gepubliceerd op 07 oktober 2022
Besluit van de Vlaamse Regering betreffende steun aan ondernemingen en openbare entiteiten, die een negatieve economische impact ondervinden ten gevolge van de coronavirusmaatregelen en de Brexit
10 JUNI 2022. - Besluit van de Vlaamse Regering betreffende steun aan ondernemingen en openbare entiteiten, die een negatieve economische impact ondervinden ten gevolge van de coronavirusmaatregelen en de Brexit
Rechtsgrond Dit besluit is gebaseerd op: - het
decreet van 16 maart 2012Relevante gevonden documenten
type
decreet
prom.
16/03/2012
pub.
27/04/2012
numac
2012202237
bron
vlaamse overheid
DECREET betreffende het economisch ondersteuningsbeleid
sluiten betreffende het economisch ondersteuningsbeleid, artikel 35.
Vormvereisten De volgende vormvereisten zijn vervuld: - De Vlaamse minister, bevoegd voor de begroting, heeft zijn akkoord gegeven op 31 maart 2022. - De Europese Commissie verleende haar goedkeuring voor deze steunmaatregel op 1 juni 2022. - Er is geen advies gevraagd aan de Raad van State, met toepassing van artikel 3, § 1, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973. Er is een dringende noodzakelijkheid om ondernemingen die economisch getroffen worden door de coronavirusmaatregelen en de gevolgen van de Brexit financieel te steunen.
Motivering Dit besluit is gebaseerd op het volgende motief: Omdat ondernemingen en openbare entiteiten gelegen in Vlaanderen economisch een negatieve impact ondervinden van de gevolgen van de coronavirusmaatregelen en de Brexit, is het noodzakelijk om voor die ondernemingen en openbare entiteiten een nieuwe ondersteuningsmaatregel te nemen. De getroffen ondernemingen en openbare entiteiten kunnen voor de periode 1 januari 2020 tot en met 31 december 2023 beroep doen op de Brexit Adjustment Reserve (BAR) indien zij schade ondervinden ten gevolge van de Brexit. Het merendeel van de ondernemingen en openbare entiteiten hebben reeds in hun voorbereidingen op de Brexit geïnvesteerd of kosten gemaakt. Het is daarom noodzakelijk om retroactieve kosten toe te laten, zoals in de BAR verordening aangegeven wordt, en deze ondernemingen niet te benadelen t.o.v. de ondernemingen en openbare entiteiten die zich niet voorbereid hebben en nu een aanvraag indienen om eventueel een vergoeding onder de BAR te ontvangen. Aangezien deze steun wordt toegestaan onder de COVID-19 Tijdelijke kaderregeling, dient de in aanmerking komende periode beperkt te worden van 19 maart 2020 tot en met 30 juni 2022.
Juridisch kader Dit besluit sluit aan bij de volgende regelgeving: - Verordening (EU) nr. 1407/2013 van de Commissie van 18 december 2013 betreffende de toepassing van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie op de-minimissteun (Publicatieblad van 24 december 2013, L 352), en alle latere wijzigingen ervan. - Verordening (EU) nr. 651/2014 van de Commissie van 17 juni 2014 waarbij bepaalde categorieën steun op grond van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag met de interne markt verenigbaar worden verklaard (Publicatieblad van 26 juni 2014, L 187, blz. 1 - 78), en de latere wijzigingen ervan. - Verordening (EU) nr. 702/2014 van de Commissie van 25 juni 2014 waarbij bepaalde categorieën steun in de landbouw- en de bosbouwsector en in plattelandsgebieden op grond van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie met de interne markt verenigbaar worden verklaard (Publicatieblad van 1 juli 2014, L 193/1), en de latere wijzigingen ervan. - Verordening (EU) nr. 1408/2013 van de Commissie van 18 december 2013 inzake de toepassing van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie op de-minimissteun in de landbouwsector (Publicatieblad van 24 december 2013, L 352/9), en de latere wijzigingen ervan. - Verordening (EU) nr. 1388/2014 van de Commissie van 16 december 2014 waarbij bepaalde categorieën steun voor ondernemingen die actief zijn in de productie, de verwerking en de afzet van visserij- en aquacultuurproducten, op grond van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie met de interne markt verenigbaar worden verklaard (Publicatieblad van 24 december 2014, L 369/37), en de latere wijzigingen ervan. - Verordening (EU) nr. 717/2014 van de Commissie van 27 juni 2014 inzake de toepassing van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie op de-minimissteun in de visserij- en aquacultuursector (Publicatieblad van 28 juni 2014, L 190/45), en de latere wijzigingen ervan. - Richtsnoeren van de Europese Unie voor staatssteun in de landbouw- en de bosbouwsector en in de plattelandsgebieden 2014-2020 (Publicatieblad van 1 juli 2014, C 204/1), en alle latere wijzigingen ervan. - Richtsnoeren voor het onderzoek van staatssteun in de visserij- en aquacultuursector (Publicatieblad van 2 juli 2015, C 217/1), en alle latere wijzigingen ervan. - Mededeling van de Commissie van 19 maart 2020 (C(2020) 1863) Tijdelijke Kaderregeling inzake staatssteun ter ondersteuning van de economie vanwege de huidige COVID-19-uitbraak. - Verordening (EU) 2021/1755 van het Europees Parlement en de Raad van 6 oktober 2021 tot oprichting van de Reserve voor aanpassing aan de Brexit.
