gepubliceerd op 31 januari 2003
Besluit van de Vlaamse regering houdende wijziging van de besluiten van de Vlaamse regering van 12 oktober 2001 en 14 juni 2002 tot wijziging van het besluit van de Vlaamse regering van 5 maart 1996 houdende vaststelling van het Vlaams reglement betreffende de bodemsanering
17 JANUARI 2003. - Besluit van de Vlaamse regering houdende wijziging van de besluiten van de Vlaamse regering van 12 oktober 2001 en 14 juni 2002 tot wijziging van het besluit van de Vlaamse regering van 5 maart 1996 houdende vaststelling van het Vlaams reglement betreffende de bodemsanering
De Vlaamse regering, Gelet op het decreet van 22 februari 1995 betreffende de bodemsanering, gewijzigd bij het decreet van 22 december 1995, bij het besluit van de Vlaamse regering van 22 oktober 1996, bekrachtigd bij het decreet van 4 maart 1997, en gewijzigd bij de decreten van 20 december 1996, 26 mei 1998 en 18 mei 2001;
Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 12 oktober 2001 tot wijziging van het besluit van de Vlaamse regering van 5 maart 1996 houdende vaststelling van het Vlaams reglement betreffende de bodemsanering, inzonderheid artikel 24;
Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 14 juni 2002 tot wijziging van het besluit van de Vlaamse regering van 5 maart 1996 houdende vaststelling van het Vlaams reglement betreffende de bodemsanering, inzonderheid artikel 31;
Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 9 december 2002;
Gelet op het verzoek om spoedbehandeling, gemotiveerd door de omstandigheid dat de inwerkingtreding van de regeling van het gebruik van uitgegraven bodem als bodem of in of als bouwstof, ingevoegd als hoofdstuk X in het Vlarebo bij besluit van de Vlaamse regering van 12 oktober 2001 en gewijzigd bij besluit van de Vlaamse regering van 14 juni 2002, grotendeels bepaald is op 2 februari 2003; dat de toepassingsmodaliteiten voor het gebruik van uitgegraven bodem als bodem in het kader van deze regeling in belangrijke mate wordt geregeld via codes van goede praktijk; dat deze aldus een essentieel onderdeel vormen van de regeling wat de praktische uitvoerbaarheid ervan betreft; dat de codes van goede praktijk, opgemaakt en aangepast na de goedkeuring van voormelde wijzigingsbesluiten van het Vlarebo, in de praktijk nog niet konden worden proefgedraaid met het oog op een eventuele bijsturing en een definitieve vaststelling ervan; dat deze testfase gepland is voor het jaar 2003; dat de oorspronkelijk voorziene inwerkingtredingsdatum van de regeling (2 februari 2003) dan ook moet worden uitgesteld; dat een beslissing van de Vlaamse regering omtrent dit uitstel dringend noodzakelijk is teneinde aan de rechtsonderhorigen zo snel mogelijk rechtszekerheid te bieden;
Gelet op het advies van de Raad van State, gegeven op 20 december 2002, met toepassing van artikel 84, eerste lid, 2°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;
Op voorstel van de Vlaamse minister van Leefmilieu en Landbouw;
Na beraadslaging, Besluit :
Artikel 1.Artikel 24 van het besluit van de Vlaamse regering van 12 oktober 2001 tot wijziging van het besluit van de Vlaamse regering van 5 maart 1996 houdende vaststelling van het Vlaams reglement betreffende de bodemsanering wordt gewijzigd als volgt : in de eerste zin worden de woorden « een jaar na de datum waarop het besluit in het Belgisch staatsblad is bekendgemaakt » vervangen door de woorden « op 1 januari 2004 ».
Art. 2.Artikel 31 van het besluit van de Vlaamse regering van 14 juni 2002 tot wijziging van het besluit van de Vlaamse regering van 5 maart 1996 houdende vaststelling van het Vlaams reglement betreffende de bodemsanering wordt gewijzigd als volgt : 1° in de eerste zin worden de woorden « 2 februari 2003 » vervangen door de woorden « 1 januari 2004 ». 1bis ° in de tweede zin worden de woorden « de eerste dag van de 15e maand die volgt op de maand waarin dit besluit in het Belgisch Staatsblad is bekendgemaakt » vervangen door « 1 juli 2004 ». 2° een tweede lid wordt toegevoegd dat luidt als volgt : « De opdrachtgever van werken, waarbij voorzien wordt in het gebruik van uitgegraven bodem als bodem of in of als bouwstof na 31 december 2003 en waarvan het bijzonder bestek, de prijsvraag of de contractuele documenten na 2 februari 2003 het voorwerp zal uitmaken van een bekendmaking van een bericht van aanbesteding, een uitnodiging tot een prijsofferte of tot kandidatuurstelling, neemt, al naargelang het geval, in het bijzonder bestek, de prijsvraag of de contractuele documenten de nodige bepalingen op die het gebruik van uitgegraven bodem conform de vereisten van Hoofdstuk X van het Vlarebo in het kader van de voormelde werken vanaf 1 januari 2004 mogelijk maken. Hierbij dient nog geen rekening te worden gehouden met de artikels 25, 27, 28 en 29 voor zover het werken betreft die vóór 1 juli 2004 worden afgerond. Voor de werken die ook na 1 juli 2004 nog lopen of pas na 1 juli 2004 worden opgestart moet voor het deel dat na 1 juli wordt uitgevoerd rekening gehouden worden met artikels 25, 27, 28 en 29 en dit ten vroegste vanaf 1 juli 2004. Indien de artikels 25, 27, 28 of 29 door de Vlaamse regering worden gewijzigd vóór 1 juli 2004 dan kunnen de nieuwe artikels 25, 27, 28 of 29 pas ten vroegste ingaan vanaf 1 januari 2005. »
Art. 3.De Vlaamse minister, bevoegd voor het leefmilieu, is belast met de uitvoering van dit besluit.
Brussel, 17 januari 2003.
De minister-president van de Vlaamse regering, P. DEWAEL De Vlaamse minister van Leefmilieu en Landbouw, V. DUA