gepubliceerd op 09 september 2003
Besluit van de Vlaamse regering tot vaststelling van de nadere regelen betreffende het beheer, de werking en de boekhouding van het Eigen Vermogen "Flanders Hydraulics"
10 JULI 2003. - Besluit van de Vlaamse regering tot vaststelling van de nadere regelen betreffende het beheer, de werking en de boekhouding van het Eigen Vermogen "Flanders Hydraulics"
De Vlaamse regering, Gelet op het decreet van 31 januari 2003 betreffende de oprichting van een Eigen Vermogen "Flanders Hydraulics";
Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 3 februari 2003;
Gelet op de beslissing van de Vlaamse regering over het verzoek aan de Raad van State om advies te geven binnen een termijn van een maand;
Gelet op het advies 35.026/3 van de Raad van State, gegeven op 20 mei 2003, met toepassing van artikel 84, eerste lid, 1°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;
Op voorstel van de Vlaamse minister van Mobiliteit, Openbare Werken en Energie;
Na beraadslaging, Besluit : HOOFDSTUK I. - Algemene bepalingen
Artikel 1.Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder : 1° het EVFH : het Eigen Vermogen "Flanders Hydraulics", opgericht bij het decreet van 31 januari 2003 betreffende de oprichting van een Eigen Vermogen "Flanders Hydraulics";2° het EVFH-decreet : het decreet van 31 januari 2003 betreffende de oprichting van een Eigen Vermogen "Flanders Hydraulics";3° de minister : de Vlaamse minister, bevoegd voor de openbare werken;4° de Beheerscommissie : de Beheerscommissie die het EVFH bestuurt overeenkomstig artikel 6 van het EVFH decreet;5° de voorzitter : de voorzitter van de Beheerscommissie, bedoeld in artikel 6, § 2, 1°, van het EVFH decreet;6° de rekenplichtige : de rekenplichtige, bedoeld in artikel 5 van dit besluit;7° het Fonds : Het Fonds van het Waterbouwkundig Laboratorium ten behoeve van studies voor derden, organiek begrotingsfonds, opgericht bij het decreet van 21 december 1990 houdende begrotingstechnische bepalingen alsmede bepalingen tot begeleiding van de begroting 1991.
Art. 2.De zetel van het EVFH is gevestigd in Antwerpen-Borgerhout, aan de Berchemlei 115. HOOFDSTUK II. - De beheerscommissie
Art. 3.De leden en de voorzitter van de Beheerscommissie, aangewezen in artikel 6 van het EVFH-decreet, nemen van rechtswege hun mandaat op zonder verder benoemingsbesluit, uitgezonderd : 1° het lid dat de directeur-generaal van de administratie Waterwegen en Zeewezen eventueel aanwijst om hem te vertegenwoordigen overeenkomstig artikel 6, § 2, 2°, van het EVFH-decreet;2° de ambtenaar, deskundig in financiën en begroting, en de vertegenwoordiger van de Vlaamse minister, bevoegd voor de openbare werken, bedoeld in artikel 6, § 2, 5° en 6°, van het EVFH-decreet, die beiden worden aangewezen door de minister. Het mandaat van de leden die van rechtswege hun mandaat opnemen, eindigt van rechtswege als die leden de in het EVFH-decreet vermelde functie neerleggen of de uitoefening van die functie onderbreken. In dat geval kan de minister desnoods in hun tijdelijke vervanging voorzien.
Het mandaat van de bijzonder aan te wijzen leden eindigt van rechtswege op het ogenblik van een nieuwe aanduiding.
Art. 4.§ 1. Het EVFH wordt in en buiten rechte vertegenwoordigd door de Beheerscommissie voor alle aangelegenheden die bij decreet of besluit aan de Beheerscommissie zijn toegewezen. § 2. De voorzitter kan evenwel beslissen over alle aangelegenheden die niet uitdrukkelijk bij decreet of besluit aan de Beheerscommissie zijn toegewezen.