Initiatiefnemer Dit besluit wordt voorgesteld door de Vlaamse minister van Economie, Innovatie, Werk, Sociale economie en Landbouw.
Na beraadslaging, DE VLAAMSE REGERING BESLUIT:
Artikel 1.In dit besluit wordt verstaan onder: 1° BAR verordening: Verordening (EU) 2021/1755 van het Europees Parlement en de Raad van 6 oktober 2021 tot oprichting van de Reserve voor aanpassing aan de Brexit (EU Publicatieblad van 8 oktober 2021, L 357/1) en eventuele latere wijzigingen;2° coronavirusmaatregelen: maatregelen genomen bij het ministerieel besluit van 28 oktober 2020 houdende dringende maatregelen om de verspreiding van het coronavirus COVID-19 te beperken en de latere maatregelen inzake het coronavirus en de daaruit voortvloeiende maatregelen van de bevoegde autoriteiten inzake burgerlijke veiligheid en bij het koninklijk besluit van 28 oktober 2021 houdende de nodige maatregelen van bestuurlijke politie teneinde de gevolgen voor de volksgezondheid van de afgekondigde epidemische noodsituatie betreffende de coronavirus COVID-19 pandemie te voorkomen of te beperken;3° Agentschap Innoveren en Ondernemen: het agentschap, opgericht bij het besluit van de Vlaamse Regering van 7 oktober 2005Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 07/10/2005 pub. 16/11/2005 numac 2005036383 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Besluit van de Vlaamse Regering tot oprichting van het Agentschap Economie type besluit van de vlaamse regering prom. 07/10/2005 pub. 30/11/2005 numac 2005036448 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Besluit van de Vlaamse Regering tot oprichting van het intern verzelfstandigd agentschap zonder rechtspersoonlijkheid Agentschap voor Maritieme Dienstverlening en Kust type besluit van de vlaamse regering prom. 07/10/2005 pub. 01/12/2005 numac 2005036483 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Besluit van de Vlaamse Regering tot oprichting van het intern verzelfstandigd agentschap zonder rechtspersoonlijkheid Agentschap Infrastructuur sluiten aangaande het Agentschap Innoveren en Ondernemen;4° decreet van 16 maart 2012Relevante gevonden documenten type decreet prom. 16/03/2012 pub. 27/04/2012 numac 2012202237 bron vlaamse overheid DECREET betreffende het economisch ondersteuningsbeleid sluiten: het decreet van 16 maart 2012Relevante gevonden documenten type decreet prom. 16/03/2012 pub. 27/04/2012 numac 2012202237 bron vlaamse overheid DECREET betreffende het economisch ondersteuningsbeleid sluiten betreffende het economisch ondersteuningsbeleid;5° aanvaardbare kosten: kosten, exclusief btw, die gemaakt worden ten gevolge van de Brexit, vermeld in de BAR verordening, artikel 5, 1). Uitgaven voor verplaatsing van activiteit in de zin van artikel 3, 8) van de BAR verordening zijn niet aanvaardbaar; 6° subsidieperiode: de periode vermeld in artikel 3, 1) van de BAR verordening.Indien de steun wordt toegekend binnen de tijdelijke kaderregeling COVID-19 wordt de subsidiabele periode beperkt van 19 maart 2020 tot en met 30 juni 2022; 7° onderneming: de natuurlijke persoon die zelfstandig een beroepsactiviteit uitoefent in hoofd- of bijberoep, de vennootschap met rechtspersoonlijkheid van privaat recht, de buitenlandse onderneming met een vergelijkbaar statuut en de vereniging met rechtspersoonlijkheid en een economische activiteit en die over een actieve exploitatiezetel in het Vlaamse Gewest overeenkomstig de Kruispuntbank van Ondernemingen beschikt;8° openbare entiteit: een overheidsbestuur, -instelling of een organisatie met een duidelijk afgebakende opdracht van publieke dienstverlening binnen het Vlaamse Gewest respectievelijk de Vlaamse Gemeenschap, die voor de toepassing van dit besluit handelt vanuit die opdracht;9° tijdelijke kaderregeling COVID-19: de mededeling van de Commissie van 19 maart 2020 (C(2020) 1863) Tijdelijke Kaderregeling inzake staatssteun ter ondersteuning van de economie vanwege de huidige COVID-19-uitbraak, en de latere wijzigingen ervan.
