Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Vlaamse Regering van 16 juni 2006
gepubliceerd op 09 augustus 2006

Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van de besluiten van de Vlaamse Regering van 12 september 2003 ter uitvoering van het decreet van 14 februari 2003 houdende de ondersteuning en de stimulering van het gemeentelijk, het intergemeentelijk en het provinciaal jeugd- en jeugdwerkbeleid

bron
vlaamse overheid
numac
2006036179
pub.
09/08/2006
prom.
16/06/2006
ELI
eli/besluit/2006/06/16/2006036179/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

16 JUNI 2006. - Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van de besluiten van de Vlaamse Regering van 12 september 2003 ter uitvoering van het decreet van 14 februari 2003 houdende de ondersteuning en de stimulering van het gemeentelijk, het intergemeentelijk en het provinciaal jeugd- en jeugdwerkbeleid


De Vlaamse Regering, Gelet op het decreet van 14 februari 2003 houdende de ondersteuning en de stimulering van het gemeentelijk, het intergemeentelijk en het provinciaal jeugd- en jeugdwerkbeleid, gewijzigd bij het decreet van 23 december 2005;

Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 12 september 2003 ter uitvoering van het decreet van 14 februari 2003 houdende de ondersteuning en de stimulering van het gemeentelijk, het intergemeentelijk en het provinciaal jeugd- en jeugdwerkbeleid, inzake het voeren van een gemeentelijk en intergemeentelijk jeugd- en jeugdwerkbeleid;

Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 12 september 2003 ter uitvoering van het decreet van 14 februari 2003 houdende de ondersteuning en de stimulering van het gemeentelijk, het intergemeentelijk en het provinciaal jeugd- en jeugdwerkbeleid, inzake het voeren van een provinciaal jeugd- en jeugdwerkbeleid;

Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 12 september 2003 ter uitvoering van het decreet van 14 februari 2003 houdende de ondersteuning en de stimulering van het gemeentelijk, het intergemeentelijk en het provinciaal jeugd- en jeugdwerkbeleid, inzake de subsidiëring van gemeentebesturen die een jeugdruimtebeleid voeren als onderdeel van het jeugdwerkbeleid.

Gelet op het advies nummer 06/04 van de Vlaamse Jeugdraad, gegeven op 1 februari 2006;

Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 6 april 2006 : Gelet op het advies nr. 40.385/3 van de Raad van State, afdeling wetgeving, gegeven op 23 mei 2006, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;

Op voorstel van de Vlaamse minister van Cultuur, Jeugd, Sport en Brussel;

Na beraadslaging, Besluit : HOOFDSTUK I. - Het besluit van de Vlaamse Regering van 12 september 2003 ter uitvoering van het decreet van 14 februari 2003 houdende de ondersteuning en de stimulering van het gemeentelijk, het intergemeentelijk en het provinciaal jeugd- en jeugdwerkbeleid, inzake het voeren van een gemeentelijk en intergemeentelijk jeugd- en jeugdwerkbeleid

Artikel 1.In artikel 1 van het besluit van de Vlaamse Regering van 12 september 2003 ter uitvoering van het decreet van 14 februari 2003 houdende de ondersteuning en de stimulering van het gemeentelijk, het intergemeentelijk en het provinciaal jeugd- en jeugdwerkbeleid, inzake het voeren van een gemeentelijk en intergemeentelijk jeugd- en jeugdwerkbeleid, wordt punt 5° vervangen door wat volgt : « 5° de administratie Jeugd : het IVA Sociaal-Cultureel Werk voor Jeugd en Volwassenen. »

