Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Vlaamse Regering van 14 januari 2022
gepubliceerd op 12 april 2022

Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 22 februari 2019 houdende de toekenning van een subsidie voor een vernieuwend project werknemersstatuut van de kinderbegeleider gezinsopvang, wat betreft de uitbreiding van het aantal werknemers ter uitvoering van het zesde Vlaams Intersectoraal akkoord van 30 maart 2021 voor de social/non-profitsectoren voor de periode 2021-2025 en wat betreft de aanpassing van het subsidiebedrag en de toekenningsprocedure

bron
vlaamse overheid
numac
2022020325
pub.
12/04/2022
prom.
14/01/2022
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

14 JANUARI 2022. - Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 22 februari 2019Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 22/02/2019 pub. 02/04/2019 numac 2019011328 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering houdende de toekenning van een subsidie voor een vernieuwend project werknemersstatuut van de kinderbegeleider gezinsopvang sluiten houdende de toekenning van een subsidie voor een vernieuwend project werknemersstatuut van de kinderbegeleider gezinsopvang, wat betreft de uitbreiding van het aantal werknemers ter uitvoering van het zesde Vlaams Intersectoraal akkoord van 30 maart 2021 voor de social/non-profitsectoren voor de periode 2021-2025 en wat betreft de aanpassing van het subsidiebedrag en de toekenningsprocedure


Rechtsgronden Dit besluit is gebaseerd op: - het decreet van 30 april 2004 tot oprichting van het intern verzelfstandigd agentschap met rechtspersoonlijkheid Opgroeien regie, artikel 5, § 1, eerste lid, 1°, a) en 2° en artikel 5, § 2, 2°, a), ingevoegd bij het decreet van 1 maart 2019, en artikel 8, § 2; - het decreet van 20 april 2012Relevante gevonden documenten type decreet prom. 20/04/2012 pub. 15/06/2012 numac 2012035637 bron vlaamse overheid Decreet houdende de organisatie van kinderopvang van baby's en peuters sluiten houdende de organisatie van kinderopvang van baby's en peuters, artikel 14, gewijzigd bij het decreet van 21 mei 2021.

Vormvereisten De volgende vormvereisten zijn vervuld: - de Vlaamse minister, bevoegd voor de begroting, heeft zijn akkoord gegeven op 25 oktober 2021. - De Raad van State heeft advies 70.459/1 gegeven op 13 december 2021, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973.

Motivering Dit besluit is gebaseerd op het volgende motief: - Dit besluit is nodig om het zesde Vlaams Intersectoraal akkoord van 30 maart 2021 voor de social/non-profitsectoren voor de periode 2021-2025 betreffende kwaliteitsmaatregelen en het extra personeel, waaronder de extra omschakeling van onthaalouders sui generis naar het werknemersstatuut, uit te voeren en om het subsidiebedrag te verhogen.

Initiatiefnemer Dit besluit wordt voorgesteld door de Vlaamse minister van Welzijn, Volksgezondheid, Gezin en Armoedebestrijding.

Na beraadslaging, DE VLAAMSE REGERING BESLUIT:

Artikel 1.In artikel 3, eerste lid, van het besluit van de Vlaamse Regering van 22 februari 2019Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 22/02/2019 pub. 02/04/2019 numac 2019011328 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering houdende de toekenning van een subsidie voor een vernieuwend project werknemersstatuut van de kinderbegeleider gezinsopvang sluiten houdende de toekenning van een subsidie voor een vernieuwend project werknemersstatuut van de kinderbegeleider gezinsopvang wordt de datum "31 maart 2021" vervangen door de datum "31 maart 2023".

Art. 2.In artikel 4 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in het eerste lid, 1°, wordt het bedrag "13.516,14 euro" vervangen door het bedrag "14.698,54 euro"; 2° in het eerste lid, 2°, wordt het bedrag "17.625,03 euro" vervangen door het bedrag "18.410,00 euro"; 3° het tweede lid wordt vervangen door wat volgt: "Het bedrag, vermeld in het eerste lid, wordt verhoudingsgewijze verminderd als een voltijdsequivalent of een fractie ervan niet wordt ingevuld gedurende een periode van meer dan dertig dagen.Als blijkt dat vanaf het moment dat de tewerkstelling wijzigt, geen of geen volledig loon verschuldigd is aan de werknemer in kwestie, wordt de subsidie verrekend met het saldo of door de organisator terugbetaald.".