De voorzitter is ertoe gemachtigd om op treden namens de Beheerscommissie, en in het bijzonder om alle akten en overeenkomsten te ondertekenen die het EVFH verbinden.
De voorzitter is er tevens toe gemachtigd om zonder formaliteit te beslissen over het instellen van rechtsvorderingen en over het treffen van alle maatregelen tot bewaring van recht in de meest ruime zin van het woord, in en buiten gerechtelijke procedures.
De voorzitter doet uitvoerig verslag aan de Beheerscommissie tijdens haar eerstvolgende vergadering van de akten die hij heeft ondertekend, de rechtsvorderingen die hij heeft ingesteld en de maatregelen die hij heeft getroffen.
Art. 5.Op voorstel van de voorzitter, wijst de Beheerscommissie onder de personeelsleden van de administratie een rekenplichtige aan, die wordt belast met de verrichtingen inzake ontvangsten en uitgaven.
Art. 6.De Beheerscommissie zal een huishoudelijk reglement vaststellen. HOOFDSTUK III. - Begroting
Art. 7.Overeenkomstig artikel 9 van het EVFH decreet van 31 januari 2003 dient de Beheerscommissie voor 31 oktober bij de Vlaamse regering een begrotingsvoorstel in voor de inkomsten en uitgaven die gepland zijn in het volgende dienstjaar. Dat dienstjaar vangt aan op 1 januari.
Art. 8.De begroting omvat de raming van alle inkomsten en uitgaven, activa en passiva waarvan de vaststelling in de loop van het dienstjaar kan worden gepland, welke ook de aanzuivering der rechten moge zijn. Ze behoren tot het begrotingsjaar waarin ze juridisch ontstonden.
De wijzigingen van de fondsen van derden waarvan het EVFH beheerder of depositaris is, worden afzonderlijk vermeld.
Het saldo van uitgaven en ontvangsten mag niet negatief zijn.
Art. 9.Een goedgekeurd exemplaar van de begroting wordt vóór 1 januari teruggestuurd naar de Beheerscommissie. Indien de goedkeuring niet vóór 1 januari werd bezorgd mogen de kredieten voorlopig gebruikt worden zoals voorgesteld. HOOFDSTUK IV. - Comptabiliteit Afdeling I. - De Rekenplichtige
Art. 10.De rekenplichtige is belast met het innen van de rechten en met de uitbetaling van de uitgaven van het EVFH. De rekenplichtige is verantwoordelijk voor de bewaring en de behandeling van de geldmiddelen en waarden en is, tenzij de Beheerscommissie er anders over beslist, tevens aangesteld voor de bewaring van de producten, het materieel en alle andere goederen die deel uitmaken van het vermogen.
Art. 11.De rekenplichtige oefent zijn functie uit onder toezicht van de voorzitter van de Beheerscommissie. Hij mag geen uitgaven verrichten zonder diens machtiging. Afdeling II. - De comptabiliteitsverrichtingen
Art. 12.Alle comptabiliteitsverrichtingen, ook de interne verrichtingen en de inschrijvingen in de bijboeken, moeten gestaafd worden door bewijsstukken die vermelden : 1° de som;2° het aangewezen begrotingsartikel;3° het voorwerp van de bewerking;4° een verwijzing naar de inschrijving in de bijboeken. Voor de aankopen van vermogenswaarden wordt een inventarisnummer vermeld en voor producten, bestemd voor de voortverkoop, wordt naar het magazijnnummer verwezen.
Andere documenten worden ter goedkeuring voorgelegd aan de voorzitter.
Art. 13.De geringe dagelijkse uitgaven en de bezoldigingen mogen in speciën worden betaald. Daartoe kan, na goedkeuring van de voorzitter, aan de rekenplichtige een kasvoorschot worden toegestaan. Dat voorschot kan worden vernieuwd op vertoon van de gekwiteerde verantwoordingsstukken die bij de uitgave aangerekend worden.
