Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Vlaamse Regering van 16 september 2022
gepubliceerd op 13 december 2022

Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 22 februari 2013 betreffende rechtstreeks toegankelijke hulp voor personen met een handicap wat betreft de organisatie van een pilootfase voor het ontwikkelen en uitproberen van nieuwe mogelijkheden voor rechtstreeks toegankelijke hulp

bron
vlaamse overheid
numac
2022042288
pub.
13/12/2022
prom.
16/09/2022
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

16 SEPTEMBER 2022. - Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 22 februari 2013Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 22/02/2013 pub. 19/03/2013 numac 2013035262 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering betreffende rechtstreeks toegankelijke hulp voor personen met een handicap sluiten betreffende rechtstreeks toegankelijke hulp voor personen met een handicap wat betreft de organisatie van een pilootfase voor het ontwikkelen en uitproberen van nieuwe mogelijkheden voor rechtstreeks toegankelijke hulp


Rechtsgronden Dit besluit is gebaseerd op: - het decreet van 7 mei 2004Relevante gevonden documenten type decreet prom. 07/05/2004 pub. 11/06/2004 numac 2004035909 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet tot oprichting van het intern verzelfstandigd agentschap met rechtspersoonlijkheid Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap sluiten tot oprichting van het intern verzelfstandigd agentschap met rechtspersoonlijkheid Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap artikel 8, 2°, gewijzigd bij het decreet van 25 april 2014 en artikel 8, 11°, ingevoegd bij het decreet van 25 april 2014.

Vormvereisten De volgende vormvereisten zijn vervuld: - De Vlaamse minister, bevoegd voor de begroting, heeft zijn akkoord gegeven op 14 juli 2022. - De Raad van State heeft advies 71.959/1/V gegeven op 1 september 2022, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973.

Initiatiefnemer Dit besluit wordt voorgesteld door de Vlaamse minister van Welzijn, Volksgezondheid, en Gezin.

Na beraadslaging, DE VLAAMSE REGERING BESLUIT:

Artikel 1.In het besluit van de Vlaamse Regering van 22 februari 2013Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 22/02/2013 pub. 19/03/2013 numac 2013035262 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering betreffende rechtstreeks toegankelijke hulp voor personen met een handicap sluiten betreffende rechtstreeks toegankelijke hulp voor personen met een handicap het laatst gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 5 maart 2021 wordt een hoofdstuk 3/1 dat bestaat uit artikel 15/1 tot en met artikel 15/20 ingevoegd dat luidt als volgt . "Hoofdstuk 3/1. Organisatie van een pilootfase voor het ontwikkelen en uitproberen van nieuwe mogelijkheden voor rechtstreeks toegankelijke hulp Afdeling 1. - Algemene bepalingen

Art. 15/1.Met het oog op het ontwikkelen en uitproberen van een nieuwe invulling van rechtstreeks toegankelijke hulp lanceert het agentschap een oproep tot deelname aan een pilootfase bij organisaties die handicap specifieke zorg en ondersteuning bieden.

Art. 15/2.In het kader van de pilootfase, vermeld in artikel 15/1, van dit besluit, kan het agentschap binnen de grenzen van de kredieten die daarvoor ingeschreven zijn op zijn begroting een tijdelijke erkenning bieden om rechtstreeks toegankelijke hulp te verlenen die voldoet aan al de navolgende voorwaarden: 1° de hulp is snel en flexibel inzetbaar;2° de hulp is laagdrempelig toegankelijk en nabij;3° de hulp is vraaggericht en op maat;4° de hulp is geïntegreerd met en afgestemd op ondersteuning die niet wordt gesubsidieerd krachtens het decreet van 7 mei 2004Relevante gevonden documenten type decreet prom. 07/05/2004 pub. 11/06/2004 numac 2004035909 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet tot oprichting van het intern verzelfstandigd agentschap met rechtspersoonlijkheid Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap sluiten tot oprichting van het intern verzelfstandigd agentschap met rechtspersoonlijkheid Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap.

Art. 15/3.Om rechtstreeks toegankelijke hulp te bieden die voldoet aan de voorwaarden vermeld in artikel 15/2 kan rechtstreeks toegankelijke hulp als vermeld in artikel 1, punt 2° tot en met 7° en in punt 10° worden gebruikt op voorwaarde dat er een ruimere invulling kan gegeven kan worden aan ambulante outreach en mobiele outreach.

Daarnaast kan een open functie worden gecreëerd.