Art. 2.In artikel 5 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in § 1 worden de woorden « de afdeling Jeugd en Sport » vervangen door de woorden « de administratie Jeugd »;2° § 2 wordt vervangen door wat volgt : « § 2.Het college kan tot uiterlijk 1 juni van het planningsjaar een voorontwerp van jeugdwerkbeleidsplan voor advies indienen bij de administratie Jeugd. Op de dag van verzending van het voorontwerp van jeugdwerkbeleidsplan aan de administratie Jeugd brengt het college de gemeentelijke jeugdraad daarvan op de hoogte. »; 3° § 3 wordt opgeheven;4° in § 4 worden de woorden « de afdeling Jeugd en Sport » vervangen door de woorden « de administratie Jeugd » en wordt het woord « ontwerp » vervangen door het woord « voorontwerp »;5° § 5 wordt vervangen door wat volgt : « § 5.Voor 15 oktober van het planningsjaar legt het college het ontwerp van jeugdwerkbeleidsplan samen met het advies van de gemeentelijke jeugdraad en in voorkomend geval het advies van de administratie Jeugd, ter goedkeuring aan de gemeenteraad voor »; 6° in § 6 worden de woorden « de afdeling Jeugd en Sport » vervangen door de woorden « de administratie Jeugd »;7° § 7 wordt vervangen door wat volgt : « § 7.De minister aanvaardt of weigert het jeugdwerkbeleidsplan voor subsidiëring en deelt zijn beslissing uiterlijk vijftig dagen na ontvangst van het jeugdwerkbeleidsplan aan het college en aan de gemeentelijke jeugdraad mee. Indien binnen die termijn geen beslissing aan het college is verstuurd, wordt ervan uitgegaan dat de minister het jeugdwerkbeleidsplan voor subsidiëring aanvaardt. »

Art. 3.Artikel 6 van hetzelfde besluit wordt opgeheven.

Art. 4.In hetzelfde besluit wordt het opschrift van hoofdstuk VI. vervangen door wat volgt : « Verantwoordingsnota ».

Art. 5.In artikel 7 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° de woorden « het werkingsverslag » worden telkens vervangen door de woorden « de verantwoordingsnota »;2° in § 1 wordt na de eerste zin de volgende zin toegevoegd : « Uit de verantwoordingsnota moet blijken dat aan de voorwaarden voor subsidiëring werd voldaan en hoe de gemeente het voorbije jaar de middelen van de Vlaamse Gemeenschap heeft aangewend.»; 3° in § 1 wordt het vierde lid vervangen door wat volgt : « In de verantwoordingsnota moeten eventuele wijzigingen van het jeugdwerkbeleidsplan worden opgenomen.Die bijsturingen moeten omstandig worden gemotiveerd. Indien het college beslist om zelf via de eigen diensten een concrete actie in te vullen, hoewel een particulier jeugdwerkinitiatief zich aanbiedt om dat te doen, dan moet de argumentatie hiervoor worden opgenomen in de verantwoordingsnota. »; 4° § 2 wordt vervangen door wat volgt : « § 2.De verantwoordingsnota wordt jaarlijks voor advies voorgelegd aan de gemeentelijke jeugdraad. Die krijgt ten minste dertig dagen tijd om zijn advies te formuleren. »; 5° § 3 wordt vervangen door wat volgt : « § 3.De verantwoordingsnota moet door het college worden goedgekeurd. Als het jeugdwerkbeleidsplan wordt gewijzigd zoals bepaald in § 1, dan moet de verantwoordingsnota ter goedkeuring worden voorgelegd aan de gemeenteraad. »; 6° § 4 wordt vervangen door wat volgt : « § 4.De verantwoordingsnota moet samen met het advies van de gemeentelijke jeugdraad en in voorkomend geval samen met het gemotiveerde antwoord van het college, jaarlijks voor 1 juni aan de administratie Jeugd worden bezorgd. Op gemotiveerd verzoek kan de administratie Jeugd een afwijking toestaan op die datum. De administratie Jeugd bezorgt binnen zeven werkdagen een ontvangstmelding aan het college en de gemeentelijke jeugdraad. »; 7° in § 5 worden de woorden « de afdeling Jeugd en Sport » vervangen door de woorden « de administratie Jeugd ».

Art. 6.In artikel 8, § 2, tweede en derde lid, worden de woorden « de afdeling Jeugd en Sport » vervangen door de woorden « de administratie Jeugd ».

Art. 7.In hetzelfde besluit wordt het opschrift van hoofdstuk VIII. vervangen door wat volgt : « Bezwaar bij de minister ».

