16 MAART 2007. - Besluit van de Vlaamse Regering betreffende het beheer van terugvorderbare voorschotten die verleend zijn aan fokkersverenigingen

Gelet op de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen, inzonderheid op artikel 20;

Gelet op het decreet van 30 juni 2006 houdende bepalingen tot begeleiding van de aanpassing van de begroting 2006, inzonderheid op artikel 40;

Gelet op het koninklijk besluit van 23 september 1971 betreffende de verbetering van het rundveeras, inzonderheid op artikel 28, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 9 maart 1974 en bij het besluit van de Vlaamse Regering van 28 april 2006;

Gelet op het koninklijk besluit van 2 september 1992 betreffende de verbetering van de fokvarkens, inzonderheid op artikel 10, vervangen bij het besluit van de Vlaamse Regering van 24 november 2006;

Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 12 september 2006;

Gelet op het advies 42.171/3 van de Raad van State, gegeven op 13 februari 2007, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;

Op voorstel van de Vlaamse minister van Institutionele Hervormingen, Landbouw, Zeevisserij en Plattelandsbeleid;

Na beraadslaging, Besluit :

Artikel 1.In dit besluit wordt verstaan onder : 1° het decreet van 30 juni 2006 : het decreet van 30 juni 2006 houdende bepalingen tot begeleiding van de aanpassing van de begroting 2006;2° de wet van 20 juni 1956 : de wet van 20 juni 1956 betreffende de verbetering van de rassen van voor de landbouw nuttige huisdieren.

Art. 2.De Vlaamse minister, bevoegd voor het Landbouwbeleid en de Zeevisserij, en de Vlaamse minister, bevoegd voor de Financiën en Begrotingen, kunnen gezamenlijk beslissen aan een vereniging die erkend is met toepassing van de wet van 20 juni 1956, een terugvorderbaar voorschot of een extra terugvorderbaar voorschot toe te kennen.

Het bedrag van het terugvorderbare voorschot, vermeld in het eerste lid, moet hiervoor gehaald worden bij een of meer verenigingen die beschikken over een terugvorderbaar voorschot.

In voorkomend geval moeten de verenigingen, vermeld in het tweede lid, op instructie van de Vlaamse minister, bevoegd voor het landbouwbeleid en de zeevisserij, het vastgestelde bedrag van de terugvorderbare voorschotten storten in de Vlaamse thesaurie.

Art. 3.De verenigingen, vermeld in artikel 40, § 1, van het decreet van 30 juni 2006, en de andere verenigingen die een terugvorderbaar voorschot toegewezen krijgen met toepassing van artikel 2, moeten het bedrag van de terugvorderbare voorschotten in hun boekhouding afzonderlijk inschrijven onder de benaming « terugvorderbaar voorschot Vlaamse overheid ».

Art. 4.Een afschrift van de besluiten over de wijziging van het terugvorderbare voorschot wordt ter kennisgeving toegestuurd aan het Rekenhof, het Vlaams Parlement en het Vlaams Ministerie van Financiën en Begroting.

Art. 5.In artikel 28 van het koninklijk besluit van 23 september 1971 betreffende de verbetering van het rundveeras, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 9 maart 1974 en het besluit van de Vlaamse Regering van 28 april 2006, worden de woorden « en een bedrijfskapitaal » geschrapt.

In artikel 10, § 1, van het koninklijk besluit van 2 september 1992 betreffende de verbetering van de fokvarkens, vervangen door het besluit van de Vlaamse Regering van 24 november 2006, wordt het tweede lid opgeheven.

Art. 6.De Vlaamse minister, bevoegd voor het Landbouwbeleid en de Zeevisserij, en de Vlaamse minister, bevoegd voor de Financiën en de Begroting, zijn belast met de uitvoering van dit besluit.

Brussel, 16 maart 2007.

De minister-president van de Vlaamse Regering, Vlaams minister van Institutionele Hervormingen, Landbouw, Zeevisserij en Plattelandsbeleid, Y. LETERME De Vlaamse minister van Financiën en Begroting en Ruimtelijke Ordening, D. VAN MECHELEN