Een persoon met een handicap of met een vermoeden van een handicap die een beroep doet op rechtstreeks toegankelijke hulp die voldoet aan de voorwaarden, vermeld in artikel 15/2, die wordt geboden door een aanbieder van rechtstreeks toegankelijke hulp als vermeld in artikel 15/2, kan in afwijking van artikel 9/1, tweede lid en artikel 13 aanspraak maken op rechtstreeks toegankelijke hulp als vermeld in artikel 15/2, voor maximaal twaalf punten. De aanbieders van rechtstreeks toegankelijke hulp als vermeld in artikel 15/2, motiveren de aanspraak op rechtstreeks toegankelijke hulp voor meer dan acht personeelspunten in een individueel plan als vermeld in artikel 15/4.

Art. 15/4.De aanbieders van rechtstreeks toegankelijke hulp als vermeld in artikel 15/2 van dit besluit, maken voor lange en complexe vragen naar rechtstreeks toegankelijke hulp een individueel plan op dat al de volgende elementen bevat: 1° de wijze waarop de rechtstreeks toegankelijke hulp tegemoetkomt aan de vragen en de behoeften van de persoon met een handicap of met een vermoeden van een handicap;2° de wijze waarop de rechtstreeks toegankelijke hulp wordt afgestemd op en gecoördineerd met andere ondersteuning die niet wordt gesubsidieerd krachtens het decreet van 7 mei 2004Relevante gevonden documenten type decreet prom. 07/05/2004 pub. 11/06/2004 numac 2004035909 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet tot oprichting van het intern verzelfstandigd agentschap met rechtspersoonlijkheid Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap sluiten tot oprichting van het intern verzelfstandigd agentschap met rechtspersoonlijkheid Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap;3° de wijze waarop de nodige continuïteit van zorg wordt gerealiseerd bij de start en nadat de rechtstreeks toegankelijke hulp is beëindigd. Bij de opmaak van het individuele plan wordt in voorkomend geval rekening gehouden met ondersteuningsplannen of zorgplannen die eerder werden opgemaakt.

Voor beperkte en eenvoudige vragen van rechtstreeks toegankelijke hulp wordt een gemotiveerd plan van aanpak opgemaakt op het niveau van de organisatie waarin wordt aangetoond op welke wijze de rechtstreeks toegankelijke hulp die wordt geboden, tegemoetkomt aan de vragen en behoeften van de personen met een handicap of met een vermoeden van een handicap met beperkte en eenvoudige vragen van rechtstreeks toegankelijke hulp. Afdeling 2. -Tijdelijke erkenning

Art. 15/5.Een aanvrager die voldoet aan een van de volgende voorwaarden, kan tijdelijk erkend worden om rechtstreeks toegankelijke hulp als vermeld in artikel 15/2, te bieden: 1° een voorziening zijn die conform artikel 2 erkend is voor de uitbouw van rechtstreeks toegankelijke hulp;2° voldoen aan de volgende erkenningsvoorwaarden: a) de organisatie is opgericht als privaatrechtelijke vereniging met rechtspersoonlijkheid waarvoor het bij wet verboden is haar leden een vermogensvoordeel te bezorgen of als een vennootschap met rechtspersoonlijkheid en met een sociaal oogmerk of is opgericht door een ondergeschikt bestuur zoals een provincie, een gemeente, een intercommunale van gemeenten of een openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn;b) in de statuten is ten minste ondersteuning bieden aan personen met een handicap als doelstelling opgenomen;c) als de organisatie is ingebed in een grotere organisatie, kan ze optreden als een autonome entiteit en afzonderlijk verantwoording afleggen aan het agentschap;d) de organisatie toont aan dat ze de nodige handicapspecifieke kennis en deskundigheid kan inzetten;3° rechtspersonen zoals vermeld in artikel 2, eerste lid, 3° van het besluit van de Vlaamse Regering houdende het vergunnen van aanbieders van niet rechtstreeks toegankelijke zorg en ondersteuning van personen met een handicap.4° groene zorginitiatieven zoals vermeld in artikel 2, tweede lid van het besluit van de Vlaamse Regering houdende het vergunnen van aanbieders van niet rechtstreeks toegankelijke zorg en ondersteuning van personen met een handicap, die als rechtspersoon geregistreerd zijn bij het agentschap voor zover ze opgericht zijn als een privaatrechtelijke vereniging met rechtspersoonlijkheid waarvoor het bij wet verboden is hun leden een vermogensvoordeel te bezorgen of als een vennootschap met rechtspersoonlijkheid en met een sociaal oogmerk of door een ondergeschikt bestuur zoals een provincie, een gemeente, een intercommunale van gemeenten of een openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn, in de statuten moet het bieden van ondersteuning aan personen met een handicap als doelstelling opgenomen zijn en ze moeten aantonen dat ze de nodige handicap specifieke kennis en deskundigheid kunnen inzetten;

