Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Vlaamse Regering van 11 september 2020
gepubliceerd op 15 december 2020

Besluit van de Vlaamse Regering betreffende de mobipunten en tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 25 januari 2013 tot bepaling van de nadere regels betreffende de financiering en de samenwerking voor het mobiliteitsbeleid

bron
vlaamse overheid
numac
2020044221
pub.
15/12/2020
prom.
11/09/2020
ELI
eli/besluit/2020/09/11/2020044221/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

11 SEPTEMBER 2020. - Besluit van de Vlaamse Regering betreffende de mobipunten en tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 25 januari 2013Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 25/01/2013 pub. 19/02/2013 numac 2013200881 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering betreffende de bemestingsadvisering voor groenteteelten en tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 oktober 2008 betreffende nadere regels rond tuinbouw ter uitvoering van het decreet van 22 december 2006 houdende de bescherming van water tegen de verontreiniging door nitraten uit agrarische bronnen en van het besluit van de Vlaamse Regering van 22 juli 2011 betreffende de maatregelen bij een overschrijding van de nitraatresidudrempelwaarde, als vermeld in artikel 14 van het Mestdecreet van 22 december 2006, voor wat betreft de nadere regels rond de stikstofanalyse en het bijbehorende bemestingsadvies sluiten tot bepaling van de nadere regels betreffende de financiering en de samenwerking voor het mobiliteitsbeleid


Rechtsgronden Dit besluit is gebaseerd op: - het decreet van 26 april 2019Relevante gevonden documenten type decreet prom. 26/04/2019 pub. 12/06/2019 numac 2019012697 bron vlaamse overheid Decreet betreffende de basisbereikbaarheid sluiten betreffende de basisbereikbaarheid, artikel 29, 30 en 41, tweede lid.

Vormvereisten De volgende vormvereisten zijn vervuld: - De Vlaamse minister, bevoegd voor de begroting, heeft zijn akkoord gegeven op 15 juli 2020. - De Raad van State heeft advies 67.827/1/V gegeven op 21 augustus 2020, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973.

Initiatiefnemer Dit besluit wordt voorgesteld door de Vlaamse minister van Mobiliteit en Openbare Werken.

Na beraadslaging, DE VLAAMSE REGERING BESLUIT: HOOFDSTUK 1. - Algemene bepalingen

Artikel 1.In dit besluit wordt verstaan onder mobipunt: een mobipunt als vermeld in artikel 42, tweede lid, 1°, van het decreet van 26 april 2019Relevante gevonden documenten type decreet prom. 26/04/2019 pub. 12/06/2019 numac 2019012697 bron vlaamse overheid Decreet betreffende de basisbereikbaarheid sluiten betreffende de basisbereikbaarheid.

Art. 2.Mobipunten worden ingedeeld in de volgende categorieën: 1° interregionale mobipunten op basis van netwerklogica, zoals die is uitgetekend door de vervoerregioraad.Dit zijn de mobipunten die de vervoerregioraad of de minister aangewezen heeft, met doorgaans een ruim mobiliteitsaanbod van frequente interregionale, regionale en lokale verbindingen, vanwaaruit verplaatsingen tussen verschillende vervoerregio's mogelijk zijn. Deze mobipunten bevatten minstens enkele hoogwaardige interregionale openbaarvervoerverbindingen van het treinnet; 2° regionale mobipunten op basis van netwerklogica, zoals die is uitgetekend door de vervoerregioraad.Dit zijn de mobipunten die de vervoerregioraad aangewezen heeft en die bediend worden door een frequente regionale verbinding met een gegarandeerde doorstroming.

