Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Vlaamse Regering van 11 december 2020
gepubliceerd op 20 januari 2021

Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 24 juni 2016 over de besteding van het budget voor niet-rechtstreeks toegankelijke zorg en ondersteuning voor meerderjarige personen met een handicap en over organisatiegebonden kosten voor vergunde zorgaanbieders

bron
vlaamse overheid
numac
2020044615
pub.
20/01/2021
prom.
11/12/2020
ELI
eli/besluit/2020/12/11/2020044615/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

11 DECEMBER 2020. - Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 24 juni 2016Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 24/06/2016 pub. 16/08/2016 numac 2016036148 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering over de besteding van het budget voor niet-rechtstreeks toegankelijke zorg en ondersteuning voor meerderjarige personen met een handicap en over organisatiegebonden kosten voor vergunde zorgaanbieders type besluit van de vlaamse regering prom. 24/06/2016 pub. 12/08/2016 numac 2016036144 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering houdende het vergunnen van aanbieders van niet-rechtstreeks toegankelijke zorg en ondersteuning voor personen met een handicap sluiten over de besteding van het budget voor niet-rechtstreeks toegankelijke zorg en ondersteuning voor meerderjarige personen met een handicap en over organisatiegebonden kosten voor vergunde zorgaanbieders


Rechtsgronden Dit besluit is gebaseerd op : - het decreet van 7 mei 2004 tot oprichting van het intern verzelfstandigd agentschap met rechtspersoonlijkheid Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap, artikel 8, 3°, gewijzigd bij het decreet van 25 april 2015 en artikel 19, vervangen bij het decreet van 25 april 2015; - het decreet van 25 april 2014Relevante gevonden documenten type decreet prom. 25/04/2014 pub. 28/08/2014 numac 2014035693 bron vlaamse overheid DECREET houdende de persoonsvolgende financiering voor personen met een handicap en tot hervorming van de wijze van financiering van de zorg en de ondersteuning voor personen met een handicap sluiten houdende de persoonsvolgende financiering voor personen met een handicap en tot hervorming van de wijze van financiering van de zorg en de ondersteuning voor personen met een handicap, artikel 11.

Vormvereisten De volgende vormvereisten zijn vervuld : - De Vlaamse minister, bevoegd voor de begroting, heeft zijn akkoord gegeven op 9 oktober 2020. - De Raad van State heeft advies 68.216/3 gegeven op 30 november 2020, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973.

Initiatiefnemer Dit besluit wordt voorgesteld door de Vlaamse minister van Welzijn, Volksgezondheid, Gezin en Armoedebestrijding.

Na beraadslaging, DE VLAAMSE REGERING BESLUIT :

Artikel 1.In artikel 5, eerste lid, van het besluit van de Vlaamse Regering van 24 juni 2016Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 24/06/2016 pub. 16/08/2016 numac 2016036148 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering over de besteding van het budget voor niet-rechtstreeks toegankelijke zorg en ondersteuning voor meerderjarige personen met een handicap en over organisatiegebonden kosten voor vergunde zorgaanbieders type besluit van de vlaamse regering prom. 24/06/2016 pub. 12/08/2016 numac 2016036144 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering houdende het vergunnen van aanbieders van niet-rechtstreeks toegankelijke zorg en ondersteuning voor personen met een handicap sluiten over de besteding van het budget voor niet-rechtstreeks toegankelijke zorg en ondersteuning voor meerderjarige personen met een handicap en over organisatiegebonden kosten voor vergunde zorgaanbieders wordt punt 2° vervangen door wat volgt : "2° het financieren van medische en paramedische behandelingen, onderzoeken of therapieën die tot de bevoegdheid van het Rijksinstituut voor Ziekte- en Invaliditeitsverzekering behoren en waarvoor in de nomenclatuur van de geneeskundige verstrekkingen een vergoeding is voorzien;".

Art. 2.Aan artikel 8 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 8 juni 2018, wordt een derde lid toegevoegd, dat luidt als volgt : "Als budgethouders aan het agentschap meedelen dat ze afzien van de terbeschikkingstelling van het budget, vervallen de beslissing over de toewijzing van het budget en de beslissing over de terbeschikkingstelling ervan. Het agentschap brengt de budgethouder een maand vóór de ingangsdatum van het verval van de beslissingen op de hoogte.".

Art. 3.In artikel 13 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 18 januari 2019, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° het eerste lid wordt vervangen door wat volgt : "Als de budgethouder zijn budget volledig of gedeeltelijk gebruikt als een voucher bij een vergunde zorgaanbieder, registreert de vergunde zorgaanbieder met wie een overeenkomst over het verlenen van zorg en ondersteuning is gesloten, de volgende gegevens in de webapplicatie die het agentschap ter beschikking stelt : 1° de identificatiegegevens van de budgethouder;2° de identificatiegegevens van de vergunde zorgaanbieder;3° de duur van de overeenkomst;4° de vormen van ondersteuning, vermeld in artikel 4, 1°, en de frequentie daarvan; 5° het aantal zorggebonden punten dat op jaarbasis nodig is om de overeenkomst uit te voeren."; 2° het tweede lid wordt opgeheven.