Art. 8.In artikel 9 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in § 1 worden in het eerste lid de woorden « tegen het ontwerp van jeugdwerkbeleidsplan en tegen de goedkeuring van het jeugdwerkbeleidsplan, het jaarplan of het werkingsverslag van de gemeenteraad » vervangen door de woorden « tegen de goedkeuring van het jeugdwerkbeleidsplan of de verantwoordingsnota »;2° in § 1 wordt het tweede lid vervangen door wat volgt : « Het bezwaarschrift moet verstuurd worden aan de administratie Jeugd. Die bezorgt binnen zeven werkdagen zowel aan de indiener als aan het betrokken gemeentebestuur, als aan de gemeentelijke jeugdraad van de betrokken gemeente, een ontvangstmelding. »; 3° in § 1 wordt het derde lid vervangen door wat volgt : « Het bezwaarschrift tegen de goedkeuring van het jeugdwerkbeleidsplan moet verstuurd worden aan de administratie Jeugd binnen een termijn van dertig dagen na de goedkeuring van het jeugdwerkbeleidsplan, door de gemeenteraad.»; 4° in § 1 wordt een vierde lid toegevoegd, dat luidt als volgt : « Tegen de goedkeuring van de verantwoordingsnota kan een bezwaar worden ingediend tot dertig dagen na ontvangst ervan door de administratie Jeugd.Wanneer wordt vastgesteld dat de uitvoering van het jeugdwerkbeleidsplan niet conform het plan verloopt, kan dit worden gemeld aan de administratie Jeugd tot uiterlijk dertig dagen na ontvangst van de verantwoordingsnota over het betrokken begrotingsjaar. »; 5° § 2 wordt vervangen door wat volgt : « § 2.De minister spreekt zich uit over het bezwaarschrift of de gemelde vaststelling binnen een termijn van vijftig dagen na ontvangst van het bezwaarschrift of de melding. De administratie Jeugd verstuurt het besluit uiterlijk de laatste dag van die termijn, nadat het college, de gemeentelijke jeugdraad en eventueel de indiener van het bezwaar uitgenodigd werden om hun standpunt te verduidelijken. »

Art. 9.In artikel 10 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° § 1 wordt vervangen door wat volgt : « § 1.Als de minister het jeugdwerkbeleidsplan voor subsidiëring heeft aanvaard, wordt jaarlijks een voorschot uitbetaald voor het betreffende begrotingsjaar van de beleidsplanperiode. »; 2° in § 2 worden de woorden « de afdeling Jeugd en Sport » vervangen door de woorden « de administratie Jeugd » en wordt de woorden « het werkingsverslag » vervangen door de woorden « de verantwoordingsnota »;3° § 3 wordt vervangen door wat volgt : « § 3.Indien uit de verantwoordingsnota van het voorbije jaar, uit plaatsbezoeken van de administratie Jeugd of uit een bezwaarschrift, blijkt dat het jeugdwerkbeleidsplan niet werd uitgevoerd en daar geen afdoende motivatie voor bestaat, of als blijkt dat de gemeente minder subsidiabele uitgaven heeft gerealiseerd dan de gereserveerde subsidies voor het betreffende jaar, dan wordt het saldo evenredig beperkt en worden de eventueel te veel uitbetaalde voorschotten teruggevorderd. »; 4° in § 4 wordt de woorden « het werkingsverslag » vervangen door de woorden « de verantwoordingsnota ».

Art. 10.In artikel 11 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in § 1 worden de woorden « de afdeling Jeugd en Sport » vervangen door de woorden « de administratie Jeugd »;2° § 2 wordt opgeheven;3° § 3 wordt vervangen door wat volgt : « § 3.Als de minister het jeugdwerkbeleidsplan heeft aanvaard voor subsidiëring, dan zal de Vlaamse Gemeenschap jaarlijks een voorschot van 90 % van de vermoedelijke subsidie toekennen. Het voorstel voor de verdeling van de subsidies over de verschillende jeugdwerkinitiatieven van de gemeente moet jaarlijks, uiterlijk in samenhang met de verantwoordingsnota over het vorige jaar, worden bezorgd aan de administratie Jeugd. »; 4° in § 4 wordt voor het eerste lid een nieuw lid ingevoegd dat luidt als volgt : « De jeugdwerkinitiatieven moeten jaarlijks voor 1 juni van het jaar dat volgt op het jaar waarop de nota betrekking heeft, een verantwoordingsnota indienen bij de administratie Jeugd.»; 5° in § 4 worden in het vroegere eerste lid de woorden « de afdeling Jeugd en Sport » vervangen door de woorden « de administratie Jeugd » en worden de woorden « het werkings- en financieel verslag » vervangen door de woorden « de verantwoordingsnota »;6° in § 4 wordt het vroegere tweede lid opgeheven.

