Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Vlaamse Regering van 17 juni 2005
gepubliceerd op 26 juli 2005

Besluit van de Vlaamse Regering betreffende de aanduiding en uitoefening van de management- en projectleiderfuncties en van de functie van algemeen directeur bij de diensten van de Vlaamse overheid

bron
ministerie van de vlaamse gemeenschap
numac
2005035841
pub.
26/07/2005
prom.
17/06/2005
ELI
eli/besluit/2005/06/17/2005035841/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

17 JUNI 2005. - Besluit van de Vlaamse Regering betreffende de aanduiding en uitoefening van de management- en projectleiderfuncties en van de functie van algemeen directeur bij de diensten van de Vlaamse overheid


De Vlaamse Regering, Gelet op de Bijzondere Wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen, inzonderheid op artikel 87, § 1, en op de artikelen 9 en 87, § 3, zoals vervangen door de Bijzondere Wet van 8 augustus 1988;

Gelet op het Kaderdecreet bestuurlijk beleid van 18 juli 2003, inzonderheid op de artikelen 2, 3, 5, 6, 10, 22, 39 tot en met 41;

Gelet op het bijzonder decreet betreffende het gemeenschapsonderwijs van 14 juli 1998, inzonderheid artikel 67;

Gelet op het akkoord van de minister, bevoegd voor de Pensioenen, gegeven op 16 juni 2004;

Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de Begroting, gegeven op 13 mei 2004;

Gelet op het protocol nr. 210.674 van 28 juni 2004 van het Sectorcomité XVIII Vlaamse Gemeenschap - Vlaams Gewest;

Gelet op het advies nummer 37.379/3 van de Raad van State, gegeven op 22 juni 2004, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;

Op het gezamenlijk voorstel van de leden van de Vlaamse Regering;

Na beraadslaging, Besluit : HOOFDSTUK 1. - Algemene bepalingen

Artikel 1.Dit besluit is van toepassing op de diensten van de Vlaamse overheid, zijnde : - de departementen; - de intern verzelfstandigde agentschappen, hierna te noemen IVA, zonder rechtspersoonlijkheid; - de IVA met rechtspersoonlijkheid; - de publiekrechtelijk vormgegeven extern verzelfstandigde agentschappen, hierna te noemen EVA; - de administratieve diensten van het Gemeenschapsonderwijs.

Art. 2.Dit besluit regelt de procedure van vacature-invulling en de arbeidsvoorwaarden voor : 1° de managementfuncties van N-niveau, die aan het hoofd staan van een departement, een IVA of een EVA en de administratieve diensten van het Gemeenschapsonderwijs;2° de management- of projectleiderfuncties die door de Vlaamse Regering worden aangeduid als behorende tot het N-niveau;3° de functies van algemeen directeur.

Art. 3.§ 1. Met "opdrachtgever" wordt in dit besluit bedoeld : 1° de raad van bestuur voor die EVA's die krachtens hun oprichtingsdecreet zelf het hoofd van het agentschap en in voorkomend geval de algemene directeur aanstellen;2° de functioneel bevoegde Vlaamse minister(s) voor de departementen, IVA's, de EVA's die niet vallen onder 1°, en het Gemeenschapsonderwijs;3° het Auditcomité van de Vlaamse administratie voor de Interne Audit van de Vlaamse administratie. § 2. Met "in dienstnemende overheid" wordt in dit besluit bedoeld : 1° de raad van bestuur voor die EVA's die krachtens hun oprichtingsdecreet zelf het hoofd van het agentschap en in voorkomend geval de algemene directeur aanstellen;2° de Vlaamse Regering voor de departementen, IVA's, de EVA's die niet vallen onder 1°, voor de Interne Audit van de Vlaamse administratie en voor de administratieve diensten van het Gemeenschapsonderwijs.

Art. 4.De management- en projectleiderfuncties van N-niveau zijn mandaatfuncties met een duur van maximum 6 jaar, die hernieuwbaar zijn volgens de bepalingen van artikel 17 van dit besluit.