Art. 4.In artikel 15 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 8 juni 2018, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in paragraaf 1 wordt het eerste lid vervangen door wat volgt : "Als budgethouders na het opstarten van de besteding van hun budget, een deel van hun budget willen gebruiken als een voucher bij een bijstandsorganisatie, deelt de bijstandsorganisatie de volgende gegevens over de overeenkomst over het verlenen van hoogdrempelige individuele bijstand die is afgesloten met de budgethouder, mee aan het agentschap : 1° de identificatiegegevens van de budgethouder;2° de identificatiegegevens van de bijstandsorganisatie;3° de duur van de overeenkomst;4° de kostprijs per uur; 5° het bedrag in euro dat op jaarbasis nodig is om de overeenkomst uit te voeren."; 2° het tweede lid van paragraaf 1 wordt opgeheven;3° in de bestaande paragraaf 1, derde en vierde lid, die paragraaf 1, tweede en derde lid, wordt, worden de woorden "het aantal zorggebonden punten" vervangen door de woorden "het bedrag in euro";4° paragraaf 2 wordt vervangen door wat volgt : " § 2.Het agentschap vergoedt de bijstandsorganisatie voor de meer hoogdrempelige individuele bijstand die wordt geleverd op basis van een voucher. De bijstandsorganisatie deelt aan het agentschap het bedrag in euro mee waarvoor hoogdrempelige individuele bijstand aan budgethouders is verleend en vermeldt de naam van de budgethouders.".

Art. 5.In artikel 17 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 29 maart 2019, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in paragraaf 1 wordt het eerste lid vervangen door wat volgt : "Budgethouders sluiten voor de besteding van het deel van het budget dat ze als cashbudget willen gebruiken, overeenkomsten als vermeld in artikel 7, en delen aan het agentschap de volgende gegevens over die overeenkomsten mee : 1° de identificatiegegevens van de budgethouder;2° de identificatiegegevens van de natuurlijke persoon of rechtspersoon die zorg en ondersteuning biedt;3° de startdatum en de duur van de overeenkomst;4° de vormen van ondersteuning, vermeld in artikel 4, 1°, die worden geboden, en de frequentie ervan;5° de kostprijs per prestatie-eenheid; 6° een beschrijving van de ondersteuning die wordt geboden."; 2° aan paragraaf 1, tweede lid, wordt de volgende zin toegevoegd: "Als het attest niet in het Nederlands is opgesteld, laat de budgethouder het attest naar het Nederlands vertalen door een beëdigd vertaler."; 3° in paragraaf 2, derde lid, wordt de datum "1 maart" vervangen door de datum "1 april".

Art. 6.In artikel 20 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 24 april 2020, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° het tweede lid wordt vervangen door wat volgt : "Het vrij besteedbare bedrag bedraagt : 1° 1800 euro als het budget dat ter beschikking is gesteld op jaarbasis tot en met 34, 8100 zorggebonden punten bedraagt; 2° 3600 euro als het budget dat ter beschikking is gesteld op jaarbasis meer dan 34, 8100 zorggebonden punten bedraagt."; 2° het derde lid wordt opgeheven;3° in het bestaande vierde lid, dat het derde lid wordt, wordt het woord "maanden" vervangen door het woord "dagen"; 4° er wordt een lid toegevoegd, dat luidt als volgt : "Budgethouders kunnen pas een kostenstaat met bedragen die ze vrij hebben besteed, aan het agentschap bezorgen nadat ze conform artikel 9, tweede lid, met de besteding van het budget zijn gestart.".

Art. 7.Artikel 23 van hetzelfde besluit wordt vervangen door wat volgt : "

