10 MAART 2006. - Besluit van de Vlaamse Regering houdende de delegatie van sommige bevoegdheden inzake de organisatie van de gemeenteraadsverkiezingen, de districtsraadsverkiezingen, de verkiezingen van de raad voor maatschappelijk welzijn en de provincieraadsverkiezingen aan de Vlaamse minister bevoegd voor de Binnenlandse Aangelegenheden

De Vlaamse Regering, Gelet op de wet van 19 oktober 1921 tot regeling van de provincieraadsverkiezingen, het laatst gewijzigd bij decreet van 10 februari 2006;

Gelet op de gemeentekieswet, gecoördineerd op 4 augustus 1932, het laatst gewijzigd bij decreet van 10 februari 2006;

Gelet op de wet van 11 april 1994 tot organisatie van de geautomatiseerde stemming, het laatst gewijzigd bij decreet van 10 februari 2006;

Gelet op het decreet van 7 mei 2004 houdende regeling van de controle van de verkiezingsuitgaven en de herkomst van de geldmiddelen voor de verkiezing van het Vlaams Parlement, de provincieraden, de gemeenteraden en de districtsraden, gewijzigd bij decreet van 10 februari 2006;

Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 1 februari 2006;

Gelet op het verzoek om spoedbehandeling, gemotiveerd door de omstandigheid dat het noodzakelijk is dat, voor een ordentelijke organisatie van de verkiezingen, de betrokken actoren waaronder in casu de hoofdbureaus, de gemeenten en provincies, maar ook de mogelijke kandidaten ten spoedigste over de nodige uitvoeringsbesluiten, waaronder de modellen en formulieren, kunnen beschikken; dat de voorbereiding van de verkiezingen, bij voorbeeld voor het samenstellen van de lijsten en het verzamelen van de vereiste handtekeningen, op lokaal vlak al begonnen is; dat zij op korte termijn op de hoogte moeten gebracht worden van de aanvullende regels met betrekking tot de verkiezingsorganisatie; dat de minister bevoegd voor de binnenlandse aangelegenheden onverwijld sommige besluiten moet nemen en modellen, formulieren en onderrichtingen moet vaststellen;

Overwegende dat in het advies nr. 39.080/AV/3 van de Afdeling Wetgeving van de Raad van State over het voorontwerp van decreet houdende de wijziging van de Gemeentekieswet gecoördineerd op 4 augustus 1932, de wet van 19 oktober 1921 tot regeling van de provincieraadsverkiezingen, de wet tot organisatie van de geautomatiseerde stemming van 11 april 1994 en het decreet van 7 mei 2004 houdende regeling van de controle van de verkiezingsuitgaven en de herkomst van de geldmiddelen voor de verkiezing van het Vlaamse Parlement, wordt gesteld dat het voormelde artikel 69 van de bijzondere wet van 8 augustus 1980 bepaalt dat de regering, onverminderd de door haar toegestane delegaties, collegiaal beraadslaagt over alle zaken die tot haar bevoegdheid behoren en dat uit dit artikel volgt dat het niet aan de decreetgever, doch aan de regering zelf toekomt om bepaalde opdrachten aan de minister bevoegd voor de binnenlandse aangelegenheden toe te vertrouwen;

Overwegende dat het voormelde decreet van 10 februari 2006 in diverse artikelen de Vlaamse Regering opdracht geeft de uitvoeringsbesluiten en modellen die voor de uitvoering van die artikelen noodzakelijk zijn, vast te stellen;

Overwegende dat de verkiezingen waarop het voormelde decreet van 10 februari 2006 van toepassing is plaats zullen vinden op 8 oktober 2006;

Overwegende dat het voor het goede verloop van deze verkiezingen noodzakelijk is dat de uitvoeringsbesluiten die nodig zijn om de desbetreffende artikelen van het decreet uit te voeren, dringend moeten genomen worden;

Gelet op het advies van de Raad van State, gegeven op 17 februari 2006, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;

Op voorstel van de Vlaamse minister van Binnenlands Bestuur, Stedenbeleid, Wonen en Inburgering;

Na beraadslaging, Besluit :

