Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Vlaamse Regering van 15 juni 2007
gepubliceerd op 12 juli 2007

Besluit tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 24 mei 1995 houdende vaststelling van de regelen betreffende de werking en het beheer van het Vlaams Fonds voor de Lastendelging en tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 27 juli 2004 tot bepaling van de bevoegdheden van de leden van de Vlaamse Regering

bron
vlaamse overheid
numac
2007036026
pub.
12/07/2007
prom.
15/06/2007
ELI
eli/besluit/2007/06/15/2007036026/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

15 JUNI 2007. - Besluit tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 24 mei 1995 houdende vaststelling van de regelen betreffende de werking en het beheer van het Vlaams Fonds voor de Lastendelging en tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 27 juli 2004 tot bepaling van de bevoegdheden van de leden van de Vlaamse Regering


De Vlaamse Regering, Gelet op de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen, het laatst gewijzigd bij het bijzonder decreet van 7 juli 2006;

Gelet op het bijzondere decreet van 7 juli 2006 over de Vlaamse instellingen, inzonderheid op artikel 22;

Gelet op het decreet van 21 december 1994 houdende bepalingen tot begeleiding van de begroting 1995, inzonderheid op artikel 53, gewijzigd bij het decreet van 19 december 1998;

Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 24 mei 1995 houdende vaststelling van de regelen betreffende de werking en het beheer van het Vlaams Fonds voor de Lastendelging, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse Regering van 22 september 1998, 9 februari 1999, 23 juni 2006 en 1 september 2006;

Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 27 juli 2004 tot bepaling van de bevoegdheden van de leden van de Vlaamse Regering, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse Regering van 15 oktober 2004, 23 december 2005, 19 mei 2006, 30 juni 2006 en 1 september 2006;

Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 3 juni 2005 met betrekking tot de organisatie van de Vlaamse administratie, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse Regering van 7 oktober 2005, 16 december 2005, 10 maart 2006, 31 maart 2006 en 24 november 2006;

Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de begroting, gegeven op 8 maart 2007;

Gelet op het advies van de Raad van State, gegeven op 25 april 2007, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;

Op voorstel van de Vlaamse minister van Financiën en Begroting en Ruimtelijke Ordening;

Na beraadslaging, Besluit :