Art. 23.§ 1. Als budgethouders in het kader van de besteding van het budget als cashbudget een arbeidsovereenkomst sluiten, voldoen ze aan hun fiscale en sociaal-rechterlijke verplichtingen als werkgever, de bepalingen over het minimumloon en de verplaatsingen, zoals vastgesteld binnen het paritair subcomité 319.01 en de bepalingen over de eindejaarspremie die zijn opgenomen in de collectieve arbeidsovereenkomsten die hierover worden aangenomen binnen het paritair comité 337. § 2. Als budgethouders een beroep willen doen op een minderjarige voor het bieden van zorg en ondersteuning, kan dat alleen in het kader van een van de volgende overeenkomsten : 1° een overeenkomst voor tewerkstelling van studenten als vermeld in Titel VII van de wet van 3 juli 1978Relevante gevonden documenten type wet prom. 03/07/1978 pub. 03/07/2008 numac 2008000527 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de arbeidsovereenkomsten type wet prom. 03/07/1978 pub. 12/03/2009 numac 2009000158 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de arbeidsovereenkomsten sluiten betreffende de arbeidsovereenkomsten.De budgethouder voldoet als werkgever aan alle fiscale en sociaal rechtelijke verplichtingen, de bepalingen over het minimumloon en verplaatsingen, zoals vastgesteld binnen het paritair comité 319.01 en de bepalingen over de eindejaarspremie die zijn opgenomen in de collectieve arbeidsovereenkomsten die hierover worden aangenomen binnen het paritair comité 337; 2° een overeenkomst met een organisatie die vrijwilligers ter beschikking stelt. Vóór de ingangsdatum van een overeenkomst als vermeld in het eerste lid, 1°, moet de budgethouder het schriftelijke bewijs van de machtiging door een ouder of de voogd, vermeld in artikel 43 van de wet van 3 juli 1978Relevante gevonden documenten type wet prom. 03/07/1978 pub. 03/07/2008 numac 2008000527 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de arbeidsovereenkomsten type wet prom. 03/07/1978 pub. 12/03/2009 numac 2009000158 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de arbeidsovereenkomsten sluiten betreffende arbeidsovereenkomsten, aan het agentschap bezorgen. Het agentschap stelt een model voor de machtiging ter beschikking.

De budgethouder bezorgt een machtiging door een ouder of de voogd aan het agentschap voor de ingangsdatum van de overeenkomst, vermeld in het eerste lid, 2°. Het agentschap stelt een model voor de machtigingen ter beschikking. § 3. In het geval, vermeld in paragraaf 1 en paragraaf 2, eerste lid, 1°, betaalt het agentschap een tegemoetkoming voor de eindejaarspremie die is vastgesteld binnen het paritair comité 337. De Vlaamse minister, bevoegd voor de personen met een beperking, bepaalt de wijze waarop het bedrag van de tegemoetkoming wordt berekend en houdt daarbij rekening met het bedrag van de eindejaarspremie dat is vastgesteld binnen het paritair comité 337 en met de middelen die daarvoor op de begroting van het agentschap zijn ingeschreven.

Het agentschap vraagt met het oog op de berekening en de betaling van de tegemoetkoming voor de eindejaarspremie, vermeld in het tweede lid, de volgende gegevens op bij de Rijksdienst voor de Sociale Zekerheid : 1° de identiteit van de budgethouders die overeenkomsten als vermeld in het eerste lid hebben afgesloten; de identiteit van de werknemers in kwestie en de gegevens over hun tewerkstelling

Art. 8.In hetzelfde besluit, het laatst gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 24 april 2020, wordt een artikel 26/1 ingevoegd, dat luidt als volgt : "

Art. 26/1.Als budgethouders niet langer gebruik willen maken van het budget, noch als voucher, noch als cashbesteding, vervallen de beslissing over de toewijzing van het budget en de beslissing over de terbeschikkingstelling van het budget. Het agentschap brengt de budgethouder daarvan op de hoogte een maand voor de ingangsdatum van het verval van de beslissingen.".

Art. 9.In artikel 27 van hetzelfde besluit, vervangen bij het besluit van de Vlaamse Regering van 8 juni 2018, worden de volgende wijzigingen aangebracht. 1° in paragraaf 1, tweede lid, wordt tussen het woord "budgethouders" en het woord "verlenen" de zinsnede ", de bijstandsorganisaties en de vergunde zorgaanbieders" ingevoegd;2° in paragraaf 2 wordt de zinsnede "in het kader van de besteding van zijn budget als cashbudget, en de bewijzen voor de meegedeelde kosten opvragen bij de budgethouder" vervangen door de zinsnede "en de bewijzen voor de kosten die zijn meegedeeld in het kader van de besteding van het budget als cashbudget, bij de budgethouder of in voorkomend geval bij de bijstandsorganisatie of bij de vergunde zorgaanbieder opvragen";3° in paragraaf 3 worden de woorden "en vervalt" vervangen door de zinsnede ", vervalt";4° aan paragraaf 3 wordt de zinsnede "en kunnen de kosten die al zijn terugbetaald gedurende maximaal vijf jaar, voorafgaand aan de datum van de beslissing tot stopzetting van de terbeschikkingstelling van het budget, teruggevorderd worden " toegevoegd.

Art. 10.Dit besluit treedt in werking op de eerste dag van de maand die volgt op de maand waarin het besluit werd gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad.

Artikel 7 heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2019, met uitzondering van paragraaf 2, derde lid, van het nieuw ontworpen artikel 23 dat in werking treedt op de eerste dag van de maand die volgt op de maand waarin het besluit werd gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad.

Artikel 6, 1° en 2°, hebben uitwerking met ingang van 1 januari 2020.

Art. 11.De Vlaamse minister, bevoegd voor de personen met een beperking, is belast met de uitvoering van dit besluit.

Brussel, 11 december 2020.

De minister-president van de Vlaamse Regering, J. JAMBON De Vlaamse minister van Welzijn, Volksgezondheid, Gezin en Armoedebestrijding, W. BEKE

^