Art. 5.De functie van algemeen directeur, bedoeld in de artikelen 6, 10 en 22 van het Kaderdecreet bestuurlijk beleid, is een functie die zich organiek en functioneel situeert tussen het N-niveau en het N-niveau -1.

De algemeen directeur staat het hoofd van het agentschap die is belast met de algemene leiding, de werking en de vertegenwoordiging van het agentschap, bij.

Wanneer de organieke, instellingspecifieke regeling in de functie van algemeen directeur voorziet, maakt de algemeen directeur met raadgevende stem deel uit van de raad van bestuur. HOOFDSTUK 2. - De selectie voor de management- en projectleiderfuncties van N-niveau en voor de functies van algemeen directeur Afdeling 1. - In aanmerking komende kandidaten

Art. 6.De management- en projectleiderfuncties van N-niveau en de functies van algemeen directeur worden vacant verklaard via een open procedure, waarbij terzelfdertijd interne en externe kandidaten meedingen.

De oproep wordt tenminste in het Belgisch Staatsblad gepubliceerd. Bij regelt de wijze van kandidaatstelling en bevat een beknopte weergave van de functiebeschrijving en het competentieprofiel, evenals van het salaris respectievelijk de salarisschaal, zoals bepaald in artikel 14.

Art. 7.§ 1. Voor de vacature-invulling van de management - en projectleiderfuncties van N-niveau komen enkel de kandidaten in aanmerking die beschikken over een leidinggevende ervaring van minstens 5 jaar, verworven in de laatste 10 jaar, of over 10 jaar nuttige professionele ervaring.

Voor de vacature-invulling van de functies van algemeen directeur komen enkel de kandidaten in aanmerking die beschikken over een leidinggevende ervaring van minstens 3 jaar, verworven in de laatste 10 jaar, of over 8 jaar nuttige professionele ervaring.

Voor de berekening van de ervaring bedoeld in het eerste en het tweede lid worden deeltijdse prestaties als voltijds beschouwd. Onder leidinggevende ervaring wordt ervaring verstaan inzake beheer in een overheidsdienst of in een organisatie uit de private sector. 2. De kandidaten bedoeld in de § 1 dienen te voldoen aan de algemene toelatingsvoorwaarden voor een betrekking in de publieke sector en houder te zijn van een diploma dat toegang geeft tot niveau A zoals bepaald in Vlaamse overheidsdienst, met uitzondering van de interne kandidaten die reeds tot het voormelde niveau A of een gelijkgesteld niveau behoren. Afdeling 2. - Selectiecriteria en -procedure

Art. 8.In de selectieprocedure wordt onderzocht in welke mate de kandidaten voldoen aan het vereiste competentieprofiel voor de functie.

Het vereiste profiel bevat : - waardegebonden en generieke gedrag - en vaktechnische competenties die worden bepaald door de Vlaamse Regering, op voorstel van de Vlaamse minister, bevoegd voor het Algemeen Beleid inzake Personeel en Organisatieontwikkeling; - eventueel aanvullende functiespecifieke competenties die worden bepaald door de in dienstnemende overheid.

Art. 9.§ 1. De kandidaten worden geselecteerd in functie van de criteria bepaald in de artikelen 7 en 8, door het Vlaams Selectiecentrum voor Overheidspersoneel c.v.b.a., hierna Jobpunt Vlaanderen genoemd, of zijn rechtsopvolger. § 2. Indien voor de toepassing van § 1 beroep gedaan wordt op een selectiebureau, legt de Vlaamse minister, bevoegd voor Personeel en Organisatie het selectiebureau dat voorgedragen wordt door Jobpunt Vlaanderen ter bekrachtiging voor aan de Vlaamse Regering. § 3. Jobpunt Vlaanderen, of zijn rechtsopvolger, stelt aan de opdrachtgever een lijst met geschikte kandidaten voor. HOOFDSTUK 3. - De aanwijzing en de rechtspositie

Art. 10.§ 1. De opdrachtgever heeft een interview met de kandidaten van de lijst, vastgesteld overeenkomstig artikel 9, § 2, waarbij de wederzijdse verwachtingen worden gepreciseerd. § 2. De opdrachtgever kiest een kandidaat uit de voorgestelde lijst; de keuze wordt uitdrukkelijk gemotiveerd. Indien hij geen kandidaat uit de lijst kiest, wordt de procedure heropgestart.

