Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Vlaamse Regering van 17 december 2004
gepubliceerd op 13 januari 2005

Besluit van de Vlaamse Regering houdende de voorwaarden van de vaststelling, de uitbetaling en de terugvordering van de subsidies van de zorgkassen in het kader van de zorgverzekering voor het jaar 2005

bron
ministerie van de vlaamse gemeenschap
numac
2004036910
pub.
13/01/2005
prom.
17/12/2004
ELI
eli/besluit/2004/12/17/2004036910/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

17 DECEMBER 2004. - Besluit van de Vlaamse Regering houdende de voorwaarden van de vaststelling, de uitbetaling en de terugvordering van de subsidies van de zorgkassen in het kader van de zorgverzekering voor het jaar 2005


De Vlaamse Regering, Gelet op het decreet van 30 maart 1999 houdende de organisatie van de zorgverzekering, gewijzigd bij de decreten van 22 december 1999, 8 december 2000, 18 mei 2001, 20 december 2002 en 30 april 2004;

Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de Begroting, gegeven op 14 december 2004;

Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, vervangen bij de wet van 4 juli 1989 en gewijzigd bij de wet van 4 augustus 1996;

Gelet op de dringende noodzakelijkheid;

Overwegende dat aan de zorgkassen onverwijld rechtszekerheid moet worden geboden over de toekomstige subsidiëring van de zorgkassen zoals bepaald in artikel 17 van het decreet;

Op voorstel van de Vlaamse minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin;

Na beraadslaging, Besluit : HOOFDSTUK I. - Definities

Artikel 1.In dit besluit wordt verstaan onder : 1° decreet : het decreet van 30 maart 1999 houdende de organisatie van de zorgverzekering;2° zorgkas : een zorgkas die erkend is krachtens artikel 15, eerste lid, van het decreet, of de zorgkas die opgericht is overeenkomstig artikel 14 van het decreet;3° tenlastenemingen : de tenlastenemingen van de kosten of prestaties, bedoeld in artikel 6, § 1, eerste lid, van het decreet;4° ledenbijdragen : de bijdragen, bedoeld in artikel 13, eerste lid, 3°, van het decreet, die, namens het Fonds, door de zorgkassen worden geïnd;5° minister : de Vlaamse minister, bevoegd voor de Bijstand aan Personen;6° Fonds : het Vlaams Zorgfonds, bedoeld in artikel 11 van het decreet;7° lopend dossier : een dossier van een zorgbehoevende dat werd goedgekeurd en waarvan de termijn voor tenlastenemingen nog niet verstreken is.Het Fonds kan bij het opvragen van de stavingsstukken nader bepalen welke dossiers hieraan beantwoorden. HOOFDSTUK II. - Beschrijving van de subsidies Afdeling I. - Algemene bepalingen

Art. 2.De zorgkassen ontvangen een subsidie die jaarlijks door het Fonds wordt vastgesteld op basis van artikel 17, eerste lid, 1°, van het decreet, en op de wijze, bepaald in dit besluit. Deze subsidie wordt de subsidie voor tenlastenemingen genoemd.

De zorgkassen, erkend krachtens artikel 15, eerste lid, van het decreet, ontvangen een subsidie die jaarlijks door het Fonds wordt vastgesteld op basis van artikel 17, eerste lid, 3°, van het decreet, en op de wijze, bepaald in dit besluit. Deze subsidie wordt de subsidie voor werkingskosten genoemd.

Art. 3.Een zorgkas heeft recht op de subsidies, genoemd in artikel 2, als ze aan de volgende voorwaarden voldoet : 1° de zorgkas voldoet aan alle erkenningsvoorwaarden;2° de zorgkas bezorgt aan het Fonds de vereiste stavingsstukken voor het berekenen van de definitieve subsidies en de voorschotten op de subsidies.Het Fonds bepaalt de nadere regels waaraan de stavingsstukken moeten voldoen en de termijn waarbinnen de stavingsstukken ingediend moeten worden. Afdeling II. - Subsidie voor tenlastenemingen

Onderafdeling I. - Bepaling van de subsidie voor tenlastenemingen

Art. 4.§ 1. De subsidie voor tenlastenemingen voor het jaar 2005 is gelijk aan de uitgaven voor tenlastenemingen die de zorgkas in de periode van 1 januari 2005 tot en met 15 januari 2006 heeft gedaan voor het jaar 2005 of voor voorgaande jaren, verminderd met het totaal van alle geïnde ledenbijdragen die de zorgkas in het jaar 2005 heeft ontvangen en verminderd met alle terugvorderingen van onrechtmatig betaalde tenlastenemingen die tussen 15 januari 2005 en 15 januari 2006 vastgesteld zijn. Uitgaven voor tenlastenemingen die de zorgkas voor de jaren die voorafgaan aan het jaar 2005 heeft uitbetaald en die door het Fonds al gesubsidieerd werden, komen niet meer in aanmerking voor de berekening van de subsidie voor tenlastenemingen voor het jaar 2005.