Art. 3.In hetzelfde besluit, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse Regering van 13 november 2020 en 12 maart 2021, wordt een artikel 4/1 ingevoegd, dat luidt als volgt: "

Art. 4/1.De organisator verliest het recht op de subsidie, vermeld in artikel 4, als een voltijdsequivalent of een fractie ervan uit het vernieuwende project stapt en niet vervangen wordt door een nieuwe kinderbegeleider in een werknemersstatuut binnen zes maanden vanaf de eerste dag van de maand waarin de gewijzigde situatie zich heeft voorgedaan.

Het agentschap kan de vrijgekomen voltijdsequivalenten of fracties ervan opnieuw invullen door die toe te kennen op basis van de reservelijst, vermeld in artikel 15, achtste lid, binnen de publieke of private sector al naargelang de oorspronkelijke toekenning.".

Art. 4.In hetzelfde besluit, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse Regering van 13 november 2020 en 12 maart 2021, wordt het opschrift van hoofdstuk 5 vervangen door wat volgt: "Hoofdstuk 5. Oproep, aanvraag en toekenning van de subsidie".

Art. 5.In hoofdstuk 5 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 12 maart 2021Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 12/03/2021 pub. 25/06/2021 numac 2021031677 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van diverse besluiten over welzijn, volksgezondheid en gezin naar aanleiding van de integratie van de agentschappen Kind en Gezin en Jongerenwelzijn in het kader van het geïntegreerd gezinsbeleid en tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 22 maart 2013 wat betreft het opstellen van het verslag van de kandidaat-adoptanten, dienstig voor het herkomstland, vermeld in artikel 15 van het Haags Adoptieverdrag sluiten, wordt een artikel 12/1 ingevoegd, dat luidt als volgt: "

Art. 12/1.Het agentschap maakt in 2021 een oproep bekend voor de toekenning van bijkomende subsidies in het kader van het vernieuwende project voor de aanwerving van 244 voltijdsequivalente kinderbegeleiders in de private sector en 27,77 voltijdsequivalente kinderbegeleiders in de publieke sector en voor de vervanging van de vrijgekomen voltijdsequivalente kinderbegeleiders, vermeld in artikel 4/1.".

Art. 6.In artikel 13, eerste lid, van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 12 maart 2021Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 12/03/2021 pub. 25/06/2021 numac 2021031677 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van diverse besluiten over welzijn, volksgezondheid en gezin naar aanleiding van de integratie van de agentschappen Kind en Gezin en Jongerenwelzijn in het kader van het geïntegreerd gezinsbeleid en tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 22 maart 2013 wat betreft het opstellen van het verslag van de kandidaat-adoptanten, dienstig voor het herkomstland, vermeld in artikel 15 van het Haags Adoptieverdrag sluiten, wordt de zinsnede "op 31 januari 2019" vervangen door de zinsnede " negentig dagen na het versturen van de oproep, vermeld in artikel 12/1,".