Art. 11.§ 1. Behoudens het geval bedoeld in § 2, neemt de indienstnemende overheid, op voorstel van de opdrachtgever, de geselecteerde kandidaat voor de functie van het N-niveau welke wordt begeven bij mandaat, in dienst met een arbeidscontract van onbepaalde duur.

In het contract worden de arbeidsvoorwaarden vastgesteld in overleg tussen de voor de mandaatfunctie geselecteerde kandidaat en de opdrachtgever, op basis van een modelcontract vastgesteld door de Vlaamse minister, bevoegd voor het Algemeen Beleid inzake Personeel en Organisatieontwikkeling, dat tevens rekening houdt met de bepalingen van dit besluit. Er wordt tevens voorzien in een proefperiode van zes maanden.

De betrokkene oefent zijn taak uit volgens een arbeidsregime vastgesteld in overeenstemming met de opdrachtgever. § 2. Indien de geselecteerde kandidaat voor de functie van het N-niveau welke wordt begeven bij mandaat reeds ambtenaar is bij de Diensten van de Vlaamse Regering of een Vlaamse Openbare instelling, een verzelfstandigd agentschap of hun rechtsopvolgers, wordt hij bij eenzijdige administratieve rechtshandeling door de in dienst nemende overheid aangewezen in het mandaat.

Tijdens de uitoefening van het mandaat behoudt de betrokkene de functionele loopbaan in de graad waarin hij werd benoemd. De werkelijke diensten die de betrokken ambtenaar als mandaathouder presteert, worden in aanmerking genomen voor de vaststelling van de schaalanciënniteit in de functionele loopbaan. HOOFDSTUK 4. - De beheersovereenkomsten

Art. 12.§ 1. Wanneer in toepassing van de artikelen 8, 10, § 4, en 14 van het Kaderdecreet bestuurlijk beleid nog geen beheersovereenkomst is gesloten stelt het hoofd van het agentschap aan de opdrachtgever een beheersovereenkomst voor binnen 6 maanden na zijn aanstelling en voor een periode die eindigt uiterlijk negen maanden na de beëdiging van een nieuwe Vlaamse Regering na de algehele vernieuwing van het Vlaams Parlement. § 2. Wanneer een hoofd van een agentschap wordt aangesteld en er reeds een beheersovereenkomst werd gesloten, aanvaardt het hoofd van het agentschap bij zijn aanstelling deze beheersovereenkomst voor de lopende periode, tenzij hijzelf of de opdrachtgever vraagt een nieuwe overeenkomst op te stellen. HOOFDSTUK 5. - De arbeidsvoorwaarden Afdeling 1. - Administratieve arbeidsvoorwaarden

Art. 13.§ 1. De titularissen van een management- of een projectleiderfunctie of de functie van algemeen directeur kunnen enkel genieten van volgende langdurige verloven : - bevallingsverlof; - loopbaanonderbreking met betrekking tot het ouderschapsverlof, de palliatieve verzorging en de zorgen in geval van ernstige ziekte; - verlof wegens ziekte of arbeidsongeval; - verlof om een ambt uit te oefenen bij een kabinet, mits goedkeuring door de Vlaamse Regering. § 2. De titularis van de management- of projectleiderfunctie of, ingeval van overmacht, de in dienstnemende overheid, duidt bij afwezigheid van de titularis van het mandaat een vervanger aan. Deze bepaling geldt niet voor de managementfunctie in die gevallen waarin de organieke regeling voorziet in de functie van algemeen directeur.

