gepubliceerd op 18 april 2006
Besluit van de Vlaamse Regering houdende algemene bepalingen inzake medisch verantwoorde sportbeoefening bij de deelname van minderjarigen aan sportmanifestaties, proeven, wedstrijden en opleidingen in bepaalde sporttakken
10 MAART 2006. - Besluit van de Vlaamse Regering houdende algemene bepalingen inzake medisch verantwoorde sportbeoefening bij de deelname van minderjarigen aan sportmanifestaties, proeven, wedstrijden en opleidingen in bepaalde sporttakken
De Vlaamse Regering, Gelet op het decreet van 27 maart 1991 inzake medisch verantwoorde sportbeoefening, inzonderheid op artikel 4, tweede lid, gewijzigd bij het decreet van 20 december 1996, op artikel 19, gewijzigd bij het decreet van 19 maart 2004, en op artikel 20, gewijzigd bij de decreten van 20 december 1996 en 19 maart 2004;
Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 15 april 1997 tot vaststelling van de voorwaarden voor deelneming aan triatlon- en duatlonwedstrijden;
Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 11 juni 2004 houdende de voorwaarden voor deelneming aan motorcrosswedstrijden en motorcrossproeven;
Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 11 juni 2004 tot bepaling van de leeftijdsgrenzen voor deelneming aan sportmanifestaties op de weg met motor of bromfietsen;
Gelet op het ministerieel besluit van 31 oktober 2000 houdende vaststelling van het model van wielerboekje en van het model van medische steekkaart;
Gelet op het ministerieel besluit van 22 september 2004 houdende vaststelling van het model van de jongerensportpas en van het model van medische steekkaart in de motorcross;
Gelet op het ministerieel besluit van 16 december 2004 tot bepaling van de procedure en de voorwaarden voor de erkenning als opleidingsinstantie voor jongeren in de motorcross en/of als wedstrijdinstantie voor de organisatie van motorcrosswedstrijden en motorcrossproeven;
Gelet op het ministerieel besluit van 16 december 2004 tot bepaling van de procedure en de voorwaarden voor de erkenning als opleidingsinstantie voor jongeren in de wielersport en/of als wedstrijdinstantie voor de organisatie van wielerwedstrijden en wielerproeven;
Gelet op het advies van de Vlaamse Sportraad, gegeven op 25 oktober 2005;
Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de Begroting, gegeven op 1 december 2005;
Gelet op het advies nr 39.622/3 van de Raad van State, gegeven op 17 januari 2006, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;
Op voorstel van de Vlaamse minister van Cultuur, Jeugd, Sport en Brusselse Zaken;
Na beraadslaging, Besluit : HOOFDSTUK I. - Definities
Artikel 1.In dit besluit wordt verstaan onder : 1° minister : de Vlaamse minister, bevoegd voor de medisch verantwoorde sportbeoefening;2° sportmanifestatie : elk initiatief tot sportbeoefening met recreatieve, competitieve of demonstratieve doeleinden in georganiseerd verband, zowel op particulier als op openbaar domein;3° proef : de sportmanifestatie die naast een beperkt gedeelte met competitieve doeleinden andere sportactiviteiten omvat zonder enig competitief doel;4° wedstrijd : de sportmanifestatie met een uitsluitend competitief doel;5° administratie : de administratieve entiteit van de Vlaamse administratie, bevoegd voor de medisch verantwoorde sportbeoefening;6° Bloso : Vlaams Commissariaat-generaal voor de Bevordering van de Lichamelijke Ontwikkeling, de Sport en de Openluchtrecreatie, opgericht bij het decreet van 12 december 1990 betreffende het bestuurlijk beleid of zijn opvolger;7° Vlaamse Trainersschool, afgekort VTS : het samenwerkingsverband tussen het Bloso, de universitaire opleidingsinstituten Lichamelijke Opvoeding, de Vlaamse Hogescholen Lichamelijke Opvoeding en de erkende Vlaamse sportfederaties, dat sportkaderopleidingen organiseert in Vlaanderen;8° opleiding : de voorbereiding van sportbeoefenaars op de deelname aan sportmanifestaties;9° opleider : de begeleider die de opleiding verzorgt in opdracht van een sportfederatie en die over een diploma in de sporttak in kwestie beschikt, uitgereikt of erkend door de Vlaamse Trainersschool;10° minderjarige : elke sportbeoefenaar die de leeftijd van achttien jaar nog niet heeft bereikt. HOOFDSTUK II. - Toepassingsgebied