Art. 7.In artikel 15 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 12 maart 2021Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 12/03/2021 pub. 25/06/2021 numac 2021031677 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van diverse besluiten over welzijn, volksgezondheid en gezin naar aanleiding van de integratie van de agentschappen Kind en Gezin en Jongerenwelzijn in het kader van het geïntegreerd gezinsbeleid en tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 22 maart 2013 wat betreft het opstellen van het verslag van de kandidaat-adoptanten, dienstig voor het herkomstland, vermeld in artikel 15 van het Haags Adoptieverdrag sluiten, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in het eerste lid wordt de zinsnede "op 31 maart 2019" vervangen door de zinsnede "negentig dagen na de laatste dag van de termijn voor het indienen van de aanvragen, vermeld in artikel 13, eerste lid,";2° in het tweede lid, 1°, wordt de zinsnede ", meer bepaald uiterlijk op 31 januari 2019" vervangen door de zinsnede "conform artikel 13, eerste lid";3° in het derde lid, 2°, wordt de zinsnede "op 1 april 2019" vervangen door de woorden "negentig dagen na de datum van de toewijzingsbeslissing van de bijkomende voltijdsequivalente werknemers";4° in het derde lid wordt punt 3° opgeheven;5° het vierde lid tot en met het zesde lid worden vervangen door wat volgt: "Bij de beoordeling van de aanvragen gelden de volgende voorrangscriteria: 1° in een eerste fase wordt voorrang gegeven aan de organisatoren die voor minder dan 5% van hun vergunde locaties gezinsopvang en groepsopvang als vermeld in artikel 73, derde lid van het Vergunningsbesluit van 22 november 2013, kinderbegeleiders in het werknemersstatuut in het werknemersstatuut kregen toegekend.Het agentschap kent voltijdsequivalente kinderbegeleiders toe tot een maximum van 5%, met een minimum van één voltijdsequivalente kinderbegeleider, of met een veelvoud ervan; 2° in een tweede fase wordt voorrang gegeven aan de organisatoren die voor minder dan 10% van hun vergunde locaties gezinsopvang en groepsopvang als vermeld in artikel 73, derde lid van het Vergunningsbesluit van 22 november 2013, kinderbegeleiders in het werknemersstatuut kregen toegekend.Het agentschap kent voltijdsequivalente kinderbegeleiders toe tot een maximum van 10%, met een minimum van één voltijdsequivalente kinderbegeleider, of met een veelvoud ervan; 3° in een derde fase wordt voorrang gegeven aan de organisatoren die voor minder dan 15% van hun vergunde locaties gezinsopvang en groepsopvang als vermeld in artikel 73, derde lid van het Vergunningsbesluit van 22 november 2013, kinderbegeleiders in het werknemersstatuut kregen toegekend.Het agentschap kent voltijdsequivalente kinderbegeleiders toe tot een maximum van 15%, met een minimum van één voltijdsequivalent kinderbegeleider, of met een veelvoud ervan; 4° in een vierde fase wordt voorrang gegeven aan de organisatoren die voor minder dan 20% van hun vergunde locaties gezinsopvang en groepsopvang als vermeld in artikel 73, derde lid van het Vergunningsbesluit van 22 november 2013, kinderbegeleiders in het werknemersstatuut kregen toegekend.Het agentschap kent voltijdsequivalente kinderbegeleiders toe tot een maximum van 20%, met een minimum van één voltijdsequivalente kinderbegeleider, of met een veelvoud ervan; 5° in een vijfde fase wordt voorrang gegeven aan de organisatoren die voor minder dan 25% van hun vergunde locaties gezinsopvang en groepsopvang als vermeld in artikel 73, derde lid van het Vergunningsbesluit van 22 november 2013, kinderbegeleiders in het werknemersstatuut kregen toegekend.Het agentschap kent voltijdsequivalente kinderbegeleiders toe tot een maximum van 25% met een minimum van één voltijdsequivalente kinderbegeleider, of met een veelvoud ervan.

Het aantal vergunde locaties per organisator worden vastgelegd op 1 september 2021.

Als er binnen een bepaalde fase als vermeld in het vierde lid, meer aanvragen zijn dan kunnen worden toegekend, worden de beschikbare voltijdsequivalente kinderbegeleiders pro rata verdeeld over het aantal organisatoren die een aanvraag hebben ingediend voor de fase in kwestie. Als geen pro-rataverdeling mogelijk is in de fase in kwestie, wordt voorrang gegeven aan de aanvragen met de hoogste score op de scores op basis van de gegrondheid, vermeld in het zevende lid."; 6° er worden een zevende en achtste lid toegevoegd, die luiden als volgt: "Het agentschap beoordeelt de gegrondheid van de aanvragen op basis van de som van de volgende scores: 1° de score van het agentschap voor de bezetting in 2020 op drie punten.De bezetting wordt berekend conform artikel 21 van het Subsidiebesluit van 22 november 2013, en de scores worden op de volgende wijze toegekend: a) 0 punten voor een bezettingspercentage lager dan 80%;b) 1 punt voor een bezettingspercentage vanaf 80% en minder dan 90%;c) 2 punten voor een bezettingspercentage vanaf 90% en minder dan 100%;d) 3 punten voor een bezettingspercentage vanaf 100%;2° de score van het agentschap op 1 september 2021 voor de verhouding van het aantal subsidieerbare kinderopvangplaatsen met de subsidie voor inkomenstarief voor gezinsopvang ten opzichte van het aantal vergunde locaties gezinsopvang van de organisator, hierna plaats-locatieratio te noemen, op 3 punten en waarbij de scores op de volgende wijze worden toegekend: a) een score van 3 punten als de organisator een plaats-locatieratio heeft van maximaal 4;b) een score van 2 punten als de organisator een plaats-locatieratio heeft van maximaal 5;c) een score van 1 punt als de organisator een plaats-locatieratio heeft van maximaal 6;d) een score van 0 punten als de organisator een plaats-locatieratio heeft van meer dan 6;3° de score van het agentschap voor het bereiken van de voorrangsgroepen, vermeld in artikel 22 van het Subsidiebesluit van 22 november 2013 op 2 punten en waarbij de scores op de volgende wijze worden berekend: a) een score van 0 punten als het percentage bereikte voorrangsgroepen in 2019 en 2020 minder dan 20% bedraagt;b) een score van 1 punt als het percentage bereikte voorrangsgroepen in 2019 of 2020 meer dan 20% en minder dan 30% bedraagt;c) een score van 2 punten als het percentage voorrangsgroepen in 2019 of 2020 meer dan 30% bedraagt. Op basis van de pro-rataverdeling en op basis van de scores, vermeld in het zesde en zevende lid, maakt het agentschap een reservelijst op voor de toekenning van de vrijgekomen voltijdsequivalente kinderbegeleiders, vermeld in artikel 4/1, en voor de toekenning van de bijkomende subsidies voor voltijdsequivalente kinderbegeleiders, vermeld in artikel 12/1. De subsidies worden toegekend in volgorde van de reservelijst en rekening houdend met het beschikbare budget.".

