Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Vlaamse Regering van 10 november 2023
gepubliceerd op 01 december 2023

Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 8 juli 2022 over een nieuwe functieclassificatie bij lokale besturen en over aangepaste salarisschalen ter uitvoering van het Zesde Vlaams Intersectoraal akkoord van 30 maart 2021 voor de social/non-profitsectoren en het besluit van de Vlaamse Regering van 20 januari 2023 tot vaststelling van de minimale voorwaarden van de rechtspositieregeling van het personeel van lokale en provinciale besturen

bron
vlaamse overheid
numac
2023047469
pub.
01/12/2023
prom.
10/11/2023
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

10 NOVEMBER 2023. - Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 8 juli 2022Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 08/07/2022 pub. 14/10/2022 numac 2022041778 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering over een nieuwe functieclassificatie bij lokale besturen en over aangepaste salarisschalen ter uitvoering van het Zesde Vlaams Intersectoraal akkoord van 30 maart 2021 voor de social/non-profitsectoren sluiten over een nieuwe functieclassificatie bij lokale besturen en over aangepaste salarisschalen ter uitvoering van het Zesde Vlaams Intersectoraal akkoord van 30 maart 2021 voor de social/non-profitsectoren en het besluit van de Vlaamse Regering van 20 januari 2023Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 20/01/2023 pub. 08/03/2023 numac 2023040838 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering tot vaststelling van de minimale voorwaarden van de rechtspositieregeling van het personeel van lokale en provinciale besturen sluiten tot vaststelling van de minimale voorwaarden van de rechtspositieregeling van het personeel van lokale en provinciale besturen


Rechtsgronden Dit besluit is gebaseerd op: - de Provinciewet van 30 april 1836, artikel 71bis, tweede lid, ingevoegd bij het decreet van 8 mei 2002; - de Nieuwe Gemeentewet van 24 juni 1988, artikel 148, derde lid, ingevoegd bij het decreet van 8 mei 2002; - het Provincie decreet van 9 december 2005Relevante gevonden documenten type decreet prom. 09/12/2005 pub. 29/12/2005 numac 2005036605 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Provinciedecreet sluiten, artikel 100, § 3, en artikel 112, vervangen bij het decreet van 3 juni 2016; - het decreet van 22 december 2017Relevante gevonden documenten type decreet prom. 22/12/2017 pub. 15/02/2018 numac 2018030427 bron vlaamse overheid Decreet over het lokaal bestuur sluiten over het lokaal bestuur, artikel 184, § 3, artikel 195, artikel 488, § 1.

Vormvereisten De volgende vormvereisten zijn vervuld: - De Inspectie van Financiën heeft advies gegeven op 12 mei 2023. - De eerste afdeling van het comité voor de provinciale en plaatselijke overheidsdiensten, onderafdeling Vlaams Gewest en Vlaamse Gemeenschap, heeft protocol nr. 2023/04 afgesloten op 21 augustus 2023. - De Raad van State heeft advies 74.569/3 gegeven op 30 oktober 2023, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973.

Initiatiefnemer Dit besluit wordt voorgesteld door de Vlaamse minister van Binnenlands Bestuur, Bestuurszaken, Inburgering en Gelijke Kansen.

Na beraadslaging, DE VLAAMSE REGERING BESLUIT: HOOFDSTUK 1. - Wijzigingen van het besluit van de Vlaamse Regering van 8 juli 2022Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 08/07/2022 pub. 14/10/2022 numac 2022041778 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering over een nieuwe functieclassificatie bij lokale besturen en over aangepaste salarisschalen ter uitvoering van het Zesde Vlaams Intersectoraal akkoord van 30 maart 2021 voor de social/non-profitsectoren sluiten over een nieuwe functieclassificatie bij lokale besturen en over aangepaste salarisschalen ter uitvoering van het Zesde Vlaams Intersectoraal akkoord van 30 maart 2021 voor de social/non-profitsectoren

