15 OKTOBER 2021. - Besluit van de Vlaamse Regering tot vaststelling van de regels voor de toekenning van opleidingssteun aan maatwerkbedrijven ingevolge COVID-19

Rechtsgrond Dit besluit is gebaseerd op: - Het decreet van 17 februari 2012Relevante gevonden documenten type decreet prom. 17/02/2012 pub. 26/03/2012 numac 2012035299 bron vlaamse overheid Decreet betreffende de ondersteuning van het ondernemerschap op het vlak van de sociale economie en de stimulering van het maatschappelijk verantwoord ondernemen sluiten betreffende de ondersteuning van het ondernemerschap op het vlak van de sociale economie en de stimulering van het maatschappelijk verantwoord ondernemen, artikel 14.

Vormvereisten De volgende vormvereisten zijn vervuld: - De Vlaamse minister, bevoegd voor de begroting, heeft zijn akkoord gegeven op 21 mei 2021. - De steunmaatregel werd aangemeld bij de Europese Commissie op 13 juli 2021 en de goedkeuring werd door de Europese Commissie verleend op 6 oktober 2021 via beschikking "C(2021) 7347 - SA.64071(2021/N) - RRF - Future-oriented training to support the most vulnerable groups in the social economy - Training aid to customized companies pursuant to COVID-19". - De SERV heeft advies gegeven op 7 juni 2021. - De Raad van State heeft advies 69.582/1 gegeven op 13 juli 2021, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2° van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973.

Motivering Dit besluit is gebaseerd op de volgende motieven: - De Vlaamse ondernemingen binnen de sociale economie worden nog altijd geconfronteerd met de economische gevolgen van de aanhoudende coronacrisis. Het is nodig om in extra opleidingssteun te voorzien voor maatwerkbedrijven opdat ze hun werknemers kunnen voorzien van de nodige toekomstige vaardigheden, die veranderd zijn ten gevolge van corona. Zo kunnen maatwerkbedrijven ondersteund worden in strategische transformaties ten gevolge van de nieuwe economische realiteit naar meer toekomstbestendige, veerkrachtige en wendbare ondernemingen. - De Vlaamse Regering wil uitvoering geven aan haar relanceplan Vlaamse Veerkracht en het Vesoc-akkoord `Alle hens aan dek' waarin speerpunt 18 de ambitie formuleert om een oproep opleidingssteun voor medewerkers van maatwerkbedrijven te lanceren.

Juridisch kader Dit besluit sluit aan bij de volgende regelgeving: - mededeling van de Commissie van 19 maart 2020 (C(2020) 1863) Tijdelijke Kaderregeling inzake staatssteun ter ondersteuning van de economie vanwege de huidige COVID-19-uitbraak.

Initiatiefnemer Dit besluit wordt voorgesteld door de Vlaamse minister van Economie, Innovatie, Werk, Sociale economie en Landbouw.

Na beraadslaging, DE VLAAMSE REGERING BESLUIT: HOOFDSTUK 1. - Definities

Artikel 1.In dit besluit wordt verstaan onder: 1° departement: het Departement Werk en Sociale Economie, vermeld in artikel 25, § 1, van het besluit van de Vlaamse Regering van 3 juni 2005Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 03/06/2005 pub. 22/09/2005 numac 2005036144 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Besluit van de Vlaamse Regering met betrekking tot de organisatie van de Vlaamse administratie sluiten met betrekking tot de organisatie van de Vlaamse administratie;2° minister: de Vlaamse minister, bevoegd voor de sociale economie;3° PLATOS-applicatie: het online platform voor opdrachten en subsidies van het departement Werk en Sociale Economie;4° tijdelijke kaderregeling: de mededeling van de Commissie van 19 maart 2020 (C(2020) 1863) Tijdelijke Kaderregeling inzake staatssteun ter ondersteuning van de economie vanwege de huidige COVID-19-uitbraak. HOOFDSTUK 2. - Staatssteun

Art. 2.Alle steun die toegekend wordt met toepassing van dit besluit en de uitvoeringsbesluiten ervan, wordt verleend binnen de grenzen en de voorwaarden, vermeld in de tijdelijke kaderregeling.

De voormelde steun kan niet uitgevoerd worden voor de Europese Commissie de steun heeft goedgekeurd. De steun wordt uiterlijk op 31 december 2021 toegekend.