Vanuit deze mobipunten zijn overwegend verplaatsingen binnen de vervoerregio mogelijk. Verplaatsingen op langere afstand zijn ook mogelijk na een overstap in een interregionaal mobipunt; 3° lokale mobipunten op basis van netwerklogica, zoals die is uitgetekend door de vervoerregioraad.Dit zijn de mobipunten die de gemeenten aangewezen hebben en die gericht zijn op gebruikers van wie de herkomst of bestemming dichtbij ligt. Deze mobipunten worden bediend door een frequente lokale openbaarvervoerverbinding of door vraaggericht collectief vervoer; 4° buurtmobipunten op basis van netwerklogica, zoals die is uitgetekend door de vervoerregioraad.Dit zijn de mobipunten die de gemeenten aangewezen hebben en die niet bediend worden door openbaar of collectief vervoer. De wervingsradius van deze mobipunten beperkt zich tot de onmiddellijke omgeving en tot reizigers die dichtbij wonen. De netwerklogica is doorslaggevend voor de locatie van deze mobipunten. Deelvoertuigen vormen de basis van het vervoeraanbod; 5° buurtmobipunten op basis van nabijheidslogica.Dit zijn de mobipunten die de gemeente aangewezen heeft en die niet bediend worden door openbaar of collectief vervoer. De wervingsradius van deze mobipunten beperkt zich tot de onmiddellijke omgeving en tot reizigers die dichtbij wonen. De nabijheidslogica is doorslaggevend voor de locatie van deze mobipunten. Deelvoertuigen vormen de basis van het vervoeraanbod.

In het eerste lid, 1°, wordt verstaan onder minister: de Vlaamse minister, bevoegd voor het gemeenschappelijk vervoer, de Vlaamse minister, bevoegd voor het algemeen mobiliteitsbeleid, de Vlaamse minister, bevoegd voor de weginfrastructuur en het wegenbeleid, en de Vlaamse minister, bevoegd voor de waterinfrastructuur en het waterbeleid.

Art. 3.Elk mobipunt is herkenbaar door de toepassing van een merkarchitectuur over basisbereikbaarheid op een of meer van de zuilen of palen die het mobipunt aangeven.

Art. 4.De merkarchitectuur, vermeld in artikel 3, is een kwaliteitslabel en mag alleen gebruikt worden als er voldaan is aan de kwaliteitseisen, vermeld in artikel 5 tot en met 6.

Art. 5.Mobipunten zijn goed toegankelijk voor alle gebruikers, met of zonder handicap, ongeacht leeftijd en omstandigheden, zodat iedereen zich zelfstandig en zonder assistentie kan verplaatsen.

De informatiedragers die zijn aangebracht op de mobipunten, zijn leesbaar voor alle gebruikers, met of zonder visuele beperking.

Art. 6.Een mobipunt is uitgerust met: 1° parkeerplaatsen indien nodig, waarbij er aangepaste en voorbehouden plaatsen voor personen met een beperking zijn;2° een fietsenstalling met ruimte voor buitenmaatse fietsen;3° informatiedragers;4° infrastructuur om data-uitwisseling mogelijk te maken. HOOFDSTUK 2. - Wijzigingen van het besluit van de Vlaamse Regering van 25 januari 2013Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 25/01/2013 pub. 19/02/2013 numac 2013200881 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering betreffende de bemestingsadvisering voor groenteteelten en tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 oktober 2008 betreffende nadere regels rond tuinbouw ter uitvoering van het decreet van 22 december 2006 houdende de bescherming van water tegen de verontreiniging door nitraten uit agrarische bronnen en van het besluit van de Vlaamse Regering van 22 juli 2011 betreffende de maatregelen bij een overschrijding van de nitraatresidudrempelwaarde, als vermeld in artikel 14 van het Mestdecreet van 22 december 2006, voor wat betreft de nadere regels rond de stikstofanalyse en het bijbehorende bemestingsadvies sluiten tot bepaling van de nadere regels betreffende de financiering en de samenwerking voor het mobiliteitsbeleid