Als het bedrag van de uitgaven voor tenlastenemingen, vermeld in het eerste lid, lager is dan het bedrag van de ledenbijdragen en terugvorderingen, vermeld in het eerste lid, dan moet de zorgkas het verschil tussen beide bedragen aan het Fonds storten. § 2. De onrechtmatig betaalde tenlastenemingen, bedoeld in § 1, worden verrekend op het ogenblik dat de zorgkas of het Fonds het onrechtmatige karakter van de betaling vaststelt. De zorgkas moet de onrechtmatig betaalde tenlastenemingen onmiddellijk terugvorderen. § 3. De zorgkas compenseert met eigen middelen de tenlastenemingen die vanaf 1 januari 2005 onrechtmatig worden uitbetaald en die niet terugvorderbaar zijn.

Art. 5.Het Fonds kan in door de minister te bepalen uitzonderlijke gevallen een vrijstelling van terugvordering verlenen van onrechtmatig uitbetaalde tenlastenemingen onder de volgende voorwaarden : 1° de zorgkas toont aan dat alle middelen die ze ter beschikking heeft, werden aangewend om de terugvordering te vorderen;2° de tenlasteneming voor mantel- en thuiszorg werd uitgevoerd na de twintigste dag van de maand en de tenlasteneming voor residentiële zorg na de laatste dag van de maand waarop ze betrekking heeft. De minister kan nadere regels bepalen waaraan de vrijstelling van terugvordering moet voldoen.

Art. 6.Elke zorgkas bezorgt voor 15 februari 2006 het overzicht voor het jaar 2005 van de tenlastenemingen, de geïnde ledenbijdragen en de terugvorderingen, bedoeld in artikel 4, § 1.

Het jaaroverzicht, bedoeld in het eerste lid, wordt opgenomen in het boekhoudkundige verslag dat overeenkomstig artikel 14, § 2, van het besluit van de Vlaamse Regering van 17 juli 2000 betreffende de organisatie, het beheer, de werking en de erkenning van zorgkassen en betreffende de controle op de zorgkassen, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 14 december 2001, op 30 april ingediend wordt. De zorgkas verklaart de verschillen tussen het jaaroverzicht en het boekhoudkundige verslag.

Onderafdeling II. - Regeling van de voorschotten op de subsidie voor tenlastenemingen

Art. 7.Het Fonds betaalt voor de vijftiende dag van elke maand een voorschot op de subsidie voor tenlastenemingen. Dat voorschot wordt bepaald door het positieve verschil tussen enerzijds de som van de door het Fonds al uitbetaalde subsidie voor tenlastenemingen, van de door de zorgkas effectief ontvangen ledenbijdragen tot en met die maand en van de raming van de ledenbijdragen die de zorgkas tot en met die maand zal ontvangen, en anderzijds de som van het door de zorgkassen uitbetaalde bedrag aan tenlastenemingen tot en met die maand en van de raming van de tenlastenemingen die de zorgkas tot en met die maand zal uitbetalen. Het betreft hier alle ledenbijdragen en tenlastenemingen van het huidige jaar en van voorgaande jaren die nog niet door het Fonds verrekend zijn. Afdeling III. - Subsidie voor werkingskosten

Onderafdeling I. - Bepaling van de subsidie voor werkingskosten

Art. 8.De subsidie voor werkingskosten voor alle erkende zorgkassen is gelijk aan 7.400.000 euro voor het jaar 2005. Dit bedrag wordt verdeeld onder de zorgkassen volgens de bepalingen in artikel 9.

Als een zorgkas in de loop van 2005 erkend wordt of als een erkende zorgkas vrijwillig haar activiteiten stopzet of haar erkenning verliest, wordt de subsidie pro rata berekend.

Art. 9.Het Fonds betaalt voor 2005 een forfaitaire vergoeding van 60.000 euro aan elke erkende zorgkas die meer dan 20.000 leden en 400 lopende dossiers heeft op 31 december 2004. Het Fonds heeft voor het verstrekken van die vergoeding een maximaal budget van 420.000 euro per jaar. Als het vastgestelde budget overschreden wordt, wordt de forfaitaire vergoeding van elke erkende zorgkas evenredig verminderd.