De voormelde steun wordt toegekend binnen de voorwaarden, vermeld in punt 3.1 van de tijdelijke kaderregeling. HOOFDSTUK 3. - Steunregeling

Art. 3.Om maatwerkbedrijven te begeleiden en te ondersteunen, kan voor de volgende aspecten een subsidieaanvraag ingediend worden: 1° gerichte, toegankelijke en toekomstgerichte opleidingen ter versterking van de competenties van werknemers en met het oog op heroriëntering;2° acties om levenslang leren en opleiden te verankeren in maatwerkbedrijven;3° investeringen in opleidingsinfrastructuur van maatwerkbedrijven. De subsidie bedraagt maximaal 2.000.000 euro in totaal. De aanvragen worden gecentraliseerd door de vormingsfondsen.

In het tweede lid wordt verstaan onder vormingsfonds: het Sectoraal Vormingsfonds voor de Sociale Werkplaatsen en het Sectoraal Vormingsfonds voor de Beschutte Werkplaatsen.

Alleen de loonkosten, werkingskosten en investeringskosten die betrekking hebben op de uitvoering van het project en binnen de subsidieperiode gemaakt zijn, kunnen in aanmerking komen voor subsidiëring.

In het vierde lid wordt verstaan onder subsidieperiode: De periode waarbinnen de kosten die betrekking hebben op de uitvoering van het project in aanmerking kunnen komen voor subsidiëring.

De minister kan de subsidiabele kosten, vermeld in het vierde lid, verder specificeren. HOOFDSTUK 4. - Voorwaarden van de steunaanvraag

Art. 4.De steunaanvrager geeft een overzicht van de verkregen steun sinds 19 maart 2020. Daaruit blijkt dat, inclusief de gevraagde steun op basis van dit besluit, het maximum van 1.800.000 euro, vermeld in hoofdstuk 3.1 van de tijdelijke kaderregeling, nog niet overschreden is.

Art. 5.De steun mag alleen worden verleend aan ondernemingen die op 31 december 2019 geen onderneming in moeilijkheden zijn als vermeld in artikel 2, punt 18, van verordening (EU) nr. 651/2014 van de Commissie van 17 juni 2014 waarbij bepaalde categorieën steun op grond van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag met de interne markt verenigbaar worden verklaard. HOOFDSTUK 5. - Procedure voor de steunaanvraag

Art. 6.De steun wordt toegekend via een oproepprocedure.

Art. 7.De minister bepaalt de volgende voorwaarden van de oproep: 1° de budgettaire enveloppe die ter beschikking wordt gesteld;2° de ontvankelijkheidscriteria;3° de uiterste indieningsdatum.

Art. 8.De ontvankelijke steunaanvragen worden beoordeeld op basis van de volgende beoordelingscriteria: 1° relevantie;2° haalbaarheid;3° goed projectbeheer. De minister kan de criteria, vermeld in het eerste lid, specificeren.

Art. 9.De steunaanvragers dienen een steunaanvraag in via de PLATOS-applicatie.

Art. 10.De ontvankelijke steunaanvragen worden beoordeeld door een beoordelingscommissie, die samengesteld is uit minimaal drie evaluatoren van het departement.

Art. 11.De minister bepaalt de minimale score op de beoordelingscriteria en kent de steun toe.

Art. 12.De steunaanvrager wordt via de PLATOS-applicatie op de hoogte gebracht van de beslissing of er al dan niet steun wordt toegekend.

Art. 13.De minister bepaalt de periodieke uitbetalingen en de rapporteringsverplichtingen. HOOFDSTUK 6. - Controle

Art. 14.Het departement controleert of de voorwaarden van dit besluit en de uitvoeringsbesluiten ervan worden nageleefd.

Art. 15.De steunaanvrager bezorgt aan het departement de bewijsstukken die aantonen dat de voorwaarden, vermeld in dit besluit en de uitvoeringsbesluiten ervan of in de beslissing tot steuntoekenning, zijn nageleefd.

De minister bepaalt de rapporteringsvoorwaarden en de wijze waarop de bewijsstukken aan het departement worden bezorgd.

Art. 16.Het departement houdt gedetailleerde dossiers bij over de verlening van steun die onder de tijdelijke kaderregeling valt. Die dossiers bevatten alle informatie die nodig is om te kunnen nagaan of de voorwaarden, vermeld in dit besluit, zijn vervuld. Die dossiers worden tot tien jaar na de verlening van de steun bewaard en worden op verzoek aan de Europese Commissie verstrekt. HOOFDSTUK 7. - Slotbepalingen

Art. 17.Dit besluit treedt in werking op 15 oktober 2021.

Art. 18.De Vlaamse minister, bevoegd voor de sociale economie, is belast met de uitvoering van dit besluit.

Brussel, 15 oktober 2021 De minister-president van de Vlaamse Regering, J. JAMBON De Vlaamse minister van Economie, Innovatie, Werk, Sociale economie en Landbouw, H. CREVITS