Wanneer een vervanger moet worden aangeduid, beslist de in dienstnemende overheid, in functie van de duur van de afwezigheid, over de toepassing van de selectieprocedure voor toewijzing aan een mandaatfunctie volgens de bepalingen van dit besluit.

De indienstneming van deze plaatsvervanger aangewezen volgens de in het vorige lid vermelde procedure gebeurt hetzij bij vervangingsovereenkomst, hetzij door aanwijzing in het mandaat zoals bedoeld in artikel 11, § 2, van dit besluit voor de nog lopende duur van het mandaat. § 3. Ingeval van afwezigheid van de algemeen directeur, beslist de titularis van de managementfunctie waaraan de algemeen directeur bijstand verleent, in overleg met laatst genoemde, welke maatregelen moeten worden genomen om in zijn/haar vervanging te voorzien. Afdeling 2. - Geldelijke arbeidsvoorwaarden

Art. 14.§ 1. De Vlaamse Regering bepaalt het geldelijk statuut van de titularissen van een management- of projectleiderfunctie en van algemeen directeur. § 2. Onverminderd hetgeen is bepaald in § 1 behoudt de betrokken titularis van : - een management- of (projectleider)functie van het N-niveau bedoeld in artikel 11, § 2, die vanuit rang A4 of rang A3 aangewezen wordt, het salaris en de salarisschaal, geldend vóór de aanstelling; evenals de toelagen, vergoedingen en sociale voordelen die hij voor de aanstelling genoot in zoverre de voorwaarden van toekenning blijven bestaan, en dat aan deze voorwaarden blijft voldaan; - een management- of (projectleider)functie van het N-niveau bedoeld in artikel 11, § 1, die reeds door een arbeidsovereenkomst met de Vlaamse Gemeenschap of het Vlaamse Gewest of een daarvan afhangende instelling verbonden was de contractuele, financiële regeling geldend vóór de aanstelling evenals de toelagen, vergoedingen en sociale voordelen welke werden toegekend in zoverre de voorwaarden van toekenning blijven bestaan, en dat aan deze voorwaarden blijft voldaan; - de algemeen directeur behoudt hetzij het salaris en de salarisschaal verbonden aan de rang A2L, zijnde A286 en na 6 jaar effectieve prestaties A288, hetzij, in voorkomend geval, het salaris en de salarisschaal welke was verbonden aan de met de functie van adjunct-leidend ambtenaar overeenstemmende graad en welke hem voordien was toegekend; evenals de toelagen, vergoedingen en sociale voordelen die hij voor de aanstelling genoot in zoverre de voorwaarden van toekenning blijven bestaan, en dat aan deze voorwaarden blijft voldaan. HOOFDSTUK 6. - De evaluatie, het einde en de hernieuwing van de functie Afdeling 1. - De management- en projectleiderfunctie.

Art. 15.§ 1. Onverminderd hetgeen is bepaald in § 2 wordt de titularis van een management- of projectleiderfunctie van N-niveau jaarlijks geëvalueerd over de prestaties en de wijze van functieuitoefening, in voorkomend geval in uitvoering van de beheersovereenkomst. De evaluatie gebeurt door de opdrachtgever hierin bijgestaan door Jobpunt Vlaanderen, of zijn rechtsopvolger, en een externe instantie. In de evaluatie wordt onder meer rekening gehouden met de informatie van onder zijn gezag staande personeelsleden.

De Vlaamse minister, bevoegd voor de personeel en organisatie legt de externe instantie bedoeld in het eerste lid ter bekrachtiging voor aan de Vlaamse Regering.

Tijdens de evaluatie kunnen geen personen tussenkomen die een advies hebben verleend bij de selectieprocedure van de titularis, in voorkomend geval met uitzondering van de opdrachtgever.

De jaarlijkse evaluatie die eindigt in een vermelding "onvoldoende" dient bekrachtigd door de Vlaamse Regering. § 2. Ten laatste 6 maanden voor het einde van het mandaat volgt een globale eindevaluatie, met het oog op het opnemen. van een volgend mandaat. De Vlaamse Regering, op voorstel van de opdrachtgever en bijgestaan door een externe instantie, verleent de eindevaluatie. Er wordt rekening gehouden met de jaarlijkse evaluaties.