Art. 7.Aan artikel 37, § 2, tweede lid, 1°, van het besluit van de Vlaamse Regering van 25 januari 2013Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 25/01/2013 pub. 19/02/2013 numac 2013200881 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering betreffende de bemestingsadvisering voor groenteteelten en tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 oktober 2008 betreffende nadere regels rond tuinbouw ter uitvoering van het decreet van 22 december 2006 houdende de bescherming van water tegen de verontreiniging door nitraten uit agrarische bronnen en van het besluit van de Vlaamse Regering van 22 juli 2011 betreffende de maatregelen bij een overschrijding van de nitraatresidudrempelwaarde, als vermeld in artikel 14 van het Mestdecreet van 22 december 2006, voor wat betreft de nadere regels rond de stikstofanalyse en het bijbehorende bemestingsadvies sluiten tot bepaling van de nadere regels betreffende de financiering en de samenwerking voor het mobiliteitsbeleid, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 6 september 2019, wordt een punt d) toegevoegd, dat luidt als volgt: "d) de aanleg of de herinrichting van een mobipunt, vermeld in artikel 4, § 1, 11°, van het besluit van 6 september 2019;".

Art. 8.Aan titel 3, hoofdstuk 2, afdeling 2, van hetzelfde besluit, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse Regering van 15 december 2017 en 6 september 2019, wordt een onderafdeling 7, die bestaat uit artikel 48/5 en 48/6, toegevoegd, die luidt als volgt: "Onderafdeling 7. De aanleg of herinrichting van mobipunten

Art. 48/5.§ 1. In dit artikel wordt verstaan onder besluit van 11 september 2020 het besluit van de Vlaamse Regering van 11 september 2020 betreffende de mobipunten en tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 25 januari 2013Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 25/01/2013 pub. 19/02/2013 numac 2013200881 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering betreffende de bemestingsadvisering voor groenteteelten en tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 oktober 2008 betreffende nadere regels rond tuinbouw ter uitvoering van het decreet van 22 december 2006 houdende de bescherming van water tegen de verontreiniging door nitraten uit agrarische bronnen en van het besluit van de Vlaamse Regering van 22 juli 2011 betreffende de maatregelen bij een overschrijding van de nitraatresidudrempelwaarde, als vermeld in artikel 14 van het Mestdecreet van 22 december 2006, voor wat betreft de nadere regels rond de stikstofanalyse en het bijbehorende bemestingsadvies sluiten tot bepaling van de nadere regels betreffende de financiering en de samenwerking voor het mobiliteitsbeleid. § 2. De subsidie voor de projecten die gericht zijn op de aanleg of herinrichting van mobipunten, vermeld in artikel 4, § 1, 11°, van het besluit van 6 september 2019, bedraagt: 1° 50 % van de kostprijs voor de interregionale mobipunten op basis van netwerklogica, vermeld in artikel 2, eerste lid, 1°, van het besluit van 11 september 2020, met een maximum van 500.000 euro; 2° 50 % van de kostprijs voor de regionale mobipunten op basis van netwerklogica, vermeld in artikel 2, eerste lid, 2°, van het voormelde besluit, met een maximum van 250.000 euro; 3° 100 % van de kostprijs voor de lokale mobipunten op basis van netwerklogica, vermeld in artikel 2, eerste lid, 3°, van het voormelde besluit, met een maximum van 50.000 euro; 4° 100 % van de kostprijs voor de buurtmobipunten op basis van netwerklogica, vermeld in artikel 2, eerste lid, 4°, van het voormelde besluit, met een maximum van 25.000 euro; 5° 100 % van de kostprijs voor de buurtmobipunten op basis van nabijheidslogica, vermeld in artikel 2, eerste lid, 5°, van het voormelde besluit, met een maximum van 25.000 euro.