Artikel 1.In artikel 1 van het besluit van de Vlaamse Regering van 8 juli 2022Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 08/07/2022 pub. 14/10/2022 numac 2022041778 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering over een nieuwe functieclassificatie bij lokale besturen en over aangepaste salarisschalen ter uitvoering van het Zesde Vlaams Intersectoraal akkoord van 30 maart 2021 voor de social/non-profitsectoren sluiten over een nieuwe functieclassificatie bij lokale besturen en over aangepaste salarisschalen ter uitvoering van het Zesde Vlaams Intersectoraal akkoord van 30 maart 2021 voor de social/non-profitsectoren worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° punt 1° wordt vervangen door wat volgt: "1° besluit van 20 januari 2023: het besluit van de Vlaamse Regering van 20 januari 2023Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 20/01/2023 pub. 08/03/2023 numac 2023040838 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering tot vaststelling van de minimale voorwaarden van de rechtspositieregeling van het personeel van lokale en provinciale besturen sluiten tot vaststelling van de minimale voorwaarden van de rechtspositieregeling van het personeel van lokale en provinciale besturen;"; 2° punt 2° wordt opgeheven; 3° punt 7° wordt vervangen door wat volgt: "7° personeelsleden: de personeelsleden, vermeld in artikel 1, 13°, van het besluit van 20 januari 2023;".

Art. 2.In artikel 2, 3, 4 en 5 van hetzelfde besluit wordt het derde lid vervangen door wat volgt: "De raad stelt de functieclassificatie vast in de rechtspositieregeling en kan voor de personeelsleden, vermeld in het eerste en het tweede lid, afwijkingen vaststellen in overeenstemming met artikel 2, § 1, tweede lid, van het besluit van 20 januari 2023.".

Art. 3.In artikel 6 van hetzelfde besluit wordt het tweede lid vervangen door wat volgt: "De raad stelt de functieclassificatie vast in de rechtspositieregeling en kan voor de personeelsleden, vermeld in het eerste en het tweede lid, afwijkingen vaststellen in overeenstemming met artikel 2, § 1, tweede lid, van het besluit van 20 januari 2023.".

Art. 4.In artikel 10, tweede lid, van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° het woord "Vlaams" wordt vervangen door het woord "Vlaamse";2° tussen de datum "7 december 2007" en de woorden "en in" worden de woorden "houdende de minimale voorwaarden voor de personeelsformatie, de rechtspositieregeling en het mandaatstelsel van het gemeentepersoneel en het provinciepersoneel en houdende enkele bepalingen betreffende de rechtspositie van de secretaris en de ontvanger van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn" ingevoegd;3° tussen de datum "12 november 2010" en de zinsnede ", ofwel" worden de woorden "houdende de minimale voorwaarden voor de personeelsformatie en het mandaatstelsel van het personeel van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn en houdende de minimale voorwaarden voor sommige aspecten van de rechtspositieregeling van bepaalde personeelsgroepen van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn" ingevoegd. HOOFDSTUK 2. - Wijzigingen van het besluit van de Vlaamse Regering van 20 januari 2023Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 20/01/2023 pub. 08/03/2023 numac 2023040838 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering tot vaststelling van de minimale voorwaarden van de rechtspositieregeling van het personeel van lokale en provinciale besturen sluiten tot vaststelling van de minimale voorwaarden van de rechtspositieregeling van het personeel van lokale en provinciale besturen

Art. 5.Aan artikel 2, § 2, van het besluit van de Vlaamse Regering van 20 januari 2023Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 20/01/2023 pub. 08/03/2023 numac 2023040838 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering tot vaststelling van de minimale voorwaarden van de rechtspositieregeling van het personeel van lokale en provinciale besturen sluiten tot vaststelling van de minimale voorwaarden van de rechtspositieregeling van het personeel van lokale en provinciale besturen wordt een punt 6° toegevoegd, dat luidt als volgt: "6° de personen die tewerkgesteld worden met een flexi-jobarbeidsovereenkomst als vermeld in artikel 3, 4°, van de wet van 16 november 2015 houdende diverse bepalingen inzake sociale zaken.".

Art. 6.In artikel 18, § 1, van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° de zinsnede ", en van" wordt vervangen door de zinsnede ", van";2° tussen de woorden "de Vlaamse overheid" en de woorden "zich kandidaat" worden de woorden "en van de federale overheidsdiensten" ingevoegd.

Art. 7.In artikel 27, § 2, van hetzelfde besluit wordt het tweede lid vervangen door wat volgt: "In afwijking van het eerste lid kan de raad voor de periodes van dienstactiviteit, vermeld in artikel 47, § 2, tweede lid, 13°, 14° en 17°, in de rechtspositieregeling bepalen dat die periodes niet meegerekend kunnen worden.".