Artikel 1.De Vlaamse minister bevoegd voor de binnenlandse aangelegenheden is gemachtigd om : 1° de besluiten te nemen tot vaststelling van de onderrichtingen, modellen en formulieren met betrekking tot de organisatie van de gemeenteraadsverkiezingen, de districtsraadsverkiezingen, de verkiezingen van de raad voor maatschappelijk welzijn en de provincieraadsverkiezingen;2° uitvoering te geven aan de bepalingen in de kieswetgeving zoals vermeld in de onderstaande lijst : A.Gemeentekieswet - Artikel 8, vierde lid : verhoging van het aantal kiezers per stemafdeling boven 800 in geval van geautomatiseerde stemming - Artikel 22bis, eerste lid : kennisgeving aan de voorzitters van de hoofdbureaus van de gemeenschappelijke volgnummers en de voorbehouden letterwoorden van de politieke formatie - Artikel 58bis, eerste lid : vaststelling van de wijze waarop de voorzitters van de hoofdstembureaus via digitale weg de verkiezingsuitslagen aan de Vlaamse Regering bezorgen - Artikel 58bis, derde lid : verlenen van machtiging aan de hoofdbureaus om gedeeltelijke uitslagen via digitale weg mee te delen en vaststelling van de voorwaarden daarvan - Artikel 59, tweede lid : in ontvangst nemen van de verkiezingsuitslagen - Artikel 85septies : datum vanaf wanneer het besluit tot benoeming van de burgemeester uitwerking heeft in geval van beroep bij de Raad van State in verband met verkiezingsbetwistingen (loutere toepassing) - Artikel 105 : vaststelling van de kleur van het stembiljet bij de verkiezingen voor de districtsraden B. Provinciekieswet - wet van 19 oktober 1921 tot regeling van de provincieraadsverkiezingen - Artikel 2, § 1, tweede lid, en § 2, derde lid : verhoging van het aantal kiezers per stemafdeling boven 800 in geval van geautomatiseerde stemming - Artikel 5, eerste en achtste lid : publicatie in het Belgisch Staatsblad van de verkiezingsdatum en de uren van opening en sluiting van de stembureaus; vaststelling van het model van oproepingsbrief voor de kiezer - Artikel 9sexies, § 1, tiende lid : doorzending door het kantonhoofdbureau naar de Vlaamse Regering van de verkiezingsuitslag - Artikel 10, § 1, vierde lid en § 2, eerste en vierde lid : overhandiging van het voorstel tot lijstenvereniging; loting van de gemeenschappelijke volgnummers en kennisgeving ervan aan de voorzitters van de districtshoofdbureaus in de provinciehoofdplaatsen - Artikel 21ter, eerste en derde lid : vaststelling van de wijze waarop de voorzitters van de kantonhoofdbureaus via digitale weg de verkiezingsuitslagen aan de Vlaamse Regering bezorgen; verlenen van machtiging aan de hoofdbureaus om gedeeltelijke uitslagen via digitale weg mee te delen en vaststelling van de voorwaarden daarvan C. Wet van 11 april 1994 tot organisatie van de geautomatiseerde stemming - Artikel 5bis, § 3, tweede lid : afgifte van het verslag van de deskundigen van het verslag inzake de geautomatiseerde stemming - Artikel 18, vierde lid : beslissing tot gemeenschappelijke registratie op het gemeentehoofdbureau van de kantonhoofdplaats, van de geheugendragers met de stemresultaten voor de verschillende verkiezingen D. Decreet van 7 mei 2004 houdende regeling van de controle van de verkiezingsuitgaven en de herkomst van de geldmiddelen voor de verkiezing van het Vlaams Parlement, de provincieraden, de gemeenteraden en de districtsraden - Artikel 8quater : mededeling van de maximumbedragen voor verkiezingsprogramma - Artikel 8terdecies : vaststelling van de wijze van registratie van uitgaven, middelen en giften

Art. 2.Dit besluit treedt heden in werking.

Art. 3.De Vlaamse minister, bevoegd voor de binnenlandse aangelegenheden, is belast met de uitvoering van dit besluit.

Brussel, 10 maart 2006.

De minister-president van de Vlaamse Regering, Y. YETERME De Vlaamse minister van Binnenlands Bestuur, Stedenbeleid, Wonen en Inburgering, M. KEULEN