Art. 11.In hetzelfde besluit wordt een artikel 12bis ingevoegd, dat luidt als volgt : «

Art. 12bis.In afwijking van artikel 7, § 4, moet in 2006 de verantwoordingsnota pas op 1 oktober 2006 bij de administratie jeugd worden ingediend. Als de gemeente al een werkingsverslag over 2005 heeft ingediend dat aan alle voorwaarden voldoet, dan hoeft ze voor dat jaar geen verantwoordingsnota meer in te dienen. »

Art. 12.In hetzelfde besluit wordt een artikel 12ter ingevoegd, dat luidt als volgt : «

Art. 12ter.In afwijking van artikel 7, § 3, moet de verantwoordingsnota 2005 niet ter goedkeuring aan de gemeenteraad worden voorgelegd als aan de volgende voorwaarden is voldaan : 1° als de gemeenteraad al een jaarplan 2006 heeft goedgekeurd en als in dat jaarplan wijzigingen betreffende de uitvoering van het jeugdwerkbeleidsplan zijn opgenomen;2° als in de verantwoordingsnota geen aanvullende wijzigingen voor 2006 worden opgenomen.» HOOFDSTUK II. - Het besluit van de Vlaamse Regering van 12 september 2003 ter uitvoering van het decreet van 14 februari 2003 houdende de ondersteuning en de stimulering van het gemeentelijk, het intergemeentelijk en het provinciaal jeugd- en jeugdwerkbeleid, inzake het voeren van een provinciaal jeugd- en jeugdwerkbeleid

Art. 13.In artikel 1 van het besluit van de Vlaamse Regering van 12 september 2003 ter uitvoering van het decreet van 14 februari 2003 houdende de ondersteuning en de stimulering van het gemeentelijk, het intergemeentelijk en het provinciaal jeugd- en jeugdwerkbeleid, inzake het voeren van een provinciaal jeugd- en jeugdwerkbeleid, wordt punt 5° vervangen door wat volgt : « 5° de administratie Jeugd : het IVA Sociaal-Cultureel Werk voor Jeugd en Volwassenen.»

Art. 14.In artikel 4 en 5 van hetzelfde besluit worden de woorden « de afdeling Jeugd en Sport » telkens vervangen door de woorden « de administratie Jeugd ».

Art. 15.In artikel 6 van hetzelfde besluit wordt het woord « consultatieronde » vervangen door de woorden « tussentijdse evaluatie », en de woorden « artikel 16, § 3 » vervangen door de woorden « artikel 18, § 1 ».

Art. 16.Artikel 7 van hetzelfde besluit wordt opgeheven.

Art. 17.In hetzelfde besluit wordt het opschrift van hoofdstuk V. vervangen door wat volgt : « Verantwoordingsnota ».

