gepubliceerd op 11 november 1999
Besluit van de Vlaamse regering houdende de voorwaarden, procedure en duur van de erkenning van levensbeschouwelijke, politieke en sociaal-economische verenigingen voor het verzorgen van radio- en/of televisieprogramma's op de Vlaamse Radio- en Televisieomroep
15 OKTOBER 1999. - Besluit van de Vlaamse regering houdende de voorwaarden, procedure en duur van de erkenning van levensbeschouwelijke, politieke en sociaal-economische verenigingen voor het verzorgen van radio- en/of televisieprogramma's op de Vlaamse Radio- en Televisieomroep (VRT)
De Vlaamse regering, Gelet op de decreten betreffende de radio-omroep en de televisie, gecoördineerd op 25 januari 1995, inzonderheid op de artikelen 27bis, § 1, § 2 en § 3, 27ter, § 1, § 2 en § 3 en 27quater, § 1 en § 2, zoals ingevoegd bij het decreet van 29 april 1997;
Gelet op het advies van de Vlaamse Mediaraad, gegeven op 18 mei 1999;
Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 29 juni 1999 over het verzoek aan de Raad van State om advies te geven binnen een termijn van een maand;
Gelet op het advies van de Raad van State, gegeven op 9 september 1999, met toepassing van artikel 84, eerste lid, 1°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;
Op voorstel van de Vlaamse minister van Economie, Ruimtelijke Ordening en Media;
Na beraadslaging, Besluit : HOOFDSTUK I. - Erkenningsvoorwaarden
Artikel 1.§ 1. Voor het verzorgen van televisieprogramma's erkent de Vlaamse regering in overeenstemming met de voorwaarden vervat in artikel 27bis, § 1 en § 2 en 27ter, § 1 en § 2 van de decreten betreffende de radio-omroep en de televisie, gecoördineerd op 25 januari 1995, zoals ingevoegd bij het decreet van 29 april 1997 (hierna : « de gecoördineerde decreten ») : 1° twee levensbeschouwelijke verenigingen die overeenstemmen met de meest representatieve levensbeschouwelijke stromingen;2° één politieke vereniging per politieke fractie in het Vlaams Parlement; § 2. Voor het verzorgen van televisieprogramma's kan de Vlaamse regering in overeenstemming met de voorwaarden vervat in artikel 27bis, § 1 en § 2 van de gecoördineerde decreten andere verenigingen met een levensbeschouwelijk karakter dan die welke erkend zijn overeenkomstig § 1, erkennen, met dien verstande dat ten hoogste één representatieve levensbeschouwelijke vereniging per wettelijk erkende eredienst wordt erkend.
Art. 2.Voor het verzorgen van radioprogramma's erkent de Vlaamse regering in overeenstemming met de in dit besluit vastgelegde voorwaarden en nadat de gedelegeerd bestuurder van de VRT daarover een gemotiveerde uitspraak heeft gedaan : 1° één vereniging per politieke fractie in het Vlaams Parlement;2° twee levensbeschouwelijke verenigingen die overeenstemmen met de meest representatieve levensbeschouwelijke stromingen;3° de sociaal-economische verenigingen, met dien verstande dat één vereniging erkend wordt voor elke organisatie die vertegenwoordigd is in de Sociaal-Economische Raad van Vlaanderen;4° andere levensbeschouwelijke verenigingen, andere dan erkend onder 2, met dien verstande dat ten hoogste één representatieve levensbeschouwelijke vereniging per wettelijk erkende eredienst wordt erkend;5° één gezinsorganisatie.
Art. 3.§ 1. De erkende levensbeschouwelijke, politieke en andere verenigingen verzorgen televisie- en/of radioprogramma's die rechtstreeks zijn afgestemd op het verschaffen van opiniëring respectievelijk vanuit representatieve levensbeschouwelijke stromingen, representatieve politieke stromingen of sociale, economische, culturele en maatschappelijke stromingen. § 2. De uitzendingen dienen te worden voorafgegaan door een duidelijke herkenning van de vereniging die in geen geval mag verwijzen naar een andere vereniging erkend voor het verzorgen van radio- en/of televisieprogramma's of een erkende omroep. HOOFDSTUK II. - Procedure tot erkenning
Art. 4.De Vlaamse minister, bevoegd voor het mediabeleid, publiceert in het Belgisch Staatsblad een oproep tot erkenning van verenigingen voor het verzorgen van radio- of televisieprogramma's. Deze oproep vermeldt de modaliteiten en de termijnen waarbinnen het verzoek tot erkenning moet worden ingediend.
Art. 5.Het verzoek tot erkenning moet binnen dertig dagen na de publicatiedatum van de oproep per aangetekend schrijven worden ingediend bij de Vlaamse minister, bevoegd voor het mediabeleid. Het verzoek moet ondertekend zijn door de personen die bevoegd zijn om de vereniging te vertegenwoordigen. Het verzoek dient opgesteld te zijn in het Nederlands.
Art. 6.Het verzoek tot erkenning voor het verzorgen van televisieprogramma's van de verenigingen bedoeld onder artikel 1 van dit besluit omvat de statuten van de vereniging zoals ze, in voorkomend geval, zijn verschenen in het Belgisch Staatsblad.
Art. 7.Het verzoek tot erkenning voor het verzorgen van radioprogramma's van de verenigingen bedoeld in artikel 2 van dit besluit omvat de statuten van de vereniging zoals ze, in voorkomend geval, zijn verschenen in het Belgisch Staatsblad. HOOFDSTUK III. - Duur van de erkenning
Art. 8.De verenigingen zijn telkens erkend voor vijf jaar ingaande op 1 januari van het jaar volgend op de vernieuwing van het Vlaams Parlement.
Art. 9.Indien een erkende vereniging wenst af te zien van haar erkenning, wordt dat per aangetekend schrijven aan de Vlaamse minister, bevoegd voor het media beleid, meegedeeld. HOOFDSTUK IV. - Overgangsbepaling
Art. 10.De bestaande erkenningen op het ogenblik van de inwerkingtreding van dit besluit worden verlengd tot 31 december 1999. HOOFDSTUK V. - Slotbepalingen
Art. 11.Opgeheven worden zodra de nieuwe erkenningen zijn gebeurd overeenkomstig de artikelen 1, 2 en 9 van dit besluit : 1° het besluit van de Vlaamse regering van 31 juli 1991 houdende de regels volgens welke derden kunnen worden gemachtigd om radioprogramma's te verzorgen.2° het besluit van de Vlaamse regering van 21 december 1995 betreffende de erkenning van niet-commerciële verenigingen en stichtingen die uitsluitend tot doel hebben televisieprogramma's uit te zenden die rechtstreeks zijn afgestemd op het verschaffen van opiniëring vanuit representatieve sociale, economische, culturele, maatschappelijke en levensbeschouwelijke stromingen.
Art. 12.De Vlaams minister, bevoegd voor het mediabeleid, is belast met de uitvoering van dit besluit.
Brussel, 15 oktober 1999.
De minister-president van de Vlaamse regering, P. DEWAEL De Vlaamse minister van Economie, Ruimtelijke Ordening en Media, D. VAN MECHELEN