Art. 2.§ 1. De bepalingen van dit besluit zijn van toepassing op proeven, wedstrijden en opleidingen in de door de Vlaamse Regering bepaalde sporttakken of sportdisciplines waaraan minderjarigen deelnemen. De Vlaamse Regering stelt hiertoe een lijst van sporttakken of sportdisciplines op. De Vlaamse Regering kan sporttakken of sportdisciplines aan die lijst toevoegen of ervan verwijderen nadat zij advies ingewonnen heeft bij de administratie en het Bloso. § 2. De Vlaamse Regering kan de bepalingen van dit besluit van overeenkomstige toepassing verklaren op de organisatie van sportmanifestaties in sporttakken of sportdisciplines waaraan minderjarigen deelnemen en waarbij er ernstige risico's bestaan voor het fysieke en psychische welzijn. HOOFDSTUK III. - Proeven en wedstrijden
Art. 3.§ 1. Proeven en wedstrijden in de door de Vlaamse Regering bepaalde sporttakken of sportdisciplines, vermeld op de lijst zoals bepaald in artikel 2, § 1, kunnen uitsluitend georganiseerd worden door een sportfederatie die de sporttak of sportdiscipline in kwestie aanbiedt en die hetzij erkend is overeenkomstig het decreet van 13 juli 2001 houdende de regeling van de erkenning en subsidiëring van de Vlaamse sportfederaties, de koepelorganisatie en de organisaties voor de sportieve vrijetijdsbesteding, hetzij de bewijzen levert dat zij voldoet aan de in artikel 5 van voormeld decreet gestelde erkenningsvoorwaarden. § 2. Uit de statuten of het huishoudelijk reglement van de sportfederatie moet blijken dat : 1° de kwalitatieve opleiding van minderjarigen in de sporttak of sportdiscipline in kwestie één van haar doelstellingen is;2° de kwalitatieve organisatie van proeven en wedstrijden voor minderjarigen in de sporttak of sportdiscipline in kwestie één van haar doelstellingen is. § 3. Proeven en wedstrijden voor minderjarigen mogen slechts georganiseerd worden indien het fysieke en psychische welzijn van de minderjarigen beschermd is.
Hiertoe bepaalt de minister bij ministerieel besluit per sporttak of sportdiscipline, vermeld op de lijst zoals bepaald in artikel 2, § 1, de maatregelen die minimaal betrekking hebben op de volgende aspecten : 1° de minimumleeftijden vanaf wanneer de minderjarige aan proeven, wedstrijden en opleidingen mag deelnemen;2° de indeling in categorieën, onder meer naar leeftijd en geslacht, met specificatie van de te volgen opleiding;3° de modaliteiten van de opleiding waarin wordt voorzien voor de minderjarigen, alsook de pedagogische en sporttechnische kwalificaties waaraan de door de sportfederatie aangestelde opleiders moeten voldoen;4° de maximale frequentie van deelname aan proeven en wedstrijden voor de verschillende categorieën en de wijze waarop de sportfederatie daarop controle uitoefent;5° de bepalingen over de duur, afstand en/of het verloop van de proeven en wedstrijden;6° de vereisten van het sporttakspecifiek medisch onderzoek, uitgevoerd door een erkende keuringsarts, de tijdstippen waarop dat onderzoek uitgevoerd moet worden, en de wijze waarop de sportfederatie daarop controle uitoefent. De kosten die voortvloeien uit dat onderzoek zijn volledig ten laste van de minderjarige, ouders, voogd of wettelijke vertegenwoordigers; 7° de technische bepalingen inzake parcours en accommodatie;8° de technische bepalingen inzake sporttak- of disciplinespecifiek materiaal en uitrusting;9° de verplichtingen voor de minderjarigen inzake beschermende kledij en uitrusting;10° een gedetailleerde technische omschrijving van de veiligheidsvoorzieningen en -voorschriften;11° een verwijzing naar de individuele deontologische plicht inzake het correct bijhouden van de verschillende gegevens van de sportpas;12° een regeling voor de gevallen waarin de sportpas wordt ingetrokken. § 4. De reglementen van de sportfederatie dienen in overeenstemming te zijn met het ministerieel besluit zoals bedoeld in § 3.