Art. 18.In artikel 8 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° de woorden « het werkingsverslag » worden telkens vervangen door de woorden « de verantwoordingsnota »;2° in § 1 wordt na de eerste zin de volgende zin toegevoegd : « Uit de verantwoordingsnota moet blijken dat aan de voorwaarden voor subsidiëring werd voldaan en hoe de provincie het voorbije jaar de middelen van de Vlaamse Gemeenschap heeft aangewend.»; 3° in § 1 wordt het derde lid vervangen door wat volgt : « In de verantwoordingsnota moeten eventuele wijzigingen van het jeugdwerkbeleidsplan worden opgenomen.Die bijsturingen moeten omstandig worden gemotiveerd. Indien de deputatie beslist om zelf via de eigen diensten een concrete actie in te vullen, terwijl een particulier jeugdwerkinitiatief zich aanbiedt om dat te doen, dan moet de argumentatie hiervoor eveneens worden opgenomen in de verantwoordingsnota. »; 4° aan § 1 wordt een vierde lid toegevoegd, dat luidt als volgt : « De provincies moeten na het derde jaar van de beleidsplanperiode het lopende beleidsplan tussentijdse evalueren, waarbij formeel de volgende actoren moeten worden geraadpleegd : 1° de particuliere provinciale jeugdwerkinitiatieven;2° deskundigen inzake jeugdaangelegenheden;3° de gemeentebesturen uit de provincie;4° de gemeentelijke jeugdraden uit de provincie. Een verslag van die tussentijdse evaluatie maakt deel uit van de verantwoordingsnota die na afloop van het derde jaar van de planperiode moet worden opgemaakt. Die verantwoordingsnota moet dus een evaluatie over de voorbije drie jaar bevatten, inclusief een eventuele bijsturing van het lopende jeugdwerkbeleidsplan. »; 5° § 2 wordt vervangen door wat volgt : « § 2.De verantwoordingsnota wordt jaarlijks voor advies voorgelegd aan de provinciale jeugdraad. Die krijgt ten minste dertig dagen tijd om zijn advies te formuleren. »; 6° § 3 wordt vervangen door wat volgt : « § 3.De verantwoordingsnota moet door de deputatie worden goedgekeurd. Als het jeugdwerkbeleidsplan wordt gewijzigd zoals bepaald in § 1, dan moet de verantwoordingsnota ter goedkeuring worden voorgelegd aan de provincieraad. De verantwoordingsnota na het derde jaar van de beleidsplanperiode, waarvan de tussentijdse evaluatie deel uit maakt, moet steeds ter goedkeuring aan de provincieraad worden voorgelegd. »; 7° § 4 wordt vervangen door wat volgt : « § 4.De verantwoordingsnota moet samen met het advies van de provinciale jeugdraad en in voorkomend geval met het gemotiveerde antwoord van de deputatie, jaarlijks voor 1 juni aan de administratie Jeugd worden bezorgd. Op gemotiveerd verzoek kan de administratie Jeugd een afwijking toestaan op die datum. De administratie Jeugd bezorgt binnen zeven werkdagen een ontvangstmelding aan de deputatie en de provinciale jeugdraad. »; 8° in § 5 worden de woorden « de afdeling Jeugd en Sport » vervangen door de woorden « de administratie Jeugd ».

Art. 19.In hetzelfde besluit wordt het opschrift van hoofdstuk VIII. vervangen door wat volgt : « Bezwaar bij de minister ».

Art. 20.In artikel 9 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in § 1 worden in het eerste lid de woorden « tegen de goedkeuring van het jeugdwerkbeleidsplan, het jaarplan of het werkingsverslag van de provincieraad » vervangen door de woorden « tegen de goedkeuring van het jeugdwerkbeleidsplan of de verantwoordingsnota »;2° in § 1 wordt het tweede lid vervangen door wat volgt : « Het bezwaarschrift moet verstuurd worden aan de administratie Jeugd. Die bezorgt binnen zeven werkdagen zowel aan de indiener als aan het betrokken provinciebestuur, als aan de provinciale jeugdraad een ontvangstmelding. »; 3° aan § 1 wordt een derde lid toegevoegd, dat luidt als volgt : « Het bezwaarschrift tegen de goedkeuring van het jeugdwerkbeleidsplan moet verstuurd worden aan de administratie Jeugd binnen een termijn van dertig dagen na de goedkeuring van het jeugdwerkbeleidsplan door de provincieraad.»; 4° aan § 1 wordt een vierde lid toegevoegd, dat luidt als volgt : « Tegen de goedkeuring van de verantwoordingsnota kan een bezwaar worden ingediend tot dertig dagen na ontvangst ervan door de administratie Jeugd.Wanneer wordt vastgesteld dat de uitvoering van het jeugdwerkbeleidsplan niet conform het plan verloopt, kan dit worden gemeld aan de administratie Jeugd tot uiterlijk dertig dagen na ontvangst van de verantwoordingsnota over het betrokken begrotingsjaar. »; 5° § 2 wordt vervangen door wat volgt : « § 2.De minister spreekt zich uit over het bezwaarschrift of de gemelde vaststelling binnen een termijn van vijftig dagen na ontvangst van het bezwaarschrift of de melding. De administratie Jeugd verstuurt het besluit uiterlijk de laatste dag van die termijn, nadat de deputatie, de provinciale jeugdraad en eventueel de indiener van het bezwaar uitgenodigd werden om hun standpunt te verduidelijken. »