Art. 15/6.De aanvraag om een tijdelijke erkenning te krijgen als vermeld in artikel 15/2, wordt in antwoord op de oproep, vermeld in artikel 15/1, ingediend bij het agentschap met een formulier dat het agentschap vaststelt. In de aanvraag worden de volgende elementen vermeld of aangetoond: 1° de identificatiegegevens van de aanvrager;2° in voorkomend geval de informatie die toelaat om te beoordelen of voldaan is aan de erkenningsvoorwaarden, vermeld in artikel 15/5, 2° ;3° motivatie voor deelname aan de pilootfase;4° welke vormen van rechtstreeks toegankelijke hulp die beantwoorden aan de voorwaarden, vermeld in artikel 15/2, ontwikkeld en geïmplementeerd zullen worden en op welke wijze die zich onderscheiden van het huidige aanbod rechtstreeks toegankelijke hulp;5° de beoogde doelgroep, het beoogde aantal personen met een handicap of met een vermoeden van een handicap, de minderjarigen of meerderjarigen en hun ondersteuningsbehoeften;6° het beoogde geografische bereik;7° op welke wijze een antwoord wordt gevonden voor de volgende uitdagingen: a) kunnen beschikken over voldoende en voldoende ervaren en deskundig personeel;b) zo veel mogelijk personen met een handicap of met een vermoeden van een handicap oplossingsgericht en op een zo kwaliteitsvolle wijze ondersteunen;c) een gezond financieel beleid voeren met aandacht voor de betaalbaarheid van de ondersteuning voor de persoon met een handicap of met een vermoeden van een handicap;d) flexibel inspelen op wisselende behoeften op het niveau van de persoon met een handicap of met een vermoeden van een handicap en binnen een bepaalde regio of werkingsgebied;8° op welke wijze een bijdrage wordt geleverd aan de volgende elementen van de inhoudelijke doelstellingen van het beleid voor personen met een handicap: a) een zo groot mogelijke autonomie van de persoon met een handicap of met een vermoeden van een handicap realiseren;b) de levenskwaliteit van de persoon met een handicap of met een vermoeden van een handicap bevorderen;c) een zo inclusief mogelijk leven bevorderen;9° op welke wijze de volgende doelstellingen gerealiseerd zullen worden: a) preventieve en vroegtijdige rechtstreeks toegankelijke hulp zodra een vermoeden van een handicap is vastgesteld;b) continueren van ondersteuning op overgangsmomenten zodat er geen ondersteuningsvacuüm ontstaat;c) aanklampende rechtstreeks toegankelijke hulp als dat nodig en wenselijk is;10° de invulling die wordt gegeven aan de open functie, vermeld in artikel 15/3, eerste lid;11° het aantal personeelspunten waarvoor een erkenning wordt gevraagd, met een minimum van 35 personeelspunten;12° de wijze waarop er intersectoraal of lokaal zal worden samengewerkt met andere diensten of organisaties die actief zijn in het domein welzijn en gezondheid, onderwijs, cultuur of vrije tijd en met lokale besturen of andere partners;13° de vastgelegde startdatum en op welke wijze die startdatum gerealiseerd zal kunnen worden. Bij de aanvraag, vermeld in het eerste lid, worden de volgende documenten gevoegd: 1° een financieel plan waarin wordt uiteengezet op welke wijze de organisatie van rechtstreeks toegankelijke hulp als vermeld in artikel 15/2, zal worden gefinancierd;2° in voorkomend geval de documenten die de informatie, vermeld in het eerste lid, 2°, staven.

Art. 15/7.De aanvraag om een tijdelijke erkenning te krijgen, vermeld in artikel 15/6, wordt uiterlijk op 9 november 2022 online ingediend met het aanvraagformulier, vermeld in artikel 15/6, eerste lid.

Art. 15/8.Als het agentschap vaststelt dat het aanvraagformulier, vermeld in artikel 15/6, eerste lid, tijdig is bezorgd en volledig is ingevuld, is de aanvraag om een tijdelijke erkenning te krijgen, vermeld in artikel 15/6, ontvankelijk.