Hiertoe legt de sportfederatie haar reglement ter goedkeuring voor aan de minister. De minister beslist nadat hij het advies heeft ingewonnen van de administratie en het Bloso, binnen een termijn van zestig dagen na de indiening van de aanvraag. § 5. Voor deelname van minderjarigen aan proeven en wedstrijden is steeds de schriftelijke toestemming van de ouders, voogd of wettelijke vertegenwoordigers vereist.
Art. 4.§ 1. De proeven moeten aan de volgende bepalingen voldoen : 1° ze worden georganiseerd onder leiding van een opleider;2° ze moeten op een plaats en in omstandigheden worden gehouden die de veiligheid van de minderjarigen waarborgt;3° er mogen geen prijzen worden toegekend, gebaseerd op een individuele rangschikking van de deelnemers aan de proef;4° ze worden kindvriendelijk georganiseerd waarbij het leereffect wordt nagestreefd;5° datum, plaats en inhoud van de proef alsook de naam van de opleider moeten door de sportfederatie minstens veertien dagen vóór de organisatie van de proef schriftelijk aan het Bloso en de administratie meegedeeld worden;6° ze worden georganiseerd conform de bepalingen van artikel 3;7° vóór de aanvang en tijdens de proef moet de volledige deelnemerslijst met alle identiteitsgegevens van de deelnemers per categorie en de ingevulde sportpas op het plaatselijke secretariaat beschikbaar zijn. § 2. De wedstrijden moeten aan de volgende bepalingen voldoen : 1° ze moeten op een plaats en in omstandigheden worden gehouden zodat de veiligheid van de minderjarigen gewaarborgd is;2° datum en plaats moeten door de sportfederatie minstens veertien dagen voor de organisatie van de wedstrijd schriftelijk aan het Bloso en de administratie meegedeeld worden;3° ze worden georganiseerd conform de bepalingen van artikel 3;4° voor de aanvang en tijdens de wedstrijd moet de volledige deelnemerslijst met alle identiteitsgegevens van de deelnemers per categorie en de ingevulde sportpas op het plaatselijke secretariaat beschikbaar zijn. HOOFDSTUK IV. - De opleiding
Art. 5.§ 1. Vooraleer de minderjarige aan een proef of wedstrijd kan deelnemen, moet hij een sporttakspecifieke opleiding gevolgd hebben overeenkomstig de bepaling van artikel 3, § 3, tweede lid, 2°, en moet hij over de vaardigheden beschikken die vereist zijn voor de proef of de wedstrijd. Dat laatste wordt beoordeeld door de opleider. Als de minderjarige de sporttakspecifieke opleiding heeft gevolgd en als de opleider van oordeel is dat de minderjarige over voldoende vaardigheden beschikt om aan een proef of wedstrijd deel te nemen, noteert de opleider de datum waarop aan die beide vereisten is voldaan in de sportpas van de minderjarige. § 2. Voor deelname van minderjarigen aan opleidingen is de schriftelijke toestemming van de ouders, voogd of wettelijke vertegenwoordigers vereist. § 3. De opleiding kan uitsluitend gegeven worden door opleiders die aangesteld zijn door een in artikel 3, § 1 bedoelde sportfederatie die de sporttak of sportdiscipline in kwestie aanbiedt en waarvan de reglementen door de minister zijn goedgekeurd. De opleiding wordt georganiseerd onder de verantwoordelijkheid van de sportfederatie en volgens een opleidingsprogramma dat goedgekeurd is door de VTS. Het opleidingsprogramma moet op een sportpedagogisch, sporttechnisch, sportmedisch en sportpsychologisch verantwoorde wijze worden aangeboden. § 4. Het voormelde opleidingsprogramma en elke wijziging ervan moet ter goedkeuring worden voorgelegd aan de VTS. Binnen een termijn van zestig dagen deelt de VTS aan de minister en aan de sportfederatie zijn beslissing mee over het ingediende opleidingsprogramma of de aangevraagde wijziging.