Een project als vermeld in het eerste lid, komt in aanmerking voor een subsidie als het aan al de volgende voorwaarden voldoet: 1° het mobipunt voldoet aan de kwaliteitseisen, vermeld in artikel 5 tot en met 6 van het besluit van 11 september 2020;2° de merkarchitectuur, vermeld in artikel 3 van het voormelde besluit, wordt toegepast;3° het mobipunt is geïntegreerd in het regionale mobiliteitsplan als het gaat om interregionale, regionale, lokale en buurtmobipunten volgens netwerklogica;4° het uitrustingsniveau wordt meegedeeld aan de Mobiliteitscentrale;5° er wordt ingestaan voor de data-uitwisseling van en naar de Mobiliteitscentrale;6° het beschikt over de nodige vergunningen. In het tweede lid, 4° en 5°, wordt verstaan onder Mobiliteitscentrale: de Mobiliteitscentrale, vermeld in artikel 33 van het decreet van 26 april 2019Relevante gevonden documenten type decreet prom. 26/04/2019 pub. 12/06/2019 numac 2019012697 bron vlaamse overheid Decreet betreffende de basisbereikbaarheid sluiten betreffende de basisbereikbaarheid. § 3. De kostprijs, vermeld in paragraaf 2, eerste lid, omvat: 1° de kosten voor de werken volgens de inschrijvingsprijs van de aannemer, in voorkomend geval te vermeerderen met de prijsherzieningen, verrekeningen, meer- of bijwerken;2° de kosten voor de aanleg fietsenstallingen en van de infrastructuur om data-uitwisseling mogelijk te maken, vermeld in artikel 6, 4°, van het besluit van 11 september 2020. § 4. Het subsidiebedrag, vermeld in paragraaf 2, eerste lid, wordt in de volgende twee schijven uitbetaald: 1° een eerste schijf van drie vierde van het inschrijvingsbedrag van de aannemer wordt betaald bij de betekening van de opdracht aan de aannemer van de werken;2° een tweede schijf voor het saldo van de kosten van de werken, met eventuele prijsherzieningen en verrekeningen, meer- of bijwerken wordt uitbetaald na de definitieve oplevering van de werken.

Art. 48/6.§ 1. De subsidieaanvraag voor de eerste schijf, vermeld in artikel 48/5, § 4, 1°, bevat: 1° informatie over de aanvrager, met inbegrip van het rekeningnummer waarop de subsidie moet worden gestort;2° de identificatie van het project;3° een financiële afrekening die de schuldvordering omvat;4° een kopie van de gunningsbeslissing van de gemeenteraad en de overeenkomst met de opdrachtnemer. De subsidieaanvraag voor de tweede schijf, vermeld in artikel 48/5, § 4, 2°, bevat: 1° informatie over de aanvrager, met inbegrip van het rekeningnummer waarop de subsidie moet worden gestort;2° de identificatie van het project;3° een financiële afrekening die de schuldvordering omvat, en de betaalbewijzen met betrekking tot de kosten, vermeld in artikel 48/5, § 3, 2° ; 4° een kopie van het proces-verbaal van voorlopige oplevering.".

Art. 9.Bijlage 1 bij hetzelfde besluit, vervangen bij het besluit van de Vlaamse Regering van 15 december 2017, wordt vervangen door bijlage 1, die bij dit besluit is gevoegd.

Art. 10.Bijlage 3 bij hetzelfde besluit, vervangen bij het besluit van de Vlaamse Regering van 15 december 2017, wordt vervangen door bijlage 2, die bij dit besluit is gevoegd.

Art. 11.Bijlage 4 bij hetzelfde besluit, vervangen bij het besluit van de Vlaamse Regering van 15 december 2017, wordt vervangen door bijlage 3, die bij dit besluit is gevoegd.

Art. 12.Bijlage 7 bij hetzelfde besluit, vervangen bij het besluit van de Vlaamse Regering van 15 december 2017, wordt vervangen door bijlage 4, die bij dit besluit is gevoegd. HOOFDSTUK 3. - Slotbepaling

Art. 13.De Vlaamse minister, bevoegd voor het gemeenschappelijk vervoer, de Vlaamse minister, bevoegd voor het algemeen mobiliteitsbeleid, de Vlaamse minister, bevoegd voor de weginfrastructuur en het wegenbeleid, en de Vlaamse minister, bevoegd voor de waterinfrastructuur en het waterbeleid, zijn, ieder wat hem of haar betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.

Brussel, 11 september 2020.

De minister-president van de Vlaamse Regering, J. JAMBON De Vlaamse minister van Mobiliteit en Openbare Werken, L. PEETERS

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld

^