Art. 21.In artikel 10 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in § 1 wordt het eerste lid vervangen door wat volgt : « Als de minister het jeugdwerkbeleidsplan voor subsidiëring heeft aanvaard, wordt jaarlijks een voorschot uitbetaald voor het betreffende begrotingsjaar van de beleidsplanperiode.»; 2° in § 2 worden de woorden « de afdeling Jeugd en Sport » vervangen door de woorden « de administratie Jeugd » en worden de woorden « het werkingsverslag » vervangen door de woorden « de verantwoordingsnota »;3° § 3 wordt vervangen door wat volgt : « § 3.Indien uit de verantwoordingsnota van het voorbije jaar of uit plaatsbezoeken van de administratie Jeugd of uit een bezwaarschrift blijkt dat het jeugdwerkbeleidsplan niet werd uitgevoerd en daar geen afdoende motivatie voor bestaat, of als blijkt dat de provincie minder subsidiabele uitgaven heeft gerealiseerd dan de gereserveerde subsidies voor het betreffende jaar, dan wordt het saldo evenredig beperkt en worden de eventueel te veel uitbetaalde voorschotten teruggevorderd. »; 4° in § 4 worden de woorden « het werkingsverslag » vervangen door de woorden « de verantwoordingsnota ».

Art. 22.In hetzelfde besluit wordt een artikel 11bis ingevoegd, dat luidt als volgt : «

Art. 11bis.In afwijking van artikel 8, § 4, moet de verantwoordingsnota 2005 pas op 1 oktober 2006 bij de administratie Jeugd worden ingediend. Als de provincie al een werkingsverslag over 2005 heeft ingediend dat aan alle voorwaarden voldoet, dan hoeft ze voor dat jaar geen verantwoordingsnota meer in te dienen. »

Art. 23.In hetzelfde besluit wordt een artikel 11ter ingevoegd, dat luidt als volgt : «

Art. 11ter.In afwijking van artikel 8, § 3, moet de verantwoordingsnota 2005 niet ter goedkeuring aan de provincieraad worden voorgelegd als aan de volgende voorwaarden is voldaan : 1° als de provincieraad al een jaarplan 2006 heeft goedgekeurd en als in dat jaarplan het verslag van de tussentijdse evaluatie en wijzigingen betreffende de uitvoering van het jeugdwerkbeleidsplan zijn opgenomen;2° als in de verantwoordingsnota geen aanvullende wijzigingen voor 2006 worden opgenomen.»

Art. 24.In artikel 13 van hetzelfde besluit worden de woorden « de tussentijdse consultatieronde » vervangen door de woorden « de tussentijdse evaluatie », en worden de woorden « artikel 16, § 3 » vervangen door de woorden « artikel 18, § 1. » HOOFDSTUK III. - Het besluit van de Vlaamse Regering van 12 september 2003 ter uitvoering van het decreet van 14 februari 2003 houdende de ondersteuning en de stimulering van het gemeentelijk, het intergemeentelijk en het provinciaal jeugd- en jeugdwerkbeleid, inzake de subsidiëring van gemeentebesturen die een jeugdruimtebeleid voeren als onderdeel van het jeugdwerkbeleid

Art. 25.In artikel 1, 6°, van het besluit van de Vlaamse Regering van 12 september 2003 ter uitvoering van het decreet van 14 februari 2003 houdende de ondersteuning en de stimulering van het gemeentelijk, het intergemeentelijk en het provinciaal jeugd- en jeugdwerkbeleid, inzake de subsidiëring van gemeentebesturen die een jeugdruimtebeleid voeren als onderdeel van het jeugdwerkbeleid, worden de woorden « werkingsverslag : het jaarlijkse werkingsverslag » vervangen door de woorden « verantwoordingsnota : de jaarlijkse verantwoordingsnota ».

Art. 26.In artikel 1 van hetzelfde besluit wordt punt 7° vervangen door wat volgt : « 7° de administratie Jeugd : het IVA Sociaal-Cultureel Werk voor Jeugd en Volwassenen. »

Art. 27.In artikel 8, § 2 en § 3, wordt het woord « werkingsverslagen » vervangen door het woord « verantwoordingsnota's ».

Art. 28.Artikel 9 van hetzelfde besluit wordt opgeheven.

Art. 29.Dit besluit treedt in werking op de dag van de publicatie ervan in het Belgisch Staatsblad.

Art. 30.De Vlaamse minister, bevoegd voor de culturele aangelegenheden, is belast met de uitvoering van dit besluit.

Brussel, 16 juni 2006.

De minister-president van de Vlaamse Regering, Y. LETERME De Vlaamse minister van Cultuur, Jeugd, Sport en Brussel, B. ANCIAUX

^