De sportfederatie deelt uiterlijk één maand voor de start van de opleiding, de data, de plaats, de naam van de opleider(s) en de inhoud van de opleidingsactiviteiten mee aan het Bloso. HOOFDSTUK V. - De sportpas
Art. 6.§ 1. Een minderjarige die lid is van een sportfederatie die een sporttak of sportdiscipline aanbiedt, vermeld op de lijst zoals bepaald in artikel 2, of die woont in het Nederlandse taalgebied en die aan een opleiding, proef of wedstrijd deelneemt, moet in het bezit zijn van een geldige sportpas.
De vorm van de sportpas wordt door de sportfederatie bepaald.
De sportpas moet vóór de aanvang van elke proef of wedstrijd aan de medewerker van de sportfederatie die daarvoor is aangesteld ter controle worden overhandigd. Hij moet de plaats, de datum en de afstand of tijdsduur van de proef of de wedstrijd in de sportpas aanbrengen. § 2. De sportpas van een minderjarige die wil deelnemen aan een opleiding is pas geldig als hij de volgende gegevens bevat : 1° de voornaam, de achternaam, het adres en de geboortedatum van de minderjarige;2° een foto van de minderjarige;3° de toestemming van de ouders, voogd of wettelijke vertegenwoordigers;4° de sporttakspecifieke medische geschiktheid. § 3. De sportpas voor een minderjarige die wil deelnemen aan proeven of wedstrijden is pas geldig als hij de volgende gegevens bevat : 1° de voornaam, de achternaam, het adres en de geboortedatum van de minderjarige;2° een foto van de minderjarige;3° de toestemming van de ouders, voogd of wettelijke vertegenwoordigers;4° de sporttakspecifieke medische geschiktheid;5° de datum waarop de minderjarige, nadat hij de sporttakspecifieke opleiding heeft gevolgd, over voldoende vaardigheden beschikt om deel te nemen aan een proef of wedstrijd;6° een opsomming van de plaats, de datum en de afstand of de tijdsduur van alle proeven en wedstrijden waaraan de minderjarige heeft deelgenomen;7° een opsomming van alle fysieke letsels die de minderjarige al heeft opgelopen tengevolge van sportbeoefening, en waarvoor een ongevalaangifte werd opgesteld. § 4. Onverminderd de toepassing van de door de minister bepaalde maatregelen, vermeld in artikel 3, § 3, mag een minderjarige die geen lid is van een sportfederatie die een sporttak of sportdiscipline aanbiedt, vermeld op de lijst zoals bepaald in artikel 2, § 1, en die niet in het Nederlandse taalgebied woont, toch deelnemen aan proeven of wedstrijden zonder in het bezit te zijn van een sportpas, als hij door voorlegging van documenten aantoont dat hij voldoet aan de voorwaarden inzake sporttakspecifieke medische geschiktheid of als hij een geldige licentie kan voorleggen, uitgereikt door de bevoegde instantie van een andere staat of gemeenschap. HOOFDSTUK VI. - Verzekering
Art. 7.De sportfederatie, onder wiens verantwoordelijkheid de opleiding, vermeld in artikel 5, en de proef en wedstrijd, vermeld in artikelen 3 en 4, worden afgewerkt, moet het bewijs leveren dat, naast de verplicht af te sluiten verzekeringen zoals opgelegd bij decreet van 13 juli 2001 houdende de regeling van de erkenning en subsidiëring van de Vlaamse sportfederaties, de koepelorganisatie en de organisaties voor de sportieve vrijetijdsbesteding, bijkomend een verzekering is afgesloten ter dekking van de risico's van lichamelijke ongevallen voor haar opleiders en aangestelde medewerkers. HOOFDSTUK VII. - Controle