Art. 2.§ 1. Alle steun die toegekend wordt met toepassing van dit besluit en de uitvoeringsbesluiten ervan, wordt verleend binnen de grenzen en voorwaarden, vermeld in de tijdelijke kaderregeling COVID-19, punt 3.1 en vermeld in de BAR verordening.
De steun op basis van de tijdelijke kaderregeling wordt toegekend uiterlijk op 30 juni 2022. Indien de tijdelijke kaderregeling door de Europese Commissie zou worden verlengd, wordt de uiterlijke beslissingstermijn voor dezelfde duur verlengd. § 2. In afwijking van § 1, kan de steun worden toegekend binnen de grenzen en de voorwaarden, vermeld in 1) verordening (EU) nr.1407/2013 van de Commissie van 18 december 2013 betreffende de toepassing van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie op de-minimissteun (Publicatieblad van 24 december 2013, L 352) en de latere wijzigingen ervan; 2) verordening (EU) nr.651/2014 van de Commissie van 17 juni 2014 waarbij bepaalde categorieën steun op grond van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag met de interne markt verenigbaar worden verklaard (Publicatieblad van 26 juni 2014, L 187, blz. 1 - 78), en de latere wijzigingen ervan; 3) Verordening (EU) nr.702/2014 van de Commissie van 25 juni 2014 waarbij bepaalde categorieën steun in de landbouw- en de bosbouwsector en in plattelandsgebieden op grond van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie met de interne markt verenigbaar worden verklaard (Publicatieblad van 1 juli 2014, L 193/1), en de latere wijzigingen ervan; 4) Verordening (EU) nr.1408/2013 van de Commissie van 18 december 2013 inzake de toepassing van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie op de-minimissteun in de landbouwsector (Publicatieblad van 24 december 2013, L 352/9), en de latere wijzigingen ervan; 5) Verordening (EU) nr.1388/2014 van de Commissie van 16 december 2014 waarbij bepaalde categorieën steun voor ondernemingen die actief zijn in de productie, de verwerking en de afzet van visserij- en aquacultuurproducten, op grond van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie met de interne markt verenigbaar worden verklaard (Publicatieblad van 24 december 2014, L 369/37), en de latere wijzigingen ervan; 6) Verordening (EU) nr.717/2014 van de Commissie van 27 juni 2014 inzake de toepassing van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie op de-minimissteun in de visserij- en aquacultuursector (Publicatieblad van 28 juni 2014, L 190/45), en de latere wijzigingen ervan. 7) Richtsnoeren van de Europese Unie voor staatssteun in de landbouw- en de bosbouwsector en in de plattelandsgebieden 2014-2020 (Publicatieblad van 1 juli 2014, C 204/1), en alle latere wijzigingen ervan;8) Richtsnoeren voor het onderzoek van staatssteun in de visserij- en aquacultuursector (Publicatieblad van 2 juli 2015, C 217/1), en alle latere wijzigingen ervan. § 3. In afwijking van § 1 en § 2 van dit artikel, kan steun worden toegekend aan openbare entiteiten voor het uitvoeren van hun publieke, niet economische activiteiten van algemeen belang.