Art. 14.De rechten worden voor ontvangsten in contanten geregistreerd op het ogenblik van hun inschrijving op het krediet van een rekening bij de bankinstelling die zorgt voor alle bankverrichtingen van het ministerie van de Vlaamse Gemeenschap. Voor andere opbrengsten gebeurt dat op het ogenblik dat de rekenplichtige de facturen aan de schuldenaars van het EVFH zendt.
Art. 15.De uitgaven voor werkzaamheden, leveringen en diensten worden betaald nadat de rechthebbende nota's, opgaven, facturen of eventueel kwijtingen heeft voorgelegd, op voorwaarde dat de rechten van de ontvangende partij uit een ander document blijken.
Art. 16.De boekhoudingsstukken worden in bundels geklasseerd in de volgorde van inschrijving in de respectieve dagboeken.
Voor de leveringen en prestaties worden aan de facturen eventueel een afschrift van de contracten, de bestelbons, de processen-verbaal van aanbesteding en van ontvangst gehecht. Bij gebrek aan proces-verbaal moet de factuur voor ontvangst worden getekend. Afdeling III. - Boekhouding
Art. 17.De uitgaven worden betaald en de opbrengsten worden geïnd door tussenkomst van de in artikel 14 genoemde financiële instelling.
De betalingsopdrachten worden door de voorzitter of zijn afgevaardigde en de rekenplichtige ondertekend.
Art. 18.De boekhouding bestaat uit : 1° de volgende dagboeken : a) een dagboek van de door derden verworven rechten (aankopen);b) een dagboek van de door het EVFH verworven rechten (verkopingen);c) een dagboek van de diverse verrichtingen en overschrijvingen;2° een hoofdregister waarin alle verrichtingen te boek worden gesteld volgens de regels van een dubbele boekhouding.De inschrijvingen verwijzen naar de overeenkomstige posten van de dagboeken; 3° een inventarisboek;4° een magazijnboek.
Art. 19.Het hoofdregister omvat al de bewerkingen die nodig zijn voor het opstellen van een balans en van de kastoestand.
Er is een stand van zaken voor elke rubriek van de begroting. Op elk ogenblik kan het nog beschikbare krediet vastgesteld worden.
Art. 20.De aangekochte duurzame goederen worden in het inventarisboek ingeschreven. Het inschrijvingsnummer is samengesteld uit : 1° de twee laatste cijfers van het jaartal;2° een doorlopende nummering. Het nummer wordt vermeld in de aftekening voor ontvangst zoals voorgeschreven in artikel 14.
Bij het afsluiten van het boekjaar wordt in een opgave van de inventaris de waarde vermeld die aan de ingeschreven goederen wordt toegekend.
De duurzame goederen die tijdens het boekjaar zijn vervreemd of buiten gebruik werden gesteld, worden vermeld met de eventuele waarde die ze hebben opgebracht.
Art. 21.In het magazijnboek worden de in- en uitgaande producten per categorie opgetekend, met verwijzing naar de facturen.
Eventuele verliezen worden vermeld zodat er overeenkomst bestaat tussen de stock en het saldo van de hoeveelheden in het magazijnboek vermeld.
Art. 22.Alle boekingen moeten dag aan dag geschieden, zonder opengelaten vakken noch ruimten.
De tekst mag niet worden verbeterd door woorden weg te laten of door eroverheen te schrijven.
De te verbeteren inschrijvingen moeten zo geschrapt worden dat ze nog leesbaar blijven.
De correcties worden gewaarmerkt met de paraaf van het personeelslid die ze gemaakt heeft. Afdeling IV. - Verslag, controle en goedkeuring van de boekhouding
Art. 23.Elk jaar worden op 31 december de inboekingen opgemaakt, wordt de kas nagezien, en wordt de inventaris gesloten. De beschikbare middelen, alsook de nog te innen rechten en de uitgaven die nog niet werden vereffend, worden bij de inboeking op het volgende dienstjaar overgebracht.
Art. 24.De rekenplichtige legt vervolgens verantwoording van zijn rekening af aan het Rekenhof, overeenkomstig de vorm en de formaliteiten die gelden voor de rekenplichtige ambtenaar. Het EVFH legt het verantwoordingsdossier vervolgens voor aan de minister.