De Vlaamse minister, bevoegd voor de Personeel en Organisatie legt de externe instantie bedoeld in het eerste lid ter bekrachtiging voor aan de Vlaamse Regering. § 3. Bij een evaluatie welke eindigt met een vermelding "onvoldoende", heeft de titularis het recht om te worden gehoord door de Vlaamse Regering en kan de betrokkene zich laten bijstaan door een persoon van zijn keuze. § 4. Wanneer een evaluatie niet resulteert in de vermelding "onvoldoende" wordt zij geacht positief te zijn.

Art. 16.De mandaatfunctie eindigt in volgende gevallen : 1° bij een evaluatie met vermelding "onvoldoende";2° in beginsel na 12 jaar in dezelfde functie, onverminderd artikel 17;3° in onderling overleg met de opdrachtgever;4° op vraag van betrokkene zelf;5° na de duurtijd van het project, indien dit korter is dan 6 jaar;

Art. 17.Wanneer de eindevaluatie bedoeld in artikel 15, § 2, niet resulteert in een eindvermelding "onvoldoende", wordt de titularis van het mandaat in zijn mandaat hernieuwd, zonder opnieuw een beroep te doen op de mededinging, voor een bijkomende en, in beginsel, eenmalige termijn van zes jaar.

Art. 18.§ 1. Aan de bij arbeidsovereenkomst aangeworven titularis van de mandaatfunctie zoals bedoeld in artikel 11, § 1, waarvan het mandaat wordt beëindigd en die niet wordt aangeworven in een volgend of in een ander mandaat wordt ontslag verleend met toepassing van de regels van het arbeidsrecht. § 2. De bij eenzijdige administratieve rechtshandeling aangestelde titularis zoals bedoeld in artikel 11, § 2, waarvan het mandaat wordt beëindigd en die niet wordt aangesteld in een volgend of in een ander mandaat wordt uiterlijk binnen 1 jaar na de schriftelijke kennisgeving van de beëindiging van het mandaat herplaatst in de interne arbeidsmarkt in een passende functie. Afdeling 2. - De functie van algemeen directeur

Art. 19.§ 1. De titularis benoemd in de functie van algemeen directeur wordt jaarlijks geëvalueerd over de prestaties en de wijze van functie-uitoefening door de in dienstnemende overheid, op voorstel van de opdrachtgever welke hierin wordt bijgestaan door Jobpunt Vlaanderen of zijn rechtsopvolger, alsmede door een externe instantie, en nadat de titularis van de managementfunctie die aan het hoofd staat van het agentschap gehoord te hebben. In de evaluatie wordt onder meer rekening gehouden met de informatie van onder zijn gezag staande personeelsleden.

De Vlaamse minister, bevoegd voor de personeel en organisatie legt de externe instantie bedoeld in het eerste lid ter bekrachtiging voor aan de Vlaamse Regering.

Tijdens de evaluatie kunnen geen personen tussenkomen die een advies hebben verleend bij de selectieprocedure van de titularis, in voorkomend geval met uitzondering van de opdrachtgever. § 2. Wanneer de jaarlijkse evaluatie verleend op voorstel van de opdrachtgever is geëindigd in een vermelding "onvoldoende" en in ieder geval ter bekrachtiging wordt voorgelegd aan de Vlaamse Regering, heeft de titularis het recht om te worden gehoord door de Vlaamse Regering en kan hij/zij zich laten bijstaan door een persoon van zijn keuze. HOOFDSTUK 7. - Overgangsmaatregelen, inwerkingtreding en uitvoeringsbepaling

Art. 20.In uitvoering van artikel 39, §§ 2, 3 en 4, van het Kaderdecreet bestuurlijk beleid en met inachtneming van artikel 41 van datzelfde decreet, gebeurt, naar aanleiding van de eerste bezetting, de herplaatsing van de in §§ 2 en 3 van datzelfde artikel vermelde leidinggevenden, door de indienstnemende overheid na bemiddeling van Jobpunt Vlaanderen of zijn rechtsopvolger.