Art. 3.§ 1. Er wordt een subsidie toegekend aan ondernemingen die getroffen zijn door de coronavirusmaatregelen en de gevolgen van de Brexit, die maximaal 80% bedraagt van de aanvaardbare kosten die gemaakt en uitbetaald zijn in de subsidieperiode. § 2. Er wordt een subsidie toegekend aan openbare entiteiten die maximaal 100% bedraagt van de aanvaardbare kosten die gemaakt en uitbetaald zijn in de subsidieperiode.
Art. 4.Om in aanmerking te komen voor financiering dienen de ingediende projecten te voldoen aan de voorwaarden gesteld door de Europese Unie, zoals hierboven vermeld, en worden ze beoordeeld op hun kwaliteit, hun impact en de mate waarin ze aansluiten bij de prioriteiten van Vlaamse Regering zoals opgenomen in het plan Vlaamse Veerkracht.
Art. 5.De volgende ondernemingen komen niet in aanmerking voor de subsidie: 1° ondernemingen die zich in één van de volgende rechtstoestanden bevinden: a) ontbinding;b) stopzetting;c) faillissement;d) vereffening;2° holdings, management-, of patrimoniumvennootschappen;3° de ondernemingen waarvan de zaakvoerder als bestuurder of vennoot verbonden is met een andere onderneming die de subsidie heeft ontvangen en waaraan zij zakelijke diensten verlenen 4° de ondernemingen in moeilijkheden, vermeld in lid 22, c, en c bis, van de tijdelijke kaderregeling COVID-19;5° de kredietinstellingen en de financiële instellingen die onder toezicht vallen van de Nationale Bank van België; 6° de ondernemingen die op het moment van de subsidieaanvraag een insolventieprocedure, vermeld in artikel I.22, 1°, van het Wetboek van economisch recht, hebben lopen of gedagvaard zijn door de RSZ als vermeld in de VKBO; 7° de ondernemingen die niet beschikken over een geregistreerd kassasysteem conform artikel 21bis van het koninklijk besluit nr.1 van 29 december 1992 met betrekking tot de regeling voor de voldoening van de belasting over de toegevoegde waarde en artikel 2bis van het koninklijk besluit van 30 december 2009Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 30/12/2009 pub. 31/12/2009 numac 2009003491 bron federale overheidsdienst financien Koninklijk besluit tot het bepalen van de definitie en de voorwaarden waaraan een geregistreerd kassasysteem in de horecasector moet voldoen type koninklijk besluit prom. 30/12/2009 pub. 24/11/2015 numac 2015000677 bron federale overheidsdienst financien Koninklijk besluit tot het bepalen van de definitie en de voorwaarden waaraan een geregistreerd kassasysteem in de horecasector moet voldoen. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten tot het bepalen van de definitie en de voorwaarden waaraan een geregistreerd kassasysteem in de horecasector moet voldoen.
Art. 6.De steun verleend in het kader van dit besluit is intuitu personae en kan niet overgedragen worden aan een derde en is niet vatbaar voor beslag.
De subsidie kan geweigerd, niet-uitbetaald of teruggevorderd worden als de onderneming of openbare entiteit niet voldoet aan de regelgeving die van toepassing is in het Vlaamse Gewest.
Art. 7.De steunaanvrager dient een subsidieaanvraag in via de website van het Agentschap Innoveren en Ondernemen, VLAIO genoemd, en vermeldt daarbij onder meer zijn ondernemingsnummer, het projectvoorstel en de aanvaardbare kosten in de subsidieperiode.
De indieningsperiode van de subsidievraag wordt bepaald op de website van het Agentschap Innoveren en Ondernemen.
De subsidieaanvraag wordt elektronisch afgehandeld.
Het Agentschap Innoveren en Ondernemen onderzoekt de naleving van de voorwaarden die zijn opgelegd bij dit besluit en beslist of de subsidie toegekend wordt.
De steunaanvrager ontvangt een schriftelijke kennisgeving van de beslissing.