Artikel 1.In artikel 1 van het besluit van de Vlaamse Regering van 24 mei 1995 houdende vaststelling van de regelen betreffende de werking en het beheer van het Vlaams Fonds voor de Lastendelging, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse Regering van 9 februari 1999, 23 juni 2006 en 1 september 2006, wordt § 2 vervangen door wat volgt : « § 2. 1° De lasten, vermeld in artikel 53, § 2, tweede lid, 1° en 2°, van het decreet van 21 december 1994 houdende bepalingen tot begeleiding van de begroting 1995 kunnen op het Fonds worden aangerekend binnen de hierna bepaalde grenzen : a. van de hoofdsom wordt 90 % ten laste gelegd van het Fonds, tenzij het bedrag van de resterende 10 % groter is dan 1 miljoen euro.In dat geval wordt een groter aandeel ten laste gelegd van het Fonds in die mate dat het gedeelte van de hoofdsom dat binnen de kredieten van het betrokken beleidsdomein dient te worden opgevangen niet meer kan bedragen dan 1 miljoen euro per dossier. Bij samenvoeging van dossiers wordt die grens van 1 miljoen euro per afzonderlijk dossier bepaald; b. van de verwijlintresten wordt 50 % ten laste gelegd van het Fonds, tenzij het bedrag van de resterende 50 % groter is dan 1 miljoen euro. In dat geval wordt een groter aandeel ten laste gelegd van het Fonds voor zover het gedeelte van de verwijlintresten dat binnen de kredieten van het betrokken beleidsdomein moet worden opgevangen niet meer bedraagt dan 1 miljoen euro per dossier. Bij samenvoeging van dossiers wordt die grens van 1 miljoen euro per afzonderlijk dossier bepaald; 2° De door de Vlaamse Regering ten laste genomen kosten in geval van algemene ramp, als vermeld in de wet van 12 juli 1976 betreffende het herstel van zekere schade veroorzaakt aan private goederen door natuurrampen, kunnen volledig op het Fonds worden aangerekend;3° In afwijking van punt 1° worden de verplichtingen die verbonden zijn aan geschillen, ontstaan voor 1 januari 1989 met betrekking tot schoolgebouwen die voor die datum beheerd werden door het Gebouwenfonds voor de Rijksscholen en op die datum overgedragen werden door de federale staat, volledig aangerekend op het Fonds.Deze bepaling geldt niet voor de verplichtingen die al vereffend werden voor 31 december 1998; 4° Uitgaven die voortvloeien uit een bewarend beslag, kunnen ten laste worden genomen van het Fonds.Als het bewarend beslag omgezet wordt in een uitvoerend beslag, worden die uitgaven ten laste van het Fonds, met behoud van de toepassing van punt 1° en 2°, in principe volledig terugbetaald door de entiteiten, bevoegd voor het dossier ten gronde waaruit de vordering voortvloeit, of volledig gecompenseerd op de kredieten van de entiteiten, bevoegd voor het dossier ten gronde waaruit de vordering voortvloeit, uiterlijk bij de opmaak van de begroting van de Vlaamse Gemeenschap van het daaropvolgende jaar. Als het bewarend beslag opgeheven wordt en het geblokkeerde bedrag van het beslag vrijgegeven wordt, wordt het volledige bedrag meteen teruggestort op de rekening van het Fonds. Het openstaande saldo van die uitgave van het Fonds bedraagt, rekening houdend met de uitgevoerde terugbetalingen van de geblokkeerde, aparte rekening en de uitgevoerde terugbetalingen door de betrokken entiteiten, bevoegd voor het dossier ten gronde waaruit de vordering voortvloeit, maximaal 5 miljoen euro; 5° Als bij een uitvoerend beslag de beschikbare begrotingskredieten van de entiteit, bevoegd voor het dossier ten gronde waaruit de vordering voortvloeit, in het lopende begrotingsjaar ontoereikend zijn ter compensatie van de ordonnancering, uitgevoerd met toepassing van artikel 10bis van het besluit van de Vlaamse Regering van 27 juli 2004 tot bepaling van de bevoegdheden van de leden van de Vlaamse Regering, wordt het saldo van de uitgaven ten laste genomen van het Fonds.Het saldo van de uitgaven van het Fonds wordt, met behoud van de toepassing van punt 1° en 2°, in principe volledig gecompenseerd op de kredieten van de entiteit, bevoegd voor het dossier ten gronde waaruit de vordering voortvloeit, uiterlijk bij de opmaak van de begroting van de Vlaamse Gemeenschap van het daaropvolgende jaar. Het openstaande saldo van die uitgave van het Fonds bedraagt, rekening houdend met de uitgaven en terugbetalingen, vermeld in punt 5°, en met de uitgevoerde compensaties op de kredieten van de betrokken entiteiten, bevoegd voor het dossier ten gronde waaruit de vordering voortvloeit, maximaal 5 miljoen euro. »

Art. 2.Aan artikel 7 van het besluit van de Vlaamse Regering van 27 juli 2004 tot bepaling van de bevoegdheden van de leden van de Vlaamse Regering, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 23 december 2005, wordt een punt 12° toegevoegd, dat luidt als volgt : « 12° de erkenning van vorderingen als lasten van het verleden, vermeld in artikel 53, § 2, tweede lid, 1°, van het decreet van 21 december 1994 houdende bepalingen tot begeleiding van de begroting 1995 na voorafgaand akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de financiën en de begrotingen. »

Art. 3.Aan hetzelfde besluit wordt een artikel 10ter toegevoegd, dat luidt als volgt : «

Art. 10ter.De Vlaamse minister, bevoegd voor de financiën en de begrotingen, heeft delegatie om vorderingen waarvan de hoofdsom niet meer dan 25.000 euro bedraagt, te erkennen als last als vermeld in artikel 53, § 2, tweede lid, 2°, van het decreet van 21 december 1994 houdende bepalingen tot begeleiding van de begroting 1995. »

Art. 4.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 22 december 2006.

Art. 5.De Vlaamse minister, bevoegd voor de financiën en de begrotingen, is belast met de uitvoering van dit besluit.

Brussel, 15 juni 2007.

De minister-president van de Vlaamse Regering, Y. LETERME De Vlaamse minister van Financiën en Begroting en Ruimtelijke Ordening, D. VAN MECHELEN

^