pub. 17/07/1999 numac 1999035843 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet betreffende de geestelijke gezondheidszorg sluiten, kan de verdere modaliteiten omschrijven over de doelgroep en de voorwaarden conform de bepalingen, vermeld in dit besluit.

HOOFDSTUK 6. - Pilootproject

Art. 30.Er wordt een pilootproject opgezet om een nieuw financieringsmodel uit te testen om functies uit te voeren conform de regels, vermeld in hoofdstuk 5.

Art. 31.§ 1. Binnen het kader van het pilootproject, vermeld in artikel 30 van dit besluit, kan afgeweken worden van de volgende bepalingen over de financiering als ze van toepassing zijn op de voorziening: 1° artikel 154/9 tot en met artikel 154/14 van het decreet van 18 mei 2018Relevante gevonden documenten type decreet prom. 18/05/2018 pub. 17/08/2018 numac 2018013215 bron vlaamse overheid Decreet houdende de Vlaamse sociale bescherming sluiten en de uitvoeringsbepalingen ervan;2° hoofdstuk IV van het decreet van 18 mei 1999Relevante gevonden documenten type decreet prom. 18/05/1999 pub. 17/07/1999 numac 1999035843 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet betreffende de geestelijke gezondheidszorg sluiten en de uitvoeringsbepalingen ervan. De afwijking, vermeld in het eerste lid, wordt alleen toegestaan voor de duurtijd van het pilootproject, vermeld in paragraaf 2. § 2. Het pilootproject, vermeld in artikel 30, start op 1 januari 2026 en loopt gedurende maximaal twee jaar, één keer verlengbaar met maximaal twee jaar.

Art. 32.De voorziening ontvangt voor de termijn, vermeld in artikel 31, § 2, van dit besluit, minimaal dezelfde financiering als de financiering die overeenkomstig de bepalingen ter uitvoering van artikel 154/9 tot en met 154/14 van het decreet van 18 mei 2018Relevante gevonden documenten type decreet prom. 18/05/2018 pub. 17/08/2018 numac 2018013215 bron vlaamse overheid Decreet houdende de Vlaamse sociale bescherming sluiten en hoofdstuk IV van het decreet van 18 mei 1999Relevante gevonden documenten type decreet prom. 18/05/1999 pub. 17/07/1999 numac 1999035843 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet betreffende de geestelijke gezondheidszorg sluiten kan worden verkregen in 2024.

De overeenkomst tot uitvoering van het pilootproject, vermeld in artikel 33, omschrijft de nadere modaliteiten van de budgetgarantie, vermeld in het eerste lid.

Art. 33.Voor de afwijking, vermeld in artikel 31, § 1, wordt een overeenkomst gesloten tussen het departement en de voorziening die deelneemt aan het pilootproject, vermeld in artikel 30.

De overeenkomst bevat al de volgende elementen: 1° de zorgvormen van de voorziening;2° de capaciteit;3° een beschrijving van het pilootproject met het doel, de doelgroep, de functies en het zorgaanbod dat gerealiseerd zal worden;4° de middelen die worden ingezet;5° de modaliteiten van de nieuwe financiering die wordt uitgetest in het pilootproject;6° de wijze waarop, na afloop van het pilootproject, in een overgangsregeling kan worden voorzien voor de voorziening die, in afwijking van de geldende erkenningsvoorwaarden en subsidiëringsvoorwaarden, maatregelen heeft genomen die niet op korte termijn omkeerbaar zijn;7° de evaluatiecriteria voor het pilootproject.

Art. 34.De voorzieningen die deelnemen aan het pilootproject, vermeld in artikel 30, zijn voorafgaandelijk erkend conform hoofdstuk 3.

HOOFDSTUK 7. - Slotbepalingen

Art. 35.Artikel 2, 7°, 10°, 11°, 16°, 17°, 19°, 27°, 31°, 32°, artikel 5, 6, § 1 en § 2, artikel 7, 8, 13, 14, 16, 17, 23, 26, 27, 28 en 29 van het decreet van 5 april 2019Relevante gevonden documenten type decreet prom. 05/04/2019 pub. 17/05/2019 numac 2019012372 bron vlaamse overheid Decreet betreffende de organisatie en ondersteuning van het geestelijke gezondheidsaanbod sluiten treden in werking voor de voorzieningen, vermeld in artikel 2 van dit besluit.

Artikel 30, 31, 1° tot en met 5° en 7°, artikel 32, 33, 34, 35, artikel 36, 1° tot en met 5°, artikel 37, 39, 40, 41, 42, 43, 45, 46, 47, 48, 49, 50, 51, 52, 53, 54 en 55 van het decreet van 5 april 2019Relevante gevonden documenten type decreet prom. 05/04/2019 pub. 17/05/2019 numac 2019012372 bron vlaamse overheid Decreet betreffende de organisatie en ondersteuning van het geestelijke gezondheidsaanbod sluiten treden in werking.

Art. 36.Behoudens de uitzonderingen op basis van de bepalingen van hoofdstuk 6 van dit besluit, blijven de overeenkomsten die zijn gesloten ter uitvoering van artikel 154/9 van het decreet van 18 mei 2018Relevante gevonden documenten type decreet prom. 18/05/2018 pub. 17/08/2018 numac 2018013215 bron vlaamse overheid Decreet houdende de Vlaamse sociale bescherming sluiten en ter uitvoering van artikel 24 tot en met 26 van het decreet van 18 mei 1999Relevante gevonden documenten type decreet prom. 18/05/1999 pub. 17/07/1999 numac 1999035843 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet betreffende de geestelijke gezondheidszorg sluiten van toepassing.

Art. 37.De Vlaamse minister, bevoegd voor de gezondheids- en woonzorg, en de Vlaamse minister, bevoegd voor de sociale bescherming, zijn, ieder wat hem of haar betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.

Brussel, 17 mei 2024.

De minister-president van de Vlaamse Regering, J. JAMBON De Vlaamse minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin, H. CREVITS