gepubliceerd op 12 mei 2001
Besluit van de Vlaamse regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse regering van 13 juli 1999 tot bepaling van de bevoegdheden van de leden van de Vlaamse regering
11 MEI 2001. - Besluit van de Vlaamse regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse regering van 13 juli 1999 tot bepaling van de bevoegdheden van de leden van de Vlaamse regering
De Vlaamse regering, Gelet op de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen, inzonderheid op artikel 68, gewijzigd bij de bijzondere wet van 16 juli 1993, en op artikel 69;
Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 13 juli 1999 tot bepaling van de bevoegdheden van de leden van de Vlaamse regering, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse regering van 15 oktober 1999, 14 april 2000, 26 mei 2000 en 10 mei 2001;
Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, gewijzigd bij de wetten van 4 juli 1989 en 4 augustus 1996;
Gelet op de dringende noodzakelijkheid;
Overwegende dat de bevoegdheidsbepaling ten spoedigste dient doorgevoerd in het belang van de normale werking van de instellingen en van de aan de Vlaamse regering toevertrouwde bevoegdheden;
Op voorstel van de minister-president van de Vlaamse regering;
Na beraadslaging, Besluit :
Artikel 1.Artikel 3 van het besluit van de Vlaamse regering van 13 juli 1999 tot bepaling van de bevoegdheden van de leden van de Vlaamse regering, gewijzigd bij besluit van de Vlaamse regering van 10 mei 2001, wordt vervangen door wat volgt : «
Art. 3.De heer Patrick Dewael, voorzitter van de Vlaamse regering, draagt de titel : « minister-president van de Vlaamse regering ».
Hij leidt de betrekkingen en de samenwerking met de andere overheden, inzonderheid met de federale regering en de gemeenschaps- en gewestregeringen. »
Art. 2.In artikel 7 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij besluit van de Vlaamse regering van 14 april 2000, wordt een 6°bis ingevoegd, dat luidt als volgt : « 6°bis de lichamelijke opvoeding, de sport en het openluchtleven, zoals vermeld in artikel 4, 9°, van de bijzondere wet, met inbegrip van de dopingcontrole en de medische sportcontrole; ».
Art. 3.Artikel 11 van hetzelfde besluit, opgeheven door het besluit van de Vlaamse regering van 10 mei 2001, wordt opnieuw opgenomen in de volgende lezing : «
Art. 11.De heer Paul Van Grembergen, lid van de Vlaamse regering, is bevoegd voor : 1° de binnenlandse aangelegenheden, zoals vermeld in artikel 6, § 1, VIII, en artikel 7, van de bijzondere wet.Hierin is begrepen de bevoegdheid tot het verlenen van onteigeningsmachtigingen ten algemenen nutte, behoudens in de gevallen bepaald in de wet, aan de gemeenten, de provincies, de intercommunale verenigingen en de gewestelijke ontwikkelingsmaatschappijen, met instemming van de functioneel bevoegde Vlaamse minister; 2° de uitoefening van het administratief toezicht op de openbare centra voor maatschappelijk welzijn;3° het protocol;4° de ambtenarenzaken, wat betreft de diensten van de Vlaamse regering en de Vlaamse openbare instellingen, onverminderd de ter zake geldende wets-, decreets- en reglementsbepalingen, en onverminderd de bevoegdheid van elk lid voor de aanwending van de bestaansmiddelen die gedecentraliseerd worden beheerd;5° het informatie- en communicatietechnologiebeleid, wat betreft het ministerie van de Vlaamse Gemeenschap, onverminderd de bevoegdheid van elk lid voor de aanwending van de bestaansmiddelen die gedecentraliseerd worden beheerd;6° de logistiek, wat betreft het ministerie van de Vlaamse Gemeenschap;7° de huisvesting van de diensten van de Vlaamse regering;8° de buitenlandse handel, krachtens artikel 6, § 1, VI, 3°, van de bijzondere wet, onverminderd hetgeen is bepaald in artikel 10, eerste lid, 5°, van dit besluit;9° de monumenten en de landschappen, zoals vermeld in artikel 6, § 1, I, 7°, van de bijzondere wet;10° het stedelijk beleid;11° de stadsvernieuwing, zoals vermeld in artikel 6, § 1, I, 4°, van de bijzondere wet;12° de huisvesting, zoals vermeld in artikel 6, § 1, IV, van de bijzondere wet. Uit hoofde van de hem toegewezen bevoegdheden, vermeld in het eerste lid, draagt hij de titel: « Vlaams minister van Binnenlandse Aangelegenheden, Huisvesting en Ambtenarenzaken ».
Art. 4.Artikel 20 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij besluit van de Vlaamse regering van 10 mei 2001, wordt vervangen door wat volgt : «
Art. 20.De heer Patrick Dewael, minister-president van de Vlaamse regering en Vlaams minister van Financiën, Begroting, Buitenlands Beleid en Europese Aangelegenheden, is belast met het bestuur van of het inhoudelijk toezicht op volgende instellingen : 1° het Vlaams Fonds voor de Lastendelging;2° het Vlaams Egalisatie Rente Fonds.»
Art. 5.In artikel 23 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij besluit van de Vlaamse regering van 14 april 2000, wordt een 3° toegevoegd, dat luidt als volgt : « 3° het Commissariaat-generaal voor de Bevordering van de Lichamelijke Ontwikkeling, de Sport en de Openluchtrecreatie; ».
Art. 6.Artikel 27 van hetzelfde besluit, opgeheven door het besluit van de Vlaamse regering van 10 mei 2001, wordt opnieuw opgenomen in de volgende lezing : «
Art. 27.De heer Paul Van Grembergen, Vlaams minister van Binnenlandse Aangelegenheden, Huisvesting en Ambtenarenzaken, is belast met het bestuur van of het inhoudelijk toezicht op volgende instellingen: 1° Export Vlaanderen;2° het Fonds Vlaanderen-Azië;3° de Vlaamse Huisvestingsmaatschappij;4° het Investeringsfonds voor Grond- en Woonbeleid voor Vlaams-Brabant.»
Art. 7.Dit besluit treedt in werking op 11 mei 2001.
Art. 8.De leden van de Vlaamse regering zijn, ieder wat hem of haar betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.
Brussel, 11 mei 2001.
De minister-president van de Vlaamse regering en Vlaams minister van Financiën, Begroting, Buitenlands Beleid en Europese Aangelegenheden, P. DEWAEL De minister-vice-president van de Vlaamse regering en Vlaamse minister van Mobiliteit, Openbare Werken en Energie, S. STEVAERT De Vlaamse minister van Welzijn, Gezondheid en Gelijke Kansen, Mevr. M. VOGELS De Vlaamse minister van Cultuur, Jeugd, Brusselse Aangelegenheden en Ontwikkelingssamenwerking, B. ANCIAUX De Vlaamse minister van Onderwijs en Vorming, Mevr. M. VANDERPOORTEN De Vlaamse minister van Werkgelegenheid en Toerisme, R. LANDUYT De Vlaamse minister van Leefmilieu en Landbouw, Mevr. V. DUA De Vlaamse minister van Economie, Ruimtelijke Ordening en Media, D. VAN MECHELEN De Vlaamse minister van Binnenlandse Aangelegenheden, Huisvesting en Ambtenarenzaken, P. VAN GREMBERGEN