De aanvraagdossiers worden behandeld in volgorde van indiening en tot uitputting van de middelen of tot stopzetting van de oproep.
Art. 8.Het Agentschap Innoveren en Ondernemen betaalt de subsidie uit onder de voorwaarde dat de begunstigde de voorwaarden die zijn opgelegd bij het decreet van 16 maart 2012Relevante gevonden documenten type decreet prom. 16/03/2012 pub. 27/04/2012 numac 2012202237 bron vlaamse overheid DECREET betreffende het economisch ondersteuningsbeleid sluiten, dit besluit of de uitvoeringsbesluiten ervan heeft nageleefd, zich niet bevindt in één van de rechtstoestanden, vermeld in artikel 5, 1°, of in een insolventieprocedure, vermeld in artikel 5, 6° en geen openstaande onbetwiste schuld heeft bij het Agentschap Innoveren en Ondernemen.
De uitbetalingsprocedure door het Agentschap Innoveren en Ondernemen gebeurt conform de bepalingen, vermeld op de website van het Agentschap Innoveren en Ondernemen.
De subsidie wordt alleen uitbetaald op een Belgische zakelijke rekening op naam van de begunstigde. De begunstigde blijft steeds verantwoordelijk voor de naleving van de voorwaarden waarbij de subsidie werd toegekend en voor de verantwoording van de aanwending ervan.
Art. 9.Het Agentschap Innoveren en Ondernemen kan de waarachtigheid van onder meer de door de steunaanvrager gerapporteerde kosten controleren op basis van de administratieve gegevens en van de boekhouding van de steunaanvrager, en dit zowel voorafgaandelijk aan als tot vijf jaar na de uitbetaling van de subsidie. Die informatie kan ook opgevraagd worden bij de federale of Vlaamse gegevensbronnen.
In toepassing van artikel 40 van het decreet van 16 maart 2012Relevante gevonden documenten type decreet prom. 16/03/2012 pub. 27/04/2012 numac 2012202237 bron vlaamse overheid DECREET betreffende het economisch ondersteuningsbeleid sluiten wordt de subsidie teruggevorderd binnen zes jaar na de indieningsdatum van de subsidieaanvraag in geval van niet-naleving van de voorwaarden die zijn opgelegd bij het decreet van 16 maart 2012Relevante gevonden documenten type decreet prom. 16/03/2012 pub. 27/04/2012 numac 2012202237 bron vlaamse overheid DECREET betreffende het economisch ondersteuningsbeleid sluiten, dit hoofdstuk of de uitvoeringsbesluiten.
Ondernemingen moeten de subsidies die ten onrechte ontvangen werden, verhoogd met een administratiekost van 100 euro, terugbetalen aan het Agentschap Innoveren en Ondernemen.
Als uit een controle blijkt dat de steunaanvrager een subsidieaanvraag heeft ingediend op basis van onjuiste verklaringen of foutieve informatie en die niet spontaan heeft gecorrigeerd, komt die onderneming gedurende een periode van vijf jaar, vanaf het moment van de kennisgeving van de voormelde vaststelling, niet in aanmerking voor steun als vermeld in artikel 3, 5°, van het decreet van 16 maart 2012Relevante gevonden documenten type decreet prom. 16/03/2012 pub. 27/04/2012 numac 2012202237 bron vlaamse overheid DECREET betreffende het economisch ondersteuningsbeleid sluiten, artikel 4, eerste en vijfde lid, van het decreet van 15 juli 2016 houdende toekenning van een hinderpremie aan kleine ondernemingen die ernstige hinder ondervinden van openbare werken in het Vlaamse Gewest, en artikel 41ter, § 2, van het decreet van 21 december 2001 houdende bepalingen tot begeleiding van de begroting 2002.
Art. 10.De Vlaamse minister, bevoegd voor de economie, kan bijkomende preciseringen bepalen.
Art. 11.Dit besluit treedt in werking op de dag van de bekendmaking ervan in het Belgisch Staatsblad.
Art. 12.De Vlaamse minister, bevoegd voor de economie, is belast met de uitvoering van dit besluit.
Brussel, 10 juni 2022.
De minister-president van de Vlaamse Regering, J. JAMBON De Vlaamse minister van Economie, Innovatie, Werk, Sociale economie en Landbouw, J. BROUNS