Art. 8.In hetzelfde besluit, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse Regering van 13 november 2020 en 12 maart 2021, worden een artikel 15/1 tot en met 15/3 ingevoegd, die luiden als volgt: "

Art. 15/1.Het agentschap bezorgt op digitale wijze het voornemen tot het nemen van de beslissing, vermeld in artikel 4/1, aan de organisator. De organisator beschikt over tien dagen vanaf de datum van kennisgeving van het voornemen om te reageren op het voornemen.

Het agentschap beslist binnen tien dagen na de dag waarop het antwoord van de organisator heeft ontvangen, of na het verlopen van de termijn, vermeld in het tweede lid.

Het agentschap bezorgt de beslissing op digitale wijze uiterlijk tien dagen na de datum van de beslissing. De beslissing vermeldt de mogelijkheid om bezwaar aan te tekenen en de wijze waarop dat moet gebeuren.

Art. 15/2.De organisator kan uiterlijk tien dagen na de kennisgeving van de beslissing, vermeld in artikel 15/1, derde lid, een bezwaar aantekenen bij het agentschap. Het bezwaar bevat al de volgende gegevens: 1° de naam en het ondernemingsnummer van de organisator;2° de naam en het adres van de opvanglocatie;3° het dossiernummer;4° de motivering van het bezwaar;5° de datum en handtekening van de organisator. Het bezwaar is ontvankelijk als het tijdig is verstuurd op de wijze, vermeld in de beslissing, vermeld in artikel 15/1, tweede lid, en als ze alle elementen bevat als vermeld in dit artikel.

Het agentschap beslist over de ontvankelijkheid van het bezwaar uiterlijk tien dagen na de dag waarop het het bezwaar heeft ontvangen en informeert de organisator daarover op digitale wijze.

Art. 15/3.Het bezwaar wordt ten gronde behandeld volgens de regels die zijn vastgelegd in of ter uitvoering van hoofdstuk III van het decreet van 7 december 2007Relevante gevonden documenten type decreet prom. 07/12/2007 pub. 21/12/2007 numac 2007037262 bron vlaamse overheid Decreet houdende de oprichting van de Strategische Adviesraad voor het Vlaamse Welzijns-, Gezondheids- en Gezinsbeleid en van een Adviescommissie voor Voorzieningen van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin sluiten houdende de oprichting van een Adviescommissie voor Voorzieningen van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin en (Kandidaat-) pleegzorgers.

Het bezwaar schort de beslissing, vermeld in artikel 15/1, tweede lid, niet op.".

Art. 9.In artikel 17 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 12 maart 2021Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 12/03/2021 pub. 25/06/2021 numac 2021031677 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van diverse besluiten over welzijn, volksgezondheid en gezin naar aanleiding van de integratie van de agentschappen Kind en Gezin en Jongerenwelzijn in het kader van het geïntegreerd gezinsbeleid en tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 22 maart 2013 wat betreft het opstellen van het verslag van de kandidaat-adoptanten, dienstig voor het herkomstland, vermeld in artikel 15 van het Haags Adoptieverdrag sluiten, wordt de zinsnede "conform artikel 57 van het Rekendecreet" vervangen door de zinsnede "conform artikel 76 van de Vlaamse Codex Overheidsfinanciën van 29 maart 2019.".

Art. 10.Dit besluit treedt in werking op de dag van de bekendmaking ervan in het Belgisch Staatsblad.

Artikel 1 heeft uitwerking met ingang van 1 april 2021.

Artikel 2, 1° en 2°, heeft uitwerking met ingang van 1 mei 2021.

Artikel 5 en 6 hebben uitwerking met ingang van 29 oktober 2021.

Artikel 7 heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2022.

Art. 11.De Vlaamse minister, bevoegd voor opgroeien, is belast met de uitvoering van dit besluit.

Brussel, 14 januari 2022.

De minister-president van de Vlaamse Regering, J. JAMBON De Vlaamse minister van Welzijn, Volksgezondheid, Gezin en Armoedebestrijding, W. BEKE

^