Het verantwoordingsdossier bevat : 1° een proces-verbaal met de kastoestand bij het sluiten van de boekingen;2° omstandige overzichten die overeenkomstig de rubrieken van de begroting opgave doen van : a) de rechten, vastgesteld tijdens het dienstjaar of overgedragen van de vorige dienstjaren ten bate van het EVFH;b) de ontvangsten en uitgaven uitgevoerd ter aanzuivering van die rechten;3° een opgave van de wijzigingen in de inventaris. De overzichten worden gestaafd met authentieke verantwoordingsstukken of met eensluidend verklaarde afschriften ervan.
Art. 25.In de volgende gevallen worden de inboekingen eveneens afgesloten, maar de verrichtingen blijven ingeschreven zodat bij de sluiting van het dienstjaar de ontvangsten en uitgaven het gezamenlijke bedrag van de inschrijvingen van het dienstjaar aangeven : 1° als voorlopige of periodische staten in de loop van het jaar opgemaakt moeten worden;2° als de rekenplichtige zijn functies definitief neerlegt;3° als een tekort ontstaat of ontdekt wordt.
Art. 26.In de gevallen, vermeld in artikel 25, 2° en 3°, moet het Rekenhof een verantwoording ontvangen van de rekenplichtige of zijn rechtverkrijgenden en, bij ontstentenis daarvan, ambtshalve door een ambtenaar die daartoe door de minister wordt aangewezen. Indien de rekening en verantwoording een tekort aanwijst moet er bovendien een verslag worden toegevoegd dat de omstandigheden te kennen geeft waarin zich het tekort heeft voorgedaan.
Art. 27.Ter gelegenheid van de overname van het beheer verklaart de opvolger in de rekening, in de inventaris en in het proces-verbaal van de stand der kas, dat hij de activa die in die stukken worden vermeld, overneemt. Hij geeft een exemplaar daarvan aan zijn voorganger of aan zijn rechtverkrijgende.
Art. 28.Onverminderd de bevoegdheden van de Inspectie van Financiën zal de ambtenaar van de diensten van de Vlaamse regering, die belast is met de comptabiliteitsinspectie, ten minste eenmaal per jaar de boekhouding van het EVFH nakijken. Bij de uitoefening van zijn functie beschikt hij over een volledige onderzoeksbevoegdheid en mag hij zich alle stavings- en bewijsstukken laten voorleggen. Hij vergewist zich van de toestand van de bewaarde goederen. Hij mag zich evenwel niet met het beheer inlaten.
Art. 29.De ambtenaar, bedoeld in artikel 28, die dat toezicht uitoefent, stuurt telkens een afschrift van zijn verslag aan de minister, aan de voorzitter, en aan de rekenplichtige.
De rekeningen en de verantwoordingsstukken worden door zijn tussenkomst voorgelegd aan de minister. HOOFDSTUK V. - Overgangs- en slotbepalingen
Art. 30.Het EVFH neemt van rechtswege de middelen over die bij de afschaffing van het Fonds aanwezig zijn, alsook de rechten en plichten die in verband met het beheer van het Fonds en zijn middelen zijn ontstaan, wat het Vlaams Gewest aangaat.
De minister en de Beheerscommissie stellen in onderling overleg een indicatieve lijst op van de in het vorige lid bedoelde middelen, rechten en plichten. Ze regelen in onderling overleg de nadere voorwaarden van de overname alsook alle verder nodige aangelegenheden.
De bovengenoemde activiteiten worden zo mogelijk uitgevoerd tijdens de eerste vergadering van de Beheerscommissie. Het overleg kan desgewenst plaatsvinden binnen de Beheerscommissie, op voorwaarde dat de vertegenwoordiger van de minister aanwezig is.
Art. 31.De bijzondere aanwijzing van sommige leden van de Beheerscommissie, bedoeld in artikel 3, geschiedt voor de eerste maal uiterlijk binnen tien dagen na de inwerkingtreding van dit besluit.