Art. 8.In artikel 30, § 1, eerste lid, 5°, van hetzelfde besluit wordt het getal "66.330,72" vervangen door het getal "66.564,72".

Art. 9.In artikel 35, § 1, van hetzelfde besluit wordt het eerste lid vervangen door wat volgt: "Met behoud van de toepassing van artikel 47, § 2, vierde lid, komen de periodes van disponibiliteit en de periodes van dienstactiviteit, vermeld in artikel 47, § 2, eerste en tweede lid, met uitzondering van de periodes die gelijkgesteld zijn met de periodes van dienstactiviteit, vermeld in artikel 47, § 2, tweede lid, 13°, 14° en 17°, in aanmerking om het bedrag van het vakantiegeld publiek stelsel te berekenen.".

Art. 10.In artikel 37 van hetzelfde besluit wordt het eerste lid vervangen door wat volgt: "Met behoud van de toepassing van artikel 47, § 2, vierde lid, komen de periodes van disponibiliteit en de periodes van dienstactiviteit, vermeld in artikel 47, § 2, eerste en tweede lid, die gepresteerd zijn van 1 januari tot en met 30 september van het in aanmerking te nemen jaar, met uitzondering van de periodes die gelijkgesteld zijn met de periodes van dienstactiviteit, vermeld in artikel 47, § 2, tweede lid, 12°, 13°, 14° en 17°, in aanmerking om het bedrag van de eindejaarstoelage te berekenen.".

Art. 11.Aan artikel 47, § 2, tweede lid, van hetzelfde besluit wordt een punt 17° toegevoegd, dat luidt als volgt: "17° een periode van afwezigheid wegens dwingende redenen en wegens het zorgverlof als vermeld in artikel 66/1 van dit besluit.".

Art. 12.In artikel 62, § 2, van hetzelfde besluit wordt het tweede lid vervangen door wat volgt: "De ziektekredietdagen worden toegekend in de vorm van een krediet van eenentwintig werkdagen per jaar volledige dienstactiviteit als vermeld in artikel 47, § 2, eerste lid, artikel 49 en 66, § 1. De raad kan bepalen dat periodes van disponibiliteit en de periodes, vermeld in artikel 47, § 2, tweede lid, ook volledig of gedeeltelijk in aanmerking komen voor de vaststelling van het jaarlijkse aantal ziektekredietdagen.".

Art. 13.In artikel 63, § 3, eerste lid, van hetzelfde besluit worden de woorden "het onbetaalde verlof" vervangen door de woorden "het onbezoldigde verlof".

Art. 14.In artikel 66, § 2, tweede lid, van hetzelfde besluit worden de woorden "voor minimaal de volgende periodes" vervangen door de woorden "voor de volgende periodes".

Art. 15.Aan hoofdstuk 4, afdeling 6, van hetzelfde besluit wordt een artikel 65/1 toegevoegd, dat luidt als volgt: "

Art. 65/1.Deze afdeling voorziet in de gedeeltelijke omzetting van richtlijn (EU) 2019/1158 van het Europees Parlement en de Raad van 20 juni 2019 betreffende het evenwicht tussen werk en privéleven voor ouders en mantelzorgers en tot intrekking van Richtlijn 2010/18/EU van de Raad.".

Art. 16.Aan hoofdstuk 4, afdeling 6, van hetzelfde besluit wordt een artikel 66/1 toegevoegd, dat luidt als volgt: "

Art. 66/1.§ 1. Het statutaire personeelslid heeft het recht om onbezoldigd van het werk afwezig te zijn om dwingende redenen conform artikel 30bis, § 1, van de wet van 3 juli 1978Relevante gevonden documenten type wet prom. 03/07/1978 pub. 03/07/2008 numac 2008000527 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de arbeidsovereenkomsten type wet prom. 03/07/1978 pub. 12/03/2009 numac 2009000158 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de arbeidsovereenkomsten sluiten betreffende de arbeidsovereenkomsten en artikel 2 tot en met 6 van het koninklijk besluit van 11 oktober 1991 tot vaststelling van de nadere regelen voor de uitoefening van het recht op een verlof om dwingende reden.