Indien voor de toepassing van het eerste lid beroep gedaan wordt op een externe instantie, legt de Vlaamse minister, bevoegd voor Personeel en Organisatie de instantie die voorgedragen wordt door Jobpunt Vlaanderen ter bekrachtiging voor aan de Vlaamse Regering.

Jobpunt Vlaanderen of zijn rechtsopvolger, legt bij wijze van voorstel aan de in dienstnemende overheid per functie een beperkte lijst van geschikte kandidaten voor met het oog op de toewijzing van de voormelde leidinggevenden aan een management- of projectleiderfunctie van N-niveau of met het oog op de benoeming in de functie van algemeen directeur. Dit voorstel wordt geformuleerd op basis van alle relevante informatie in functie van de functiebeschrijving en het competentieprofiel.

Art. 21.In uitvoering van hetgeen is bepaald in artikel 40, 1°, van het Kaderdecreet bestuurlijk beleid biedt de Vlaamse Regering, na overleg met het betrokken personeelslid, aan het vast benoemde personeelslid van rang A4, A3 of A2L of het personeelslid dat in zulke rang benoemd is geweest en dat niet toegewezen wordt aan een management- of projectleiderfunctie van N-niveau of niet benoemd wordt in een functie van algemeen directeur, een gelijkwaardige en passende functie aan.

Van het vorige lid kan worden afgeweken wanneer de betrokkene uitdrukkelijk verzoekt om in een lagere functie te worden geplaatst.

In voorkomend geval kan voormelde herplaatsing niet lager zijn dan in een functie van het N-niveau -1.

De betrokkenen vermeld in de vorige leden behouden in ieder geval de salarisschaal verbonden aan respectievelijk de rang A4, A3 of A2L. Zij behouden hun graad ten persoonlijke titel.

Art. 22.Na toepassing van de maatregelen vermeld in de artikelen 20 en 21 en onverminderd de toepassing van artikel 41 van het Kaderdecreet bestuurlijk beleid, verklaart de in dienstnemende overheid de resterende management- en projectleiderfuncties van het N-niveau of de resterende functies van algemeen directeur vacant.

Art. 23.De Vlaamse Regering bepaalt de datum van inwerkingtreding van dit besluit, met uitzondering van de artikelen 20 en 21 die in werking treden op de datum van goedkeuring van dit besluit.

Art. 24.De Vlaamse ministers zijn ieder wat hem/haar betreft belast met de uitvoering van dit besluit.

Brussel, 17 juni 2005.

De minister-president van de Vlaamse Regering, en Vlaams minister van Institutionele Hervormingen, Landbouw, Zeevisserij en Plattelandsbeleid, Y. LETERME De vice-minister-president van de Vlaamse Regering en Vlaams minister van Economie, Ondernemen, Wetenschap en Innovatie en Buitenlandse Handel, F. MOERMAN De vice-minister-president van de Vlaamse Regering en Vlaamse minister van Werk, Onderwijs en Vorming, F. VANDENBROUCKE De Vlaamse minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin, I. VERVOTTE De Vlaamse minister van Financiën en Begroting en Ruimtelijke Ordening, D. VAN MECHELEN De Vlaamse minister van Cultuur, Jeugd, Sport en Brussel, B. ANCIAUX De Vlaamse minister van Bestuurszaken, Buitenlands Beleid, Media en Toerisme, G. BOUGEOIS De Vlaamse minister van Openbare Werken, Energie, Leefmilieu en Natuur, K. PEETERS De Vlaamse minister van Binnenlands Bestuur, Stedenbeleid, Wonen en Inburgering, M. KEULEN De Vlaamse minister van Mobiliteit, Sociale Economie en Gelijke Kansen, K. VAN BREMPT

^