gepubliceerd op 07 september 2016
Besluit van de Vlaamse Regering betreffende de wijziging van de ligging van de installaties voor het vervoer van gasachtige vloeistoffen, in eigendom van N.V. P.A.L.L., die nu in beheer zijn bij Petrochemical Pipeline Services B.V., gelegen in het openbaar domein onder de Hoogmolenbrug over het Albertkanaal in Schoten, beheerd door nv De Scheepvaart
15 JULI 2016. - Besluit van de Vlaamse Regering betreffende de wijziging van de ligging van de installaties voor het vervoer van gasachtige vloeistoffen, in eigendom van N.V. P.A.L.L., die nu in beheer zijn bij Petrochemical Pipeline Services B.V., gelegen in het openbaar domein onder de Hoogmolenbrug over het Albertkanaal in Schoten, beheerd door nv De Scheepvaart
DE VLAAMSE REGERING, Gelet op de
wet van 12 april 1965Relevante gevonden documenten
type
wet
prom.
12/04/1965
pub.
08/03/2007
numac
2007000126
bron
federale overheidsdienst binnenlandse zaken
Wet betreffende de bescherming van het loon der werknemers
sluiten betreffende het vervoer van gasachtige producten en andere door middel van leidingen, artikel 9, tweede en derde lid, en artikel 12;
Gelet op het koninklijk besluit van 15 maart 1966 tot wijziging van de ligging of het tracé van een gasvervoerinstallatie ter uitvoering van de wet van 12 april 1965Relevante gevonden documenten type wet prom. 12/04/1965 pub. 08/03/2007 numac 2007000126 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de bescherming van het loon der werknemers sluiten betreffende het vervoer van gasachtige producten en andere door middel van leidingen, artikel 2, 3, 4 en 5;
Gelet op het ministerieel besluit van 3 maart 1977 (kenmerk P323-986) waarbij aan de DSM Transportmaatschappij B.V. (thans N.V. P.A.L.L.) een toelating wordt verleend om vloeibare koolwaterstoffen te vervoeren door middel van een leiding van Antwerpen tot aan de Belgisch-Nederlandse grens te Maasmechelen (Leut), verlengd bij ministerieel besluit P329-3412A van 4 november 2009;
Overwegende dat de leidingen, vermeld in de bovenstaande alinea's, gelegen zijn in het openbaar domein, beheerd door nv De Scheepvaart;
Overwegende dat het Albertkanaal ingedeeld is bij de klasse VIb waterwegen, waarvan de Europese Conferentie van Ministers van Transport in resolutie nr. 92/2 de kenmerken heeft gedefinieerd;
Overwegende dat waterwegen van klasse VIb minstens moeten voldoen aan een vrije vaarhoogte van 9,10 meter en dat de Hoogmolenbrug momenteel niet aan die norm voldoet en dus aangepast moet worden;
Overwegende dat ook de Vlaamse Regering in haar regeerakkoord van 23 juli 2014 investeringen in een betrouwbaar, efficiënt en slim waterwegennetwerk als prioriteit naar voren heeft geschoven, meer bepaald door te werken aan de verdere uitbouw van het Albertkanaal en de graduele verhoging van de bruggen over het Albertkanaal vanuit Antwerpen richting Luik;
Overwegende dat de Vlaamse minister van Mobiliteit en Openbare Werken het oplossen van capaciteitsbeperkende knelpunten heeft ingeschreven in de beleidsnota 2014-2019, om een capaciteitsverhoging van het Albertkanaal te realiseren in overeenstemming met de normen van resolutie nr. 92/2;
Overwegende dat daarvoor het strategische project "Verhoging bruggen op Albertkanaal tot een vrije hoogte van 9,10 m" is gedefinieerd; dat in het Masterplan 2020, goedgekeurd door de Vlaamse Regering op 29 september 2010, voor dit project een uitvoeringstraject is opgesteld om de realisatie ervan tegen 2020 mogelijk te maken;
Overwegende dat deze doelstelling ook opgenomen is in het ondernemingsplan van de naamloze vennootschap De Scheepvaart;
Overwegende dat de herbouw Hoogmolenbrug begrepen is in het PPS-project waarvoor op 17 juli 2015 door de Vlaamse Regering een erkenning werd verleend PPS-project, conform het PPS-decreet;
Overwegende dat, voor zover het PPS-project niet zou doorgaan, nv De Scheepvaart voor dit project kredieten zal voorzien in haar meerjarig investeringsprogramma;
Overwegende dat de verplaatsing van de leiding moet worden uitgevoerd in het belang van de waterweg, als een rechtstreeks gevolg van de verhoging van de bruggen;
Overwegende dat krachtens artikel 9, derde lid, van de wet van 12 april 1965Relevante gevonden documenten type wet prom. 12/04/1965 pub. 08/03/2007 numac 2007000126 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de bescherming van het loon der werknemers sluiten die wijzigingen uitgevoerd worden op kosten van degenen die de gasvervoerinstallaties exploiteren;
Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 13 juli 2015;
Gelet op het akkoord van de minister van Begroting, gegeven op 12 juli 2016;
Op voorstel van de Vlaamse minister van Mobiliteit, Openbare Werken, Vlaamse Rand, Toerisme en Dierenwelzijn;
Na beraadslaging, Besluit :
Artikel 1.N.V. Pijpleiding Antwerpen Limburg Luik (P.A.L.L.), Geleenlaan 35, 3600 Genk, België (voorheen DSM Transportmaatschappij B.V.), houder van een toelating om vloeibare koolwaterstoffen te vervoeren door middel van een leiding van Antwerpen tot aan de Belgisch-Nederlandse grens in Maasmechelen (Leut), verleend bij ministerieel besluit van 3 maart 1977 (kenmerk P323-986), verlengd bij ministerieel besluit P329-3412A van 4 november 2009, is ertoe gehouden op eigen kosten het gedeelte van die leiding, gelegen in de onderbouw van de Hoogmolenbrug in Schoten, te verwijderen om de verhoging van de brug mogelijk te maken. Die verplaatsing moet uiterlijk op 1 januari 2019 zijn uitgevoerd.
Art. 2.Een eensluidend verklaard afschrift van dit besluit zal aan N.V. P.A.L.L. en aan de federale minister, bevoegd voor het energiebeleid, betekend worden.
Art. 3.De Vlaamse minister, bevoegd voor het mobiliteitsbeleid, de openbare werken en het vervoer, is belast met de uitvoering van dit besluit.
Brussel, 15 juli 2016 De minister-president van de Vlaamse Regering, G. BOURGEOIS De Vlaamse minister van Mobiliteit, Openbare Werken, Vlaamse Rand, Toerisme en Dierenwelzijn, B. WEYTS