Het statutaire personeelslid heeft recht op onbezoldigd zorgverlof conform artikel 30bis, § 2, van de wet van 3 juli 1978Relevante gevonden documenten type wet prom. 03/07/1978 pub. 03/07/2008 numac 2008000527 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de arbeidsovereenkomsten type wet prom. 03/07/1978 pub. 12/03/2009 numac 2009000158 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de arbeidsovereenkomsten sluiten betreffende de arbeidsovereenkomsten. § 2. Als het personeelslid onbezoldigd verlof, vermeld in het eerste en tweede lid, opneemt, wordt het onbezoldigd verlof als vermeld in artikel 66, § 2, tweede lid, 1°, in het betrokken kalenderjaar met een gelijk aantal dagen verminderd.".

Art. 17.In artikel 67, § 3, van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in het eerste lid, 2°, 11°, 12°, 13° en 14°, worden de woorden "de werknemer" vervangen door de woorden "het personeelslid";2° in het eerste lid, 7°, wordt tussen het woord "huwelijkspartner" en de zinsnede ": 2 werkdagen" de zinsnede ", of van een pleegkind van het personeelslid, van de samenwonende of huwelijkspartner in het kader van langdurige pleegzorg op het moment van het huwelijk" ingevoegd; 3° in het eerste lid wordt een punt 9° /1 ingevoegd, dat luidt als volgt: "9° /1 overlijden van de ouder van een pleegouder of een kind van het pleegkind, in het kader van langdurige pleegzorg op het moment van het overlijden, waarbij die ouder of dat kind niet onder hetzelfde dak woont als het personeelslid of de samenwonende partner: 1 werkdag;"; 4° in het eerste lid wordt een punt 10° /1 ingevoegd, dat luidt als volgt: "10° /1 huwelijk van een: a) pleegouder van het personeelslid, de samenwonende of huwelijkspartner: de dag van het huwelijk; b) bloed- of aanverwant in de eerste en tweede graad van de pleegouder of het pleegkind van het personeelslid, de samenwonende of huwelijkspartner: de dag van het huwelijk;"; 5° in het eerste lid, 11°, wordt tussen de zinsnede "huwelijkspartner," en de zinsnede "of van een broer," de zinsnede "van een pleegkind van het personeelslid, van de samenwonende of huwelijkspartner in het kader van langdurige pleegzorg op het moment van de priesterwijding," ingevoegd;6° in het eerste lid, 12°, wordt tussen het woord "huwelijkspartner" en de zinsnede ": de dag van de plechtigheid" de zinsnede "of van een pleegkind van het personeelslid, van de samenwonende of huwelijkspartner in het kader van langdurige pleegzorg op het moment van de plechtige communie" ingevoegd;7° in het eerste lid, 13°, wordt tussen het woord "huwelijkspartner" en de woorden "aan het feest" de zinsnede "of van een pleegkind van het personeelslid, van de samenwonende of huwelijkspartner in het kader van langdurige pleegzorg op het moment van het feest," ingevoegd;8° in het eerste lid, 14°, wordt tussen het woord "huwelijkspartner" en de woorden "aan de plechtigheid" de zinsnede "of van een pleegkind van het personeelslid, van de samenwonende of huwelijkspartner in het kader van langdurige pleegzorg op het moment van de plechtigheid," ingevoegd;9° aan het tweede lid, 1°, worden de woorden "voor minstens zes maanden of de pleegzorg waarbij het kind in het verleden voor minstens zes maanden was ingeschreven als deel uitmakend van het gezin van het personeelslid in het bevolkingsregister of in het vreemdelingenregister van de gemeente waar het personeelslid zijn verblijfplaats heeft, of de pleegzorg waarvan bij aanvang duidelijk is dat het pleegkind voor minstens zes maanden deel zal uitmaken van het gezin van het personeelslid, in het bevolkingsregister of in het vreemdelingenregister van de gemeente waar het personeelslid zijn verblijfplaats heeft" toegevoegd. HOOFDSTUK 3. - Slotbepaling

Art. 18.De Vlaamse minister, bevoegd voor het binnenlands bestuur en het stedenbeleid, is belast met de uitvoering van dit besluit.

Brussel, 10 november 2023.

De minister-president van de Vlaamse Regering, J. JAMBON De Vlaamse minister van Binnenlands Bestuur, Bestuurszaken, Inburgering en Gelijke Kansen, G. RUTTEN

^