Art. 8.§ 1. Onverminderd de bevoegdheden van de erkende controleartsen, de erkende kinesitherapeuten en de erkende verpleegkundigen, is de VTS inzonderheid belast met de controle op : 1° de wijze waarop de sportfederatie en haar opleiders : a) het door de VTS goedgekeurde opleidingsprogramma uitvoeren;b) de aanwezigheden bijhouden van de minderjarigen die het opleidingsprogramma volgen;c) de lijst met opgeleide minderjarigen bijhouden in een elektronisch databestand;2° de toepassing van de bepaling vermeld in artikel 3, § 3, tweede lid, 3°. § 2. Onverminderd de bevoegdheden van de erkende controleartsen, de erkende kinesitherapeuten en de erkende verpleegkundigen, is het Bloso inzonderheid belast met de controle op : 1° de toepassing van de bepalingen vermeld in artikel 3, § 3, tweede lid, 7°, 8° en 10°;2° het respecteren van de verschillende bepalingen inzake de proeven en wedstrijden, vermeld in artikel 4, § 1 en § 2;3° de verzekeringen, vermeld in artikel 7. § 3. Onverminderd de bevoegdheden van de erkende controleartsen, de erkende kinesitherapeuten en de erkende verpleegkundigen, is de administratie inzonderheid belast met de controle op : 1° de verschillende leeftijdsbepalingen, vermeld in artikel 3, § 3, tweede lid, 1° en 2°;2° de naleving van de bepalingen inzake frequentie, duur of afstand van de proeven en wedstrijden, vermeld in artikel 3, § 3, tweede lid, 4° en 5°;3° de naleving van de bepalingen inzake de beschermende kledij en uitrusting, vermeld in artikel 3, § 3, tweede lid, 9°;4° de naleving van het sporttakspecifieke medisch onderzoek en de attestering ervan, vermeld in artikel 3, § 3, tweede lid, 6°;5° de bepalingen inzake de sportpas, vermeld in artikel 3, § 3, tweede lid, 11° en 12°, en artikel 6;6° de naleving van de bepalingen van artikel 3, § 1, en de naleving van de bepalingen, vastgesteld ter uitvoering van artikel 2, tweede lid. HOOFDSTUK VIII. - Slotbepalingen
Art. 9.De volgende regelingen worden opgeheven : 1° het besluit van de Vlaamse Regering van 15 april 1997 tot vaststelling van de voorwaarden voor deelneming aan triatlon- en duatlonwedstrijden;2° het besluit van de Vlaamse Regering van 11 juni 2004 houdende de voorwaarden voor deelneming aan motorcrosswedstrijden en motorcrossproeven;3° het besluit van de Vlaamse Regering van 11 juni 2004 tot bepaling van de leeftijdsgrenzen voor deelneming aan sportmanifestaties op de weg met motor- of bromfietsen;4° het ministerieel besluit van 31 oktober 2000 houdende vaststelling van het model van wielerboekje en van het model van medische steekkaart;5° het ministerieel besluit van 22 september 2004 houdende vaststelling van het model van de jongerensportpas en van het model van medische steekkaart in de motorcross;6° het ministerieel besluit van 16 december 2004 tot bepaling van de procedure en de voorwaarden voor de erkenning als opleidingsinstantie voor jongeren in de motorcross en/of als wedstrijdinstantie voor de organisatie van motorcrosswedstrijden en motorcrossproeven;7° het ministerieel besluit van 16 december 2004 tot bepaling van de procedure en de voorwaarden voor de erkenning als opleidingsinstantie voor jongeren in de wielersport en/of als wedstrijdinstantie voor de organisatie van wielerwedstrijden en wielerproeven.
Art. 10.In afwijking van artikel 3, § 4, en van artikel 5, § 4, worden voor het jaar 2006 de termijnen teruggebracht tot dertig dagen.
Art. 11.Dit besluit treedt in werking op de dag van de bekendmaking ervan in het Belgisch Staatsblad.
Art. 12.De Vlaamse minister, bevoegd voor de medisch verantwoorde sportbeoefening, is belast met de uitvoering van dit besluit.
Brussel, 10 maart 2006.
De minister-president van de Vlaamse Regering, Y. LETERME De Vlaamse minister van Cultuur, Jeugd, Sport en Brusselse Zaken, B. ANCIAUX