Het Fonds betaalt aan elke erkende zorgkas een forfaitaire vergoeding van 3 euro per dossier voor een tenlasteneming voor mantel- en thuiszorg die nog loopt op 31 december 2005 en waarvoor de zorgkas de gegevens van de mantelzorger of mantelzorgers van de gebruiker geregistreerd heeft. Het Fonds heeft voor het verstrekken van deze vergoeding een maximaal budget van 200.000 euro voor 2005. Als het vastgestelde budget overschreden wordt, wordt de forfaitaire vergoeding van elke erkende zorgkas evenredig verminderd. De minister kan nadere regels bepalen waaraan de registratie van de mantelzorg moet voldoen en bepaalt op welke wijze de zorgkassen rapporteren over de registratie van de mantelzorg.

Van het bedrag, bedoeld in artikel 8, eerste lid, wordt na voorafname van het gedeelte, bedoeld in artikel 9, eerste en tweede lid, de helft onder de erkende zorgkassen verdeeld op basis van het aantal leden per erkende zorgkas op 31 december 2004. De andere helft wordt verdeeld op basis van het aantal lopende dossiers per erkende zorgkas op 31 december 2004.

Onderafdeling II. - Regeling van de voorschotten op de subsidie voor werkingskosten

Art. 10.Het Fonds betaalt voor de vijftiende dag van de eerste maand van elk kwartaal een voorschot van 25 procent van de forfaitaire vergoeding, vermeld in artikel 9, eerste lid, aan elke erkende zorgkas met meer dan 20 000 leden en 400 lopende dossiers op 31 december 2003.

Het Fonds verdeelt voor de vijftiende dag van de eerste maand van elk kwartaal verhoudingsgewijze over de erkende zorgkassen een voorschot van 22,5 % van het bedrag, vermeld in artikel 8, eerste lid, verminderd met de forfaitaire vergoeding, vermeld in het eerste lid.

De helft van het voorschot wordt verdeeld op basis van het aantal leden per erkende zorgkas op 31 december 2003. De andere helft wordt verdeeld op basis van het aantal lopende dossiers per erkende zorgkas op 31 december 2003. Afdeling IV. - Definitieve vaststelling van de subsidies en

verrekening van de voorschotten

Art. 11.Voor 15 juli 2006 gaat het Fonds over tot de saldering, zowel wat betreft de subsidies voor tenlastenemingen als wat betreft de subsidies voor werkingskosten. Het Fonds bezorgt aan elke zorgkas een gedetailleerd overzicht van de vaststelling van de subsidies en het saldo dat het Fonds zal uitbetalen aan of vorderen van de zorgkas.

De zorgkassen zijn verplicht om het saldo dat het Fonds vordert, binnen de vijftien dagen na het ontvangen van het overzicht, vermeld in het eerste lid, aan het Fonds te storten. HOOFDSTUK III. - Vergoeding voor indicatiestellingen

Art. 12.§ 1. Een zorgkas ontvangt een vergoeding van 75 euro per uitgevoerde indicatiestelling op voorwaarde dat die indicatiestelling uitgevoerd werd door een door de gebruiker of zijn vertegenwoordiger gekozen gemachtigde indicatiesteller en op voorwaarde dat de zorgkas de gemachtigde indicatiesteller voor de indicatiestelling vergoedt.

Elke maand dient de zorgkas daartoe een aanvraag in bij het Fonds volgens de voorwaarden die het Fonds zelf vastlegt. Het Fonds betaalt de in het eerste lid genoemde vergoeding per maand. § 2. Als de dienst voor gezinszorg of het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn dat over een erkende dienst voor gezinszorg beschikt, als gemachtigde indicatiesteller de indicatiestelling heeft uitgevoerd en als ze binnen zes maanden na die indicatiestelling gezinszorg verstrekken aan de gebruiker, dan vervalt het recht op de vergoeding voor de uitgevoerde indicatiestelling. In voorkomend geval wordt de hiervoor uitbetaalde vergoeding in mindering gebracht op de volgende uit te betalen vergoedingen. § 3. Elke maand moeten de gemachtigde indicatiestellers de facturen voor de vergoeding van indicatiestellingen in het kader van de zorgverzekering sturen naar de zorgkas waarbij de geïndiceerde aangesloten is. Het Fonds kan nadere voorwaarden bepalen waaraan de facturatie moet voldoen. Het Fonds geeft geen vergoeding voor de indicatiestelling als de factuur van de gemachtigde indicatiesteller niet voldoet aan de voorwaarden, opgelegd door het Fonds. HOOFDSTUK IV. - Slotbepalingen

Art. 13.Dit besluit treedt in werking op 1 januari 2005.

Art. 14.De Vlaamse minister, bevoegd voor de Bijstand aan Personen, is belast met de uitvoering van dit besluit.

Brussel, 17 december 2004.

De minister-president van de Vlaamse Regering, Y. LETERME De Vlaamse minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin, I. VERVOTTE

^