Art. 32.Voor het eerste dienstjaar dient de Beheerscommissie bij de minister een begrotingsvoorstel in binnen twee maanden na haar installatievergadering.
Art. 33.De minister, bevoegd voor de openbare werken, is belast met de uitvoering van dit besluit.
Brussel, 10 juli 2003.
De minister-president van de Vlaamse regering, B. SOMERS De Vlaamse minister van Mobiliteit, Openbare Werken en Energie, G. BOSSUYT
Bijlage Decreet betreffende de oprichting van een eigen vermogen "Flanders Hydraulics"
Artikel 1.Dit decreet regelt een gewestaangelegenheid.
Art. 2.Er wordt een Eigen Vermogen "Flanders Hydraulics" opgericht, afgekort "EVFH".
Art. 3.Het EVFH heeft rechtspersoonlijkheid.
Art. 4.Het EVFH heeft tot doel : 1° het uitvoeren, voor binnen- en buitenlandse natuurlijke personen en publiek- of privaatrechtelijke rechtspersonen, van toegepaste onderzoeks-, studie-, expertise-, opleidings- en dienstverleningsopdrachten op het domein van de waterbouwkunde, de nautische wetenschappen, de milieukunde, en andere water-, zee-, waterweg-, haven- en scheepvaartgebonden aangelegenheden in de ruime zin van het woord;2° het economisch valoriseren van resultaten van de activiteiten bedoeld onder 1°.
Art. 5.Het EVFH kan voor de verwezenlijking van zijn doel vrij contracten sluiten, roerende en onroerende goederen verwerven en vervreemden, op contractuele basis personeel aanwerven, tewerkstellen en ontslaan, en in het algemeen alle nuttige rechtshandelingen stellen.
Het EVFH kan personeel ter beschikking stellen van het Vlaams Gewest.
De wet van 24 juli 1987 betreffende de tijdelijke arbeid, de uitzendarbeid en het ter beschikking stellen van werknemers ten behoeve van gebruikers is op deze terbeschikkingstelling niet van toepassing.
Art. 6.§ 1. Het EVFH wordt bestuurd door een Beheerscommissie. § 2. De leden van de Beheerscommissie zijn : 1° het hoofd van de entiteit externe betrekkingen van de administratie Waterwegen en Zeewezen van het departement Leefmilieu en Infrastructuur van het Ministerie van de Vlaamse gemeenschap, die ambtshalve voorzitter van de Beheerscommissie is;2° de directeur-generaal van de voormelde administratie Waterwegen en Zeewezen, of zijn vertegenwoordiger;3° het afdelingshoofd van de afdeling Beleid Havens, Waterwegen en Zeewezen van de administratie Waterwegen en Zeewezen;4° het afdelingshoofd van de Afdeling Waterbouwkundig Laboratorium en Hydrologisch Onderzoek van de Administratie Waterwegen en Zeewezen;5° een ambtenaar, deskundig in financiën en begroting;6° een vertegenwoordiger van de minister bevoegd voor de openbare werken, door hem aangeduid. § 3. De voorzitter kan bevoegde personen uitnodigen om met raadgevende stem aan de bespreking van een punt van de agenda van een vergadering van de Beheerscommissie deel te nemen. § 4. De Beheerscommissie vergadert minstens tweemaal per jaar, met name voor het vaststellen van de begroting en de rekening overeenkomstig artikel 9. § 5. Het mandaat van lid van de Beheerscommissie is onbezoldigd.
Art. 7.De inkomsten van het EVFH worden gevormd door : 1° de gelden en vergoedingen betaald voor onderzoeken, studies, ontledingen, proeven, keuringen, opleidingen en andere diensten in verband met het doel omschreven in artikel 4;2° de giften, legaten, schenkingen, beurzen, prijzen of alle andere giften die zijn aanvaard krachtens de wet van 12 juli 1931 betreffende de uitbreiding tot alle rechtspersonen van het voordeel van de voorlopige aanvaarding van bij akten gedane schenkingen onder de levenden;3° de inkomsten uit de verkoop van rapporten, brochures, kaarten, plans of andere publicaties en producten;4° de inkomsten van het valoriseren van de resultaten van de uitgevoerde activiteiten, waaronder het exploiteren van intellectuele eigendomsrechten;5° de inkomsten van het beheer en de vervreemding van goederen behorend tot het vermogen van het EVFH.
