16 DECEMBER 2005. - Besluit van de Vlaamse Regering betreffende de projecten 2005 van het Onderwijskundig Beleids- en Praktijkgericht Wetenschappelijk Onderzoek

De Vlaamse Regering, Gelet op de wetten op de Rijkscomptabiliteit gecoördineerd bij koninklijk besluit van 17 juli 1991, inzonderheid artikelen 55 tot 58 en artikel 12, derde lid;

Gelet op het decreet van 24 december 2004 houdende algemene uitgavenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2005, inzonderheid artikel 14;

Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 19 januari 2001 houdende de regeling van de begrotingscontrole en -opmaak;

Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 27 juli 2004 tot bepaling van de bevoegdheden van de leden van de Vlaamse Regering, inzonderheid op de artikelen 3, par. 4 en 7;

Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 14 juli 1993 tot regeling van de vergoeding van de centrale beheerskosten en de algemene exploitatiekosten van de universiteiten, verbonden aan de uitvoering van wetenschappelijke activiteiten die door de Vlaamse Gemeenschap worden gefinancierd;

Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 7 september 1994 tot regeling van de procedure voor de projecten van het Onderwijskundig Beleids- en Praktijkgericht Wetenschappelijk Onderzoek;

Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister bevoegd voor begroting, gegeven op 14 december 2005;

Op voorstel van de Vlaamse minister van Werk, Onderwijs en Vorming; Na beraadslaging, Besluit :

Artikel 1.Aan het volgende project voor Onderwijskundig Beleids- en Praktijkgericht Wetenschappelijk Onderzoek wordt een toelage verleend : Evaluatie van het CLB-decreet Promotor : Eric Depreeuw (K.U.Brussel) Co-promotor : Hubert Cossey (K.U.Leuven) Toegekend bedrag : 204.776 euro

Art. 2.Om de financiering te waarborgen van de programma's bedoeld in artikel 1 wordt een bedrag van 204.776 euro vastgelegd op het programma 39.2 basisallocatie 41.43 - Subsidie Onderwijskundig Beleids- en Praktijkgericht Wetenschappelijk Onderzoek - van het decreet van 24 december 2004 houdende de algemene uitgavenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2005.

Art. 3.De Vlaamse minister bevoegd voor onderwijs wordt gemachtigd de nodige overeenkomsten betreffende de uitvoering van dit project met de betrokken universiteiten en promotoren af te sluiten. Indien bij het afsluiten van de overeenkomst met de betrokken universiteiten en promotoren blijkt dat het project geniet van andere betoelagingsbronnen, wordt de toelage zoals bepaald in art. 1 van dit besluit dienovereenkomstig verminderd.

Wat de vereffening betreft dient volgende bepaling opgenomen te worden in het subsidiebesluit : « Een eerste deel ten belope van 80 % van de toelage wordt vereffend in de loop van het werkingsjaar waarvoor de toelage wordt toegekend. Het tweede deel ten belope van 20 % van het toegekende bedrag wordt vereffend na verantwoording van de uitgaven van het voorbije werkingsjaar en na ontvangst van het tussentijds verslag of van het eindrapport ».

Art. 4.De Vlaamse minister bevoegd voor Onderwijs is belast met de uitvoering van dit besluit.

Brussel, 16 december 2005.

De minister-president van de Vlaamse Regering, Y. LETERME De Vlaamse minister van Werk, Onderwijs en Vorming, F. VANDENBROUCKE