gepubliceerd op 02 september 1997
Besluit van de Vlaamse regering houdende erkenning van het vormingsprogramma van het Vlaams Instituut voor het Zelfstandig Ondernemen als vorming die voor de vervulling van de deeltijdse leerplicht in aanmerking komt
15 JULI 1997. Besluit van de Vlaamse regering houdende erkenning van het vormingsprogramma van het Vlaams Instituut voor het Zelfstandig Ondernemen als vorming die voor de vervulling van de deeltijdse leerplicht in aanmerking komt
De Vlaamse regering, Gelet op de wet van 29 juni 1983 betreffende de leerplicht, inzonderheid op artikel 2, gewijzigd bij het decreet van 31 juli 1990;
Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 31 juli 1990 houdende de organisatie, de normering en de financiering van de erkende vorming in het kader van de deeltijdse leerplicht inzonderheid op hoofdstuk II, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse regering van 24 juli 1996;
Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 31 juli 1990 houdende samenstelling van de commissie voor advies inzake erkenning van vormingsprogramma's voor de vervulling van de deeltijdse leerplicht;
Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 1 juli 1997;
Op voorstel van de Vlaamse minister van Onderwijs en Ambtenarenzaken;
Na beraadslaging, Besluit :
Artikel 1.Het vormingsprogramma van het Vlaams Instituut voor het Zelfstandig Ondernemen, georganiseerd overeenkomstig de bepalingen van het besluit van de Vlaamse regering van 24 juli 1996 betreffende de leertijd, bedoeld bij het decreet van 23 januari 1991 betreffende de vorming en de begeleiding van de zelfstandigen en de kleine en middelgrote ondernemingen, wordt met ingang van 1 september 1997 erkend als vorming die voor de vervulling van de deeltijdse leerplicht in aanmerking komt.
Art. 2.De instelling vermeld in artikel l is verplicht de bevoegde ambtenaren in de mogelijkheid te stellen ter plaatse de effectieve, volledige en correcte uitvoering van het erkende vormingsprogramma te controleren.
Art. 3.De in artikel l verleende erkenning kan worden opgeheven nadat is vastgesteld dat het vormingsprogramma niet of onvolledig wordt uitgevoerd.
Art. 4.De Vlaamse minister, bevoegd voor het onderwijs, is belast met de uitvoering van dit besluit.
Brussel, 15 juli 1997.
De minister-president van de Vlaamse regering, L. VAN DEN BRANDE De Vlaamse minister van Onderwijs en Ambtenarenzaken, L. VAN DEN BOSSCHE