Art. 15/9.Als het agentschap vaststelt dat niet is voldaan aan de erkenningsvoorwaarden, vermeld in artikel 15/5 brengt het agentschap de organisatie op de hoogte van het feit dat de erkenning wordt geweigerd.

Art. 15/10.Als de aanvraag om een tijdelijke erkenning te krijgen, vermeld in artikel 15/6, ontvankelijk is conform artikel 15/8 en als er voldaan is aan de erkenningsvoorwaarden, vermeld in artikel 15/5, wordt de aanvraag voorgelegd aan een commissie.

De Vlaamse minister bevoegd voor de personen met een beperking bepaalt de samenstelling van de commissie die minstens bestaat uit personeelsleden van het agentschap en van het kabinet en wijst de leden aan.

De personeelsleden van het agentschap worden voorgesteld door de leidend ambtenaar van het agentschap.

Art. 15/11.De commissie, vermeld in artikel 15/10, beoordeelt of de aanvraag om een tijdelijke erkenning te krijgen, vermeld in artikel 15/6, voldoet aan de volgende inhoudelijke criteria: 1° er is aangetoond dat de voorziening of organisatie over de nodige competentie en ervaring beschikt om ondersteuning te bieden aan personen met een handicap of met een vermoeden van een handicap;2° er is aangetoond op welke wijze de voorziening of organisatie vormen van rechtstreeks toegankelijke hulp zal ontwikkelen en implementeren die voldoen aan de voorwaarden vermeld in artikel 15/2 die zich onderscheiden van het huidige aanbod rechtstreeks toegankelijke hulp;3° de organisatie of voorziening heeft de elementen, vermeld in artikel 15/6, eerste lid, 4°, 5°, en punt 8° tot en met punt 12° afdoende aangetoond;4° er is een concreet plan van aanpak dat duidelijk maakt dat het initiatief zowel voor de doelstellingen als op financieel vlak en voor de inzet van personeel realistisch is;5° er is aangetoond dat het initiatief op 1 januari 2023 kan starten;6° er is aangetoond op welke wijze intersectoraal of lokaal zal worden samengewerkt met andere organisaties of partners als vermeld in artikel 15/6, eerste lid, punt 12°.

Art. 15/12.Als de commissie, vermeld in artikel 15/10, van oordeel is dat aan al de inhoudelijke criteria, vermeld in artikel 15/11, is voldaan, kan het agentschap een tijdelijke erkenning als vermeld in artikel 15/2, verlenen voor het aantal personeelspunten dat is gevraagd.

Als de middelen, vermeld in artikel 15/2, niet volstaan om een tijdelijke erkenning als vermeld in artikel 15/2 te verlenen aan alle aanvragen die voldoen aan de inhoudelijke criteria, vermeld in artikel 15/11, maakt de commissie een rangorde op, op basis van de navolgende elementen: 1° de wijze waarop rechtstreeks toegankelijke hulp die voldoet aan de voorwaarden, vermeld 15/2, ontwikkeld en geïmplementeerd zal worden;2° de motivatie voor deelname aan de pilootfase en de mate waarin de rechtstreeks toegankelijke hulp die zal geboden worden zich onderscheidt van de rechtsreeks toegankelijke hulp die wordt geboden conform het besluit van de Vlaamse Regering van 22 februari 2013Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 22/02/2013 pub. 19/03/2013 numac 2013035262 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering betreffende rechtstreeks toegankelijke hulp voor personen met een handicap sluiten betreffende rechtstreeks toegankelijke hulp voor personen met een handicap voor de wijziging ervan bij dit besluit;3° de inhoudelijke doelstellingen, vermeld in artikel 15/6, punt 8° en 9°, die nagestreefd worden en de wijze waarop deze gerealiseerd zullen worden;4° de wijze waarop er als vermeld in artikel 15/6, punt 12° intersectoraal of lokaal zal samengewerkt worden met andere partners. Voor het verlenen van een tijdelijke erkenning als vermeld in artikel 15/2 voor het aantal personeelspunten dat is gevraagd wordt rekening gehouden met de rangorde die is vastgesteld conform het eerste lid en met de volgende criteria: 1° een zo evenwichtig mogelijke verhouding tussen initiatieven die gericht zijn op minderjarigen en initiatieven die zich richten tot meerderjarigen;2° een zo evenwichtig mogelijke regionale spreiding rekening houdend met de bevolkingsaantallen.