Art. 8.Het EVFH kan geen inkomsten boeken lastens de begroting van het Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap.
Art. 9.§ 1. Ieder jaar, vóór 31 oktober, stelt de Beheerscommissie de begroting vast van de uitgaven voor het volgende begrotingsjaar, alsmede de middelen van het EVFH om die uitgaven te dekken.
Ieder jaar, vóór 31 maart, stelt de Beheerscommissie de rekening van het EVFH van het voorgaand begrotingsjaar op.
De begroting en de rekening, alsmede elke desbetreffende wijziging worden ter goedkeuring voorgelegd aan de Vlaamse regering, samen met het advies van de inspectie van financiën. § 2. Behoudens indien de Beheerscommissie beslist om het batig saldo van een begrotingsjaar over te dragen aan het Vlaamse Gewest, kan het EVFH dat saldo tijdens het volgende begrotingsjaar vrij aanwenden voor het verwezenlijken van zijn doel. § 3. Behoudens andersluidende beslissing van de Beheerscommissie, worden de niet-geldelijke werkingsmiddelen die door het EVFH in het raam van een derden - opdracht werden verworven, bij het einde van de desbetreffende opdracht automatisch in eigendom overgedragen aan het Vlaams Gewest, om er verder bij de administratie Waterwegen en Zeewezen te worden aangewend.
Art. 10.Het EVFH kan met natuurlijke personen en rechtspersonen contracten sluiten in het raam van een aanneming, een onderaanneming, een tijdelijke vereniging, een consortium, en alle andere geschikt bevonden samenwerkingsverbanden.
Het EVFH kan mede-oprichter, lid, bestuurder of vennoot zijn van publiek- of privaatrechtelijke verenigingen, ondernemingen of instellingen, op voorwaarde dat deze geen winst beogen, en het doel van deze rechtspersonen met het doel van het EVFH verband houdt.
Art. 11.§ 1. De machtiging van de Vlaamse regering is noodzakelijk voor : 1° de aankoop of de vervreemding van onroerende goederen;2° de aanwerving van personeel voor een periode van meer dan 1 jaar;3° de overdrachten en overschrijvingen tussen de verschillende rubrieken van de begroting. § 2. Aan de goedkeuring van de Vlaamse regering zijn onderworpen : 1° het besluit van de Beheerscommissie tot vaststelling van het reglement van inwendige orde;2° de begrotingen en de rekeningen, en elke wijziging ervan, zoals bepaald in artikel 9, § 1. § 3. Ten minste eenmaal per jaar wordt de boekhouding van het EVFH nagekeken door de Vlaamse regering. De daartoe aangestelde ambtenaren beschikken over alle bevoegdheid van onderzoek, kunnen zich alle stavings- en bewijsstukken doen voorleggen en zich vergewissen van de toestand van de bewaarde goederen, maar mogen zich niet met het beheer inlaten.
Art. 12.De nadere regelen betreffende het beheer, de werking en de boekhouding van het EVFH worden vastgesteld bij besluit van de Vlaamse regering.
Art. 13.Artikel 27 van het decreet van 21 december 1990 houdende begrotingstechnische bepalingen alsmede bepalingen tot begeleiding van de begroting 1991, wordt opgeheven.
Art. 14.De bij de afschaffing van het Fonds van het Waterbouwkundig Laboratorium te Borgerhout aanwezige middelen worden van rechtswege overgedragen aan het EVFH. De Vlaamse regering kan alle nodige overgangsmaatregelen treffen om de afschaffing van dit Fonds en de oprichting van het EVFH te begeleiden.