Art. 15/13.Het agentschap kan een tijdelijke erkenning als vermeld in artikel 15/2, verlenen voor een periode van anderhalf jaar vanaf de datum van de beslissing van het agentschap over de tijdelijke erkenning.

De voorziening of de organisatie die tijdelijk is erkend, brengt gedurende de periode, vermeld in het eerste lid, op de wijze die het agentschap bepaalt, verslag uit over de inzet van de personeelspunten van de erkenning, de gerealiseerde doelstellingen en de gerealiseerde output en impact.

Uiterlijk drie maanden voor het einde van de periode, vermeld in het eerste lid, kan een aanvraag worden ingediend tot erkenning als dienst rechtstreeks toegankelijke hulp als vermeld in artikel 2, op voorwaarde dat het agentschap de werking, de gerealiseerde doelstellingen en de outcome en impact op basis van het verslag, vermeld in het derde lid, als voldoende evalueert. Als het agentschap de werking, de gerealiseerde doelstellingen en de outcome en impact als onvoldoende evalueert, formuleert het agentschap werkpunten. Als de organisatie aantoont dat aan de werkpunten is voldaan voor de periode is afgelopen die het agentschap daarvoor heeft vastgesteld, kan de organisatie alsnog een aanvraag tot erkenning als dienst rechtstreeks toegankelijke hulp als vermeld in artikel 2, indienen. Afdeling 3 - Subsidiëring en toepassingsvoorwaarden

Art. 15/14.De middelen van de tijdelijke erkenning, vermeld in artikel 15/12, worden verantwoord door de effectief aangeboden ondersteuning.

Art. 15/15.De voorziening ontvangt 0,22 personeelspunten per mobiele begeleiding en per mobiele outreach, 0,155 personeelspunten per ambulante begeleiding en per ambulante outreach, 0,087 personeelspunten per dag dagopvang, 0,13 personeelspunten per nacht verblijf, 0,087 personeelspunten per groepsbegeleiding en het aantal personeelspunten dat in overleg met de persoon met een handicap of met een vermoeden van een handicap wordt vastgesteld voor de open functie, vermeld in artikel 15/3, eerste lid.

In afwijking van artikel 6, tweede lid, kunnen de personeelspunten niet worden overgedragen aan een andere voorziening die is erkend en gesubsidieerd door het agentschap.

Als de som van de personeelspunten die op basis van de geleverde prestaties worden toegekend, meer dan 92 % bedraagt van het aantal personeelspunten waarvoor de voorziening, of de organisatie tijdelijk erkend is conform artikel 15/12 en als er maximaal twintig personeelspunten minder worden gepresteerd dan het aantal personeelspunten waarvoor de voorziening of organisatie tijdelijk erkend is, ontvangt de voorziening of organisatie, in afwijking van het eerste lid het aantal personeelspunten waarvoor de voorziening is erkend.

Art. 15/16.De voorzieningen of organisaties die tijdelijk erkend zijn conform artikel 15/12, registreren de rechtstreeks toegankelijke hulp, vermeld in artikel 15/2, die ze bieden, op de wijze die het agentschap bepaalt.

Art. 15/17.De personeelssubsidies worden toegekend conform artikel 8.

Art. 15/18.De voorziening ontvangt per personeelspunt een werkingstoelage conform artikel 9.

In afwijking van artikel 9, § 1, tweede lid, kan de werkingstoelage niet worden overgedragen.

Art. 15/19.Artikel 9/1, 10, 10/1, 11, 12 en 13, tweede lid, zijn van toepassing voor de rechtstreeks toegankelijke hulp die wordt geboden in het kader van de tijdelijke erkenning, vermeld in artikel 15/2.

Art. 15/20.De voorzieningen of organisaties die tijdelijk erkend zijn conform artikel 15/12, kunnen een financiële bijdrage vragen aan de persoon met een handicap of met een vermoeden van een handicap conform artikel 15, eerste tot en met vijfde lid. De voorzieningen of organisaties bepalen zelf de financiële bijdrage voor de open functie, vermeld in artikel 15/3, eerste lid.".

Art. 2.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 september 2022.

Art. 3.De Vlaamse minister, bevoegd voor de personen met een beperking, is belast met de uitvoering van dit besluit.

Brussel, 16 september 2022.

De minister-president van de Vlaamse Regering, J. JAMBON De Vlaamse minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin, H. CREVITS

^